FOUTJE
Hele klas vergeet te blunderen
Zwakte dijken
was bekend
Hup, daar
gaat een
slagboom
Foutje
Schildpad
gaat in de
afvalbak
Nummer 45
zorgt voor
forse paniek
FOUTJE, BEDANKT (of niet?)
Deeerste keren konden ze er
nog wel om lachen, maar nu er
al zeker 100 slagbomen kapot
zijn, beginnen ze er bij de PSD
(de veerboten) wel behoorlijk
van te balen.
De heer Vreeke: ,,Er staat dui
delijk aangegeven dat er nu
twee slagbomen bij de betaal-
hokjes zijn. Mensen letten ge
woon niet. op. Of willen met con
tant geld naar het hokje voor de
pasjes. Kan niet, snel achteruit:
Hup, weer een. Een hoop ellen
de en geld voor niks! Ik kan er
niet om lachen."
Leuker was het foutje in de ad
vertentie van Toon's Rijwiel
shop. De zaak bestaat tien jaar.
Voor 20 stuivers uit 1982 kon je
een mooie portemonnee komen
halen. Een leuke actie. Maar er
stond: 1928. Tot Toon's verba
zing kwam er 's middags een
mevrouw met...20 stuivers uit
1928. Ze wou weten welke fiets
ze daarvoor kreeg. Geen dus.
De dertienjarige Raymond v.d.
Meyden uit Vlissingen had
meer geluk. Na 21,5 uur voor de
deur zitten won hij de moun
tainbike voor een zilveren tien
tje uit 1982.
Foutje van de kok. Meneer Beu-
ger van de Keuringsdienst voor
Waren: „Kregen 50 Zeeuwse
kinderen op een kinderkamp
een toetje waarin rauw ei zat
verwerkt. Van hen konden er 35
meteen naar huis. Ze waren be
smet met Salmonella en daar
ben je wel even flink ziek van.
Een paar andere klachten die
binnenkwamen: Een bout in
een blik bonen. Een peuk in het
brood. Een pleister in een pak
bami. Een condoom in de sala
de. Een scheepslading aardap
pelen met teveel gif moest naar
de stort. 1700 Ton: 200 vracht
wagens vol een voetbalveld
vol, drie meter hoog! Met de on
derzochte speentjes en trol
letjes was overigens niks mis."
Tjeu van Mierlo (Zeeuws Milieu
Federatie) vindt de grootste
blunder van de afgelopen tijd
de actie van de drankverpak
kingindustrie. „Ze zeiden datje
lege drankpakken gewoon bij
het oud papier moest gooien.
Maar dat kan helemaal niet. Er
zit namelijk plastic en alumi
nium folie in. Het heeft alleen
veel verwarring gebracht.
En een andere gigantische
blunder vind ik het feit dat ge
bleken is dat mensen best
Groen-Fruit-Tuinafval willen
scheiden, maar dat de gemeen
tes niet willen zorgen dat dat
ook kan. En maar roepen dat ze
het milieu zo belangrijk vin
den."
gedicht
Wat is de indicatie?
dacht de dokter,
'k zie het haast nie.
Al zegt de informatie:
directe amputatie!
Da's niet niks,
zo dacht de dokter,
maar vooruit, het moet
daar gaat-ie
en nam voor de concentratie
maar een slokkie inspiratie.
Na een liter transpiratie
kreeg de dokter een sommatie;
KOM MET SPOED NAAR OK 3!!
Uw patiënt wacht al een uur
op een acute operatie!
Marina van den Boogaart
„Voor mij was het als jongen van veertien een
prachtige spannende tijd. Er gebeurden dingen,
die eerder nooit gebeurden: er was overal water,
je zag vliegtuigen en vreemdsoortige vaartuigen.
Ons eigen dorp hoorden wij op de radio!"
Wat er allemaal echt gebeurde in en na die ramp
zalige nacht in februari 1953, weet journalist
Kees Slager uit 's-Heerenhoek nu, nadat hij zich
twee jaar intensief in de watersnoodramp heeft
verdiept, precies te vertellen. Hij schreef er een
dik boek over, dat van moment tot moment de
gebeurtenissen uit die dagen verhaalt.
Eerst was er de doorbraak van verschillende dij
ken: „Ik heb rapporten gezien uit 1946, waarin al
gewaarschuwd werd voor de slechte kwaliteit
van onze dijken," zegt Kees. „Ze waren te laag en
te stijl aan de achterkant, mollen, konijnen en
koeien hadden vrij spel."
