Mensen hielden elkaar in de gaten Gasten kletsen, obers zwijgen Altijd maar zoenen, wat wil die van mij? Ik zie mezelf als mezelf Jurk van de bruid bleef een geheim DINSDAG 12 APRIL 1994 Op de vraag hoeveel ringetjes hij bij el kaar door oren, wenkbrauwen, neus en lippen heeft gestoken, moet hij even na denken: „Ik geloof 24." Over de vraag waarom doet hij niet moeilijk: „Ik vind het leuk als de men sen er kleurig, gezellig en vrolijk bijlo pen, voor de rest zie ik mezelf als mezelf en aan het uiterlijk hecht ik niet zo'n speciale waarde." Amaud Brom (17) uit Sluiskil begon twee jaar geleden aan zijn eerste oorrin getje. „Dat werden er steeds meer. In het begin merk je wel dat mensen naar je kijken, maar daar heb ik dus com pleet schijt aan. Meestal vragen ze of het geen zeer doet al die gaatjes. Maar pijn is betrekkelijk, dat duurt maar even." Alternatief In combinatie met opgeschoren haar en ruim bemeten kleding is Arnaud een opvallende verschijning in Terneuzen. Waar hij bij hoort? „Om alles onder te verdelen in 'iets' vind ik onzinnig," zegt Arnaud. „Mensen die nu nog punk zijn. zijn 40 jaar of zo en helemaal doorge draaid. Misschien ben ik neo-punk! Je hebt hier in Temeuzen wel housertjes, rappertjes en meelopertjes. Daar hoor ik dus allemaal niet bij. Ik ben meer al ternatief. En om iemands fatsoen af te meten aan zijn kleding vindt hij net zo onzinnig: „Daar hecht ik geen enkele waarde aan. Fatsoen heeft voor mij alleen te maken met gevoelens tegenover elkaar. Ie mand beoordelen vanwege een andere huidskleur, een ander geloof of omdat die er anders uitziet vind ik onfatsoen lijk!" Racisme Arnaud is dan ook vooral actief in acties gericht tegen racisme, zoals de demon stratie voor de komst van asielzoekers in het Roosevelthotel. En ook' de actie om van Terneuzen de eerste Nederland se stad te maken met de meeste 'scho len zonder racisme'. In zijn toekomst ziet hij „reizen, dingen zien en van alles ontdekken." En ook van zijn ringen is hij nog niet af: „Ik denk dat er hier en hier nog een paar bijkomen," zegt hij, wijzend op hals en borst. gedicht - Nou niet meteen kijken maar moet je daar zien. Broek kapot en dan zo'n ketting Zijn haar zit raar cö en alles te klein. - Foei toch! Je zal z'n moeder zijn. - Die rijdt vast zwart zo'n crimineel. - Daarom betalen „Sorry dames wij nou zoveel! ik lijk wel te pitten. - Opgepast Wil een van u hou goed je tas vast! soms even zitten?" Marina van den Boogaart Ivo Langenberg bedient de gasten volgens de regels: Altijd beleefd blijven. foto Dirk-Jan Gjeitema Het lijkt net echt. Sterker nog, restaurant de Cortg- hast is levensecht. Dagelijks laten de gasten zich in dit restaurant op scholengemeenschap Groot Stelle in Goes verwennen door de leerlingen van de con sumptieve afdeling. Maaltijden bereiden en serveren. Dat is hun opdracht. „De klant is koning." vertelt Ivo Langenberg 17). „Al tijd beleefd blijven en natuurlijk volgens de regels van goed fatsoen de klant bedienen. Uitserveren langs rechts en iets aanbieden langs links. Zo hoort dat," Hij verschuift meteen pijnlijk gezicht zijn vlinderdas je. „Ook een onderdeel van het vak. Nette kleding. Dus zwarte broek, zwarte sokken, wit hemd en het dasje." Hij strijkt met de hand door zijn halflange haar, flink gekortwiekt op advies van zijn 'baas'. Lach Die baas is leraar Kees van Staveren. Vanuiteen hoek in het restaurant kijkt hij hoe zijn lessen in de praktijk verlopen. Kees: „Eerste les: bedien