HEKSEN EN ZO
4-D
Genoemd
naar een
lederee
Dwergen hebben
nu ook een moeder
m gillen
hekserigs
Vrouwen
hebben iets
Net een mens,
maar dan op
een bezem
I
DINSDAG 1 OKTOBER 1996
Godennaam
Voor zover ze weet, is de inmiddels volwassen
Nehalennia de enige met deze godennaam. In
de Romeinse tijd werd in Zeeland namelijk
een godin vereerd die zo heette. In Domburg
en Colijnsplaat zijn altaarstenen en beelden
gevonden. Waarschijnlijk ooit neergezet door
scheepslieden als dank voor een behouden
vaart.
In Latijnse literatuur wordt Nehalennia niet
genoemd. Toen de stenen monumenten
gevonden werden is gezocht naar de beteke
nis van deze godin. Was zij de Walcherse
godin, de Scheepsgodin of zelfs de Doodsgod-
in? Moest zij de zeevarenden behoeden voor
gevaar? Er wordt nu gedacht dat zij inder- f
daad de beschermdster van handel en I
zeevaart was.
Hard roepen
Al deze stenen monumenten liggen nu onder
meer in het Zeeuws Museum in Middelburg.
Nelhalennia de Bruine ging er vroeger regel
matig kijken. „Mijn broertje vond het dan
altijd leuk om heel hard mijn naam te roe
pen, zodat iedereen kon horen dat ik ook zo
heette!"
Het is nog steeds een bijzondere naam, er
wordt heel vaak gevraagd waar het vandaan
komt. En...hoe je het schrijft!
„Het duurde in elk geval heel lang voordat ik
zelf mijn naam kon schrijven" herinnert
Nelhalennia zich. „Toch vonden kinderen
mijn naam nooit vreemd. Het waren vaker
volwassenen die er moeite mee hadden".
De godin naar wie zij genoemd is, blijft voor
velen onbekend. In Domburg is nog wel een
hotel Nelhalennia en kun je wonen aan de
Nelhalenniaweg. Het zou leuk zijn om er in
de geschiedenislessen eens aandacht aan te
besteden. Een echte Zeeuwse godin, het lijkt
wel een sprookje!
„Nehalennia Zo mag u uw dochter niet noe
men, dat is geen naam zei een ambtenaar
van de burgerlijke stand in Middelburg tegen
de vader van Nehalennia de Bruine. Pas toen
aangetoond werd dat Nehalennia toch echt
een naam is mocht het.
Joop van der Putten geeft bezieling aan dode dingen foto Johan Klein
Gewone heksen, die je gelijk
herkent aan hun puntmuts,
bezemsteel en walmende
I gerechten, zie je tegenwoordig
I niet zo veel meer.
I „Een moderne heks is heel j
l gemeen van binnen, maar aan I
de buitenkant zie je daar niets
van" zegt kunstenares en
maakster van kinderboeken
Katrien Holland uit Tilburg.
„Elke vrouw heeft wel iets van
een heks in zich, je eigen buur- f
vrouw kan wel een heks zijn!" j
Waarmee ze niet wil beweren
dat ze zelf ook een beetje heks
is: „Dat gaat te ver om dat te
zeggen".
Wat precies een heks is kom je
ook niet zo snel te weten: „Dat
spannende en geheimzinnige
moet blijven, anders wordt het
saai", zegt Katrien.
Slang
Hoe een heks er ongeveer
uitziet besefte Katrien toe ze l
in een dure Amsterdamse j
bruidsjurkenwinkel een jurk
uitzocht voor haar bruiloft:
„Ik heb daarna een serie teke
ningen gemaakt van vrouwen
in lange jurken. Een daarvan
had een slang om haar nek,
die vond ik nogal hekserig en
heb ik gebruikt voor een hele
j serie.
I De vrouwen die ik teken
hebben altijd iets hekserigs,
niets lievigs. Daar kan ik niets
aan doen. Maar ik vind het i
ook interessanter om een heks
I te maken dan een barbiepop". j
Zeefdruk ken
I De serie heksen van Katrien j
I Holland is in de periode van
de kinderboekenweek te zien f
in de etalage van boekhandel
I Fanoy in Middelburg. Het zijn
f zeefdrukken: „Dat is een tech- f
niek waar ik een kick van
j krijg", zegt ze. „Onderhand
f kan ik het een beetje en
gebruik soms wel 9 druk
gangen over elkaar. Dat is heel
spannend omdat het resultaat
steeds verandert".
Je hoeft bij Fanoy natuurlijk
niet voor de etalage te blijven
staan. Je kunt ook naar
binnen stappen en je dan als
heks laten fotograferen.
Kun je je buurvrouw lekker de
stuipen op het lijf jagen.
Snuif het bos
van
toen je 5 was
en
staar
naar de paddestoel
tot
een kabouter
met spillebenen
naar je zwaait.
Dat
is pas herfst.
Marina van den Boogaart
Magisch kamp: heksenvuur aan het Veerse Meer foto Ruben Oreel
Waar worden heksen geboren?
Dat lijkt een lastige vraag,
maar het antwoord is eigenlijk
heel eenvoudig: In Biggekerke.
Om precies te zijn in het huis
van José Clarijs. Zij is de pop-
penmoeder van vele prachtige
heksen. Compleet met bezem.
„En natuurlijk met een wrat
op de kin", lacht José. „En
vergeet ook niet de grote neus
met de vooruitstekende kin".
Bijna dagelijks is José bezig
met het maken van poppen.
„Vooral bosfiguren zoals elfen
en kabouters vind ik leuk om
te maken", vertelt zij.
