DE GEN. SYNODE DER
NED,, HERV. KERK.
UITGAVE VAM DE
DER GEREFORMEERDE
PA RTICU HERE
K ERK EU in
,EEri DAG in UVE VOORHOVEM IS j
5ynoDE
Z EEL AMD
wv^-"
BETER» PAH PUllEftD 6 IDE B.S"
No. 20 VRIJDAG 16 NOVEMBER 1945 1ste jaargang
Hoofdredacteur: Dr N. J. HOMMES. Redacteuren: Ds JOH. BOOIJ, Ds W. M. LE COINTRE, Ds A. A. OOSTENBRINK en Ds J. A. TIEMENS
Drukkerij LITTOOIJ OLTHOFF, Middelburg
Abonnementsprijsper halfjaar bij vooruitbetaling f 2,Afzonderlijke nummers 9 ct. Advertentiön 20 ct. per regel
Berichten, opgaven predikbeurten enz. tot Dinsdagmorgen te zenden aan de drukkers Littooij Oltholf, Middelburg, Spanjaardstraat 47. Telefoon 2438. Giro 42280
EEN KRANIGE VETERAAN.
En Kal eb verdreef van Saar de
drie zonen Enaks, Sésaï, Abiman
en Talmaï. Josua 15 vs 14.
Moet de ouderdom een dolce fac niente
zijn, rust, die roest, geestdoodende werkloos
heid, zoodat men zichzelf en anderen tot
last is
Allerminst.
De ouderdom, zegt iemand, is het terug-
keeren van het in de jeugd uitgevaren schip,
dat, ondanks verkleurde verven, gescheurde
zeilen en gebroken mast, triomfantelijk de
haven binnenzeilt, vol van den gehaalden schat,
verkregen en bewaard onder stormen en on-
weders.
Een duidelijk voorbeeld hiervan is de oude,
stoere Kaleb.
Het meerendeel der Israëlieten was door
slappe gemakzucht en zondige vrees zeer
traag en nalatig in de uitroeiing van de
kanaanieten uit hun stamgebied s—En het ge
schiedde als de kinderen Israëls sterk werden,
zoo maakten zij de kanaanieten cijnsbaar,
maar zij verdreven hen niet ganschelijk
(Jozua 17 vs 13).
Maar deze kranige veteraan was één van
de weinigen, die met de vijanden geheel af
rekende en het hem aangewezen gebied radi
caal uitzuiverde: hij verdreef uit het gebergte
van Hebron de drie zonen, d.i. geslachten,
van Enak.
Schoon is de aanblik van jongelingen, wier
sieraad hun kracht 137 die met het onstuimig
enthousiasme van de jeugd den vijand weten
te verslaen.
Maar nog heerlijker is het beeld van èen
krassen 85 jarigen grijsaard als Kaleb, die
met jeugdige kracht een onweerstaanbaren
stormaanval doet op de geduchte reuzen,
voor wie heel Israël sidderde en beefde
Op treffende wijze werd aan hem vervuld
de Godsspraak van Jesaja, dat jongelingen
moede en mat worden en jonge mannen
struikelen, maar die den Heere verwachten,
steeds nieuwe kracht ontvangen, ook nieuwe
vleugels als de arenden, zoqdat zij loopen
zonder moede en wandelen zonder mat te
worden.
Uitdrukkelijk deelt de Heilige Schrift ons
mee, dat de verovering en uitzuivering van
het gebergte bij Hebron, waarin de reuzen
zich genesteld hadden, een Goddelijke be
looning was voor Kalebs ge'loofsvolharding:
Daarom werd Hebron aan Kaleb ten erfdeel
tot op dezen dag, omdat hij volhard had den
Heere, den God IsraëlS, na te volgen
(Jozua 14 vs 14).
In overeenstemming hiermee lezen we in
het apocriephe boekjezus Sirah En de Heere
behield Kaleb de lichaamskrachten tot in
zijn ouderdom, dat hij optrok op het gebergte
in het land, en zijn zaad bezat het erfdeel,
opdat alle kinderen Gods mochten zien, hoe
goed het is, den Heere te gehoorzamen
(46 vs 11 en 12).
Zij deze kranige veteraan voor de vele
lendenzwakken en ruggegraatloozen van van
daag een beschamend voorbeeld.
Slappe, gemakzuchtige naturen zoeken een
gemakkelijke plaats op om te arbeiden en bij
den geringsten tegenspoed laten zij den moed
zakken.