Met die waarschuwing werd weinig gedaan:
„Men vond de wederopbouw na de oorlog belang
rijker. Het gevolg van de combinatie van harde
storm en springtij was dat sommige stukken dijk
binnen een half uur weg waren!"
In februari is het 40 jaar geleden dat dit alles
gebeurde. Dan komen we met een speciaal the
manummer.
Televisie was er nog niet en de radio hield er om
12 uur 's nachts mee op. Volgens Kees wist bijna
niemand wat er eigenlijk aan de hand was:
„Slecht twee burgemeesters lieten de bevolking
waarschuwen, zodat die een veilige plek konden
zoeken. De rest verspeelde kostbare uren met af
wachten en aarzelen."
Ook bij de hulpverlening ging er veel mis, zegt
Kees: „Schouwen Duiveland was wel het zwaarst
getroffen, maar dat bleef 24 uur uit het nieuws. De
officiële reddingsdienst kwam aanvankelijk niet
verder dan de rand van het rampgebied. Neder
land had één helicopter, maar die kon niet opstij
gen, vanwege de harde wind. Mensen waren hele
maal op zichzelf en anderen aangewezen."
Slachtoffers
De ramp telde 1835 slachtoffers, van wie 957 uit
Zeeland. Bij elkaar geen vrolijk onderwerp voor
kinderen: „Toch is het goed om te weten wat zich
hier heeft afgespeeld. En dat je in een land leeft
dat lager is dan de zee. Als je de dijken stevig en
hoog houdt en je vergeet de waterramp niet, zal
dit nooit meer gebeuren."
De ramp, een reconstructie, heet het boek van Kees Sla
ger. Het is uitgegeven bij De Koperen Tuin in Goes.
De winter is voor menig exotisch
huisdier linke soep. Zij worden nog
al eens dood gewaand en in de afval
bak gegooid. Toch doet het dan
vaak enkel maar een winterslaap.
„Veel dierenleed ontstaat door on
wetendheid," zegt de Vlissingse die
renarts Bert Diender. „Kijk bijvoor
beeld eens naar de 'nieuwe' ge
streepte eekhoorntjes. Als je ze op
de vogeltjesmarkt koopt zitten ze
vaak met z'n vieren in een kooitje.
Niemand vertelt je dat dit dier abso
luut een eigen plekje nodig heeft. Ze
vechten zich liever dood dan de kooi
te delen. Soms zijn ze compleet ont
hoofd. Je mag dus nooit aan een dier
beginnen als je er niet genoeg vanaf
weet."
Winterrust
Dokter Diender: „Sommige dier
soorten kunnen best buiten over
winteren. Als je ze maar niet zo van
achter de kachel in de kou zet. Je
moet ze ook echt een handje helpen.
Zo'n eekhoorn dus liever niet op de
stenen zetten, want die wil een hol in
de grond maken. Er moet nestmate
riaal zijn en natuurlijk genoeg voed
sel.
Graaf ze vooral niet tussentijds op
om te kijken of ze soms dood zijn. En
nooit zo'n winterslaper proberen te
ontdooien. Gewoon afblijven dus.
Binnen-schildpadjes nemen ook een
soort winterrust. Ze bewegen nau
welijks en eten haast niks. Dus alsje
blief niet voortdurend op z'n schild
tikken of eraan schudden. Stel je
voor dat ze dat bij jou doen als je net
lekker dommelt!"
Dierenboek
Ook van een gewone hamster of
marmot moetje de gebruiksaanwij
zing kennen. Renèsta en Dimphy
Hol (11 en 8) uit Vrouwenpolder fok
ken thuis cavia's. Zij vinden dat je er
eerst maar eens over moet lezen
voor je een diertje neemt.
„Dan weet je tenminste dat cavia's
nooit een winterslaap doen," zegt
Dimphy: „Toch moetje ze niet met
een begraven als ze stil en stijf lig
gen. Want stel je voor....!"
En Renèsta zegt: „Je kunt ze 's win
ters- buiten laten, maar alleen als ze
vanaf de zomer gewend zijn. En
nooit op de koude grond of in de
wind. Cavia's mogen ook best eens
in bad. Als mensen van ons een ca
via nemen, dan vertellen we dit
soort dingen er altijd bij."
Zomaar een zonnige dag in 1973.
