ZEEUWSCHE KERKBODE
UITGAVE YAM DE
DER GEREFORMEERDE
PA RTICU LIERE
K ERK EH I n
5 Y n O D E
Z E E L A M D
GEVAARLIJKE VOORLICHTING
ROND DE SCHORSING TE BAARN.
Niet aldus.
,"X,
'■ir* I -f vJis>"
„ÊEfl D AQ |t1 UVE YOORHOYEJi IS puiz erip eLDEts"
No. 17 VRIJDAG 26 OCTOBER 1945 1ste jaargang
Hoofdredacteur: Dr N. J. HOMMES. Redacteuren: Ds JOH. BOOIJ, Ds W. M. LE COINTRE, DsA. A. OOSTENBRINK en Ds J. A. TIEMENS
DrukkerijLITTOOIJ OLTHOFF, Middelburg
Abonnemer^prijs per halfjaar bij vooruitbetaling f 2,Afzonderlijke nummers 9 ct. Advertentièn 20 ct. per regel
Berichten, opgaven predikbeurten enz. tot Dinsdagmorgen te zenden aan de drukkers Littooij Olthoff, Middêlburg, Spanjaardstraat 47. Telefoon 2438. priro 42280
IMMERS IS MIJN ZIEL
STIL TOT GOD.
Ps 62 2.
Deze stilheid is veroverd in de stor
men van dit gehavende leven. Haar
geheim ligt in het heil des Heeren, in
Jezus Christus.
Deze stilheid tot God bloei^ op uit
de stilte van het Kruis Hier was de
hevigste worsteling tusschen geweld
en recht, zonde en heiligheid. Hier
ontmoetten kreet en stilte, roepen en
zwijgen elkander.
Het Kruis eindigt in de majesteit
van stilheid tot God: Vader, in Uwe
handen'beveel ïk mijnen geest.'
Jezus totale existentie was stilheid
tot God.
Hier was overwinning.
Daarom kan ook alleen een ziel, die
naar God schreeuwt, worden een
ziel vol stilheid tot God Schreeuwen
naar God en zwijgen tot God in den
nood van het leven.
Dit is geen tegenstrijdigheidhier is
harmonie, want beide bedoelen een
laatste beroep op God.
Dit schreeuwen naar en zwijgen tot
God is bevrijdend. Hoe meer er ge
schreeuwd wordt tot menschen, hoe
minder stilheid tot God.
Stilheid tot God is de retraite van
het geloof uit al het aardsch gedruisch.
Zij is het hoogste beroep in den chaos
hier beneden op de heilige orde van
boven.
Zalig de mensch, die onder den druk,
stil is geworden tot God. Hij is niet
de verslagen, maar de vertrooste
mensch. Hij is stil tot God, ook wan
neer hij schreeuwt naar God.
Door het Kruis wordt de totale
existentie.van een mensch stilheid tot
God. Dat is de bevrijdende stilte in
en öm een zondaar, die op Jezus ziet.
De stilte der verlossing.
Humanisme, cultuur, beschaving lijden
nederlaag op nederlaag. Ze worden
stil tot wanhoop. Onder dit alles spreekt
het geloof de taal van het offensief:
Immers is mijn. ziel stil tot God.
De laatste pijn wordt een verzinken
In stilten klaar en hemeldiep,
En boven ons begint te blinken
't Gelaat van Die ons wakker riep.
(De Mrode).
Mijn totale existentiestilheid tot God
door Jezus Christus.
Dit is zegevierende stilte.
Er- is in de laatste weken in onze kerkelijke pers
heel wat te doen geweest over een bericht, dat via
„Kerknieuws" van den Heer W. C. F. Scheps in onze
zoo uiterst gevoelige kerkelijke wereld werd' gelan
ceerd.
Dit bericht heeft zeer ernstige onrust gewekt en
naast onrust ook verwarring.'' Hier en daar zelfs zeer
noodlottige gevolgen gehad.-
De verontwaardiging over dat bericht was in onze
kringen zeer groot en wel om begrijpelijke redenen.
In de eerste plaats gaf het een doör en door leugen
achtige voorstelling van den werkelijken gang van
zaken betreffende schorsing van enkele ambtsdragers
te Baarn.
In de tweede plaats heeft het de reeds bestaande'
achterdocht tegen de Synode nog gevoed bij sommigen.
In de derde plaats heeft het slachtoffers gekost en
menschen meegesleurd in den afgrond van scheur
makerij.
