KIND VAN NU
F16 heeft mijn hart gestolen
Op niveau
Trouwen
is leuk
Trouwen
is saai
Binken
zetten de
trend
WIZZ-KIDD
Baby ging
ongezien in
schuifbak
2
V.l.n.r.: Suus, Nicole, Tineke, Robert en Bart. Op de voorgrond Nathan. foto Oscar van Beest
Hoe zit dat nu precies met die kin
deren van tegenwoordigZijn ze in
derdaad, zoals sommige 'grote men
senzeggen, verslaafd aan televisie
kijken en computerspelletjes? En
brengen ze de rest van hun tijd door
met vandaaltje spelen?
„De mensen die dat zeggen waren
vaak vroeger zelf zo," is het sponta
ne antwoord. „Ja, belletje lellen
doen we allemaal wel eens, maar dat
is geen vandalisme. En als er iets op
ons plein kapot is dan komt dat al
tijd door kinderen van buitenaf."
Bart, Nicole, Tineke, Robbert, Suus
en Nathan uit groep .7 van basis
school de Hille in Terneuzen vertel
len hoe het is om nu kind te zijn.
Brutaal
„Soms zit je t.v. te kijken naai' een
goed programma en dan moet je in
eens opruimen of naar bed. Dan
word ik wel eens heel brutaal, maar
meestal doe ik later gewoon wat ze
zeggen."
„Als ik de Donald Duck zit te lezen
ben ik ineens Donald Duck ver
slaafd omdat ik niks hoor. Toch
moet ik alles horen wat ze zeggen."
„Dat televisiekijken valt wel mee.
Mijn vader kijkt wel tien keer zoveel.
En van die spelcomputers gaat de
lol snel af. We doen nog wel tikker
tje, hinkelen, overlopen en verstop
pertje. Lekker buiten spelen, soms
tot heel laat. Onze ouders worden
dan wel eéns ongerust."
„Als allebei je ouders werken heb
ben ze 't vaak te druk. Alleen in het
weekeinde gaat de t.v. uit en doen
we een spelletje."
Over hun toekomst zijn de zes Ter-
neuzense kinderen heel duidelijk.
Bart wil rechter worden: „Eerst lek
ker studeren, net als m'n oom. Trou
wen lijkt me hartstikke saai."
Nicole: „Dat is gek, ineens weet je
wat je later wilt worden, maar niet
waarom. Ik wil in een apotheek
werken."
Tineke ziet haar toekomst in een
kinderziekenhuis: „Maar ik wil ook
trouwen en kinderen krijgen. Dat
moet kunnen tegenwoordig."
„Toen ik vier was wilde ik altijd al
taarten bakken," zegt Robbert, die
graag ik een restaurant wil werken.
Suus houdt het op kraamverpleeg
ster: „Maar zelf wil ik ook kinderen."
Nathan is gek op toneelspelen:
„Studeren vind ik niks, dan krijg je
te veel huiswerk. Ik zou best be
roemd willen worden met toneel
spelen. Maar zonder dat is het ook
leuk."
De kinderen van nu zijn soms
wandelende reclamezuiltjes.
Nog nooit waren kinderen zo
bezig met merken. Bedrijven
zijn ineens dol op kinderen. De
invloed van reclame op kinde
ren is nog nooit zo groot ge
weest.
Van kinderen kun je tegen
woordig rijk worden. Dat was
zo'n twintig jaar geleden wel
anders. Toen waren fabrikan
ten niet geïnteresseerd in kids.
Toen liet je je haar groeien,
droeg je kapotte spijkerbroe
ken en afgedragen shirtjes. Al
leen kakkertjes gingen naar de
kapper en droegen merkkle
ding.
De jeugd van tegenwoordig
geeft ƒ7.000.000.000,- uit per
jaar. Steeds meer kinderen heb
ben steeds meer te besteden
door kleedgeld, zakgeld, spaar
geld, cadeaugeld en bijbaan
tjes.
Tienjarigen kunnen gemiddeld
ƒ40,- per maand uitgegeven,
dertienjarigen gemiddeld
125,- en vijftienjarigen al zo'n
ƒ220,-. Allemaal leuke bedra
gen voor slimme fabrikanten.
Binken
Hoe kom je er nu achter als fa
brikant wat de jeugd het liefste
koopt? Die vraag stelden we
aan Wendy Hesseling uit Am
sterdam. Ze is woordvoerster
van één van de grootste recla
memakers van Nederland.
