POEP
Je moet toch wat doen
Tante Jannie zorgt voor opluchting en snoep
Wij zijn bang als
iemand luistert
Gaatje
in je
buik
Sliding
Kunt u gelijk zien
wat er mis was.
2
DINSDAG 8 MAART 1994
Ze zijn er nog. De echte toiletdames. De bewa
kers van de frisse poepdoos. We vonden juf
frouw Jannie bij Vroom en Dreesmann in Mid
delburg. We gingen gewoon op de lucht af.
Nee, niet wat je denkt, niet die riooldampen.
Die echte frisse schoonmaaklucht!
Daar zat ze dan: breiwerkje, sigaretje, ra
diootje, schoteltje met kwartjes en niet te ver
geten: de snoeppot.
Jannie: „Als je nodig moet bij V D, kun je
voor een kwartje je boodschap kwijt. En je
haalt weer opgelucht adem. Ik zorg er voor dat
je steeds een schoon toilet vindt. Kinderen ko
men wel eens alleen voor de snoep. Maar dan
zeg ik dat ze de pot op kunnen. Eerst echt plas
sen of poepen, dan pas snoepen."
- Waarom koos u voor dit werk?
Jannie: „Ik rolde er vanzelf in. Eerst was ik
hier verkoopster. Toen kwam dit baantje vrij.
Mijn voorgangster ging met pensioen. Die was
al 73. Dus je kunt oud worden in dit vak. Nu
doe ik dat voor het vijfde jaar. Viezigheid ben
je zo gewend. Verder is het erg gezellig. Ik heb
veel contacten. Sommige kinderen ken ik al
jaren. Die noemen me tante Jannie.
Soms voel ik me een sociaal werkster. Sommi
ge mensen leggen hun problemen snel op ta
fel. Ik voel me nog te jong om achter de gera
niums te zitten. Hier klets ik lekker de hele
dag. En ik ben mijn eigen baas. Ik sop als ik
dat wil."
Jannie heeft voornamelijk tevreden klanten.
Op topdagen staan ze in de file met de knietjes
tegen elkaar.
Jannie: „Duitsers vinden het raar dat ze moe
ten betalen. Die kennen geen toiletdames. Wij
lekker wel!"
Als je nodig moet en je bent. in België, praat
dan nooit over poepen. „In Vlaanderen gebrui
ken wij dat woord voor vrijen," zegt Danny La-
marcq uit Zottegem (bij Gent). „En als je naai
de w.c. moet, spreken wij in onze streek over 'je
gevoeg doen'."
Danny is historicus en schreef een dik en
prachtig boek over de geschiedenis van de w.c.
„Over de geschiedenis van het dagelijks leven
zijn er talloze boeken geschreven," zegt hij.
„Maar over hoe een mens naai' de w.c. gaat
wordt in alle talen gezwegen. En dat zoiets be-
vrijdends als de stoelgang nooit beschreven is,
kan natuurlijk niet!"
Zijn boek vertelt hoe het allemaal vroeger ging
en hoe het in andere delen van de wereld nu
nog toegaat. „Vroeger en nu nog bij andere
volken zie je dat men het niet gek vindt om
samen naai' de w.c. te gaan. Terwijl wij al bang
zijn als we denken dat er iemand luistert. Zo
heb je in Peking nog steeds gezamenlijke toi
letten. Daar zegt men niet 'ik ga mijn gevoeg
doen', maai' 'ik ga een babbeltje maken'."
Gemak
Doen de natuurvolken nog steeds hun behoef
te waar het zo uitkomt, in Europa is daar al
lang een vaste plaats voor. Vroeger heette dat
het 'gemak'.
Wat dat betreft zag Danny grote verschillen
tussen onze cultuur en die van het oosten: „Wij
gaan er altijd lekker bij zitten, maai' in het oos
ten wordt er gehurkt. Dat is lastiger, maai' na
tuurlijk wel hygiënischer."
