Ze doen toch niet wat je zegt Gedicht is een torentje van taal Niet meer berispen Mooie ogen, wel van glas ...Ana en de baas rook ik niet Uit Olie van Guus Kuijer (Querido) 'Begin een torentje van niks, vind uit hoe dat moet,' is de wij ze raad van een vader aan zijn kind. De vader gaat dood, net voordat het kind heeft uitgevon den, dat je ook torentjes kunt bouwen van taal... Begin een torentje van niks is de titel van een gedichtenbundel van Ted van Lieshout. De bundel is bekroond met de Gouden Grif fel 1995. Dat is heel bijzonder omdat er nog nooit een Griffel voor een gedichtenbundel is uit gereikt. „Ik heb nog geen flauw idee wat er in het juryrapport staat," zegt Ted van Lieshout. „Ik denk dat ze het gewoon mooi vonden. Maar ik vind het heel gedurfd van de jury: van een be kroond leesboek worden er soms wel 30.000 verkocht, bij een ge dichtenbundel zit dat er niet in. Daardoor staan gedichten altijd onder druk." Ted heeft echter geen reden tot klagen. Vorige uitgaven kregen Zilveren Grif fels, Vlaggen en Wimpels. En zijn Torentje is nu voor de twee de keer gedrukt. Moeilijk 'Best. wel ingewikkeld, maar wel mooi,' was de reactie van een 13- jarige jongen, die Ted een brief schreef ovef zijn bundel. „Ik weet Wel dat kinderen het moeilijk vinden om gedichten te lezen," zegt Ted. „Je moet besef fen dat je geen verhaal leest, na een bladzijde is het gedicht op. Je moet aan een gedicht meer Uit: Begin een torentje van niks (uitgeverij Leopold) tijd besteden, langzaam lezen en weer opnieuw beginnen. En eer lijk gezegd denk ik dat het meestal volwassenen zijn, die mijn boeken kopen. Die denken dan als mijn kind het ook mooi vind is dat meegenomen en dan lezen ze de gedichten samen. Ik vind het het leukst als ouders en kinderen samen lezen." Ted illustreert zijn gedichten zelf: „Ik heb er een gewoonte van gemaakt om achter in het boek uit te leggen hoe dat gaat. Gewoon, omdat ik zelf altijd wil weten hoe iets gemaakt is." Een uitleg over hoe hij zijn ge dichten maakt zit er niet in: „Wat je in woorden kunt zeggen kun je niet met woorden uitleg gen.' Altijd als je thuis kwam sprong hij tegen je op en als je je rot voelde kroop hij bij je. Alsof hij het voelde. En nu is hij dood. Zomaar ineens. Ter wijl je hem altijd bij je wilde houden. Wat een verdriet. „Zeker eens per maand krijg ik de vraag of ik Fikkie of Bol le op wil zetten," vertelt Wim Pfaff uit Middelburg. Hij is preparateur en zet dus dode dieren op. „Ik kan me dat wel voorstellen. Als je heel veel van je dier houdt, wil je dat ge voel het liefst vasthouden. En toch raad ik het iedereen af. In het verleden heb ik wel eens honden en katten opgezet, maar dat doe ik niet meer. La ter hebben mensen daar bijna altijd spijt van, en ik ook." Rouwproces Wim: „Als een dier overlijdt, zijn mensen daar meestal erg van onder de indruk, vooral kinderen huilen vaak. Ze wil len dan per se dat hun lieve lingsdier wordt opgezet, wat het ook kost. Maar het pro bleem is, dat daar een tijd over heen gaat. Soms wel een paar maanden. In die tijd zijn ze net over hun rouwproces heen. En dan komt ineens dat beest te rug. Het volgende probleem is, dat hoe goed een preparateur zijn best ook doet: Fikkie is Fikkie niet meer. Mooie ogen, maar wel van glas, niks levends aan. En die leuke rimpel die hij al tijd zo lief trok: zit een centi meter te veel naar links. Wat een kater! En mocht het ooit lukken dat de hond of kat he lemaal 'echt' is, dan is hij gega randeerd binnen een paar jaar kaal geaaid. Zeker voor kinde ren is het onmogelijk om er af te blijven. Bronzen beeldje Wim heeft wel een leuk alter natief bedacht. Van een goede foto maakt hij voor een paar honderd gulden een prachtig bronzen beeldje van je lieve lingsdier. Mijn riem was ik kwijt, ik had alleen mijn halsband nog. De riem hadden de mensen die in de tunnel sliepen me afgenomen. Dat maakte het lopen gemakkelijker voor me en ik rende langs de huizen. Ik rook honderdduizend dingen maar Ana en de baas rook ik niet. Toen opeens zag ik die man van het park Niet die met de gitaar maar die andere, die op de bank zat en me aaide. Ik was zo blijIk was zo blij alsof hij een oude vriend was, alsof ik hem al mijn hele leven gekend had. En ik holde naar hem toe en sprong tegen hem op. Kwispelde als een gek en sprong tegen zijn benen. En hij buk te zich en aaide me en zei: „Zo hondje, ben- je daar weer? Heb je je baas nog altijd niet