5 yn o de
ui to ave vam d ee
der o'ereformeerde.
z e e l a m d
PARTICULIERE
k e r k e n in
SCHRIJVEN VAN
MEVR. N. A. VAN NES—DE PUTTER,
ZEEUVSCHE T KERKBODE
,"X
OAÖ Iti UVE VOOR.HOVEH I* J "jjfflfl
W\>--
BETER. DAM PUIZCMO tLDEfcS*'
No. 21 VRIJDAG 23 NOVEMBER 1945 1ste jaargang
Hoofdredacteur: Dr N. J. HOMMES. Redacteuren: Ds JOH. BOOIJ, Ds W. M. LÈ COINTRE, Ds A. A. OOSTENBRINK en Ds J. A. TREMENS
Drukkerij LITTOOIJ OLTHOFF, Middelburg s
Abotmeinentsprijs per halfjaar bij vooruitbetaling f 2,Afzonderlijke nummers 9 ct. Advertentiën. 20 ct. per regel
Berichten, opgaven predikbeurten enz. tot Dinsdagmorgen te zenden aan de drukkers Littooij Olthoff, Middelburg, Spanjaardstx-aat 47. Telefoon 2438. Giro 42280
verzonden uit kamp 9 no. 2000 te
Bandjoebivoe op Java bij Ambavawa.
We mogen .schrijven. En nu waag ik het maar.
Toevallig heb ik nog een stuk papier, geen enveloppe
(de brief was dichtgenaaid). Ik hoop dat de brief
goed óverkomt. Wij hebben er Gode zij dank, het
leven afgebracht. Wij alle zes.''En-dat is wel een
bijzondere zegen. In de meeste gezinnen zijn er velen
gevallen. De interneeringstijd is bijzonder zwaar en
moeilijk, voor de meesten boven de 50 jaar niet meer
vol te houden volkomen onvoldoende voetiing, zwaar
werk, zware straffen, die middeleeuwsche folteringen
gelijk 2ijnOnder de Hollandsche predikanten- bv.
is er zeker een verlies van 20 man, veie vrouwen en
kinderen zijn ovexdeden. De Indo Blanda's in de ge
vangenissen zijn practisch uitgemoord. In .ons kamp
3 dooden per dag. Ze werden haastig na het sterven
in een mand gestopt en door koelies begraven. Ergens
onder een boom zonder te weten waar ze begraven
liggen.. Ik ben 20 Aug. '43 geinterneerd met de kin
deren te Moentilan in het groote Jezuitenklooster. Cor
was daar 15 Juli '43 reeds geinterneerd met aiie
geestelijken uit Kedoe, ongeveer 250 man. Vele -vrou
wen en kinderen wazen er sinds Dèc. '42 geinterneerd,
hun mannen' elders op Java of daar buiten. Wij hadden
nog gezinsinterneering, maar dat duurde kort. October
1943 moesten glle mannen weg naar een kamp op
Salatiga. Ook de jongens van 10 jaar werden de
moeders ontnomen. Ons klooster werd inmiddels vol
gepropt met vrouwen en kinderen van de'marine tot
een"' getal van 4500. En dan te weten dat er slechts
één put was met een watercapaciteit voor 300 man.
Die put was steeds dx-oog of modderwater. Gelukkig
hadden wij ér een vies /slootje, dat ergens uit een
hooger gelegen dessa kwam. Er stroomde steeds al
het vuil van de-latrines door. Dat water hebben wij
voor eten, drinken, wasschen enz. gebruikt. Er was
onnoemelijk veel dyserft'rie. Velen zijn door volkomen
gebrek aan medicijnen gestorven. Ons eten was 2 maal
per dag een bord stijfsel, een maal 80 gram rijstpap en
een eetlepel groente. Alle vet, vleesch, ei, of boonen
ontbrak. De kinderen .zijn vaak ziek geweest. We
lagen in een kamer van 62 vierkV3 üyl. nxet 40 xxxen-
schen. Dus 1J^ vierk. Meter per persoon. Zoo heb
ik 2 jaar geleefd. Drie maal mocht ik schrijven na^r
Cor, die inmiddels naar Bandoeng vervoerd was. Maar
dat wist ik niet. Het waren opgestelde zinnen, dat we
het zoo best maakten. In het Maleisch. Cor moest
dezelfde zinnen schrijven naar mij. Du& we begrepen
genoeg Van elkaar. De vrouwen hebben hetveel
zwaarder gehad dan de mannen. Maar ze hebben zich
moedig gedragen. We moesten eiken morgen pad-
joelen met een zware schop werken. Als je niet hard
werkte sloegen ze met een stok. Ook moesten we hout
hakken. De Jap heeft zeer systematisch ons volk
uitgemergeld. Maar God zette een streep tot hiertoe
en niet verder. 20 Aug. 1945 werden wij op transport
gesteld haar Ambarawa. Moesten- dag en nacht sjou
wen met alle rommel, die er in het klooster te Moen-
tillen was en op° karren vervoeren een transport van
4500 vrouwen en kinderen en zonder eten. Ik heb toen
'3 nachten met karren naar het station gesjouwd. De
kinderen sliepen op dé steenen vloer. En toen ik het
jneenstorten nabij was, werd de vrede bekend gemaakt.
