jijna ladda
Vos verovert Zeeland
Alles wijkt voor de turntop
Voldoende voedsel en nauwelijks vijanden
Talent Anthony van Assche klimt snel omhoog
DINSDAG 14 JANUARI 1997
Weet jij wat een jij na ladda is?
Nou, Clifford Allyn Dewinter III
in VIJGENVLA van Ralph
Fletcher dus ook niet. Hij is de
oudste van zes kinderen en daar
om anders dan de anderen. Vol
gens zijn Ouders dan, want zij
verwachten van hem dat hij voor
zijn broers en zusje Meneertje-
Verantwoordelijkheid is en
Meneertj e-Het-G oede-Voórbeeld-
Geven.
Maar ho! Voordat je medelijden
met hem krijgt: Clifford Allyn
("Zeg maai" Cliff") mag wel
langer opblijven, krijgt ook - een
heleboel interessants te horen
dat de anderen nooit te weten
komen en hij is in het gezin de
enige zonder monsterachtig grote
broer of gemene zus die de baas
over hem speelt.
Hierboven zie je hem in het mid
den met van links naai* rechts
Bart, Cynthia, Teddy en Aad. De
baby in zijn armen heet Jos en
die'had voor kerst zijn zinnen ge
zet op een jijna ladda.
Het duurt een paar dagen voor
Cliff begrijpt wat zijn jongste
broertje bedoelt, en jij moet er
eerst 37 pagina's voor lezen.
Clïfff vertelt in het boek over, de
dingen die hij zijn leven lang wil
blijven onthouden van het jaar
toen hij twaalf werd. Over het
ongenietbare gedwarrel van
Teddy die wild is geboren en
daarom onder de keukentafel
"woont"; over zijn eigen stomme
streek met zijn nieuwe visdoos;
over Cynthia, die haar eigen
familie inruilt voor een familie
aan het einde van de straat en
Zichzelf de grote beschermvrou
we van wilde dieren vindt; en
over Aad die behalve Zijn broer
ook zijn beste vriend is.
Nog bijzonderder dan Cliffs
geestigheden is de manier waar
op hij vertelt over die ene
gebeurtenis die hij voor altijd in
zijn herinnering wil bewaren,
maar tegelijkertijd het liefst van
al zou vergeten.
Na alle vrolijkheid van de eerste
negentig pagina's houd je met
moeite je ogen droog als hij je
vertelt wat er met Bart gebeurde
toen die met zijn vriendjes op de
fiets een heuvel afracete. En re
ken maar dat dat ene zinnetje
van een jongetje uit de klas van
Bart lang in je hoofd rondstui-
tert: „Hij heeft de tientallen niet
eens gehaald."
Het verdriet van Cliff over Bart
die hij voorgoed kwijt is, wordt
ook jouw verdriet. En net als bij
hem zorgt een onbenullig onge
lukje met een schaal bruine vla
vervoor dat je dat erge met zijn
broertje van acht tenslotte toch
teboven komt.
VIJGENVLA is verschenen bij Van Goor,
Amsterdam.Het telt 121 pagina's en kost
f27,50.
Jan Smeekens
Van links naar rechts Bart, Cynthia, Teddy en Aad
illustratie Georgien Overwater
Anthony van Assche: ik wist niet van mezelf dat ik goed was
foto Peter Nicolai
Want de vos heeft het hier prima
naar zijn zin. Voorlopig is er vol
doende voedsel en vijanden hebben
ze niet. Of het zouden de jagers
moeten zijn. Want die zijn een beet
je bang dat er te veel vossen zullen
komen.
Veel mensen denken bij een vos aan
sluwheid, gemeenheid zelfs. Maar
dat is iets uit fabeltjes. Wel waar is
dat een vos zich goed kan redden.
Al was het alleen al doordat hij
gevarieerd eet en dus makkelijk
kan overleven.
Er is altijd wel iets dat hij lust:
wormen, insecten, muizen, vlinders,
vogeltjes, een konijntje, eieren, hap
je fazant, eend. En als dat allemaal
niet meer te vinden is, zoekt hij een
kippenren op en eet kip.
Zodra dat gebeurt komt het in de
krant en zeggen sommige mensen:
wat verschrikkelijk, die vos moet
dood!
Pluimstaart
Een vos lijkt groot door zijn mooie
pluimstaart. Maar in feite is hij
niet veel groter dan een flinke kat.
Hij weegt tussen de 7 en 12 kilo. De
meeste honden zijn groter.
