Daar kan je de pot op H
't Wordt teveel voor boerin Neel
Gebordplet
Gruttepikkers
Sanitaire stop
Water
speelt
door
de kop
-r
Kleibeeld
komt uit
de oven
,Wat vind ik dat nou toch een leuk idee. Want ik houd erg van de zee!'
Wat doe je met een schoolmeester die
zijn eigen kind in een kooi mee naar
school brengt, maar zich ook de op
dracht gesteld heeft van de kinderen
van een ander supermensen te ma
ken? Die stuur je op reis... in een rondje
om de aarde.... voor eeuwig en altijd!
In De verschrikkelijke schoolmeester
van Dolf Verroen krijgen Tony, Tina,
Sammy, Lena, Janus Kuit, Jopie Ei
genheimer en de andere kinderen van
groep acht na de vakantie een nieuwe
onderwijzer. Hij heeft, een gezicht als
een oudbakken brood, loopt een beetje
toorn en zijn stem kraakt als de versle
ten wielen van een wagen. In een paar
woorden gezegd: hij ziet er uit als zijn
eigen opa en is nog verschrikkelijker
dan iedereen gedacht had.
De kinderen kunnen hun oren niet ge
loven als ze van zijn plan voor de to
taalopvoeding van het kind horen: wie
ongehoorzaam is gaat de kooi in; wie
een snotsneus heeft kan op twee kur
ken rekenen, wie kletst op een super
pleister; niet opletten betekent de op-
letklem; afkijken een poosje lamphan-
gen; driftkoppen gaan in een ijsklon-
tjesbad; stommelingen worden ge
bordplet; ongehoorzaamheid zal voor
taan bestraft worden met oren opprik
ken; stoelwiebelaars worden met bei
de voeten aan de vloer gespijkerd en
snoepers verspelen hun tong.
Hoe de kinderen hun kwelgeest te gra
zen nemen, en wat Brait Leedie Estro-
naut daarmee van doen heeft? Lees dit
maffe boek van 107 bladzijden vol te
keningen van Auke Herrema.
De verschrikkelijke schoolmeester door
Dolf Verroen. Leopold, Amsterdam: 24,90.
Brouwershavense Beênekluvers
Bruu'se Klokkedieven
Dreisschorse Boönotters
Haamsteese Zandkrabbers
Nieiaverkerkse Gruttepikkers
Oosterlandse Kraaien
Ouwerkerkse Stijloren en
Zierikzeese Schaepekoppén
Iets wat je deze vakantie beslist niet
mag overslaan is een bezoek aan Neeltje
Jans. Het eiland op zich is al heerlijk:
machtige windmolens, een zalig strand
aan de zeekant, de wind, de vogels, het
haventje, de nieuwe duinen en niet te
vergeten: konijnen. De ontsnapte wit-
zwarte (ooit van de makers) vonden de
wilde bruine (die via de hulpbrug het ei
land vonden) héél aardig...: Witte
pootjes, zwarte konten, grijze befjes,
bont gevlekte... Nergens zie je zoveel
verschillende als daar. Allemaal leuk.
Voor een tientje erbij wordt het echt een
onvergetelijke dag. Daarvoor krijg je
door de Delta Expo een super-program
ma voorgeschoteld.
Ted Sluijter (hij werkt er): „2000 jaar is
hier al gevochten tegen het water. Er is
veel verloren, maar ook gewonnen. Op
de film, de tentoonstelling en bij onze
zes meter grote badkuip beleef je het al
lemaal. Wie wil, kan met vragen van
boerin Neeltje aan de slag. Maar wat
dacht je ervan om eens in de kerin'g te
kijken? Ja, je mag onder de verkeers
weg, in een pijler. Tien meter boven je de
toren, terwijl onder je het water don
dert. Pompen, accu's zie je. Je kan de
schuiven zowat aanraken. Op de twaalf
meter lange lichtbalk kun je zien hoe
verschrikkelijk snel het water door de
gaten stroomt.
Ted: „Bij je kaartje hoort ook een rond
vaart Drie kwartier de Oosterschelde
op. Grote kans datje zeehonden ziet. En
je mag in het mossel-, oester- en forel-
kweekcentrum zelf de schoonste mos
sels van Nederland optakelen. Met een
beetje geluk worden net de forellen ge
voerd. Ze springen wel een halve meter
boven het water uit".
En of dat niet genoeg is, word je de hele
zomer verwend met waterprinsessen,
minstreels en Neptunus himself. Als dat
geen superdag is...
Hoe ver is We zijn-er-zo! als
je verschrikkelijk erg moet
plassen, of nog verschrik
kelijker - dat andere? Tip?
Probeer (waar je ook bent in Zeeland) pomp-
staion Selnis te halen. Het ligt rechts langs de
grote weg van Goes naar Middelburg en je wordt
er op een vorstelijk toilet onthaald. Nee echt, je
kunt er van de vloer eten. Ja zeg, natuurlijk niet
dat: zó schoon bedoelen we.
