Een woord van iisckid en Inleiding, de Inlreêprediealie Vier kostelijke plonien boeken De Kerstboekjes van CallenbaGh Be nieuwe Calalogns is ïoorhaiÉD. De Apostelen des Lams. Die ons nit zoo grooten dood verlost heeft. Het Gebed. H. VERHOOG, Halfweg No. 26. Ongeloof lijk werkt de L1KD00RNFLEISTËR ol TINCTDÜR Ook een bewijs. De waarde van het kleine geloof. Kerk- en Schoolnieuws. Officiëele Berichten. Verantwoording van Liefdegaven. BOEKBEOOHDEELIXO. Na dezen verstaan, door Betsy. An Irishman's difficulties with the Dutch language by Guby Na Gael. Rotterdam. Bredée. RECTIFICATIE. Christelijke Jongelings-Vereeniging „Herman Faukeel". Advertentiën. MARINUS HOUTERMAN, H. H. Hoofden van Christelijke Scholen en Onderwijzers op Zondagsscholen, Boekh. F1NOY. „Paulns aanbeveling van Timothens", Ds. A. LITTOOIJ „Vleesch en Woord" Os. J. O. WIELEN OA. PRIJS 25 CENT. voor slechts f7.50 franco thuis. Toen Diderot eens wild en woest zyn onge- loovige denkbeelden uitsprak en daarbjj in dolle drift schold tegen God en menschen, tegen Christenen en heidenen, zeide Franklin tot hem„Ik meende al de bewijzen te kennen voor het bestaan van God één had ik nog te leeren kennen. Hem te haten, Hem te bespot ten, ziedaar, mede een manier, om te bewijzen dat Hij bestaat, want het is niet mogelijk, iets te haten, dat niet bestaat, of waarvan men wezenlijk gelooft, dat het niet bestaat. In dit woord ligt reden tot beschaming voor de Christenen, want helaas, de vijanden zijn vuriger, krachtiger in het bestrijden van God en zijn zaak, dan de meeste geloovigen in het belijden van den naam des Heeren. Een eenvoudige vrouw, die steeds in bekom mering was over haar zelve, klaagde er over tot haar leeraar, dat haar geloof zoo klein en zoo zwak was. Zóó zelfs, dat menigmaal de vrees haar beving, of zij het geloof wel waar lijk deelachtig was. De leeraar vroeg haar daarop„Als uw ge loof zoo klein is, dan is het ook de moeite niet waard om het te bezitten. Iets, dat groot be hoorde te zijn, en nu zoo wegkruipend klein is, beteekent niet veel. Zoudt gij dat kleine geloof dan maar niet missen en prijsgeven willen Dit woord raakte de juiste snaar aan. „O neen", riep de vrouw met aandoening uit, „voor heel de wereld zou ik het niet wil len missen!" „Zoo", hernam de leeraar, „dan is dat kleine geloof toch wel van groote beteekenis, als gij het niet zoudt willen prijsgeven, zelfs niet voor heel de wereld." Dat gesprek was de vrouw tot zegen. Dan kende voor wat God geschonken had, werd het nu haar dagelijksch gebed, dat de Heere haar het geloof vermeerderen mocht. „Die zielen vangt, is wijs," zegt de Schrift. (iOvergenomen DRIETAL te Franekerdr. J. Ridderbos te Oosterend. ds. C. B. Schoemakers te Alfen aan de Rjjn. ds. J. Tholen te Hasselt. TWEETAL te Bergentheim (O.)ds. F. Rispens te Enter (O.) ds. J. E. Westerhuis te Zuidwolde (Dr.) BEDANKT voor Vijfhuizen (Haarlemmermeer): ds. D. B. Hagenbeek te Ouderkerk aan den IJsel. voor Uitwijk en Waardhuizen: ds. F. Rispens te Enter. Ds. J. v. d. Berg, van Terneuzen over gekomen, deed j.l. Zondag zijn intrede te Feijenoord. Z.Eerw. had tot tekst gekozen 1 Cor. 3 9. De bevestiging had plaats door ds. van Hae- ringen van Katendrecht. Cand. M. Uijtenhoudt, beroepen pred. te Zaamalag B, hoopt 29 November a. s. aldaar zijne intrede te doen, na des morgens tot het predikambt te zijn ingeleid door Prof. dr. H. H. Kuyper, van Amsterdam. dan zullen ze weten, dat ze met Harm Tiemens te doen hebben, die het voor u zal opnemen". „Nu moet ge mij ook niet kwalijk nemen, Tiemens sprak Bart, „dat ik meer vertrouwen stel in uw eerste woorden, dan in de laatste. Want het is niet Harm Tiemens, die my be waart en beschermt, maar de