FEUILLETON* EVERT VAN DER WALLE. KERKNIEUWS* In de laatste jaren is dit echter ver beneden het ééntiende gezakt en is nauwelijks meer dan één- veertiende deel. Verschillende oorzaken worden genoemd. Ernstig worden deze vragen ter overweging gegevenIs er verslapping Is er gebrek aan ernst in de prediking, in het onderwijs, in het huisbezoek, in de huiselijke verhoudingen Is er verslapping in het getuigen Ja, er is een breede, steeds groeiende Evangelisatie-arbeid, waarvan we veel goeds weten, maar is de per soonlijke propaganda er wel Niet opzettelijk in vereenigingsleven, niet of ficieel in samenkomsten, maar in heel het leven, in alle verhoudingen. Iets van hetik geloof en daarom spreek ik Is de levensopenbaring wel in overeenstem ming met de belijdenis en daardoor winnend We roemen ook dat we alle kosten van ons kerkelijk leven zelf opbrengen en niet door de zilveren koorde aan den staat gebonden liggen. Inderdaad heeft het Gereformeerde volk in het verleden groote offers gebracht. Maar veranderen ook hier de tijden niet Nu wordt ineens van bezuiniging alle heil verwacht en die bezuiniging dikwijls verkeerd toegepast. Geen levensversobering, maar verla ging van kerkelijke bijdrage, opzegging van contributies enz. Er zijn menschen, die onder de crisis in 't ge heel niet geleden hebben, die even groot kapitaal bezitten, en toch meenen dat ze ook aan de bezuinigingswoede moeten deel nemen, 't Staat thans min of meer gekleed zich onder de armen te rekenen. Terecht merkt Prof. Grosheide op, dat door gaans in de kerken zuinig is huisgehouden, zoo dat er weinig meer te bezuinigen valt. We moe ten in dezen tijd beter verstaan dat het goud en zilver van den Heere is en niet van ons. Ook wordt in verband met de vermindering van ledental zij 't schoorvoetend de vraag gesteld of er ook in Gereformeerde kringen een doorwerking van het droeve stelsel der geboor tebeperking is, zoodat het aantal gedoopten naar evenredigheid ook daardoor steeds daalt. Dr. Sanders heeft eenige weken geleden ont stellende cijfers genoemd ten aanzien van den geboorte-achteruitgang. Hoewel geconstateerd wordt, dat de Calvi nisten verreweg het grootste aantal kinderen hebben, moet toch ook erkend worden, dat per centsgewijze het kindertal bij alle godsdienstige groepen de laatste jaren in gelijke mate is af gekomen. Waar gaan we heen, wanneer de geboorte beperking nog sterker ingang gaat vinden Nu is 't reeds zóó ver gekomen, dat het kindertal eind vorige en begin dezer eeuw tot ongeveer de helft is teruggeloopen. Als oorzaak voor den achteruitgang van het kerkelijk leven kan ook het gemengde huwelijk genoemd worden. Hoe gemakkelijk verwisselt men tegenwoordig van kerk. De aanwinst van leden, die vanwege hun hu welijk tot ons overkomen, is lang niet altijd zoo verheugend als 't lijkt (de goeden niet te na ge sproken), omdat wie onverschillig is ook voor een bepaalde kerk geen voorkeur heeft. De statistische overzichten van Dr. Sanders zijn eveneens leerzaam ten opzichte van het godsdienstig leven van de kinderen uit gemeng de huwelijken. Deze wijzen uit dat in de huwelijken tusschen Roomschen en Protestanten de kinderen meestal de richting van de moeder volgen. In heel veel gevallen breken de kinderen uit deze gemengde huwelijken evenwel met alle re ligie. Dr. Sanders merkt op Opvallend is voor al de sterke toename van het aantal gemengde huwelijken, wier kinderen als godsdienstloos staan geregistreerd. Waarlijk we hebben in eigen tuin voldoende te wieden. We kunnen begrijpen, dat men het beu wordt steeds op het onkruid in anderer hof te wijzen. Geve God dat Zijn slaande hand ook ons vernedere. A. B. W. M. KOK. ZONDAGSHEILIGING. 