Vlekje is al dodelijk
cMl
Prettig gestoord
Kat van Clintons
ontketent rage
Coby Louwerse verzorgt olieslachtoffers
^D'ït\n
W WKXjU;
1
DINSDAG 9 FEBRUARI 1993
„Zo'n klein plekje", zegt Coby Lou
werse, en tekent een zwart vlakje
van krap een vierkante centimeter.
„Zo'n klein vlekje olie op een water
vogel is al levensbedreigend voor
het beest. Of hij nou groot is of
klein".
Coby is al jaren hoofd van De Mikke
in Middelburg, één van de zes kust-
vogelasiels in Nederland.
Ze legt uit: „Een vogel heeft een ver-
enpak, vergelijk het maar met onze
kleren. Dat pak is wat vet. Dat
maakt het waterdicht. Bovendien
zorgt dat laagje voor isolatie. Er kan
geen water, maar ook geen kou
door".
Een vlekje olie lost dat vet op. Ge
volg: de vogel wordt lek. het koude
water kan onder de dekveren bij het
zachte, warme dons komen. Een
olievogel is net een spons.
Eenmaal nat, vatten ze kou en ver
drinken. Als ze geluk hebben stormt
het en spoelen ze op de kust aan".
Olierampen, zoals onlangs bij de
Shetlandeilanden, zorgen voor een
slachting onder de vogels. „Maar
ook zonder rampen is het iedere dag
raak. In januari kregen we 51 slacht
offers binnen, en dat is niet eens
veel", zegt Coby. „Elke dag wordt er
wel ergens olie, lijm of andere zooi in
de zee gegooid. En als je dan ziet wat
er allemaal op de Westerschelde
voorbij vaart...".
Nooit zelf doen
„Wie een olievogel vindt, moet die
meteen naar ons toebrengen, nooit
zelf gaan klojoën, hoe hef het ook be
doeld is", zegt Coby.
„Een eend heeft geen handjes, dus
poetst hij met zijn snavel. Zo komt
er ook altijd olie in het lijf, wat twee
de- en derdegraads verbrandingen
veroorzaakt. We beginnen daarom
met speciale medicijnen.
Pas daarna kunnen we gaan wassen.
Met speciale shampoo op speciale
temperatuur. Een warmtekooi, een
schoonwaterb ad.
En tussendoor steeds de tijd om bij
te komen. De kans dat de vogel als
nog doodgaat van stress is anders
heel groot".
Ze besluit: „En met wat geluk kun
nen we hem dan weken later met de
loodsdienst meegeven, die de alk, de
zeekoet, de zee-eend, de roodkeel-
duiker of wat dan ook 15 mijl uit de
kust weer vrijlaat, waar hij thuis
hoort".
(De Mikke bestaat dit jaar tien jaar
en is te bereiken onder nummer
01180-28288).
Een Jan van Gent en een zeekoet knappen op in het vogelasiel De Mikke in Middelburg.
foto Ruben Oreel
Zwart/wit. poezen, grijp je kans om in het Witte Huis te
komen. In de Amerikaanse hoofdstad wordt namelijk
een wedstrijd gehouden voor katten met 'Socks Ap
peal'. Voor poezen dus die sprekend lijken op Soeks
Clinton.
Socks is de zwart/witte kat van de 12-jarige dochter van
de Amerikaanse president. Bekende supersterren heb
ben aan die Socksverkiezing de handen vol.
Er zijn intussen speldjes, koekjes, stickers en nog veel
meer Soeks-spulletjes te koop. De kat met de meeste
'Socks Appeal' mag samen met het baasje vier dagen in
de presidentiële suite van een hotel logeren.
Het hotel bouwt nu een piepklein Witte Huis voor het
winnende snorrebeest, met een poepsjiek satijnen kat-
tenbed. Bij de prijs hoort ook een kattenoppas. Zo kan
het baasje rustig de stad in. Bijvoorbeeld naar de presi
dentiële dierenwinkel.