En eindelijk hebben „vrijgemaakte" broeders zich
met een zekere wellust op dit bericht gestort om het
uit te buiten. Het was koren op hurt „vrijgemaakte"
kerkelijke molen.
Geen wonder, dat allen, die in dezen tijd van be
roering en verdachtmaking, met de inzet Van hun
persoon, willen waken over o"nze Geref. Kerken, naar
de pen grepen om deze leugenachtige voorlichting-,
die noodlottig dreigde te worden voor onze Kerken
te ontmaskeren.
Zelf weten wij ook uit ervaring hoe een broeder
hier in Zeeland het slachtoffer dreigde te worden van
deze gevaarlijke voorlichting. Waar de Heer Scheps
in zijn Kerknieuws, van 22 Sept., zorg droeg voor de
verspreiding van die fatale en gevaarlijke bericht
geving, daar werd hij om deze zaak scherp aange
pakt dpór Prof. Dr. Hi N. Ridderbos. I^at was te
begrijpen en kon ook niet anders. Een warrrte en diepe
liefde voor onze Kerken, die nu getrapt worden en
als oud roest weggeworpen, drong hem zoo scherp
te schrijven. Een gewonde liefde, die heel scherp zag
het gevaar van deze voorlichting, dreef hem tot die
scherpteDit gevaar moest zoo snel en dan zoo
radicaal mogelijk worden bezworen.
In het nummer van 12 Oct. van onze Kerkbode,
citeerden we. een gedeelte uit het scherpe requisitoir
van Prof. Ridderbos.
De Heer Scheps is begrijpelijker wijze niet aange
naam getroffen door de professorale afstraffing. Hij
tracht zich te verdedigen, waarbij hij wel is waar
erkent iouten gemaakt te hebben echter met een be
roep op werken „onder hoogspanning voor de pers".
Diep getroffen als de Heer Scheps is door de richt
lijnen welke de Synode van 1936 gaf voor de pole
miek, meent hij Prof. Ridderbos zijnerzijds te móeten
vermanen voor zoo'n onbroederlijke polemiek. Prof.
Ridderbos komt in het Geref. Weekblad van 19 Oc
tober op de journalistieke vermaning van den Heer
Scheps terug. Wij willen onze lezers "antwoord en
wederwoord niet onthouden, opdat (om met den Heer
Scheps te spreken) „onze Zeeuwen er van mee weten
te praten".
De Heer Scheps schrijft dan in zijn Kerknieuws van
13 Oct. Onder het opschrift:
Toen wij in het vorig no. ons artikel over „Het
karakter van ons' blad" schreven, hadden wij geen
flauw vermoeden, dat wij binnen een week.ons zouden
genoopt zien daarop nog even terug te komen. Onze
mededeeling, dat ons blad geen polemiek voert is ons
heilige ernst. Maar dan moet men ons ook niet nopen
om tot eigen verweer toch aan de polemiek deel te
nemen. Als wij in ons blad over allerlei actueele zaken
ons oordeel zouden gaan geven, vermeerderen wij het
aantal bladen dat Gereformeerd is En confessioneelen
zin met 1 en wij zijn overtuigd dat er naast Belijden
en Beleven, De Reformatie, Het Geref. weekbl. geen
behoefte is aan een weekblad, waarin een onbevoegde
zijn leekenoordeel geeft. Ons blad wil niet anders dan
den lezer op de hoogte houden van alles wat er in
het Prot. kerkelijk leven voorvalt of wil men: woelt
en gist. Wat dat betreft mag men het dus een wan
delend of periodiek kerkelijk handboekje noemen. Nie
mand toch kan zeggen, dat wij onder deze vlag andere
lading hebben binnengevaren. Zeker, daar is de Lees
tafel, maar ook- daarin hebben wij ons onthouden van
een oordeel piet name over allerlei dogmatische vragen
en slechts gepoogd te waardeeren, wat er maar even
gewaardeerd kan wordem-
Natuurlijk worden daarbij ook wel êens fouten ge
maakt. We zijn de eersten om dat te erkennen. Zoo
is ons een onaangenaam' ding overkomen in ons num
mer van 22 Sept. j.l.