Wendy: „Regelmatig gaan
mensen van ons bedrijf naar
scholen, discotheken en clubs.
Daar zoeken we de leidersfigu
ren. Dus de binken en de popu
laire meiden. Die bepalen vaak
een bepaalde trend, een mode
die door anderen later wordt
nageaapt. Zulke kinderen noe
men we trendsetters. Elke twee
maanden nodigen we trendset
ters uit. Deze kinderen praten
over reclame, wat ze leuk vin
den, wat ze eten, wat ze dragen.
Ze proeven dingen en drinken
drankjes. Zo komen we er ach
ter wat populair is bij de jeugd.
Deze groep noemen we het Na
tionale Jongeren Trend Panel.
Veel fabrikanten volgen dat
nieuwsgierig. Een bink draagt
Nike, een populaire meid
draagt LA Gear. Draag je Lot
to? Foute boel! Levi's is nog
steeds koning der spijkerbroe
ken", besluit Wendy.
gedicht
-BZZZZ-
De wekker.
-KLIK- Het licht.
Meteen - SPLASH- Water.
Fris gezicht.
Intussen - SHHH- kiest de CD
muziek bij 't -KLIK- beeld op TV
-RRRRT-De gordijnen.
Telefoon,
12 na 7: - TRRING- Hij gaat.
Moeder wenst mij na de
-PIEP-
Goedemorgen"
op 't antwoordapparaat.
Ik fax haar -ZZZZ- een wensje terug.
nu - TIK-TIK- vlug op de PC
mijn huiswerk. (Dat moet strakjes
mee).
De -RATEL-printer print.
Ik wacht
dus - BLIEP-BLIEP-BLIEP- met MARIO
nog even om de macht.
-HOERA-O-JEE!- al 10 voor 8!
-PRRR-
klinkt het zacht.
De kat die al die tijd al wacht.
Vooruit dan, kom maar
-KOPPIE KRAUW-
-AAI AAI-
Dag poes. Ik ga.
-MIAUW!-
Marina van den Boogaart
Schroevendraaiers. Tangen. Een soldeerbouten.
De gereedschapsmap van Rachel Scholten (15)
uit Goes puilt er van uit. Rachel (jawel, een meis
je dus) volgt op Groot Stelle in Goes de opleiding
elektrotechniek.
„Een razend boeiende opleiding," vertelt ze heel
enthousiast. „Ik werk dolgraag met mijn handen
en techniek is heel erg interessant."
Acht uur per week heeft ze praktijkles. Rachel:
„Lekker knutselen met draadjes, kabels, zwak
stroom, schakelingen en lampjes. Elke keer. dat
iets werkt, wat je in elkaar hebt gezet, denk ik:
Wauw! Dat heb ik zelf gedaan. Dat geeft ontzet
tend veel voldoening".
Hierna wil ze doorleren op de MTS, de middelba
re technische school. En dan? „Dan naar de
luchtmacht," lacht ze zeer beslist. „Lekker sleu
telen in de cockpit van een F16. Dat toestel heeft
mijn hart gestolen."
Robot
Voor knutselende lezers en lezende knutselaars
is er goed nieuws. Die kunnen nu al aan de slag.
De Stichting Wetenschap houdt namelijk een
wedstrijd voor alle leerlingen van 11 en 12 jaar.
Voor jongens en meisjes.
De opdracht is simpel (nou ja): ontwerp een robot
(hoeft niet te werken), maak hiervan vier tekenin
gen of foto's en vertel hoe jouw robot de mens een
handje kan helpen.
Je mag bij je ontwerp allerlei spullen gebruiken:
lampjes, draadjes, lege blikjes, ijzerdraad. een
motortje enz.
Voor 15 december moet je je inzending sturen
naar: Stichting Wetenschap en Techniekweek.
Postbus 19140, 3501 DC te Utrecht.
Computer
Wie meer wil weten kan terecht bij de meester of
juf op school. Die weten je echt alles over deze
wedstrijd te vertellen.
De winnaar krijgt in ieder geval een robot, die al
is uitgevonden: een heuse computer met alles er
op en eraan.
Als je vroeger niet zo goed kon leren, had je ge
woon pech. Niks aan te doen. Op de lagere school
mocht je er bijzitten en watje opstak was meege
nomen. Werd je 14, dan ging je werken.
Dat is gelukkig al lang niet meer zo. Er is ontdekt
dat de meeste van die kinderen best kunnen le
ren. Als je dat maar op een speciale manier doet.