Ik woon nog hier in een open paardenstal, 's daags
heet en 's nachts koud.
Mijn hart is vervuld met dankbaarheid. JHet roode
kruis zorgt nu voor volop eten 700 gram rijst per
dag per pex-soon. Ik ben zoo goed als genezen van
de beri beri. Cor is al thuis in Magelang. Ons huis
was sociteit. der Jappen.
Ik word nu onderhouden vaix het Roode- kruis. Geld
zie ik te krijgen door klëeren te verkoopen, welke
geweldig duur zijn. Wij zijn natuurlijk alles kwijtons
meubilair, ons geld, alles. De liquidatie van de kampen
gaat langzaam. Ik sprak nog geen verwanten. Cor is
nog niet genezen van de beri beri. Heeft gezwollen
ledematen, maar geneest. U hebt het in Holland vol
gens eerste berichten ook zwaar te verduren gehad,
en ben zeer verlangend te^weten of U nog leeft. Hebt
u mijn radiotelegram reeds ontvangen j We zaten 2
jaar volkomen opgesloten achter de kloostermuren.
Javaansche vrienden konden ons nimmer op eenigerlei
wijze bereiken. Voor onze kinderen was het een zware
tijd. Wim onze oudste heeft zware zenuwschok gehad.
Onderwijs was verboden. Toch kan hij lezen en schrij
ven. Piet is lief en behulpzaam, maar erg zwak. Toen
hij zes jaar was woog hij 15 K.G. De kinderen hebben
me veèl werk gegeven, xxiaar ;ik heb het in Gods kracht
mogen volbrengen. Kerkdienst was geheel verboden.
Gelukkig is er een Hooger Beschermer dan de z"gn.
beschermingskampen. We hebben nu évenwei geen
gebrek aan eten. We verlangen zéér naar huis. We
hopen spoedig gex-egeld te kunnen schrijven. Vele
groeten aan familie en bekenden.
N. A.- van Nesde Putter,
kamp 9 no. 20Q0.
Wie dit leest bröedei-s en j zusters, zal in de eerste
plaats God den Heere danken dat onze missionaire
dienaar des Woords met zijn gezin nog in leven is.
Hoevele gebeden zijn verhoord en wat zijn we be
voorrecht als we "ons vergelijken met andere zendings
terreinen. Ook .van Dr. Drèkmeier en Mej. Bakkér
ontving ik bericht dat ze leven
Aan de andere zijde zien 'we uit dezen brief weer
eens tot welke diepten een mensch die de Heere Jezus
niet liefheeft kan vallen. Wij zijn van nature niet
beter dan de Jap en het 4s ^rkel genade, dat we voor
zulke duivelsche daden bewaard bleven" maar het doet
ons weer zien dat en in Europa en in Indië de mensch
die den Heere niet vreest naar het woord van Schrift
en Belijdenis God en naaste haat. -
Voorts leert zulk een schrijven ons wel af om te
klagen. We meenden (en meenen) wel eens dat we
het hier zwaar gehad hebben. En zeker, God heeft
ons hard geslagen. Maar weinigen en zeker niet
vrouwen en kinderen hebben geleden wat onze
zuster van Nes met haar kinderen heeft ondervonden.
