ranty
r o k j e
Leerwegen, profielen
en studiehuis
nier,
daar
Jongere wil
variatie zien,
anders wordt
er gezapt
Joekels van
auto's en aan
alle muren
baskets
2
DINSDAG 8 DECEMBER 1998 \C
Het Voortgezet onderwijs blijft in beweging. Na de basis
vorming komen er volgend jaar weer wat vernieuwingen bij.
Leerlingen van groep 8, die volgend jaar hun keuze voor het
V.O. moeten ïhaken, krijgen hiermee te maken .Wat gaat er
allemaaL veranderen? We praten erover met twee leraren
van de R.S.G. Professor Zeeman uit Zierikzee: John
Dieleman en Giel Timmermans.
„Het VBO, Voorbereidend Beroeps Onderwijs en de MAVO
verdwijnen. Ze worden samengevoegd en dat type
onderwijs heet voortaan het VMBO," zegt John. Die letters
staan voor Voor-bereidend Middelbaar Beroeps Onderwijs.
Wie naar het VMBO gaat, kan kiezen uit vier leerwegen.
John: „De theoretische leerweg, de gemengde, de kaderbe
roepsgerichte en de basisberoepsgerichte."
Op 1 augustus 1999 gaat het officiéél van start voor de brug
klasleerlingen van dat moment.
Jofui: „Dan duurt het nog twee jaar, voordat ze er concreet
mee te maken krijgen, maar dan moeten wij wel alles góed
voorbereid hebben."
Een andere verandering vindt plaats in 4 en 5 HAVO en 4, 5
en 6 VWO. „Daar wordt dan de tweede fase, het Studiehuis
genaamd ingevoerd," zegt Giel.
Een heel belangrijke verandering is de keuze van de
vakken. Giel: „Nu mag een leerling voor een groot gedeelte
zelf kiezen in welke vakken zij of hij eindexamen doet.
Vanaf volgend jaar moet je kiezen uit vier profplen"
Dat zijn: Natuur en Techniek, Natuur en Gezondheid,
Economie en Maatschappij, en Cultuur en Maatschappij.
Alle leerlingen moeten een aantal vakken verplicht doen,
bijvoorbeeld Nederlands en Engels.
„Dat heet het gemeenschappelijk deel," legt Giel uit. „Daar
naast is er een profieldeel en een vrij deel. De vakken in die-
delen kan de leerling zelf kiezen."
Uit onderzoek" is gebleken, dat leerlingen die van de HAVO
of het VWO afkomen heel veel moeite hebben in het vervolg
onderwijs.
Giel: „De leerlingen móeten veel zelfstandiger wórden en
dat mogen wij ze leren. In hél Studiehuis."
„Bij wie woon je vandaag?" vragen
klasgenoten regelmatig aan Sanne
van der Vliet (13). Want Sanne
woont öf bij haar moeder in
Middelburg, öf bij haar vader in
Oostkapelle.
Vijf jaar geleden gingen haar
ouders uit elkaar. Ze besloten te
kiezen voor co-ouderschap. Dat
betekent dat beide ouders voor de
kinderen blijven zorgen in plaats
van wonen bij de één en een
bezoekregeling voor de ander.
Bij co-ouderschap is het heel
belangrijk dat de ouders goed met
elkaar kunnen overleggen.
„Een vriendin van mij heeft
gescheiden ouders die nog steeds
ruzie hebben, dus zij kan twee
keer zakgeld vragen want ze pra
ten toch niet met elkaar!" lacht
Sanne.
Sanne heeft nu de voordelen van
de stad èn het platteland. „In de
zomer ben ik het liefst bij m'n
vader, ik zit daar twee minuten
van het strand. Maar in de winter
ben ik liever bij m'n moeder.
Oostkapelle is een gehucht, daar is
echt helemaal niks te doen. In
Middelburg heb je de winkels en
discotheken".
Vijf kruisjes
Er zitten ook nadelen aan deze
regeling van het co-ouderschap.
Sanne vindt het heen en weer
fietsen het vervelendst, „Steeds
veranderen van plaats. Heb ik net
m'n kamer hier gezellig gemaakt,
kom ik daar in een zootje".