gevonden En liep toen weer door. Maar ik ging met hem mee. Ik wou niet meer alleen zijn. En als we met zijn twee tjes liepen, kon ik net zo goed naar de baas en Ana zoeken. Nog veel beter zelfs. Dus bleef ik heel dicht bij hem en hij zag het wel maar hij zei niets. We liepen door nauwe straatjes en toen bleef hij staan en drukte op een bel. Een deur ging open, er stond een man met een baard en een bril. Ik ben niet gewend aan baarden en brillen, maar nou ja. „Hallo, Felipe", zei hij, „hoe gaat het. Uit Bombaaj door Els Pelgrom. Gratis bij aankoop van 19,50 aan kinderboeken CPNB. Bij Jetske Braat (7) uit Haamste de is het thuis net een boerderij. „Wij hebben kippen, eenden, ko nijnen, paarden en honden", zegt Jetske. Ze houdt van beesten en dan speciaal van hun honden. Jetske: „Je kan ze aanraken en je kan er fijn mee spelen". Het zijn geen gewone honden bij Jetske, want 'die vinden wij niet zo leuk'. „Wij hebben vier Engel se bulldogs en ze heten Annabel, Sophie, Madelief en Bram", ver telt Jetske. En wat is er nu zo bijzonder aan Engelse bulldogs? Jetske: „Ik vind ze gewoon komisch!" Made lief en Bram zijn de 'kinderen' van Sophie. En Bram is de lieve lingshond van Jetske, want Bram is haar hond. Haar moeder heeft de namen bedacht. Madelief en Bram zijn nu een jaar oud. „Toen ze nog klein waren, heb ik ze de fles gegeven", zegt Jetske. Eten geven is nog steeds de taak van Jetske. Elke avond zorgt zij voor het diner van Madelief en Bram. Jetske: „Ik doe gewoon brokken in een bak en die zet ik bij ze neer. En als ze niet uit zich zelf gaan eten, pak ik een lepel en ga ze voeren". Veel te lui Normaal moetje honden een paar keer per dag uitlaten, maar Jets ke hoeft dat niet. Ze hebben zo veel ruimte achter het huis, dat de honden de hele dag worden „Vroeger hadden we het over de grote en de kleine huisdie ren, maar nu zeggen we land bouwhuisdieren tegen runde ren, varkens en schapen. Hon den en katten noemen we ge zelschapsdieren". Dat zegt Ken Buth uit Haamstede. Hij is dierenarts op Schouwen- Duiveland en heeft een ge mengde praktijk. Het is erg 'in' om een hond of een kat te hebben. Ken: „Het is een vrijetijdsbesteding, af richten, speuren, kunstjes le ren, wandelen. Er zijn al clubs die met hun gezelschapsdier een weekend in een hotel gaan. Dat slaat heel erg aan. Gesprekstof genoeg!" De vijandschap tussen kat en hond is flauwekul. Ken: „Een kat die naar een hond zit te blazen is een uitdaging. Maar als de kat niks doet, gebeurt er ook niks". De voeding is sterk veranderd. Vroeger aten ze gewoon met de pot mee, maar nu is er enorm aanbod aan dierenvoe- ding. Ken: „Vooral alle moge lijke diëten zijn in trek. Voor dieren die te dik zijn of te dun, slechte nieren of huid of lever uitgelaten. En dan gaan ze wel eens achter de kippen aan. „We hadden er eerst elf', zegt. Jetske, „maar we hebben er nog maar een paar over en één haan is naar de buren gevlucht". Wie een jonge hond heeft, gaat vaak naar een puppycursus, maar Jetske zegt kordaat: „Dat doen wij niet". En dat honden gehoor zaam moeten zijn, is voor haar geen vanzelfsprekende zaak. „Daar zijn ze veel te lui voor en ze doen toch niet wat je zegt", meent ze. 's Nachts slapen de honden altijd binnen in een eigen ruimte. Ze mogen niet bij Jetske op de slaap kamer. Dat vindt ze wel jammer. Jetske eet geen vlees. Dat vindt ze zielig voor de dieren. Het liefst eet ze een witte boterham met bo ter en pindakaas en daar nog ha gelslag op. Smullen! Jetske Braat: Engelse bulldogs zijn zo komisch. foto Pieter Honhoff Uit: Navel en Luca van Henk Figee (Van Goor) Dierenarts Ken Buth opereert een hond. foto Pieter Honhoff hebben.". Zieke dieren thuis bezoeken doet Ken liever niet. Ken: „Mijn assistente houdt het beest op de goede manier vast. En thuis laat de eigenaar altijd net op het verkeerde mo ment zijn dier los". Eén van de leukste dingen in zijn praktijk vindt hij opere ren. Dat doet hij altijd 'smid- dags na het spreekuur. De helft van het operatieprogram ma is sterilisatie. Honden verstaan geen talen. Ze reageren op de intonatie van de stem. „Er is nu een cursus, die werkt alleen met belonen", vertelt Ken. „Iedere keer als het dier iets goed doet, wordt het beloond met iets lekkers. Deze nieuwe aan pak schijnt veel sneller te wer ken. Dus: niet meer berispen!"

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant katern Krullebak (1981-1999) | 1995 | | pagina 3