Zeeland lokt de lepelaar
Bedonderd!
Dammen is vooruitdenken
Aanleg nieuwe broedgebieden helpt vogel te overleven
DINSDAG 13 SEPTEMBER 1994
3
7Bent u een jonge vrouw zonder
onderlijf maar met drie hoofden
en hebt u er geen bezwaar tegen
enkele keren per week door jnij
(nette heer met vaste hand en tim
mermansoog) doormiddenge-
zaagd te worden, dan bent u mijn
schaap met vijf poten. Brieven
aan Titus Toverhout, Heksenke
tel 13 te Wonderland.'
Je komt in de krant weieens rare
advertenties tegen, maar zo een
als hierboven zeker niet. Want die
nette heer is natuurlijk gewoon
een goochelaar; gelukkig ge
trouwd met die dame met van on
deren niks en van boven teveel.
En omdat hij ook nog de vader is
van het zielige weesmeisje dat hij
op het podium bewerkt met een
cirkelzaag, hoeft hij helemaal
geen advertentie te plaatsen.
Zo'n man heeft zijn materiaal al
lang in huis.
boeken
Nou niet gaan zitten piekeren van
wat staat daar toch allemaal. Ge
woon doorlezen. Anders raak je
beslist van slag en de kluts kwijt.
Of dacht je echt dat er meisjes en
vrouwen zijn die zulke rare din
gen met zich laten uitspoken?
Nou mooi niet!
In Allemaal Bedrog van Gerard
Brands kun je lezen hoe je door
goochelaars met je ogen wagen
wijd open toch bedonderd wordt.
Niks geen weesmeisje dat een me
ter boven de grond in de lucht
zweeft, maar Een fakir die in
een recht omhoog staand touw
klimt? Wel nee! Gewoon een
Geloof je werkelijk dat een vrouw
moeder van vijftien konijnen én
een varken kan worden? Laat je
niets wijsmaken. Dat doet ze zo
Maar Chung Ling Soo dan? Die
kon toch maar mooi echte kogels
uit een heus geweer vangen. Jaja,
ook een kunstje
Gerard Brands kreeg voor Alle
maal Bedrog vorig jaar een Zilve
ren Griffel. Het boek werd kort
geleden herdrukt als Jeugdsala
mander en dat betekent dat het
een mooi boek is voor een zacht
prijsje. De serie wordt uitgegeven
door Querido en telt inmiddels
zo'n honderd titels van bekende
auteurs als Joke van Leeuwen,
Guus Kuijer, Wim Hofman en An
nie M. G. Schmidt. De boekjes
kosten 11,00 per stuk.
Nog leuker dan over goochelaars
lezen is zelf een goochelshow op
voeren. Een boek datje daar niet
bij kunt missen is Mijn goochel
boek van Dennis Patten. Hij leert
je veertig verrassende trucs en
geeft je tientallen handige tips
voor een spannende voorstelling.
Met behulp van duidelijke foto's
en eenvoudige tekeningen legt hij
je onder andere uit hoe je een ring
langs een stokje op en neer kunt
laten gaan, een knoop in een touw
moet toveren, dobbelstenen laat
verdwijnen, en nog veel meer
waarmee je jan en alleman ver
steld zult doen staan. En als je
een vriendinnetje hebt (of een
vriendje) dat goed geheimen kan
bewaren en jullie samen genoeg
tijd hebben om te oefenen, dan
draai je zelfs voor de opwindende
truc met de Zwevende Dame je
hand niet om.
Wil je het nog mooier en spannen
der maken, kijk dan ook in Mijn
leukste schminkboek van Ma
rion Elliot en Belinda Hodson.
Beide boeken worden uitgegeven
door M&P Uitgeverij Weert. Ze
kosten 29,90 per stuk.
Jan Smeekens
Magere Hein in Mijn leukste schminkboek.
Ondanks alle bezuinigingen heeft
het Ministerie van LNV (Landbouw,
Natuurbeheer en Visserij) een paar
leuke plannen. Via zijn kantoor in
Goes zal het ministerie proberen
een paar stukjes Zeeland 'lepelaar-
vriendelijk' te maken. Wim de Wilde
van het kantoor vertelt er meer over.
Voor een beetje vogelliefhebber is het
zien van een lepelaar een soort ca
deautje. Zeker hier in Zeeland, want
zoveel zijn er niet.