Heere is het, die over ons waakt, en die het voor ons opneemt, en die dat ook reeds zoo klaarblijkelijk getoond heeft. Daarenboven Tiemens het gebeurt in den laatsten tijd nogal eens, dat ge door den drank beneveld zyt, en dan weet je zelf niet, wat je doet. Doch ik heb je gisteren den raad gegeven, niet meer te drinken, en ik wenschte wel, dat je dien raad wildet opvolgen het zou voor je zei ven en voor je gezin zoo goed zijn." „Dat heb ik me ook voorgenomen, Bart! en ik heb het ook aan mijn vrouw beloofd, want ik heb nog nooit zoo goed als thans, de schade lijke gevolgen er van ingezien." „Welnu", zeide Bart, „dat kan alles nog wel weer in orde komen. En wat nu betreft, gelijk ge zooeven zeidet, dat je bij God geen verge ving zoudt kunnen vinden voor je zonden, daaromtrent wil ik je dit wel verzekeren, dat Hij de grootste zonden vergeeft, indien ze in oprechtheid voor Hem beleden worden. Dit weet ik bij ervaring. En nu werd Bart welsprekend. Vlissingen BStemgerechtigde manslidma ten worden uitgenoodigd mede te werken tot het formeeren van een grostal voor de a. s. verkiezing van Ouderlingen en Diakenen. Daartoe kunnen billetten ingeleverd worden met de namen van hen, die men op het gros tal wenschte geplaatst te hebben, (Voor beide ambten afzonderlijk). Tot het in ontvangst nemen der billetten zal D. Y. Maandag 9 Nov. a- s., des avonds van 6%—7Vz uur en van 9—9ty2 uur een commis sie uit den Kerkeraad zitting houden in de consistorie der N. Middelkerk. Namens den Kerkeraad, P. G. Laernoes, Scriba. Meliskerke, 5 November 1908. Gisteren (Dank dag) vond de Diakonie in de collecte eene gift groot f25 met bijschrift: „dit jaar vrijgesteld van tienden te geven aan de Burgerlijke Over heid, schenken wy dit aan den dienst des Hee ren, de helft voor de kerk en de helft voor de armen". Vinde dit goede voorbeeld navolging! Namens den Kerkeraad, C. Polderman, Scriba. Rotterdam, J. M. Bredée. 'Dit boekje, met goede platen versierd, geeft on3 een verhaal naar het leven. Een meisje, kind van vrome ouders, treedt na den dood haars vaders in het huwelijk met een wereldseh man en doolt al verder van den goeden weg. Eerst wordt heur man haar ontnomen, daarna haar eenig kind, haar afgod, maar juist deze verliezen worden voor haar eeuwige winste, zoodat ze „na dezen verstaan" leerde, waarom God zoo met haar handelde. Gaarne bevelen we het ter lezing aan. Littooij. Ook ontvingen we van den uitgever J. M. Bredée te Rotterdam eenige boekjes, die er voor het oog al bijzonder aanlokkelijk uitzien, benevens de catalogus der Zondagschooluit gaven. Mij dunkt, onderwijzers of ouders, die hunne kinderen vooral met de a. s. feestdagen een boekje present willen geven, hebben hier ruime keuze. Om enkele te noemen 1. „Achter de schermen", van O. F. Walton, een heel lief boekje, dat we gerust kunnen aanbevelen. 2. „De Savoyaard en de Aartsbisschop", van J. de Liefde. Een oud verhaal in een keurig, nieuw gewaad gestoken. En wat de waarde bovenal verhoogt, het is een ware geschiedenis. 3. „De goedertierenheden des Heeren zjjn voor degenen, die Hem vreezen", P. Sparenburg. Eveneens een boeiend verhaal met mooie platen en plaatjes. 4. „Alleen op een wrak", door 0. Brouwer. Ook weer een ware gebeurtenis met vele historische wetenswaardigheden. 