Denny, Danny, Jeroen en Daan zitten op zo'n
school in Zierikzee: de Beatrixschool. En ze heb
ben het bij meester Pieter Kooiman prima naar
hun zin!
Daan 12) - al vanaf zijn vijfde een zeer talentvole
motorcrosser: „Ik kon niet zo goed lezen. Op mijn
oude school kwam ik steeds meer achter. En hier
gaat het hartstikke goed. En ik word ook niet
meer gepest. We krijgen alle vakken, net als op de
basisschool. Taal, rekenen en zo doe je in een
groepje op je eigen niveau. Maar we doen ook veel
leuke dingen samen".
Dennie (12) komt elke dag met de bus uit Ooster-
land. Hij weet al precies wat hij volgend jaar wil:
„Naar Groot Stelle, in Goes. Net als mijn vader
vrachtwagenchauffeur worden". Hij is met de
Volvo al overal meegeweest: „Parijs, Duitsland,
in de bergen". Net als Daan, die ook naar Goes
wil, zal hij dan extra lang moeten reizen. „Wat
geeft dat nou?"
Solderen
Meester Pieter probeert de jongens alvast goed
voor te bereiden. Zo krijgen ze ook elke week
handvaardigheid (Dennie: 'Heftig!') Solderen,
met hout werken, en vooral goed met gereed
schap om leren gaan. Maar ook, je leren aanpas
sen aan een grote school. Dat is belangrijk.
Danny (12), en Jeroen (11) willen het liefst nog
even in Zierikzee blijven. Danny kan erg goed
voetballen: „Er is aanvraag gedaan om mij in de
Zeeuwse selectie te laten komen. Maar ik wil la
ter ook wel vrachtwagenchauffeur worden".
Jeroen houdt het voorlopig dicht bij huis. „In de
witlof, gezellig bij mijn vader en mijn opa. Lekker
op de trekker rijden. En later zie ik wel wat ik nog
allemaal kan".
De meeste weeshuizen bestaan niet
meer. Soms nog wel het gebouw,
maar de wezen zelf zijn verdwenen.
Meneer Geervliet was directeur van
een kindertehuis in Middelburg van
Kinderzorg. Hij heeft met weeskin
deren te maken gehad.
Meneer Geervliet: „Er zijn nu min
der wezen omdat er nu minder ou
ders sterven dan vroeger. Vroeger
was men ook armer. De familie kon
weeskinderen vaak niet opvangen.
De arme weeskinderen moesten
naar een armweeshuis. Het burger
weeshuis was voor de iets rijkeren.
Tegenwoordig gaan wezen vaak bij
familieleden wonen of in pleeggezin
nen.
Ook gebeurde het vroeger nogal
eens dat ongetrouwde moeders hun
baby te vondeling legden. Veel ker
ken in Zeeland hadden vroeger een
soort schuifbak waar de moeders
ongezien hun baby in konden doen".
Ingangen
In Middelburg had je een arm- en
een burgerweeshuis. Het burger
weeshuis staat nog steeds aan het
Molenwater in Middelburg. Twee
kunstenaarsgezinnen hebben er nu
hun woon/werkruimte van ge
maakt. Dat gebouw heeft twee in
gangen. Eén voor de jongens en één
voor de meisjes. Die werden streng
gescheiden gehouden. Ze sliepen in
ijzeren kribben. Dat was om de
wandluizen tegen te gaan. De wezen
liepen in zwarte kostuums.
Oorlog
Meneer Geervliet: „In de oorlog ver
anderde er veel voor de weeskinde
ren. Ze werden door Kinderzorg on
dergebracht in gezinnen. De Duit
sers hadden de gebouwen ingepikt.
Na 1953 had je de rampwezen. Veel
ouders waren omgekomen tijdens
de overstromingsramp. Veel kinde
ren trokken bij familie in of bij pleeg
gezinnen. Er waren prima pleegge
zinnen die de weeskinderen een
nieuw thuis gaven.
Er zijn ook halfwezen. Dat zijn kin
deren die geen moeder meer heb
ben. Pa kan de kinderen niet alleen
opvoeden. Die kinderen komen ook
in pleeggezinnen of bij familie. Te
genwoordig is het voor wezen veel
beter geregeld dan vroeger".
Dennie Wesdorp, Danny Nelisse, Jeroen Groe
nendijk en Daan Flikweert in de weer met sol
deer foto Pieter Honhoff.