'ff Zondag j.ï. was het buitengewoon druk in onze stad. Een groote menschenmassa bewoog zich door de straten onder leiding van politie agenten te paard. Aan alles was te zien, dat er groote vreugde heerschtede jonge menschen (VAN EEN ZEEUWSCHEN JONGELING IN DE ZEVENTIENDE EEUW) DOOR H. KINGMANS VII. En dan mocht de vijand komen de Holland- sche zeeman was niet voor een klein geruchtje vervaard en hij zou den tegenstander of den kaper een warme ontvangst bereiden Evert zag zich al op zulk een schip, zwalkend over de groote zeeën, hem onbekende gebieden bezoekend. Hij was er zóó van vervuld, dat hij aan niets anders dacht en geheel vergat, waar voor hij eigenlijk naar die plaats gekomen was. Het vernemen van eenig geluid achter hem bracht hem terug tot de werkelijkheiddaar stond oude Kees Evertsen, een breede, ineen gedrongen figuur met een bakkebaardje de beenen wijd uitgeplant, als zeelui plegen te doen. Zijn gelaat had een vredige uitdrukking. Onder zoekend keek hij Evert aan. „Zoo, kerel", zei hij, een stompje van een steenen pijp met ruwe tabak vullend. Kees Evertsen was een eerste klas smoker. Hij had op een schip gevaren, waar de kapitein het rooken streng verboden had. Rooken was duivelswerk. En wie er op betrapt werd, kon er op rekenen, dat hij, op bevel van den kapi tein, met een touw op den blooten rug kreeg. Dat was nog erg genadig, vond Kees, als hij in de rijtuigen gezeten, stonden in het middel punt van alle belangstelling. Zij v/aren de helden van dezen dag. Middelburg's roem hadden zij hoog gehouden in de voetbalwereld. Een prach tige overwinning was bevochten. Nu is het niet onze bedoeling om over de voetbalsport te gaan schrijven, al kunnen wij zeer zeker tegenwoordig spreken van een sportver- dwazing en sportvergoding, maar alleen over de Zondagsheiliging in verband met deze voetbal match. Waarom moeten in ons land die wetstrijden altijd plaats hebben op Zondag, waar wij thans toch hebben den vrijen Zaterdagmiddag Geeft Engeland ons in dezen geen goed voor beeld Wil men met den Zondag niet rekenen, men kan het doen en is er voor in de gelegenheid deze anders te besteden, doch daarom is het niet noodzakelijk, dat anderen gedwongen daardoor worden tot arbeid, welke zij anders niet hadden moeten verrichten, dat de stille rust, op den Zondag zoo heerlijk, wordt verstoord. De menschen worden steeds meer afgetrokken van God en Zijn dienst, ook zulke openbare betoogingen werken daaraan mee. Waartoe de excessen van de sport leiden, wij hebben het gezien op onzen nationalen biddag in November, de kerken kwamen samen om te bidden voor den nood der tijden, een trein vol menschen naar Parijs om de wedstrijd Frankrijk- Nederland bij te wonen. Er is geen opmerken. Nog steeds, gelijk vroe ger in Rome Brood en Spelen. In den laatsten tijd wordt ons van de zijde der sociaal-democraten er voortdurend opgewe- zen, dat godsdienst en sociaal-democratie geen tegenstellingen vormen zij wijzen op Engeland, waar duizenden immers stemmen op de Labour- candidaten. Dit moge waar zijn, maar houdt men in Engeland den Zondag niet meer in eere Als nu de moderne Bestuurdersbond de voet baloverwinnaars van Zondag j.l. huldigt, spreekt zij dan daarmee niet uit een beginsel, dat regel recht ingaat tegen het Christelijk beginsel