altijd met een lach. Een cha grijnige ober jaagt de klanten de deur uit. Netjes een stoel aanschuiven. Een jas aanpakken en ophangen. De deur voor iemand openhouden. En zeker niet met je handen in je zakken staan," roept hij wat harder. Mark-Peter van de Meer heeft het begrepen. Snel haalt hij zijn klavieren uit de broekzak en frunnikt wat aan zijn vlinderdasje. Dan inspecteert hij de tafel. „Moet volgens de regels gedekt zijn," legt hij uit. „Messen, vorken en lepels op de goede plaats. Dat geldt ook voor de borden. Elke maaltijd eist een ande re tafelschikking. Bit een vismaaltijd hoort een vis- mes op tafel te zijn. Zo simpel is dat." Spitsuur Otn twaalf uur komen de eerste gasten. Spitsuur voor Mark--Peter en de zijnen. Tijdens de maaltijd staan ze keurig netjes naast elkaar opgesteld. Met de witte diendoek over de arm. Klaar om uit te rukken, als de klant iets wenst. Stilstaan en mond dicht, „Kletsende en lachende obers storen de klant bij de maaltijd en dat kan niet," legt Mark-Peter uit. Zo hoort het dus. De klanten kletsen en de obers zwij gen. Onfatsoenlijk!Met twaalf jaar naar de disco, clubs, vriendjes, zakgeld, zoenen. Kleren dragen die je leuk vindt. Voor je mening uit komen. Alleen op vakantie, studeren, sa menwonen. Heel gewoon toch? „Het is nu haast niet meer voorstelbaar, maar als je voor de oorlog met een vestje van je grote zus of met een jurkje 'van een ander' op school kwam, schaamde je je dood. Daar werd je op aangekeken" vertelt mevrouw De Nooijer (73) uit Vlissingen. „Gekregen kleren dragen? Dan was je arm. Er waren heel veel arme mensen. Wat denk je met al die grote gezinnen? Iedereen wist het. Maar toch werd het onfatsoenlijk gevonden het te laten mer ken. Je mocht in die tijd beslist niet opvallen. Want voor je het wist werd er over je gerod deld. En dat was niet best. Met een vriendje hand in hand lopen? Als net meisje op de ker mis komen? Het kon je je betrekking als dienstmeisje kosten. Dat liet je wel uit je hoofd!" Zwanger „Je hebt van die mensen die zeggen 'vroeger was alles beter'. Maai- dan zijn ze zeker verge ten hoe saai en streng alles was. Je mocht haast niks. En je moest van alles. Gewoon eng", vertelt ze. „Als ik er nu over denk, was toch wel het ergste dat iedereen iedereen in de gaten hield. Watje droeg, watje zei. watje deed, met wie je omging. Notabelen gingen niet met arbeiders om en zeker geen verke ring. Stel je voor! Als een meisje ongewenst zwanger werd, wist binnen de kortste tijd heel de stad het en werd er schande van gesproken. Er moest meteen getrouwd worden. Al was de vader nog zo'n etter van een vent. Samenwonen, scheiden? Hou toch op. Pas in de oorlog werd alles anders. Je kon je van veel fatsoensregels niks meer aantrek ken, anders overleefde je niet. Erna wilden veel mensen niet meer terug in dat enge cor set van 'het fatsoen'. Ik geef toe dat deze tijd ook veel vervelende dingen heeft. Maai' terug naar die goeie ouwe tijd? Alsjeblieft niet"! „Ik ging op m'n knieën voor haai- zitten. Met een fles champagne achter m'n rug. Ik vroeg of ze met me wilde trouwen. Ze zei ja en lag gelijk in een deuk." Aan het woord is Antoine Koster. Hij trad vorige zomer in het huwe lijk met Marion van der Weele, die nu dus Marion Koster heet. Dat trouwen, hoe gaat dat eigenlijk. „Het is dus meer dan ja zeggen in het stadhuis," vertelt Marion. „Wij wil den een echt traditioneel huwelijk, met alles erop en eraan. Achteraf ben ik heel tevreden over het he le