Maar stoere, godvruchtige mannen als Kaleb
begeeren een moeilijke plaats, want juist daar
heeft men aan hen de grootste behoefte, en
door niemand en niets laten zij zich ont
moedigen, omdat zij steunen op Gods toe
zegging, dat wie in het huis des Heeren ge
plant zijn, in den grijzen ouderdom nog
vruchten zullen dragen en vet en groen zullen
zijn in voortdurende vernieuwing der jeugd.
Laat ons, van dezen ouden held leeren,
ziende op Jezus Christus, den Leidsman en
Voleinder des geloofs, met volharding den
wedloop te loopen, die vóór ons ligt, en den
strijd van het geloof te strijden, die ons door
God is opgelegd.
Dan zullen ook wij eenmaal het loon van
het geloof en de kroon des levens ontvangen.
C. A. NREUGDENHÏL.
De laatste dag van Oct. is voor alle zonen der
Reformatie een bizonderen dag. Wij gedenken dan
de wereldhistorische daad van Maarten Luther, waar
door het gelaat .der Christenheid radicaal werd ver
anderd. De 31ste Oct. van het jaar' 1945 heeft voor
Nederland een bizonder accent gekregen. Voor de
Herv. Kerk in ons vaderland is dit een historische dag'.
Zij is, na bijna anderhalve eeuw te hebben gezucht
onder een Staatscreatuur van Koning Willem I
samengekomen in Gen. Synode te Amsterdam. De
aanduiding „Staatscreatuur" voor heel het stel regle
menten door Koning Willem I aan de aloude Gerefor-
mêerde Kerken in ons Vaderland opgelegd, is van.
Groen van Prinsteren. Wie de duistere machinatiën
van den Heer Janssen, commies en rapporteur in
kerkelijke zaken bij het departement van binnenland-
sche zaken in die dagen kent gelijk Dr. van Loon
in zijn dissertatie over het Reglement van 1816 ons
ten voeten uit geteekend heeft die zal toegeven dat
deze aanduiding „Staatscreatuur" scherp en raak is.
Nooit is de \zaak der kerk van Staatswege in ons
Vaderland zwaarder verminkt en droever verraden
dan'toen. Niet alleen de Heer Janssen en zijn departe
ment, maar ook vele predikanten met hun walgelijke
vleierijen en buigingen staan hier aan schuldig. Zij
zagen „den dag heerlijk rijzen", om „onder den Lommer
van een zachte en vaderlijke regeering" te herademen
als Vaderlarfdsche kerk, die nu zoo treurig in het
duister zat'" (zie van Loon pg. 71). Er was zelfs één
Opperzangmeester, die zoo begeesterd was, dat 'hij
profeteerde, dat „er eeuwen verloopen kunnen, eer er
weder eenig reglement noodig is".
Nu wij in het jaar 1945, die meer dan honderd jaar
terug kunnen zien, wij weten uit ervaring hoe zalig
het geweest is onder den Lommer van die zachte en
vaderlijke staatscreatuur.
$ijna anderhalve eeuw ellende van oligarchie, hèer-
archie en een onzuivere vermoeiende richtingsstrijd,
waarbij het hart der kerk haar belijdenis doode-
delijk gewond weende.
De begeesterde profeet, die het reglement 1816
eeuwen geldigheid voorspelde, heeft gelukkig ongelijk
gehad.
Wij staan voor het feit, dat de Herv. kerk thans
de knellende handen verbroken heeft en dat zij weer
vrij van binnen uit gaat zoeken naar een eigen kerk
orde, die waarlijk past bij een kerk.
Wij verblijden ons daar van harte over en het gebed
in onze Gcref. kerken moge zich steeds meer vermenig
vuldigen, dat deze eerste stap in de richting der vrij
heid, de Ned. Herv. kerk waarlijk vrij moge maken,
d.i. tot een waarlijkbelijdende kerk.
Wij kunnen ons indenken, dat velen die jaren lang
gestreden hebben voor de verlossing van het Regle
ment van 1816 dikwijls in wanhoop en vertwijfeling
thans daar staan met èen vêrlegene blijdschap, met
een overvloeiende beker van dankbaarheid.
Wij kunnen ons indenken, dat vele Herv. broeders
zeggen
„Het is een wonderen onze oogen
wij zien het, maar doorgronden het niet."