Een oris uit Baarn gezonden stuk is geplaatst onder
de rubriek Geref. kerken, terwijl het thuis hoorde
onder de rubriek Vrijgemaakte Geref. kerken. Boven
dien werd verzuimd het stuk van aanhalingsteekens
te voorzien. Een ieder die wel eens onder hoogspan
ning voor de pers werkt weet, dat als een belangrijk
stuk op het laatst binnenkomt en men wil het nog
meenemen zulke fouten worden gemaakt. We voegen
er ten overvloede aan toe, dat het hier geen fouten
van de zetterij betreft, maar dat ze door ons gemaakt
zijn. Wij bereuren dat, en hebben aan een ieder die
ons persoonlijk daarover schreef, onze verontschuldi
gingen aangeboden. Wij gelooven persoonlijk ook,
dat de motiveering die in dat stuk gegeven wordt t.a.v.
de Geref. kerken niet juist is Dus kan een ieder die
daartegen polemiseert, de zaken naar zijn inzicht recht
zetten. We némen prof. dr H. N. Ridderbos dan ook
niet kwalijk dat hij in het „Geref. Weekblad" tegen
de door Baarn gegeven voorstelling met nadruk óp-
komt en de zaak uit de doekjes doet. Maar wat we
hem wel euvel" duidëri,Ts~de wijze waarop hij daarbij
uiting geeft aan zijn „waardeering" van ons blad, dat
hij blijkbaar gram ds en dat hij nu met projectielen,
die in de oogen van het Geref. kerkvolk voltreffers
moeten zijn, torpedeeren wil. Hij neemt geen oogen-
blik aan, dat er mogelijk een vergissing in het spel
is, neen het gaat direct van dik hout zaagt men plan
ken. Hoor maar: „Kan de heer Scheps geen waarheid
of leugen onderscheiden, "welnu het zij zoo." De hoog
leeraar twijfelt er zelfs aan of een blad als het onze,
enkel en alleen op grond van het geval-Baarn „niet
als een belemmering van een behoorlijk kerkelijk ver
keer gekwalificeerd moet worderi." Ja prof. Ridderbos
vraagt zich zelfs af hoelang het Geref. volk nog
van deze opjectiviteit moet genieten."
Deze onaangename wijze van polemiseeren culmi
neert dan onze meening in deze tirade: „En dan is er
voorts de heer W. C F. Scheps die al deze en derge
lijke dingen onder het laconieke etiket: „naar wij ver
nemen" of „men schrijft ons" onder de menschen
brengt voor het luttele bedrag van 3,— per kwar
taal."
Wat zou de geachte schrijver er van zeggen als wij
eens tegen hem polemiseerden op deze wijze: „En dan
is er voorts nog de jonge prof. Ridderbos die zijn
polemieken in het Geref. Weekblad (tegen de vrij
gemaakte kerk van Kampen, no. 2:-tegen ds. C. Veen-
hof, no. 5 en 7: tegen ds B. A. Bos, no. 9: tegen mr.
W. Verkade, no. 10 en tegen W. C. F. Scheps, no.
13; u ziet alles in één kwartaal!) onder het Géref.
kerkvolk brengt voor den luttelen prijs van 1,50 per
kwartaal".
Een ieder die ons tegenvoert, dat is een onbroeder
lijke wijze van polemiseeren is, vindt ons aan zijn
^ijde. Als prof. Ridderbos zich niet tot ons wilde
wenden met de vraag hoe dat eigenlijk zit, omdat hij
zijn oogen niet gelooven kan, dan had hij in zijn blad
zijn verbazing kunnen uitspreken en om nadere in
lichtingen kunnen verzoeken.. Maar hij heeft niet het
recht om de eerste de beste gelegenheid die hij schoon
ziet te pogen eerT mede-broeder van kwade trouw te
beschuldigen en hem in de schoenen te schuiven dat
hij eigenlijk.onder „neutrale vlag contrabande impor
teert". Wij denken aan het woord van zijn collega
prof. dr. G. M. den Hartogh, die het op de syriode
wel eens had over het hooren met een „boos oor".
Prof. Ridderbos Jr. moet niet lezen met een boos oog!
Daar komt nog iets bij. Prof. Ridderbos Jr. verlangt
ook van ons, dat toen wij het stuk van ds. Herm.
Knoop over het door de Generale synode der Geref.
kerken aan prof. dr. H. H. Kuyper posthuum verleende
eerherstel geëxcerpeerd overnamen, wij hadden dat
moeten doen vergezeld aaan van een „woord van
protest tegen zulke excessen". Naar onze bescheiden
maar besliste overtuiging vergist de hoogleeraar zich.
Wij hebben als blad, dat nieuws brengt niet tot taak
de synode of wijlen prof. dr. H. H. K. te verdedigen