feest." Ondertrouw Je gaat eerst in onder trouw in je woonplaats. Je zet dan je handtekening. De gemeente bekijkt of je papieren kloppen en of je stiekem toch al niet ge trouwd bent. Binnen een halfjaar moetje dan echt trouwen in het stadhuis van de geboorteplaats van de vrouw. „Dat werd bij ons dus Kortgene," zegt Antoine. „We wilden in de zomer, met lekker weer en niet te laat in de vakantie trou wen. Het werd 11 juni." Getuigen Je moet ook getuigen heb ben als je trouwt. Die zijn erbij en zetten ook hun handtekening. Marion Koos haar broer en zus. Antoine koos oma en zus. Daarna moet je het hele feest nog organiseren. Antoine: „We wilden fees ten in een café in Colijns- plaat. Lekker dineren wil den we in een restaurant in dezelfde straat. Dan moetje de muziek regelen, wat je eet, waar iedereen zit. wat je aantrekt, een kaartje laten drukken, uitnodigingen versturen, ceremoniemeester rege len. fotograaf regelen, bloemen regelen, auto re gelen." Marion: „Ik ging samen met m'n moeder een trouwjurk kopen. Antoine mocht hem niet van te vo ren zien." Chevrolet Antoine: „Haai- opa had een oude Chevrolet uit 1932. Die wilde wel met ons rijden. Na het feest sliepen we in een hemel bed in een bruidssuite en daarna een week op vakantie. Het was echt te gek." Tom Bouman uit Waterlandkerkje was ooit journalist en wil daarom liever niet geïnterviewd worden. Maai' wat doe je als je de Krullebak het leukste van de PZC vindt? Pre cies. „Ik was voor mijn werk in Afrika en toen dacht ik: wat doe ik hier eigen lijk met mijn meegebrachte voor oordelen in een land waar ik niets van af weet? Ik wilde geen plaatse lijke sfeerstukjes meer schrijven en nam ontslag als journalist". Wel bleef Tom een jaar in Afrika, zonder geld en werk. „Het was of ik van de wereld was afgevallen, zo anders is het daar!" Daarom spreekt het onderwerp 'fatsoen' hem zo aan: „In zo'n land word je je bewust dat wat je zelf doet niet altijd logisch is voor een ander. Probeer in Afrika maar niet om vrouwen of oude mannetjes te helpen met het water dragen. Dat is hun taak en die mag je ze niet af nemen. Wees ook niet zo beleefd om een bosje bloemen aan een meisje te geven, want ze weten niet wat ze er mee moeten doen!" Zoenen Voor verschillen in fatsoen hoef je trouwens niet zo ver van huis te gaan. vindt Tom. „Je ziet al een groot verschil tussen Noord en Zuid. Als een Noor en een Italiaan naar elkaar toelopen dan staat de Noor het eerste stil en zal zelfs een paai- stappen terug doen als de Ita liaan te dicht in zijn buurt komt. Ik heb jaren in Frankrijk gewoond. Daar is het heel gewoon om de hele dag door iedereen een hand te ge ven en zelfs uitgebreid te zoenen als begroeting. Bij ons zouden ze al gauw denken: wat moet die toch van mij?" Fatsoen kun je niet uit boekjes le ren: „Dan krijgt het iets stoms en stars. Beleefdheid en wellevend heid zijn het belangrijkst. En als je ergens vreemd bent moet je een beetje terughoudend zijn. Niet ge lijk iemand uitbundig op de schou der slaan". Want het blijken vooral de ver trouwde gebaren te zijn die vaak tot misverstanden leiden: „In som mige landen betekent het wenken van iemand juist dat die weg moet gaan. Op je voorhoofd wijzen heeft voor velen de betekenis heel slim te zijn, terwijl die zelfde mensen juist op de zijkant van hun hoofd wijzen als ze vinden dat je niet goed snik bent".

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant katern Krullebak (1981-1999) | 1994 | | pagina 2