VRIJHEID
Voor alles moet je toestemming vragen
Hoe meer hoe
beter hoe leuker
Een lekker gevoel als je hem raakt
Jongens
in vlieger,
kapot en
verminkt
Trauma
Dit had mij ook
kunnen gebeuren
2
DINSDAG 11 APRIL 1995
Het lijkt zo vanzelfsprekend; naar buiten lo
pen en een balletje trappen op een pleintje
verderop. Skeeleren op de boulevard of even
een pakje kauwgom kopen in de stad.
Jongeren die in een gesloten internaat wo
nen, hebben die vrijheid echter niet. Het
huis waar ze in wonen, hun school en hun
sport zijn allemaal op één terrein te vinden.
En daar kunnen ze niet af.
Jan Bansberg (13) woont sinds augustus vo
rig jaar in Huize St. Joseph in Limburg. Er
wonen daar jongens die om uiteenlopende
redenen niet meer thuis kunnen wonen.
Dat kan zijn omdat ouders niet voor hun
kind kunnen zorgen, of omdat na een echt
scheiding de nieuwe partner van moeder
niet met je overweg kan. Het kan ook zo zijn
datje in een groep jongeren verzeild bent ge
raakt die stelen of andere rotzooi trappen.
Dan heb je strakke regels nodig om in elk
geval je school af te maken en weer op een
ander spoor te komen.
In het internaat is een boekje vol regels waar
je je aan moet houden. Er zijn vaste tijden
voor opstaan, eten, koffie drinken en huis
werk maken. Als je naar je kamer wilt, moet
je toestemming vragen. Als je iemand op wil
bellen ook.
Jan mag zondagmiddag even naar buiten,
maar alleen als hij zich de week daarvoor
goed gedragen heeft! 'Uitgang verdienen'
noemen ze dat.
Toen Jan nog maar pas op St. Joseph zat,
heeft hij tijdens zo'n 'uitgang' de echte uit
gang genomen. Hij nam de trein naar Mid
delburg en dook onder bij een vriend. „Na
een dag of vier kwam de politie me halen.
Dat had ik wel verwacht, je moet toch te
rug", vertelt Jan.
Hoe lang je in zo'n internaat woont is voor
iedereen anders. Jan weet niet hoe lang hij er
nog zal moeten wonen, maai* hij weet wel
waar hij daarna heen wil. „Zeeland! Middel
burg, Souburg... daar ken ik alles. Ik mis
Zeeland best wel. Ik heb het hier nu wel be
ter naar m'n zin, maar het is niet leuk om
niet weg te kunnen".
Unicorn: nooit opgetreden, toch tweede. foto Peter Nicolaf
„Het bombardement op
Middelburg. Dat is één
van de eerste dingen die
in mij opkomen als ik aan
de oorlog denk", zegt Jo-
han Remijnse (68) uit
Kamperland. „Ik zat
toen in Middelburg op
school. De aanblik van de
kapot geschoten stad zal
ik nooit vergeten".
Er staan meer dingen uit
de jaren 1940-1945 in zijn
geheugen gegrift: zoals
de vliegtuigen die aan de
rand van het Veerse Meer
(Goudplaat) naar bene
den zijn gehaald.
Johan kende ook toen al
dit gebied als zijn eigen
broekzak. Hij moest mee
om de weg naar de wrak
stukken te wijzen. De be
manning bleek uit jon
gens te bestaan van am
per twintig jaar. „Het
maakt indruk om te zien
dat mensen, nauwelijks
ouder dan je zelf, kapot
en verminkt zijn".
Later in de oorlog genoot
Johan bijzonder uitzicht
op Veere. „Er voer een
Duits oorlogsschip tus
sen de Haringvreter en
Veere. Engelse jagertjes
(bommenwerpers) vlogen
erover en schoten dat
schip kapot. Ik voel nog
die speciale spanning als
ik daaraan terugdenk. Ik
lag aan de zeedijk om het
zo goed mogelijk te kun
nen volgen".
Angst
Johan benadrukt dat
Noord-Beveland er in de
oorlog nog vrij goed van
af gekomen is. „Honger
hebben we hier bijvoor
beeld niet gehad. Natuur
lijk was er angst, maar
het leven ging ook verder.
En de oorlog zorgde ook
nog voor andere ervarin
gen. Zo moest ik helpen
om eten rond te brengen
voor de Duitsers. Dat
eten werd in het gerefor
meerde kerkje aan de
Veerweg klaargemaakt.
Ik bracht het onder lei
ding van een militair, met
paard en wagen rond. Zo
kwamen we bij alle kust-
posten aan de noordkant
van het eiland. Ik was
toen 17 jaar en vond het
ook wel bijzonder om niet
net als iedereen om 8 uur
binnen zitten, maai* in
het donker op pad te
zijn".
50 jaar nu
los van oorlog
juichend toen
voorgoed bevrijd.
Zijn lijf doet mee
zijn hoofd blokkeert
het kan de oorlog
maar niet kwijt.
Marina van den Boogaart
Mirad is een jongen uit Bosnië. Misschien is
hij net zo oud als jij, misschien met dezelfde
hobby's en gewoonten.
„Maar door ingrijpende omstandigheden
kan je leven ineens veranderen en in een ho
gere versnelling raken."
Op 8 april 1992 vallen Servische soldaten Mi-
rads geboortestad Foca aan. Sindsdien is
zijn moeder vermist. Hij ziet hoe zijn zusje
gedood wordt door een granaat. Hij vlucht
samen met zijn vader, die later ook om het
leven komt.
„In zo'n situatie ben je machteloos. Het enige
wat je wilt is overleven en alles wat je doet
heeft gevolgen, die je niet kunt overzien."
Na talloze omzwervingen komt Mirad via een
opvangkamp in Nederland.