Voor een school in Middelburg
staan twee autobussen. Op de stoep
45 uitgelaten kinderen. Klaar om in
te stappen voor een onvergetelijk
schoolreisje. Dat werd het ook. Na
twintig jaar weet meester Lau Ei
kenhout het nog precies.
Lau: „De reis ging richting België.
Eerst een tussenstop in Brugge en
daarna door naar De Panne. Kort
voor De Panne stopten we om te
eten en te drinken. En om even de
benen te strekken in de omgeving".
Paniek
Dat 'even' duurde echter wat langer
dan bedoeld was.
Na het sein 'instappen' worden de
koppen geteld.
„Verder dan 44 kwamen we niet",
vertelt Lau. Paniek. Waar was num
mer vijfenveertig gebleven? En wie
was nummer 45? Het bleek een jon
gen te zijn.
Zoeken dus. Samen de omgeving-
uitkammen. Hardop roepen en
schreeuwen. Geen antwoord. „Er
gaat dan van alles door je heen",
zegt Lau. „Een afschuwelijke ge
waarwording".
Goede raad was duur. Wat te doen?
De bussen werden doorgestuurd
naar De Panne. Zonder nummer 45.
En ook zonder Lau Eikenhout. Hij
bleef doorzoeken. Heuvel op, heuvel
af. Speurend in de vennetjes.
Twee uur later kwam er één bus te
rug. Leeg. Maar wel met goed
nieuws. De verdwenen leerling was
terecht. Wat bleek?
Politie
„Tijdens de etensstop was de jongen
verdwaald", legt Lau uit. „Hij was
de groep uit het oog verloren. Ten
einde raad had hij een voorbijgan
ger aangeklampt. Die had hem naar
de politie gebracht. Zo kwam hij
weer terug bij de rest van zijn klas".
De verloren zoon was na uren weer
boven water. Een onvergetelijke
dag. Voor de leerlingen en voor Lau.
..Ik hoop het nooit meer mee te ma
ken", verzucht Lau. „Schoolreisjes
zijn leuk. Maar dan alleen onder het
motto: Samen uit, samen thuis".
Blunders heb je in alle soorten en maten: groot en
klein. Maar eigenlijk zijn ze allemaal vervelend.
En als je gewoon op je gezicht valt is dat niet al
leen erg omdat het pijn doet. Luister maar naar
het verhaal van Marjolijn.
„Uit school gingen Sabiene en ik op de fiets naar
huis. Maai' ik zat bij haar achterop en zo licht ben
ik niet plus nog eens die boekentas. Je raadt het
al! We vielen op de grond, midden op weg!! Kwam
er net een hele groep kinderen van onze school
aan. We werden vierkant uitgelachen. De volgen
de keer gaan we lopen!"
En dat zelfde zal wel voor Christel gelden: „Ik
fietste naar huis op de fiets van mijn oma en op
eens brak die doormidden. Daar lag ik dan met
twee stukken fiets".
De blunder van Jessica is ook een foto waard: „Ik
ging een keer met mijn nichtje van twee jaar om
boodschappen. Mijn nichtje ging in de wagen. We
waren al een paar minuten onderweg en mijn
nichtje wou gaan slapen. Wij hebben een kar
waarbij de achterkant naai' beneden kan. Na een
paar keer proberen drukte ik een knopje in en de
kar klapte weer dicht en mijn nichtje zat er nog
in".
Zwarte jas
„En die mensen lagen maar in een deuk. Nou ik
vond het helemaal niet leuk, want ik begon te
huilen", zo eindigt Denise haar verhaal: „Vroeger
ging ik met mijn moeder naar de supermarkt.
Mijn moeder had een lange zwarte jas aan, ik had
de hele tijd bij haar gelopen. Toen kwamen we bij
het vlees en zag ik mijn moeder niet meer.
Dus toen zag ik een lange zwarte jas en pakte de
hand vast van die mevrouw. Later bleek dat het
mijn moeder helemaal niet was. Ik schaamde me
zo, ook al was ik nog zo klein".
De enige echte leuke blunder bewaren we voor
het laatst.
„Mijnheer Begijn kwam onze blunders ophalen.
En nu komt de blunder! Niemand van onze klas
had een blunder opgeschreven!!"
Met dank aan de brugklassers van het Petrus
Hondius uit Terneuzen!
,inks: Renèsta (II) met Capi, rechts: Dimphy (8) met Redi.
foto Lex de Meester