Onze Christenen moeten in deze dagen Christelijk ge organiseerd zijn, het gaat om de heiligste goe deren, het gaat om onze kinderen. Van de sport gaat voor velen een bekoring uit, ook voor onze jonge menschen (zij waren ook te vinden in deze optocht), daarom hebben wij alle krachten in te spannen om hen te behouden, maar niet ten koste van den Zon dag. Hebben velen zich langzamerhand op deze wijze niet losgemaakt van de kerk en van den Heere, den God hunner vaderen Wij betreuren, dat dit alles kon geschieden, met toestemming van de gemeenteautoriteiten, waarom wij hopen, dat een onzer raadsleden erover nadere inlichtingen vraagt in een verga dering van den gemeenteraad. Alleen in den weg Gods wandelend, kunnen wij Zijn zegen verwachten bidden wij daarom steeds meer om den terugkeer tot der Vaderen God, die ook in onze ernstige tijden kan en wil helpen. Middelburg. SCHEELE. DE VRIJE UNIVERSITEIT. Toen de fatale termijn van 5 December 1930 in het zicht kwam, toen zij, wien het lot der Vrije Universiteit ter harte gaat, de mogelijkheid zagen opdoemen, dat deze instelling, haar met zooveel moeite verkregen rechten weer zou ver liezen, toen hebben velen in hun hart gezegd „dat nooit". Toen moesten er hoogleeraren komen, toen moest een stichtingskapitaal worden gevormd, toen zou een laboratorium worden gebouwd. En er kwamen hoogleeraren, en er ontstond een stichtingskapitaal, en het laboratorium staat nu reeds bijna onder de kap. Zelfs kwamen er stu denten, meer dan men aanvankelijk had durven verwachten. Dus is alle vrees beschaamd, dus is de eer der Vrije Universiteit gered en daar mede die van het Gereformeerde volk. Zeer zeker, maar zullen nu ook de conse quenties worden aanvaard Men bouwt een huis om te bewonen en men sticht een laborato rium om er in te doen werken. Dat werken kost geld, veel geld zelfs, elk jaar weer. Dat is her haaldelijk gezegd, dat heeft men dus geweten. Misschien is het een oogenblik, in de vreugde over hetgeen bereikt was op den achtergrond geraakt. Maar geweten heeft men het toch. En nu komt er de moeilijke tijd, nu is er malaise allerwegen. Nu zijn er zooveel andere dingen dat vertelde. In het leger van Prins Maurits mocht niet gerookt worden op straffe van den dood Maar de kapitein had zijn strenge houding moeten laten varen en in het leger van Prins Maurits werd geen enkel doodvonnis voltrok ken aan een overtreder van het rookverbod. Het rooken kwam al meer in zwang en langza merhand deed Kees niets liever dan een pijpje „toeback suygen". Hij deed het op al zijn reizen en nu hij aan den wal was en den lichttoren verzorgde, was de steenen pijp, door en door bruin gerookt, zijn onafscheidelijke metgezel. „De pijpenmakers in Gouda moeten ook leven", lachte hij dan. Met een onderzoekenden blik zag hij Evert aan. „Wat zit je hier te staren, jongen „Naar de zee kijken, zooals je ziet", antwoord de Evert, wat onvriendelijk. „Een pracht van een boot was dat daar. 'k Wou dat ik er op voer." „Wordt het je weer te machtig, maat Oude Kees wist wel, welk verlangen den jongen bezielde. Meermalen had Evert het hem te kennen gegeven. En hij mocht het vuur van den flinken jongen wel. Die wilde de wijde we reld in. Zoo hadden, met hem, honderden jon gens in Holland en Zeeland gedacht. En niet tegenstaande den oorlog met Spanje was de Re publiek al grooter geworden. Daar zat durf en pit in dien Evert. Maar ja Kees wist ook, hoe vader en moeder Van der Walle er over dachten... „Zeg, ouwe", begon