Het gesjouw met spullen is ook
lastig. „Ik heb twee kledingkasten
en waar ik ben gooi ik m'n kleren
in de was. Soms liggen er dus
kleren die ik aanwil net ergens
anders. Als ik uit ga heb ik bij
voorbeeld een panty hier, maar het
rokje ligt nog daar!"
Nu ze op het voortgezet onderwijs
zit, hebben haar ouders twee
boekenpakketten aangeschaft.
Toch vergeet Sanne nog al eens
wat voor school, zodat ze een
kruisje krijgt.
„Normaal moet je na drie kruisjes
nablijven, maar voor mij is dat pas
na vijf kruisjes".
In de afgelopen eeuw is er op het
gebied van de media pers, radio,
televisie en Internet nogal wat
veranderd. Eerst kreeg de krant
concurrentie van de radio en later
van de televisie. Satellieten en
kabels zorgden ervoor dat heel de
wereld bereikbaar werd. Op dit
moment maakt Internet een storm
achtige ontwikkeling door.
De makers van de kinderprogram
ma's van nu, houden alle nieuwe
mogelijkheden scherp in de gaten.
Een van hen is Joline van Boven;
zij is redacteur jeugdTV bij de
NCRV. Joline: „De programma's
waar ik bij betrokken ben zijn
bedoeld voor kinderen uit groep
acht van de basisschool."
Als redacteur probeert Joline zich
zoveel mogelijk te verplaatsen in de
gedachtenwereld van kinderen. Net
als volwassenen hebben kinderen
verschillende voorkeuren.
Joline: „Ik denk dat kinderen ten
opzichte van vroeger niet veel
veranderd zijn. Ze zijn wel veel
sneller streetwise
Zappen
De inhoud van programma's voor
kinderen is de laatste jaren flink
veranderd. Een tiental jaren terug
zetten kinderen de TV aan op een
bepaalde zender en keken het
programma dan uit. Door het grote
aanbod van zenders en doordat er
gezapt kan worden wisselen
kinderen tegenwoordig vaak van
zender.
Joline: „Samen met mijn collega's
proberen we om duidelijk herken
bare programma's neer te zetten
waarin veel variatie zit. Bij Alles
Kits beginnen we bijvoorbeeld met
iets kort zoals spetters, daarna een
tekenfilm en dan elke dag een
ander soort programma. Dat kan
zijn: Nederlands drama, een
informatief programma of een kwis
of spel programma."
Vijf kruisjes
Op de redacties wordt veel nage
dacht over de toekomst van de TV.
Wat er met de kinderprogramma's
op Nederland 1,2 en 3 gaat gebeu
ren is nog niet helemaal duidelijk.
Joline: „Het hangt van de politiek
af of er een gezamenlijk kindernet
zal komen."
Ook het gebruik van Internet houdt
de redacties bezig. Een goed voor
beeld daarvan is de website van
Willem Wever, die door zo'n 750
kinderen per dag wordt bezocht.
Joline: ,.Ik verwacht dat de nieuwe
media snel zullen groeien en veel
terrein zullen winnen, maar ik
betwijfel of ze ooit in staat zullen
zijn de TV van z'n plaats te
verdringen."
Het moet zo zijn
zegt de stem
in je hoofd
aan wie je
hebt beloofd
geen traan
te laten.
JZ Het moet zo zijn
en vrolijk
O nieuwe paden in,
het einci
<0 begin.
M- Het moet zo zijn,
<al
doet het
toch
een beetje pijn.
Marina van den Boogaart
Zingen kun je overal. In de
badkamer, op straat, op school.
In je uppie of met een hele
groep. Zoals bijvoorbeeld de
Koorschool uit Goes. En als ze je
dan vragen om in Amerika te
komen zingen, dan is dat toch
wel iets bijzonders.
Zo stapte Marinus Lichtendahl
(11) uit Kapelle onlangs met 32
andere jongens in het vliegtuig.
Op weg naar de nieuwe wereld.
„Ik had nog nooit gevlogen en in
Amerika was ik ook nog nooit
geweest," vertelt Marinus.
