de inrichting is zoo, met kantteekening en register, dat ieder zeer gemakkelijk kan vinden, wat hij wenscht na te zien. Deze acta moeten nu veel gekocht. Ons dunkt een oplaag van 1000 exemplaren moet binnen enkele weken weg zijn en dan zijn er nog geen 4 exemplaren in elke kerk. Er zijn er dus bepaald veel meer noodig. Geen ouderling of dienaar des Woords of diaken of ernstig meêlevend gemeentelid mag deze handelingen ongelezen laten, en onze Opzieners moeten meer doen dan lezen. Zij behooren ze ernstig te overwegen, te toetsen, te bespreken en indien zij er geen zaken in vinden, die strijden met Gods Woord of met de aangenomen ker kenordening, dan behooren zij de besluiten getrouwelijk uit te voeren. Het is de taak der gesamenlijke kerken om op elkander acht te nemen, opdat elke kerk doe, wat zij op de Synode onder aanroeping van den Naam des Heeren be loofd heeft, te zullen doen. Maar dan moeten ook de acta gelezen. Wij hebben in de credentiebrieven van onze afgevaardigden naar de Classes en naar O O de Synode geschreven, dat wij ons houden zouden aan hetgeen met meerderheid van keurstemmen werd goedgevondenmits het niet bewezen werd te strijden met Gods Woord of met de kerkenordening. Dit verplicht eiken kerkeraad en iedere Classe, deze acta ernstig te lezen en te bespreken, waar dit laatste mocht noodig blijken, opdat men dan ook met een goede consciëntie zich aan het beslotene kan hou den en dat kan helpen uitvoeren naar vermogen. Te zeggen, ik vertrouw, dat het wel alles in orde zal zijn, want de mannen, die te 's-[Jage saam waren, waren zóo godzalig en zóo ervaren en hebben de za ken zóo ernstig behandeld dat gaat niet aan, dat past niet bij de roeping van den Opziener, van den Wachter op Sions muren, die verantwoordelijk is bij God en ten deele ook bij de Gemeente. Die man is niet verantwoord met een beroep op menschen, maar alleen met een beroep op 't Woord. O, gewis er is alle reden, om te ver wachten, dat het te 's-Hage beslotene niet zal kunnen bewezen worden te strijden met Gods Woord noch met de kerkenordening, doch dit ontslaat den Kerkeraad niet van de verplichting, om te zorgen, dat hij met een goede consciëntie kan zeggen er is conform het Woord besloten. Op wat wijze hij dit nu doet, is zijn zaak, en er is meer dan een weg, om hier toe te geraken. Heeft men bezwaren, men verzwijge die niet, maar brenge ze op de Classe, vooral reeds op de Classe, waar uwe ge deputeerden ter synode verslag moeten uit brengen, Zij zijn 't best in staat, uwe be zwaren op te ruimen en het minder dui delijke u duidelijk te maken. Hoe meer en hoe ernstiger altijd meer deren aan de zaken door denken en spreken en handelen, een werkzaam aandeel nemen, hoe meer ook de zaken der kerk zullen bevorderd worden. Ruste 's Heeren zegen kennelijk en over vloedig op den arbeid onzer derde voor- loopige Synode te 's-Gravenhage gehouden. Sociaal Congres. De volgende week komt te Amsterdam op 9, 10, 11 en 12 November, zoo de Heere wil, het Sociaal Congres saam. Mannenbroeders van allerlei stand en rang, doch die den Christus der Schriften belijden en die zich ook in aardsche za ken willen houden aan de ordinantiën die God in Zijn Woord heeft gegeven, komen dan samen om met elkander van gedachten te wisselen over de hoogst ern stige vraag: Welke onze houding als Chris tenen moet zijn tegenover de sociale nooden van onzen tijd Men wil, om tot een antwoord te ge raken, de sociale quaestie bezien van haar christelijk godsdienstige zijde, van haar maatschappelijke zijde en van haar staat kundige zijde. In al onze couranten vindt men het vol ledig programma der samenkomsten als mede den grondslag, waarop men samen komt, afgedrukt. Zeker zullen allen, die het wel meenen met ons volk, die een oog hebben, om de ellenden, de misstanden, den bangen nood en de worsteling van velen te zien en een hart, om daarin met hen mede te lijden, en die vast overtuigd zijn, dat ook hierin alleen Gods Woord raad en middelen tot verlos sing kan geven, zich over dit congres hartelijk verblijden, en zullen zij den Heere in den gebede aanloopen, om zijn zegen over dit pogen af te smeeken en van Hem te begeeren, dat Hij daar geve den Geest des verstands en der wijsheid en des raads, opdat men er kloek, verstandig beraadslage en