Evert in eenen, zonder inleiding, „als ik eens van het eiland wegliep en mij liet aanmonsteren die aandacht engeld vragen nu is het ge vaar niet gering dat men de gedachte aan de Vrije Universiteit maar liever op den achter grond dringt nu zou het wel kunnen zijn, dat het pas begonnen werk heel spoedig in ernstige moeilijkheden zou komen. Tenzijja, tenzij, de daad waarmede het Gereformeerde volk de Vrije Universiteit redde, waarlijk een geloofsdaad was G. J. SIZOO. TWEETAL TE Hoek (Z.Cand. C. B. Bavinck te Rotterdam. Cand. M. P. van Dijk te Amsterdam. BEROEPEN TE Hoek(Z.): Cand. C. B. Bavinck te Rotterdam. AANGENOMEN NAAR BeetgumCand. J. Weggemans te Amsterdam. Scheveningen (5de pred.pl.): C. W. Keur te Oudewater. In den ouderdom van 66 jaar overleed deze week te Amersfoort Ds. H. Teerink, em. pred. van de Geref. Kerk aldaar. De thans ont slapene aanvaardde de heilige bediening in 1893 in de Geref. Kerk van Werkendam B, en ver bond zich einde 1896 aan de Geref. Kerk van Amersfoort B. Mede onder zijn leiding kwam in 1915 de ineensmelting tot stand van de Ker ken A en B ter plaatse. Tot 1927 heeft Ds. Teerink de vereenigde Kerk gediend, in welk jaar hij op zijn verzoek, om gezondheidsredenen, eervol emeritaat ontving. Tot vóór enkele maan den ging hij bijna eiken Zondag uit preeken. Den laatsten tijd was hij lijdende. Zijn naam blijft te Amersfoort in gezegende gedachtenis. Geen vrouwen op den preekstoel. De kerkeraad der Geref. Kerk te Leeuwarden heeft een verzoek van de afdeeling Leeuwarden van den Nederl. Christen Vrouwenbond om de Koepelkerk een avond te mogen gebruiken voor een gebedsure in verband met den wereldge bedsdag der Christelijke vrouwen afgewezen om principiëele bezwaren daartegen. De kerkeraad sprak uit, dat het in de Geref. Kerken geen ge woonte is, dat vrouwen in publieke godsdien stige samenkomsten optreden. Te Nijmegen heeft de Kerkeraad der Geref. Kerk, wegens het gebleken feit, dat leden der Kerk des Zondags thuis blijven om 'n radio- preek te hooren, besloten aan de Deputaten voor de uitzending van radiopreeken te verzoe ken het daarheen te leiden, dat de Geref. pre dikanten, die een radiopreekbeurt vervullen, daarbij eraan herinneren, dat deze preeken niet worden uitgezonden voor wegblijvers uit de kerk, en dat het wegblijven een „zondige daad" is. In dagen van crisis. De Bazeler missie. Het Bazelsch Zendingsgenootschap had over 1931 een belangrijk tekort, dat echter binnen enkele weken nu reeds aangezuiverd is. Het ge nootschap ontving voor het tekort ruim 200.000 d.w.z. iets meer dan het te kort bedroeg. Het schijnt, dat de malaise toch aan den anderen kant ook velen doet gevoelen, dat men de .kerk en de Zending niet mag laten ineenzinken. N. C. P. V. Bijbelverkoop in Engeland. In Engeland is de verkoop van Bijbels sinds den aanvang van de groote crisis van week tot week toegenomen. In 1931 werden in Engeland in totaal 3 millioen bijbels en nieuwe testamen ten verkocht. Te Wassenaar is, ruim 63 jaar oud, na een kortstondige ziekte overleden Ds. F. A. van der Heijden, emeritus-predikant der Geref. Kerk aldaar. Ds. van der Heijden, die 6 Sept. 1868 te Rot terdam geboren werd, ontving zijn opleiding aan de Theol. Faculteit der Vrije Universiteit te Amsterdam. Na in 1893 zijn candidaatsexamen gedaan te hebben, werd hij op 7 Jan. 1894 tot het ambt van dienaar des Woords bij de Geref. Kerk van Gerkesklooster bevestigd. Vier jaren arbeidde hij hier, om daarna naar Oudewater te