Een ander verschil is het schoonmaken: „Wij
doen dat al eeuwen met vaste materialen:
mos, een vod, een blad uit het telefoonboek, of
dubbelzacht toiletpapier. Islamitische volken
gebruiken altijd water."
Wil je nog meer weten over het wel en wee van
de w.c. dan moet je vragen of je vader of moe
der het boek koopt. Het is niet zo goedkoop,
maar zeker de moeite waard en te bestellen bij
uitgeverij Sartorius in Almere. De titel is 'Het
latrinaire gebeuren'.
En speciaal voor de kinderen die van garnalen
houden tot slot het volgende lied uit Nieuw-
Guinea:
Er zijn garnalen in het riviertje I
er zijn garnalen zij reinigen de poep I
ze reinigen de pis wij eten de garnalen I
Yi! Yi! Ch!
Moet u eens goed luisterenmijnheer Krulle
bak, je hebt psychologen, theologen, kynolo-
gen..Maar heeft u wel eens van een poepoloog
gehoord? Nee zeker? Terwijl ik toch al jaren
serieus de wetenschap van de poep bestudeer!
Beseffen u en uw lezertjes wel dat iedereen per
jaar zo'n 160 kilo poep produceert? En datje
in je hele leven opgeteld zeker een jaar op de
w.c. zit? Wordt het dan niet hoog tijd voor een
officiële studierichting?
Neem nu de nieuwste w.c.: zodra je afscheid
hebt genomen van je dagelijkse last verschijnt
er een douche-armpje dat je billen nauwkeu
rig schoon spoelt. Dan wordt er een föhn inge
schakeld die alles lekker droog blaast. Heel
hygiënisch natuurlijk, maar ik had tien jaar
geleden dat idee al en toen lachte iedereen me
uit!
Gelukkig weten ze me ondertussen wel te vin
den: vorig maand werd ik benaderd door een
Japans bedrijf om te adviseren in het nieuwste
van het nieuwste. Uw lezertjes krijgen de pri
meur: een w.c. met aansluiting op een compu
ter. Zodra uw hoop in de pot ligt wordt deze
getest en krijgt u daar een uitdraai van. Kunt
u gelijk zien wat er mis was aan diefrikandel-
len, die u de dag daarvoor at...!
Mijn naam in uw krant? Geen sprake van!
Niet zolang mijn wetenschap door de hoogste
instanties erkend is. Lezen al mijn buren het
en word ik door de hele buurt te kakken gezet
zeker!
Maar zegt u wél tegen uw lezertjes dat ik dank
zij een strenge maar goede opvoeding met an
derhalfjaar al voor 100 procent zindelijk was,
van voren en van achteren. Daar kunnen zij
een voorbeeld aan nemen."
Je lichaam heeft regelma
tig eten en drinken nodig.
Dat heb je nodig om te
groeien, om je te bescher
men tegen ziekten en
vooral om lekker te kun
nen bewegen.
Het voedsel wordt ver
teerd en opgenomen in je
bloed. Het afval gaat eruit.
Plas wordt bewaard in je
urineblaas en poep wordt
bewaard in je dikke darm.
Af en toe ga je naai' de w.c.
en dan verlaat het afval je
lichaam via je plasser of
via je poepgaatje.
Operatie
Dit hele verhaal gaat voor
Peter 19) uit Goes niet op.
Peter: „Toen ik werd ge
boren had ik geen urine
blaas, mijn darmen lagen
op mijn buik en ik had
geen anus (poepgaatje).
De dokter dacht dat ik
dood zou gaan. Ik moest
direct naai' Rotterdam
met de ziekenwagen. Da^
werd ik geopereerd. In vijf
jaar werd ik zeer vaak ge
opereerd. Uiteindelijk
kreeg ik twee stoma's, een
voor plas en een voor
poep."
Een stoma is een kunst
matige uitgang. Er wordt
een gaatje in je buik ge
maakt. Daar wordt je
darm of je urineleider op
aangesloten. Door een
slangetje komt je ontlas
ting dan in een zakje te
recht.