Best spannend dus. Na negen
uur vliegen - klokje terugzetten!-
landde het toestel in Chicago.
Daar stonden limousines klaar.
„Joekels van auto's," lacht hij.
Wat opviel waren de enorme
wegen en huizen. „Ik logeerde
bij mensen, die een knoepert van
een huis hadden met een enorme
tuin er omheen. Veel huizen
waren daar gebouwd van hout."
's Ochtends na het ontbijt - corn
flakes met een ei - ging de groep
onder leiding van Evert Heijblok
op pad voor optredens.
Geen krijtjes
Binnen een week moest de koor
school 14 keer het podium op. In
grote en kleine zalen. Of in
schoollokalen. Opvallend waren
de witte schoolborden.
„Ze gebruikten geen krijtjes,
maar viltstiften," vertelt Mari
nus. „Wat mij ook opviel was,
dat de kinderen daar dezelfde
spelletjes deden als wij in
Holland. Tikkertje en touwtje
springen. Maar wat het meest
opvalt zijn de baskets. Die han
gen echt overal aan de muren
van de huizen. Ook zijn er veel
pleintjes met basketbalpalen.
Het is daar echt een volkssport."
American Football
De optredens vielen bijzonder in
de smaak bij de Amerikanen.
Natuurlijk verstaan ze de tekst
niet van In een blauw geruite
kiel.
Ook de teksten van de Latijnse
liedjes zijn voor Amerikanen
totaal onbekend. „Maar we had
den ook Engelse liedjes," legt
Marinus uit. „En die teksten be
grijpen ze daar uiteraard beter."
Gelukkig was er ook nog tijd om
een partij American Football te
gaan bekijken. „Hartstikke leuk,
maar het lijkt weinig op ons
voetbal," vertelt Marinus. „Het
is keihard en lijkt het meest op
rugby."
Het geluid van de cheerleaders
klonk ook wat anders dan de
jongensstemmen van de koor
school. Maar dat spreekt
uiteraard vanzelf!
die vervangen moeten worden, de
optredens en de uniformen. Die op
brengst is toch wel goed. Zo goed
zelfs dat er nieuwe uniformen kon
den worden aangeschaft voor alle
muzikanten en de majorettes.
„Die hadden we net voor de grote
uitvoering, precies op tijd," vertelt
Jaap van Zaltbommel (16) „Nu
zien we er weer prima uit bij onze
optredens."
Bomen
Oud papier inzamelen is goed voor
het milieu. Er wordt nieuw papier
van gemaakt en dat scheelt weer in
bomen die omgekapt worden voor
het maken van papier. Per jaar za
melt Jonge Kracht zo'n vierhon
derd ton oud papier in. Hoe doen ze
dat?
Jacco de Broekert (11): „Bij een su
permarkt in het dorp staat een con
tainer waar de mensen het zelf
kunnen brengen. Die container is
elke week vol. Voor de ophaal-
ronde wordt er een advertentie
gezet om te vragen of de mensen
Niets houdt ze tegen. Regen, het oud papier buiten willen
sneeuw en kou deert de jeugd- zetten. Dan halen we op vrijdag
leden van show- en muziekkorps avond en zaterdagmorgen nog zo'n
Jonge Kracht uit Kapelle-Biezelin- zes volle containers op."
ge niet. Steevast elke twee
maanden gaan ze door het dorp en Het milieu is niet het belangrijkste
halen het oud papier op. voor Jonge Kracht. Voor hen is het
„Het is gezellig om te doen. Je bent belangrijker wat voor prijs ze
met een hele groep, we. krijgen voor het oud papier,
maken grapjes, er is altijd wel iets Het kost heel wat om een muziek-
om te lachen." korps draaiende te houden: Lessen
van de muziekschool, instrumenten
Als het regent trekken we regen
pakken aan en gaan we gewoon
door," vertelt Pieter Stroosnijder
(11) „Regen is wel vervelend, de
kar wordt glad en zelf blijf je ook
niet droog," zegt Elze Eertink (15)
„Maar, het oud papier weegt dan
zwaarder en brengt dus meer op."