vertrekken, waar hij nog al met mysticische elementen te kampen kreeg. Na vijfjarigen arbeid alhier moest hem om gezondheidsredenen eme ritaat verleend worden. Evenwel reeds in 1904 Vol verlangen keek hij naar den ouden zee man, hem het antwoord van de lippen willende lezen. „Wat zeg je daar was de wedervraag. De lichtwachter had het niet goed verstaan, want Evert had niet zoo luid gesproken als anders, misschien wel, omdat hijzelf gevoelde, niet in den rechten weg te zijn. „Als ik eens van het eiland wegliep en mij liet aanmonsteren Heftig schudde de oude man het hoofd. „Niet doen, Evert. Niet doen, jongen. Daar kan nooit, nooit zegen op rusten." „Maar waarom laten ze me dan niet gaan barstte Evert los. „Dat weet ik niet. Of ja, ik weet het wel. Je vader en je moeder willen hun eenig kind niet missen. En je moet gehoorzaam wezen, Evert." „Moet ik dan mijn heele leven hier slijten en op den botter varen riep Evert vol wan hoop uit. „Dat weet Hij alleen." En vol eerbied wees oude Kees omhoog naar de blauwe, wolklooze lucht, waaraan de middagzon haar loop naar het Westen voortzette, om straks in de zee weg te zinken, naar het scheen. „En wat zou dat dan nog, Evert vervolgde hij. „Wees tevreden met je lot, mijn jongen. Op zee zwalken, vreemde landen zien, het is mooi, maar het is lang niet alles, 'k Weet er van mee te praten." „Maar je kunt er toch maar smakelijk van vertellen „Dat is wat anders. Zeker, 'k heb veel mee gemaakt, maar het leelijkste vertel ik natuurlijk niet. Je moet heusch niet denken, dat het op de kon hij weer tot het ambtswerk ingaan, toen hij in Oudshoorn een nieuwe Gemeente verkreeg. Hier heeft hij den langsten tijd, n.l. 14 jaren, mogen dienen. Aan het einde van 1918 verbond hij zich aan de Kerk van Wassenaar, die hem, haar eersten predikant, bijna 10 jaren mocht bezitten. Hij gaf een gezonde, practische prediking, die velen in hun leven tot steun geweest is. De classis Meppel der Geref. Kerken nam in hare vergadering van 10 Februari 1932 te Hoogeveen de volgende conclusies aan als stellingen inzake de Pinksterbeweging I. Met andere sectariërs heeft de Pinkster beweging gemeen de kenmerken van het reli gieus individualisme en het religieus subjectivis me, uitkomende in de minachting van kerk, be lijdenis en genademiddelen. II. De opvatting, welke in de kring der Pink stergemeente (gemeente des Heeren) heerscht omtrent wedergeboorte is in strijd met Schrift en Belijdenis, omdat zij a. eenerzijds ontkent de geestelijke achter grond ervan (verkiezing en genadewerk Gods); b. anderzijds miskent hare geestelijke vrucht (geloof, bekeering, heiligmaking). III. De Pinksterkring staat in zijn geestes richting onder den invloed van valsche mystiek en geestdrijverij, gelijk dit zich openbaart in doopersche mijding, perfectionistisch streven en subjectieve Schriftbeschouwing. IV. Ten onrechte wordt een beroep gedaan op bepaalde uitspraken der Heilige Schrift om de leer van de voortgaande uitstorting des Hei ligen Geestes en den zoogenaamden Pinkster- doop in hun kring te rechtvaardigen. V. De geestelijke gaven o.a. van tongen- spraak en gebedsgenezing, welke de Pinkster gemeente (gemeente des Heeren) in eigen kring meent te bezitten en te openbaren, behooren krachtens haar aard en doel tot den eersten tijd der Christelijke Kerk en maken geen wezenlijke kenmerken uit van de kerk zelve. VI. De kerk is gerechtigd en verplicht op de aanhangers van deze secte, welke in haar midden een plaats hebben, na ernstig