Schone kleren
Peter: „Vier of vijf keer per
dag moeten die zakjes ge
leegd worden. Dat gaat nu
heel goed. Je ruikt niks en
je ziet er niks van. Vroeger
hield ik een spreekbeurt
op school over mijn sto
ma's. Toen wist iedereen
het. Ik werd er nooit mee
gepest.
Op voetbal douche ik ge
woon mee. Op school heb
ik een eigen w.c. Ik heb
daar wat schone kleren.
Want ik kan altijd een on
gelukje hebben. Ik kan
net zoveel als gezonde kin
deren. Die stoma's beval
len me prima. Ik kan er
zelfs hard mee keepen."
Het enige wat Peter echt
niet kan, is eens lekker lui
op de w.c. zitten.
gedicht
Getverderrie!
Vieze, vuile
stinkend gore
hondedrol.
Kijk nou mijn kousen,
been, mijn broek
het hele veld
ligt er mee vol.
Speelveld, ja ja:
luie baasjes
hondeplee!
't Zou hun tuin
eens moeten wezen.
Getver.
Nou ik ga. Tabee
Marina van den Boogaart
foto Dirk—Jan Gjelfema
Ook op het toilet is de Krullebak de moeite van het
lezen waard. Dat bewijst Eelke Oostrom (11) uit Ka-
pelle. Verdiept in haai' Krullebak werd zij gesnapt
door de fotograaf. Maar achter de deuren van dit
kleinste kamertje gebeurt veel meer dan je denkt.
Neem nu Peter: „Ik tel meestal de waterdruppels die
uit het kraantje vallen. Je moet ten slotte wat doen
om de tijd door te komen."
Dat probleem hebben meer mensen. En ieder heeft
een eigen oplossing.
Marlies: „Ik neem altijd een computerspelletje mee.
Maai' in je eentje spelen js saai, vandaar dat dit nooit
zo lang duurt."
Gelukkig maai' voor diegenen die achter haai' komen.
Vera houdt zich liever bezig met sportvissen: „Bij ons
staat altijd een emmer regenwater. Daar zitten aller
lei beestjes in. Die vis ik er dan uit."
En dat mensen alleen in de badkamer zingen is flau
wekul. Dat zegt Klara: „Als ik in een vrolijke bui ben.
dan zing ik. Net als mijn vader."
Tegels tellen
Lezen, zingen of sportvissen is aan Henk niet besteed.
„Ik tel," zegt hij. „Eerst de tegels van links naar rechts
en dan van boven naai' beneden. En als het lang
duurt, dan doe ik het nog een keer over."
Je hoeft je dus niet te vervelen, dat blijkt. De fantasie
is eindeloos. Linda speelt het liefst met de kat. Hoe?
„Ik steek steeds een stukje toiletpaier onder de deur
door. Dat probeert onze kat dan te pakken, en als hij
het kapotscheurt pak ik gewoon weer een nieuw vel
letje."
Cindy gaat nog een stapje verder. Ze neemt haar poes
gastvrij mee naar het toilet. „Dan klimt hij op mijn
schoot en gaat een tukje doen. Tot ik klaar ben, dan
moet hij wegwezen."
Jan verzorgt op het toilet de boekhouding van zijn
knikkerzak. „Ik kan dan in alle rust eens kijken hoe
veel knikkers ik al heb."
Sommige mensen komen voor rare problemen te
staan. Kees: „Soms wil mijn boodschap geen afscheid
nemen. Dan moet ik hem wegduwen. Met een rolletje,
maar dan was ik daarna wel 100.000 keer mijn han
den." Verstandig.
Papiergebrek is voor niemand een probleem. „Hard
gillen, dan komt mijn moeder wel met een nieuwe
rol," zegt Eelke. „Of met een keukenrol, dat lukt ook
wel."
En als alles op is? „Dan pak ik een washandje,"zegt
Piet. „Mijn gat afvegen en dan in de wasmachine."
Nog een waarschuwing tot slot: Als je de Krullebak
leest op het toilet, doe dan de deur op slot. Voor je het
weet sta je op de foto.