5. „Vurige kolen in het ijskoude water". A. C. de Zwart. Dit is een jongensboek. En waar het reeds een 6e druk beleefde, spreekt het voor zichzelf. Ieder die dus mooie boekjes voor uitdeeling op Zondagsschool wil hebben, zouden we raden den catalogus van den heer Bredée aan te vragen. Littooij. Met gloed en met ernst vertelde Bart nu aan Tiemens hoe hy als een verloren zondaar genade en vergeving gevonden had aan des Heeren voeten. Nu en dan pinkte de anders zoo onverschil lige boer Harm Tiemens, onder Bart's mede- deelingen een traan weg. En toen Bart ophield met spreken zeide hy „Bart, ik wenschte wel, dat ik zoo gelukkig was als jy". „Die zyn zonden belijdt en laat, dien zal barmhartigheid geschieden sprak Bart plechtig. „Barmhartigheid geschieden herhaalde Tiemens werktuigelijk. „Barmhartigheid en vergeving? Voor my ook nogNeen Bartdat is niet mogelijk." En Tiemens bedekte zyn gelaat met beide handen, terwijl hy zyne tranen den vryen loop liet. „Ja, Tiemens, toch is het zoo", hernam Bart. „Wie tot Jezus komt in oprechtheid, als een verloren en berouwhebbend zondaar, wordt niet door Hem uitgeworpen en van Zyn ge- nadetroon wijst Hjj niemand terug, want dan zou Hy mij ook hebben moeten terugwijzen want ik was een groot zondaar, niet minder dan gy, Tiemens, en toch heeft mij de Heere genade bewezen." „Maar gy zyt, zoolang ik U gekend heb, pooit een dronkaard of een vechter geweest, Naar ik meen, is dit de eerste maal, dat een niet-Hollandsch boek in Z. K. wordt aange kondigd. Dat het met dit boek gebeurt is dan ook, omdat het in nauw verband staat met Holland. We hebben hier te doen met een Ier, die alle moeite doet om in Holland Hollandsch te spreken. Of dit dan zoo'n wonder is Maar gy kent ze toch wel, de Engelschen met d'r schrale figuur, met d'r dikke schoenzolen, met d'r bruine zak-jassen, met d'r ontzaggelijke tabakspijpen en onafscheidelijke Baedekers, die in den vreemde doen, alsof alles het hunne was en minachtend de schouders ophalen voor het schoonste van ons mooie land Zy moeten ergens naar toe, dan komen ze op je toe, groeten je niet, bijten je een rauwe klank, die den naam van de „street" voorstelt in je oor, kyken je pal in je oogen en doen verbazend verontwaar digd, als je ze niet begrijpt. Heel vriendelijk is 't daarom van dezen Ier (O'Neill is zyn naam), dat hy tenminste begrijpt, dat de menschen in Holland beter Hollandsch verstaan, dan En- gelsch. Hy tracht dan ook, om Hollandsch te spreken, maar heeft daarmee natuurlijk allerlei moeilijkheden en „schiet daarbij niet weinige bokken", zooals het in schooljongens-taal heet. Of 't waar gebeurd is Ik weet het niet, maar misschien dat de heer Brown (ik meen Schotsch predikant te Rotterdam) daarover beter inlich tingen kan geven, daar hy de schrijver is van dit boekje. Wie het Engelsch meester is (moei lijk Engelsch is het niet), en de sombere, woor denrijke lectuur van onzen tyd eens wil af wisselen met gezonde humor, bestelle daarom gerust „An Irishman's difficulties with the Dutch language" by den uitgever Bredée, die dit boek op de hem eigene wy'ze verzorgde. Bouma. De lezers van „Zeeuwsch Kerkblad", zullen, indien het hen ging als mij, de vorige week wel vreemd opgezien hebben over de zonder linge combinatie onder aan de eerste kolom van 't Feuilleton. Men kon daar lezen„er valt geen muschje op de aarde zonder de bee- nen des mans". De lezers zullen echter begrepen hebben dat ik dit niet schreef, maar dat die laatste regel behoorde by het stuk van ds. Laman. Pek ah. Gewone Vergadering D. V. Woensdag 11 November 1908, des avonds 8 uur, in de con sistorie der Gasthuiskerk. Te behandelen I. Gewijde Geschiedenis. Gen. 27, 28 en 29. II. Letterkunde. De Muiderkring. Voor de vele bewijzen van belangstelling, ontvangen na het overlijden van mijnen ge liefden Echtgenoot, betuig ik mijnen hartelij ke» dank. Wed. C. HAAIJVader. Koudekerke, 6 Nov. 1908. Oude Vlissingsche weg. Bartgelyk ik. Ik ben door het lage en door het gemeene heen. Neen, voor my is geen redding meer." En weer stroomde zyn tranen zoozeer, dat Bart's vrouw er ook door bewogen werd, en niet