De kop van elke pop is van
piepschuim. „Daarop boetseer
ik met speciale klei het
gezicht", legt José uit. „Die
klei wordt zonder bakken
hard. Het lijf bestaat uit
papier en fiberfill. De handen
en voeten worden weer van
klei gemaakt. Daarna zoek ik
geschikte lapjes om de pop
aan te kleden".
Dan is de pop nog niet klaar.
Het gezicht wordt hierna
beschilderd met olieverf. Een
priegelwerkje dat veel tijd
kost.
De kamer van José wordt
bevolkt door tientallen pop
pen. Op de kast, op de bank en
voor het raam. Schitterende
poppen, maar niet om mee te
spelen.
Nieuw baasje
„De meeste heksen, kabou
ters, elfen en beren verhuizen
naar een etalage in Vlissin-
gen", vertelt José. Daar zitten
ze samen gezellig te wachten
op een nieuw baasje.
Achter de ruit schommelen de
heksen zachtjes op hun bezem
heen en weer. De een kijkt
chagrijnig en de ander heel
vrolijk.
„Heksen lijken wat dat betreft
op mensen", lacht José.
„Allemaal heel verschillend
van karakter".
f Drie dwergen op de linkerschouder
j en drie op de rechter. Waar is dan
de zevende? „Die ben ik zelf", zegt
Joop van der Putten uit Axel. Niet
I als broer of zus van het zestal,
I maar als moederdwerg. „Ik heb
het sprookje een beetje aangepast,
I zo hebben de dwergen ook een
I moeder, net als Sneeuwwitje";
l Het thema van de boekenweek,
waarin sprookjes ook een rol
spelen, was tot voor kort bij Joop
onbekend: „Dat is toeval, ik wist
I niet dat dat de bedoeling was. Mijn
j verhalen zijn altijd in die magische
en geheimzinnige sfeer die sprook
jes ook hebben".
Een jaar lang werkte hij aan de
voorbereiding van 'Spiegeltje
Bijdehand', zoals de voorstelling
heet. Het sprookje bewerken, de
i poppen maken, muziek compone-
ren, de belichting, decors en attri
buten... zelfs de spiegel van de
boze stiefmoeder verandert in een
karakterpop! „Met zo'n theater
stuk geef ik vorm aan wat ik denk,
ik vertel een verhaal met de beel
den erbij. Het belangrijkste is dat j
je als acteur bezieling geeft aan
dode dingen. Voor de meeste kinde
ren is dat een openbaring".
En dat ze na afloop vooral nieuws-
gierig zijn naar de manier waarop j
de dwergjes praten en waar al die
sneeuw en rook vandaan komen,
stoort Joop niet: „Ze zijn dan nog
zo vol van het verhaal, dat moet
eerst even bezinken".
Denk bij dit alles niet aan een
poppenkast of poppentheater: j
„Ik maak theater met poppen en
ben een acterende poppenspeler".
In Zeeland speelde Joop 'Spiegeltje j
Bijdehand' afgelopen donderdag in i
Kapelle en daar blijft het voorlopig j
bij. „Ik word veel gevraagd in heel
Nederland en Vlaanderen".
Daar hoort Zeeland niet bij zeker!
Het Magisch Kamp van groep 6 en
7 van de Don Bosco-school uit
's-Heerenhoek begon met een
speurtocht door Veere. Peter (12):
„Door heel Veere hingen posters op
over de verschijning van 'het mon
ster van Loch. Veere'. Daar snapten
we niks van."
Bij de beklimming van de toren
kwamen ze bovenin vleermuizen
tegen. „Daar hoefde je niet bang
voor te zijn," zegt Linda (11) „Ze
waren klein en voelden heel zacht
aan, net jonge katjes."
Die woensdagavond was het niet
pluis in de bossen rond het Veerse
Meer. Een weerwolf liep er rond, de
gillende keukenmeid en klop-klop
verstopten zich en voor Karei de
tuinman moest je echt oppassen!
Niet bang
Maar de kinderen waren niet bang.
Gewapend met een zaklantaarn
gingen ze op zoek naar geluiden.
Jeanine (9): „Het was eng en leuk
tegelijk. Je moest goed luisteren en
er vlug op af, anders waren ze al
weer vlug verdwenen. Als je een
geluid gevonden had, dan kreeg je
een kaartje. Maar dan moest je
goed oppassen dat je niet te veel la
waai maakte, of je zaklantaarn te
lang liet schijnen, want dan kwam
Karei de tuinman en die pakte het
weer af. Daar schrok je je rot van
als die ineens vanachter een boom
te voorschijn kwam".
Donderdagavond begon heel gezel
lig met een barbecue. Daarna met
z'n allen rond het kampvuur.
Pascal(lO): „Het was al aan het
schemeren en toen zagen we ineens
in het water een licht. Soms was
het heel dichtbij en dan zakte het
weer weg naar de bodem." Anou-
schka(8) gaat verder: „Dat was dus
'het monster van Lock Veere'. Na
een poosje konden we het niet meer
zien en zijn we weer naar binnen
gegaan. De meester zei dat we
disco gingen houden. „Niemand
had het in de gaten," vertelt
Fabian. „Maar plotseling stond hij
daar, boomlang, geheel in het zwart
gekleed en een geheimzinnig licht
dat zijn gezicht bescheen:
de Verhalenverteller".
Fabian: „Bijna iedereen ging aan
het gillen, daar schrokken wij
vreselijk van. Hij vertelde een
spannend verhaal en daarna begon
de disco dus echt."