zoo mogelijk besluite. Dit eerste congres zal onmogelijk al het licht kunnen aanbrengen, dat gewenscht is. Het zal niet meer dan een eerste en daardoor nog zwakke poging zijn, om tot helder inzicht, tot recht verstand van den toestand en zijn oorzaken te komen. Er zijn hier vele en diep ingrijpende vragen te beantwoorden; met allerlei be langen komt men hier in aanraking, alleen zoo 't gelukt een juiste saam werking tus- schen huisgezin, kerk en staat aan te wij zen en tot stand te brengen, zal het vraagstuk, waarover het hier gaat, tot een goed einde kunnen gebracht worden. Op dit eerste congres zullen dan ook ge wis nog andere moeten volgen. Wij achten dit eerste een gelukkig en hoogst verblijdend teeken des tijds. Wij zien ook hierin een bewijs, dat de God onzer vaderen nog bemoeienis met ons houdt. O laat toch geen christen, geen belijder van Jezus' naam deze zaak met een koud hart of onverschillig oog aanzien. Die maar even kan, ga er heen en ar- beide naar gave en vermogen aan het welslagen van het beoogde doel. Alleen zij, die nog vasthouden aan God en Zijn Woord en dienst, kunnen ook in deze zaak het zout der aarde en het licht der wereld zijn. Laat dan toch niet deze poging mislukken door onze lauwheid of traagheid. Reeds veel te lang waren onze handen traag en onze knieën slap, laat ons in Heeren kracht ons weder oprichten en arbeiden naar Gods bevel; de Heere zal 't ons doen gelukken. Wij mogen dit verwachten op grond van zijn beloften. Zoo Hij met ons is, dan zal dit pogen niet ij del wezen. Dan zal het een zegen bren gen voor ons volk en dan zal Zijn Naam er in verheerlijkt worden. Ook hier is weer krachtige volhardende saamwerking zoo dringend noodig. Niemand kan gemist. Ieder heeft zijn plaats en zijn deel aan de taak. Ook dit zal door het congres duidelijk worden. Brenge en binde de Heere ons samen. God van den hemel doe het ons wel gelukken. 's Heerenloo. Woensdag, 21 October vergaderde te Utrecht de Vereeniging ter opvoeding en verpleging van Idioten en achterlijke kinderen »'s Heerenloo" te Er- melo. Die bijeenkomst werd door den voorzit ter, Ds. J. C. van Schelven van Dieren, geopend met gebed, het lezen van Jacobus 2 on een korte toespraak, waarin hij wees op de groote behoefte aan de Stichting, die als vrucht der reformatie was ontstaan. Aan het verslag ontleenen wij het vol gende Hoewel zeer klein begonnen, telde de Vereeniging nu reeds 1200 leden en begunstigers en 130 ijverige corresponden ten, waarvan in Amsterdam alleen reeds 16, die op flinke wijze de belangen dezer Stichting voorstonden. Aanraking en steun worden gezocht bij Jongel.- en Jongedoch- tersvereenigingen, voor welker adressen het Bestuur zich aanbevolen houdt. De uitgeschreven leening ad 50 mille, in aandeelen van 50, 100 en 500 gulden was volteekend men had reeds het gebouw 's Heerenloo aangekocht en op naam der Vereeniging gebracht. 70 a 80 verpleegden kunnen nu reeds plaats vinden. Een der nieuwe gebouwen is voor mannelijke en een voor vrouwelijke patiënten bestemd. De heer J. Pegman, hoofdonderw. te Kootwijkerbroek was benoemd om de idioten en achterlijke kinderen te onderwijzen, welke benoeming door hem is aangenomen. Hij bekwaamt zich thans voor zijn taak in het buitenland. Een suppletiefonds zou met goedkeuring, vim de Vereeniging worden opgericht voor kinderen van on- en minvermogenden. Zeer verblijdend was ook de mededeeling, dat de geplaatste busjes voor de Vereeni ging reeds hadden opgebracht ca. f 1300. Dr. H. M. Numans, van Harderwijk, treedt op als geneesheer der stichting. De verpleegden houden zich met tuinarbeid, tuinwerk enz. onledig. Met een woord van hartelijken dank aan allen, die het hunne hebben bijgedragen tot het welslagen dezer stichting, vooral ook aan de welwillende medewerking der pers, eindigde de secreta ris zijn omvangrijk verslag. Uit de mededeelingen van den Penning meester blijkt, dat de belangstelling in de zen arbeid der barmhartigheid gaandeweg toeneemtdat de giften, contribution en collecten op verblijdende wijze toevloeiden en dat vooral de steun, die uit Amsterdam de correspondenten, die van hunne sym- ontvangen werd, tot dank stemde. Hij bracht voorts een woord van dank aan al

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1891 | | pagina 3