„Ik was tien toen mijn jongere
broer Louis in de auto van mijn
moeder begon te rijden, en tegen
de tijd dat ik elf was geworden,
had hij al meer dan zeshonderd
kilometer bij elkaar gereden
Zo begint Mijn broer spaart wor
men' van de Amerikaanse schrijf
ster Barbara Robinson en mis
schien is die eerste zin wel reden
om te denken dat haar boek er zo
een is waarin alles kan, maar
waarin niets geloofwaardig is.
Toch, je kunt het zo gek niet be
denken, of het gebeurt echt: in de
PZC van 20 januari stond een be
richtje over een jongetje van ne
gen, dat zijn vader veilig met de
auto naar huis had gebracht. Het
ventje moest achter het stuur,
omdat zijn vader teveel had ge
dronken en niet kon rijden.
Laten we het er dus maar op hou
den dat alles wat in Mijn broer
spaart wormen verzonnen lijkt,
heus echt gebeurd is. Je steeds
maar moeten afvragen of iets in
werkelijkheid wel kan, is heel on
plezierig. Zeker in dit geestige
boek, want dan kun je 176 pagi
na's aan de gang blijven.
Het verhaal wordt verteld door
Mary Elizabeth, die terugkijkt op
haar kinderjaren. Ze zegt van
zichzelf dat ze in de wieg is gelegd
om altijd precies te doen wat haar
gezegd wordt, maar je hebt al
gauw in de gaten dat ze een kind
van haar moeder is. En die is wat
ze noemen prettig gestoord. Niet
dat ze iets aan haar hoofd man
keert, maar haar manier van den
ken is zo verward dat altijd alles
fout gaat. En nog erger in de soep
loopt, omdat ze probeert recht te
breien wat niet te herstellen valt.
Hoe dat gaat? In het hoofdstuk
met de merkwaardige titel Bij
kpbdrij rchts vertelt Mary Eliza
beth dat haar moeder een vrese
lijke hekel heeft aan autorijden.
Ze heeft geen gevoel voor richting
en kan niet met een wegenkaart
uit de voeten. Een vervelende
handicap, want ze moet als jury
lid op bloemententoonstellingen
regelmatig ver van huis. Het
draait er dan ook meestal op uit
dat ze te laat komt of onderweg
zelfs hopeloos verdwaalt.
Totdat ze op een gelukkige dag
per ongeluk een manier ontdekt
om keurig op tijd op de plaats te
komen waar ze wezen moet.
Sindsdien rijdt ze zonder naden
ken achter elke auto aan die iets
bloemigs heeft. Dat gaat natuur
lijk een keer goed fout.
boeken
Mary Elizabeth heeft niet alleen
een heleboel over haar moeder te
vertellen, maar ook over haar
tantes, die net zo kierewiet zijn.
En natuurlijk over haar broertje
Louis. Haar vader blijft een beetje
buiten schot. Hij lijkt de enige
normale in de familie. Maar of hij
dat ook echt is, kom je niet te we
ten. Want wat moet je nou met
een man die je de goede raad
geeft.: „Als je verdwaald bent,
moet je iemand vinden die niet
verdwaald is, en daar achteraan
gaan".
De toch al zo grappige familiege
schiedenissen worden nog geesti
ger door de manier waarop Mary
Elizabeth ze vertelt: een beetje
schamper, maar sympathiek en
aanstekelijk melig. Een voor
beeld: „Mijn vader zei dat hij zich,
nu het allemaal achter de rug
was, voelde als een man die per
ongeluk in een film over de dage
lijkse belevenissen van een ander
gezin verzeild was geraakt en
vervolgens weer daaruit verdwe
nen zonder dat hij er ooit achter
was gekomen waarover het ging.
Louis en ik hadden hetzelfde ge
voel".
'Mijn broer spaart wormen' van Bar
bara Robmson werd geïllustreerd
door Peter van Hugten, kost f 23,75 en
is een uitgave van Jenny de Jonge,
Amsterdam.
Jan Smeekens
IF 11