minder snikte dan Harm Tiemens. „Hoor e'ens, Tiemens!" zeide Bart, toen deze eén weinig tot bedaren gekomen was, als het u in oprechtheid en in ernst er om te doen is, voor uwe zonden vergeving te zoeken, dan zult ge ze vinden, want de Heere is getrouw in het vervullen van Zyne beloften. „Hy is naby de ziel, die tot Hem zucht Hy troost het hart, dat schreiend tot Hem [vlucht Dat ongeveinsd, in 't midden der ellenden Zich naar Gods troon met zyn gebeen blijft [wenden. Hy geeft den wensch van allen, die Hem [vreezen Hun bede heeft Hy nimmer afgewezen." „Ja, ja," sprak Tiemens, „Hy geeft den wensch van allen, die Hem vreezen doch ik ben niet godvreezend maar goddeloos „En goddeleozen worden om niet gerecht vaardigd" sprak nu Bart's vrouw. „Dat heb ben wy ondervonden. Bart heeft niet te veel gezegd; want van Gods vergevende liefde en genade kan niet te veel gezegd worden. Kondet ge dat nu maar gelooven, Tiemens." Heden trof my de gevoeligste slag myns levens, daar het den Heere be haagde van mijne zyde weg te nemen myn geliefde Echtgenoot en der kinderen zorgdragenden Vader in den gezegenden ouderdom van drie en tachtig jaar en bijna vier maanden, na een gelukkige Echtvereeniging van 47 jaar en 6 maanden. Namens KinderenBehuwd- en Kleinkinderen Wed. M. HOUTERMAN- Louwerse. St. Laurens, 5 November 1908. WmBSBÊSBÊÊÊÊÊ^ÊÊSÊ^SÊÊÊÊÊÊBM zyn verschenen en worden op de zelfde voor waarden geleverd door Onderstaande werken van Ds. G. DOEKES te Nieuwdorp zijn te bekomen by eiken Christel. Boekhandel en by de Uitgevers J. OLTHOFF te Hardenberg en J. OLTHOFF te Middelburg Een karakterstudie. Gebonden f 1,40. Ingenaaid f 1, Gebonden f0,80 Ingenaaid f 0,50. Gebonden f 0,90. Ingenaaid f 0,60. van W. HUBREGTSE, Drogist. Weldra verschijnt bij den Uitgever A. D. LITTOOIJ Az. te Middelburg: door en door Beide uitgesproken te Middelburg 25 Oc tober 1908. Het woord van afscheid is door Ds LITTOOIJ breeder uitgewerkt dan het uitgesproken is. No. 1. „Uit het Woord" doordr. A. Kuypir, gebonden in mooie stempelband f2.25. No. 2. De herder en de kudde, ook in stempelband en verguld op snee. No. 3. Gratia, dat keurig geschreven werk door Mevr. de wed. van der P., ook in stempelband. No. 4. De boeren op St. Helena, met 40 platen ook in linnenband. Deze 4 keurige gebonden boeken in plaats van f5.50 voor slechts fl.öO franco thuis. Wie f2.50 zendt, ontvangt er ook nog by dat mooie werk, gebonden, Excelsior, onder redactie van Hoogenbirk, formaat als een kwarto St. Bybel, dat versierd is met vele platen, keurige verha len, verzen enz. enz. in linnen stempelband gebonden, en hetwelk f 4.25 kost. De 100 eerste bestellers ontvangen ook nog 25 ansicht kaarten gratis. Verzending, alleen by vooruitbetaling, door Schryf er vooral by voor de 4 of 5 gebon den boeken uit het „Zeeuwsch Kerkblad". „Och, ik heb altoos met het geloof den spot gedreven", hernam Tiemens. „Hoe heb ik me nigmaal gespot met het eenvoudig geloof van myn schoonmoeder, tot groote ergernis van myn vrouw, die dan somwijlen boos werd. Doch dan zeide ze tot myn vrouw: „Kind! ge moet niet boosworden". Ik heb my altoos een vyand van God en Zynen dienst getoond, en daarom zal er voor mij wel geen genade en vergeving zyn". „Maar God bevestigt zyne liefde jegens ons hierin, dat Christus voor ons gestorven is, toen wjj nog vijanden waren," sprak Bart weer. Doch Tiemens schudde het hoofd. Nog eenigen tyd werd dit gesprek voort gezet en het was intusschen vry laat geworden, toen Tiemens van Bart en zyne vrouw afscheid nam, eensdeels verlicht, dat hy zyn hart eens uitgestort had, doch anderdeels gebogen onder den last zyner zonden. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1908 | | pagina 3