Als Gereformeerden verheugen wij ons van harte
over deze gang van zaken, niet omdat wij meenen, dat
nu alles aanstonds goed zal zijn het zwaarste komt
nog, de strijd om de vaststelling der belijdenis -
maar omdat wij gelooven, dat de bevrijding uit de
moordende greep van de reglementenbundel als hoogste
wet, een vooruitgang is. Wij weten zeer wel dat in
de Ned. Herv. kerk ook een groep is, die niet mee-
juicht over de historische gebeurtenis van 31 Oct. te
Amsterdam. Zij meent dat onder schoone klanken als*
„Christus belijdende kerk" de diepe en inderdaad on
verzoenlijke tegenstelling tusschen Orthodoxie en Vrij
zinnigheid zal worden verdoezeld.
Wij Gereformeerden zijn ook niet zonder zorg. Wij
wachten af met groote spanning de ontwikkeling der
dingen. Wij willen ons gebed vermenigvuldigen en
bidden dat het Gode behagen moge de Ned. Herv.
kerk weer te maken midden onder ons volk tot een
pilaar en vastigheid der waarheid. Wij verblijden ons
echter nu reeds over de verdwijning van het Reglement
uan 1816. Dit Staatscreatuur is Gode zij dank nu
verleden tijd. Wij hopen en bidden dat de ontwikkeling
en de arbeid der Gen. Synode der Ned. Herv. Kerk
zoo moge zijn, dat ook eenmaal Afscheiding en Dole
antie verleden tijd mogen worden Ons verlangen gaat
Uit naar één „Groote Kerk". Niet een „Vaderlandsche
Kerk'.', die leeft van onzuiver-nationale driften, droo-
men en fantasiën, maar een Kerk der Vaderen, die
\rouw is aan de Belijdenis, eens met bloed en tranen
verworven.
Moge onder Gods genade 31 Oct. 1945 daartoe
blijken het groote offensief te zijn geweest
M. N. J. H.
VREEMDE TUCHTOEFEMNG
IN HET LAND VAN AXEL»
In Axel is/ gelijk onze lezers weten, heelaas het
meerendeel van kerkeraad' en gemeente meegegaan
met de jammerlijke Vrijmakingsactie van Dr. Schilder.
Het was de vrucht en consequentie van reeds lang
bestaande en gevoerde Appositie tegen de Synode.
Oók een man als Ds. Post, die nog dezen zomer
het optreden van Schilder veroordeelde, bleek niet
bestand tegen de zuigkracht dezer oppositie.
En zoo heeft de Geref. Kerk te Axel, eens zoo
sterk en groot in zielental, een ernstige aderlating
ondergaan, zoodat zij nog slechts een kleine 200 zielen,
telt. Onder leiding van kerkeraad en predikanten heeft
het groote meerendeel de gemeenschap met de Geref.
Kerken verbroken en heeft zich aangeslotn bij de
nieuwe kerkformatie: Geref. Kerken, Vrijgemaakt naar
art 31 K.O.
Het is te verstaan, dat de eens zoo machtige Geref.
Kerk, nu plotseling klein en zwak geworden, het niet
gemakkelijk heeft. Gelukkig ondervindt zij veel mede
leven van de zusterkerken in den lande en mag zij
onderscheidene predikanten langer of'korteren tijd in
haar midden hebben. Dat medeleven en den steun
heeft zij ook wel noodig, want van de zijde van hen,
die de gemeenschap met onze kerken verbroken heb
ben, wordt de kleine en zwaar geknotte Geref. Kerk
nog lastig gevallen' en wel op een heel, vreemde wijze.
Zoo vreemd en wonderlijk, dat men zich afvraagt,
waar is het rechte kerkelijk besef, waar is het rechte
onderscheidingsvermogen en waar is ook de'liefde en
de barmhartigheid met hen, die in „vrijgemaakte"
oogen dwalende leden hunner kerk zijn?
De nieuwe Geref. Kerk, vrijgemaakt naar art. 31
K.O., schijnt van alle rechte kerkbesef, ambtsbesef en
tuchtrechtbesef zich vrij te maken en <j|.e dingen op
zijn kop te zetten". In de maand October ontvingen de
leden van de zoo zwaar beproefde Geref. Kerk te
Axel het volgende getypte briefje van de zijde van
den kerkeraad der naar" art. %31 K.O. vrijgemaakte
Geref. Kerk. Het zag er aldus uit, naar een exemplaar
dat ik onder de oogen heb gehad.
Gereformeerde Kerk