„Zo iemand wil dan zijn verhaal kwijt, maar
niemand luistert. Iedereen is met zijn eigen
dingen bezig."
Echt gebeurd?
Er is geen decor en de acteurs zijn niet ver
kleed. Is het wel toneel? Of wordt er 'gewoon'
een verhaal verteld? En is het allemaal echt
gebeurd?
„Dat laatste vragen alle kinderen. Ja, het is
een collage van echte gebeurtenissen", zegt
Bram Kwekkeboom, die acteur bij de thea
tergroep 'Wederzijds' is. Hij speelt de oom
van Mirad in een verbijsterend toneelstuk
over de oorlog in Bosnië-Herzegovina. Sa
men met de tante van Mirad zijn zij de enige
spelers. Ze vertellen verhalen en lezen dag
boekfragmenten voor. En langzaam maar ze
ker krijg je een beeld van wat oorlog voor een
gewone jongen betekent.
„Of het nu over de tweede wereldoorlog,
Ruanda of Bosnië gaat, kinderen denken
over zulk soort dingen na", zegt Bram.
„Theater kan daar een antwoord op geven.
Oorlog, angst of onveiligheid krijgt dan een
gezicht, het wordt bespreekbaar en je denkt:
dit had mij ook kunnen overkomen."
'Mirad, een jongen uit Bosnië' ivordt tot eind
mei gespeeld, vooral op de middelbare scho
len.
Vorig jaar stapte hij over naar de
muziek: „Ik ben altijd geïnteres
seerd in muziek en heb speciaal voor
de Kunstbende een bandje opge
richt: Unicorn. We hadden natuur
lijk wel veel geoefend, maar nog
nooit opgetreden. Toch kregen we
de tweede prijs! Toen dachten we:
„Leuk, daar willen we mee door
gaan."
Het thema voor dit jaar is, het kan
bijna niet anders: Vrijheid.
Wat Unicorn gaat spelen weet Rens
nog niet: „Ik ben lid van Amnesty en
het is natuurlijk interessant om
daar iets uit te halen. Het is in ieder
geval belangrijk om je aan het the
ma te houden, hoewel er misschien
ook zijn die de vrijheid nemen om
zich niet aan het thema te houden!"
En tot het laatst blijft Rens ambas
sadeur: „Kom vooral op 6 mei naar
de voorronde in de Middelburgse
Stadsschouwburg. Iedereen kan er
naar toe. Hoe meer, hoe beter hoe
leuker."
Ben je tussen de dertien en zeven
tien jaar oud en geïnteresseerd in
kunst? Dan ben je mooi te laat want
de inschrijvingsdatum voor de
Kunstbende is net verstreken. En
dat je nooit gehoord hebt van de
jaarlijkse wedstrijd voor kunstzinni
ge geesten is erg onwaarschijnlijk,
zeker met een ambassadeur als
Rens Ulijn (17) uit Sluis.
„Een ambassadeur kun je zien als
een soort ledenwerver, die affiches
ophangt, folders uitdeelt, spreek
beurten houdt en iedereen in de
buurt aanspoort om mee te doen.
Zonder ambassadeurs zou de
Kunstbende niet zo groot geworden
zijn. Dit jaar is het voor de vijfde
keer en het wordt nu door de hele
Nederlandse jeugd gedragen."
Het is duidelijk dat Rens geen last
heeft van het griepvirus, maar eer
der van het Kunstbendevirus: „Hoe
meer er meedoen, hoe beter en leu
ker het is."
Twee jaar geleden deed hij voor het
eerst mee. met het onderdeel taal.
In gewone doen zijn Olaf Gideonse (10) en Kelta
Meeusen (10) uit Middelburg beste maatjes. Hoe
best hoeft niet in de krant, maar het is zoiets als
twee handen op een buik. Op Olafs verjaardag was
dat anders. Een half uurtje slechts, maar toch.
Olaf had Kelta en nog een paar kinderen meegeno
men naar Vlissingen, naar Laser Action. En in dat
meer dan levensgrote robotschietspel stak het
beest al bij de ingang zijn horens in hen op: „Het was
erg donker binnen," zegt Olaf. „Je hoorde een soort
watjeshouse en er hing een dikke rook waar felle
lichten doorheen zwaaiden."
Ze kregen een vest aan met groene en rode lampjes.
En met een laserpistool stapten ze daarna sluipie-
sluipie de arena in.
You are hit
Kelta geniet nog als ze er aan terugdenkt hoe ze hem
te grazen nam: „Ik heb hem wel acht keer vol op zijn
vestje geraakt. Wat gaf dat een lekker gevoel elke
keer als ik zijn pistool hoorde zeggen 'You are hit' en
al zijn lampjes in een horizontale streep stonden."
Olaf en Kelta zijn zeker geen vechtersbazen. Ze spe
len thuis op zolder wel eens Bureau Kruislaan en in
de bosjes af en toe soldaatje, maai* daar blijft het bij.
Karatefilms, agressieve computerspelletjes en meer
van dat soort spul vinden ze allebei flauwekul, stom
en oervervelend. Kelta speelt liever blues op haar
piano, en Olaf geniet als hij bij de voetbalclub Mid
delburg met een mooie beweging een mannetje kan
uitspelen.
Toch zou hij nog wel eens terug willen naar Laser
Action; „Het is net alsof je mee doet in een Ninten-
do-spelletje, maar dan eentje dat je jammer genoeg
te gauw rond hebt.
„Dat is het," valt Kelta hem bij. „Je weet dat het
allemaal fantasie is, pure nep. Maar je zit er zeifin en
dat maakt het zo leuk."
Olaf Gideonse en Kelta Meeusen: net alsof je meedoet in een Nintendo-spelletje. foto Ruben Oreel