„Een vieze w.c. moetje niet hebben", zegt Ronald
Geldof, die de sleutels van de toiletten bewaart.
„Hoe schoner een w.c. hoe netter de mensen er
zich gedragen. Als het er al een grote puinhoop is,
kun je er van op aan dat iedereen er zijn of haar
hoop ook maar bij gooit".
Gelukkig heb ik dat nog niet vaak meegemaakt.
Wat wel vaak voorkomt is dat mensen met hun
schoenen op de w.c.-bril gaan staan. Of hurken,
want ik ben er natuurlijk niet bij. Maar hoe dan
ook, een rare gewoonte is het wel".
Gierend drukke strandda-
gen brengen voor hem ex
tra werk met zich mee.
Dan moet hij minstens
drie keer per dag met een aangenaam geurend,
milieuvriendelijk emmertje sop door de toiletten,
het papier is sneller op, de zeephouder eerder leeg
en de kans groter dat iemand met angst voor vie
ze billen het naast de pot heeft gedaan.
Soms is het dan op Selnis zo druk dat de mensen
er in een rijtje op hun beurt moeten wachten.
Voor jongens is dat over het algemeen niet zo'n
probleem. Die hebben zo als (van links naar
rechts) Fikret, Neels, Ferhan, Marijn, Lee-Roy,
Jeroen en Gregory genoeg aan een boom en een
slootje. Maar meisjes hebben in het vrije veld bos
jes nodig. Of moeten zo als Esther en Monique
hopen dat ze twintig kilometer verderop (want
dat is altijd de afstand tussen twee benzinesta
tions) wél terecht kunnen voor wat iedereen een
paar keer per dag doet.
Schouwen-Duiveland
Toeristen houden er
niet zo van, want het is
zo'n vies gevoel aan je
tenen. Bovendien vin
den ze dat er zand op
het strand hoort en
geen zeeklei. Daarom
wordt het vaak met
zand overdekt.
Toch zie je het nog wel
eens liggen, bij laag wa
ter, zomaar op het
strand: dikke bulten
plakkerige vette blau
we zeeklei.
Je kunt er fantastisch
mee kleien. Gewoon
een homp uitgraven,
een beetje laten drogen,
en dan lekker goed
doorkneden. Je kunt er
potjes van maken,
beeldjes of wat je maar
wilt.
Je werkstuk moet lang
zaam drogen, anders
gaat het barsten. Na on
geveer twee weken kun
je het bakken. Dat kan
in een kleioven, of de
oven thuis, maar het
leukste is de volgende
manier: graaf een kuil
tje, leg daarin een stuk
aluminium folie, daar
op je kunstwerk, dan
een flinke hoop zaagsel
en bovenop nog eens
droge takken. Aanste
ken en proberen dit
vuurtje ongeveer twee
uur aan te houden.
Na afloop barbecu en
daarna: kijken of alles is
gelukt!
Als je zonodig moet, dan boffen die jongens toch maar weer.
foto Lex de Meester
Miems van Citters
maakt een beeld
voor de redders.
foto Pieter Honhoff
Dat vond de kunstenares Miems van
Citters, toen ze in 1989 opdracht kreeg
om een monument te maken. Dat mo
nument is bedoeld als herinnering aan
de redders, die vanuit Burghsluis de
zee opgingen.
Miens: „In die tijd ging ik met de hond
wandelen langs de dijk bij Burghsluis
en dat is eigenlijk m'n lievelingsplek
je".
Ze vindt het gevoel van de zee erg be
langrijk. „Dat water dat spoelt en dat
doet en het is verschrikkelijk sterk, 't
Is heel vriendelijk soms en je ziet, dat
de lucht soms gelijk is aan de zee",
vindt Miems. Alles gebeurt in de zee en
een mens is ook zo levend. En zo kwam
ze op het idee van het gedenkmonu-
ment.
Zuidwester
Miems: „Waarom maak ik niet een
kop, waar het water doorheen speelt?"
Om de redders te gedenken koos
Miems voor de zuidwester. Het beeld
heeft geen aparte naam zoals man
netje met hoed of zo. Het heet gewoon
het monument. Toen het idee er een
maal was moest het nog uitgevoerd
worden. De keuze van het materiaal is
altijd moeilijk. Miems: „Ik heb eerst
brons voorgesteld, maar dat wordt
groen. Toen heb ik gedacht aan hout
zoals van de meerpalen, maar het is
graniet geworden".
Het beeld staat op de boutdat is een
overgebleven stuk dijk, in Burghsluis.
„Als je het goed wilt bekijken, moetje
er naar toe lopen en er recht voor gaan
staan", zegt Miems. „Je ziet dan de ho
rizon en soms komt het water precies
door de ogen heen".
Wie nieuwgierig is geworden naar het
werk van de kunstenares kan terecht
in de Bewaerschole in Haamstede.
Daar exposeert zij van 25 juli tot 15 au
gustus voornamelijk portretten.