vermaan en onderricht de uitoefening der tucht toe te pas sen op grond van afwijking in belijdenis en ver achting en verwaarloozing van kerk en genade middelen. Kerk en geboortecijfer. Ds. P. van Dijk schrijft in „N. Holl. Kerkblad": „Er is dezer dagen een boek van den Rotter - damschen geneesheer Dr. J. Sanders verschenen, waarin is neergelegd het resultaat van een on derzoek aangaande het dalende geboortecijfer bij niet minder dan 24.644 Rotterdamsche gezin nen gedurende de laatste 50 jaar. Nu blijkt uit dit onderzoek, dat gelukkig nog de Calvinisten in dit opzicht er iets beter voor staan dan de Roomschen, en zij beide weer beter dan de zeer uiteenloopende groepen, die Dr. San ders saamgenomen heeft onder den naam Neder- landsch-Hervormde gezinnen maar er valt te vens een droevig licht op het feit, waarom zoo vele gemeenten in ledental eer achteruit, dan vooruit gaan, zelfs al is de dominee rechtzinnig, en al is er geen Roomsche penetratie. Ziehier het tot ernstig nadenken stemmend resultaat „Stelt men het aantal kinderen der in de periode 18791893 gesloten huwelijken op 100 procent, dan is in de van 19191920 gesloten huwelijken het aantal kinderen bij de Ned. Her vormden teruggeloopen op 23.6 pCt. bij de Cal vinisten (Gereformeerden) tot 30.6 pCt. bij de Roomsch-Katholieken tot 30.2 pCt. bij de niet- godsdienstigen plus de Joden tot 30.9 pCt. Wilt ge het in duidelijker cijfers In 18791893 op 100 Hervormde gezinnen 622 kinderen in 19191928 niet meer dan 147 Op 100 Gereformeerde gezinnen toen 684, d.i. gemiddeld bijna 7, thans 209, dat is gemiddeld niet meer dan 2 kinderen per gezin Ik weet, Amice, dat ik met de Rotterdamsche gegevens niet mag gaan generaliseeren. Er zou den zeker ook nog andere oorzaken zijn te noe men dan opzettelijke beperking. Maar ik wil je eerlijk zeggen Ik ben er van geschrokken Dat Rome met zijn derde deel van de bevol king en zijn minderen achteruitgang in aanwas nog langzaam terrein wint, begrijp ik me wel. Maar waarom in 't algemeen de uitbreiding van de Gereformeerde kerken zoo gering is, ver sta ik helaas nu ook groote vaart luilekkerland is. De gebraden dui ven vliegen je niet in den mond. En als je een vrekkigen kapitein treft, die weinig eten geeft, nu, berg je dan maar." „Dan kun je toch naar een ander schip gaan", wierp Evert tegen. „Welja, wou jij soms in volle zee op een an der schip overstappen. Dan was je deserteur. Je werd gekielhaald, jongen, als niet doodge schoten werd." „Dat bedoel ik natuurlijk niet." Evert werd ongeduldig. Hij wist zeer wel, dat oude Kees hem begreep. Al die bezwaren opsommen had vanzelf alleen tot doel, om hem van zijn voor nemen af te krijgen. Maar dat zou niet lukken „O, bedoel je het zóó niet „Natuurlijk niet. Als ik een slecht kapitein getroffen had, zou ik bij het afmonsteren wel zorgen, niet meer bij hem terug te komen." „Dat zou heel verstandig zijn. Dat heb ik ook wel gedaan. Maar om nou op jou terug te ko men. Je hadt het over mij, doch toen waren de omstandigheden er naar. 't Waren heel andere tijden. Ik wilde graag naar zee. En 't mocht, want het land had de mannetjes noodig. Je moet je lot niet willen dwingen, jongen. Wij hebben ons lot niet in eigen handen." (Wordt vervolgd) In dien tijd moesten de gezagvoerders zorgen voor het eten der schepelingen, waarvoor zij betaald werden door de reederij. Er waren wel kapiteins, die daarvan iets wilden overhou den

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1932 | | pagina 2