Een lepelaar maakt echt een overge-
telijke indruk. Een stralend witte vo
gel op hoge poten, ongeveer zo groot
als een reiger. Achter aan zijn kop
hangt een grappig bosje veren, als
een paardestaartje. Maar het opval
lendst is de snavel, waaraan hij ook
zijn naam heeft te danken. Lang,
smal en plat, zwart van kleur. Op het
uiteinde niet puntig (zoals bij de
meeste vogels) maar juist breed, in de
vorm van een lepel. Geen andere vo
gel heeft zo'n snavel.
Met deze snavel maait hij heen en
weer door ondiep zout of brak water.
Op zoek naar garnaaltjes, visjes,
wormpjes en wat er meer voor lekkers
rondzweeft.
Trekvogels
Lepelaars zijn echte trekvogels. In de
winter zoeken ze de zon op in Afrika.
In het voorjaar komen ze terug naar
het noorden om te broeden. Neder
land is zo'n beetje het noordelijkste
land waar ze heen vliegen.
Elk jaar komen er ongeveer vijfhon
derd paar naar ons land. De meeste
trekken nu nog naai* het Naar der-
meer (N-Holland) om te broeden. Om
dat de lepelaar een bedreigde soort is,
wil de regering het aantal verhogen
naar 2000. Dit kan door nieuwe
broedgebieden te maken, onder meer
in Zeeland want voedsel is hier ge
noeg langs de kust. Lepelaars zoeken
bijvoorbeeld nu al de slikken van
Saeftinghe, de Oosterscheldekust en
het Rammegors op Tholen op.
Eilandjes
Met het geld van het ministerie zullen
onder meer eilandjes in de Grevelin-
gen worden beplant en broedklaar
gemaakt. Rust is erg belangrijk. Bo
vendien zijn eilandjes onbereikbaar
voor vossen. De vos is de ergste vij
and van de lepelaar. En ook hij woont
in Zeeland.
Wim de Wilde: „Wij zijn nu geschikte
plaatsen aan het zoeken en hopen
snel aan de slag te kunnen. Het is
moeilijk in te schatten, maar we ho
pen toch binnen een paar jaar op
meer lepelaars."
Afwachten maar, je weet bij de na
tuur nooit of het lukt.
Wie - behalve bij het spotje van de
Vogelbescherming - nog nooit een
echte lepelaar gezien heeft: rond deze
tijd vertrekken de laatste naai* het
zuiden. Zeeland is een van de belang
rijkste voedselgebieden voor die gro
te tocht.
Een geluksvogel kan de laatste lepe
laar nog net uitzwaaien.
Raoul de Rooij: met een Haarlemmer zetje win je niet. foto DirkJan Gjeltema
ken," vertelt jeugdleider Pim Filius
van de Zeeuwse dambond. „Op dit
moment zijn er in Zeeland ongeveer
veertig jeugdleden en dat getal mag
van mij best groter worden."
Raoul mijmert intussen hardop over
zijn partij tegen Ton Sijbrands, de
oud-wereldkampioen dammen. „Na
tuurlijk verloren," lacht hij. „Maar
wel een heel mooie ervaring."
Thuis heet zijn tegenstander Domini
que, zijn oudere broer. „Win ik ook
niet van," bekent hij eerlijk. „Met een
Haarlemmer zetje klop je hem niet."
Het kan toch geen toeval zijn dat Ra
oul in de Damstraat in Yerseke
woont? Toch wel: „Daar heb ik zelf
nooit bij stil gestaan," lacht hij.
Vrijetijdsdammers evenopgelet:
Meerslag gaat voor damslag! Veel
dammers maken hierover wel eens
ruzie. Maar aan de damkennis van
Raoul de Rooij (14) uit Yerseke hoefje
echt niet te twijfelen. Na vijf jaar
schuiven met de zwarte en witte ste
nen, kent hij de spelregels op zijn
duimpje.
„Dammen is vooruitdenken," legt hij
uit. „Zo'n vier of vijf zetten op zijn
minst. Dan kun je een val bouwen
voor je tegenstander. Maar je moet
wel heel goed weten, hoe de stenen
komen te staan."
Theorieboeken
Zijn kennis over het dammen haalt
hij uit theorieboeken. Maar dat alleen
is niet voldoende. „Wekelijks train ik
bij mijn club PWG 's-Gravenpolder,"
vertelt hij. „Natuurlijk steek je dan
ook een heleboel op."
Als pupil werd hij Zeeuws kampioen.
Hij deed zelfs mee aan het Neder
lands kampioenschap. Raoul: „Ik
werd toen negende. Maar ik won wel
een damklok, omdat ik de mooiste
spelcombinatie had bedacht."
Leden
Voor het damspel heb je niet veel spe
lers nodig; met twee man kun je al
aan de slag. „Maar voor de competitie
kunnen we nog wel wat leden gebrui-