Een vos maakt zijn bouw (een
prachtig hol met ondergrondse ka
mers en gangenstelsels) het liefst
op de rand van duin en bos. Want
hoewel hij niet zoveel eet, heeft hij
een tamelijk groot jachtgebied
nodig: 1000 hectare per twee tot vijf
vossen. Alleen al op Walcheren is
2000 tot 3000 ha. binnenduinrand.
Dat betekent dat er zonder proble
men zeker tien vossen kunnen
leven.
Boswachter Hans van der Weele
had al lang het vermoeden dat ook
in De Mantelinge op Walcheren
vossen zaten. Hij had keutels op
stobben (afgezaagde boomstam
men) en op kleine krabheuveltjes
gevonden. Alleen de vos stalt zijn
poep zo mooi uit.
En jawel, kortgeleden stond hij oog
in oog met een prachtige brandvos,
met zwarte staartpunt. Een pracht
beest. De andere in Nederland
voorkomende soort is de roodvos,
met witte staartpunt.
Jongen
Staatsbosbeheer is niet blij dat
mensen het dier uitgezet hebben,
maar heeft er geen problemen mee
als de vos uit zichzelf een natuur
gebied opzoekt. Ze zijn dan ook niet
van plan ze uit te roeien of te
beschermen.
Een vos kan vier tot vijf jongen per
jaar krijgen, maar bekend is dat bij
minder voedsel ook minder jongen
geboren worden.
Behalve veel jagers zijn meer
mensen tegen de komst van de vos.
Vroeger was de vos berucht als
verspreider van hondsdolheid. Die
kans is nu klein, maar nog wel aan
wezig.
Tuinders zijn vaak juist blij met de
vos, omdat ze behalve de zwakke
dieren, veel schadelijke insecten
opeten. Hoera voor Meneer Vos?
Even afwachten!
We kunnen er niet meer omheen:
de vos verovert Zeeland. In Zeeuws-
Vlaanderen zitten overlopers uit
België. Er wordt gefluisterd dat de
zes vossen die op Walcheren gezien
zijn stiekem door mensen zijn opge
voed en losgelaten. Maar hoe dan
ook: ze zijn er. En het ziet er niet
naar uit dat ze weer snel zullen
verdwijnen.
Hoera voor meneer vos?
Doordat hij bij de eerste twaalf
behoorde kon Anthony door voor de
Eerst keken ze waar ik goed in was
en dat was in lange mat, ringen en
voltige. We dachten dat we vijfde
werden, maar we werden derde!"
De oudste uit het team was twaalf
jaar en Anthony is zelf de jongste.
„Maar dat geeft niks," zegt. hij
geruststellend.
Training
Voor de gymnastiekles op school
haalt Anthony zijn neus op en hij
traint wel drie keer per week: in
Sas van Gent, in Terneuzen en
helemaal in Ridderkerk, bij elkaar
zo'n acht uur. En zelfs met eten
heeft hij er alles voor over om een
goede turner te worden: „Ik eet al
tijd heel gezond, heel veel groente
en geen kleurstoffen want daar
word ik wild van."
Zijn moeder is trots op hem, maar
soms ook een beetje bezorgd: „Na
vier uur hard trainen is hij nog niet
moe."
Hij loopt net zo makkelijk op zijn
handen als op zijn voeten. En stil
zitten vindt hij pas echt moeilijk.
De zevenjarige Anthony van Assche
uit Sas van Gent doet aan turnen.
En niet zo weinig: „Handen lopen,
salto's, flikflak, arabier, radslag
met m'n benen dicht, ringen,
voltige...".
Anthony praat erover of het de
gewoonste zaak van de wereld is.
Toch turnt hij nog maar een jaar en
een paar maanden. Eerst in Sas
van Gent bij turnvereniging Ter
Heil Onzer Ribbenkast, kortweg
T.H.O.R. Maar hij kon er niet
genoeg van krijgen en ging via
Terneuzen naar Ridderkerk.
,.Van de zomer was er een grote
wedstrijd in Deventer en daar werd
ik onverwachts zesde, want ik wist
niet van mezelf dat ik goed was."
finale van de jeugdkampioenschap
pen. Zaterdag 14 december reisde
hij, met zijn familie, helemaal naar
Drente, waar in Dalen het grote
gebeuren plaats vond.
„Ik stond in het eerste team van
A.C.T.V. Kapelle aan de IJssel.