We spreken wel eens van óffers. Misschien worden
we zuiniger met dat woord, als we nu weer iets van
onze gaven 'geven en begrijpen we dat niet wij de
offeraars \zijn, maar zij, die om Jezus wil Vader en
moeder verlaten en alles,geld en goed, huis en klee
ding, vrienden en kennissen moeten miss.en, ja velen
zelfs het levenom Zijnentwil.-
Laten we meer en meer onze zendelingen gedenken,
die namens ons en in' onze plaats het heerlijke m^ar
zware zendingswerk verrichten.
We zullen weer geheel opnieuw moeten beginnen
in In,dië en tenslotte is het niet erg, als er maar achter
onze mannen staat een biddende, werkende gemeente,
bezield'met den Pinkstergeést.
En moge deze brief de bx-oeders en zusters die het
lichaam van Christus scheurden doen zien, welk een
zware verantwoordelijkheid zij op zich laden door
zulke groote schade aan de zending toe te brengen.
A. H. O.
DE „VRIJMAKING" TE VEERE
OF DE WEG VAN TROUWBREUK.
Gelijk bekend heeft Ds. J. W. Smitt te. Veere
zich' in de maand Octóber onttrokken ami de gemeen
schap onzer kerken, hangende het appèl door hemzelf
ingediend tegen zijn schorsing, welke op 27 Aug. Werd
uitgesproken door de gecombineerde kerkeraden van
Middelburg en Veere. Dit zoo maar eigenwillig bre
ken met de gemeenschap 'onzef kerken, waarbij men
dan zijn uiterste best doet om zooveel mogelijk ge
meenteleden mee te trekken, noexxit men tegenwoordig -
in bepaalde kringen met een technische term: Vrij-
making". Prof. Schilder genoot de trieste eer daarvan
de geestelijke vader te zijn..
Rondom de schorsing en „Vrijmaking" van Ds.
Smitt hebben wonderlijke berichten in de pers gecir
culeerd en het is mede met het oog daarop niet on
dienstig onzen lezers eens de ware toedracht der zaak
uiteen te zetten. Dan kunnen ze zelf oordeelen, hoe
onze kerken temidden van verdachtmaking en laster
zich veel moeite en inspanning getroosten om in alles
^den geordenden kerkelijken weg te bewandelen en'
geen arbeid te veel achten oüx ook de zaak van een
geschorsten ambtsdrager, die in hooger beroep gaat,
zeer ernstig en nauwgezet te onderzoeken. Omgekeerd
kunnen zij dan ook met de handen tastenmet welk
een zondige lichtvaardigheid in deze zaak Ds. Smitt
den onder eede aanvaarden kerkelijken weg heeft ver
laten. Dit laatste geschiedt dan onder het parool van
„Vrijmaking".
Laat ons beginnen met een bericht, dat o.a. ook in
„Kerknieuws" van den heer Scheps stond. In het
nummer van 15 Sept. 1945 lezen we dit fraais: „Ds.
J. W. Smitt te Veere is, naar men ons meldt/ voor den
tijd van één maand in zijn ambtelijke bediening ge
schorst. 'Hem wordt ten laste gelegd, dat hij te ver
bondmatig heeft gepreekt, terwijl hij beloven "moest
geen medewerking te zullen verleenen aan het week
blad „DeReformatie"."
Wie eenigszins op de hoogte was van de toestan
den in Veere en van wat de kerkeraden van Mid-
belburg en Veere noodzaakte tot de schorsing van
Ds. Smitt, heefft zich de oogen uitgewreven, toen hij
deze „berichtgeving" las. De heer Scheps vond het
zelf blijkbaar ook, wat „particulier", zooals de Zeeu
wen zeggen. Hij voelde althans behoefte om er de
volgende noot aan toe te voegen: We moeten dit
bericht laten voor rekening van onzen berichtgever
wat de heer Scheps doet met alle berichten! zie
Kerknieuws 22 Oct. dien we overigens als een
geloofwaardig man kennen. Maar het komt ons toch
wel wat wonderlijk voor red."
Inderdaad was het wonderlijk en dat niet alleen.
Het was een absurd, een dwaas en door -en door
léugenachtig bericht. Onze en veler ergernis over dat
bericht was honderdmaal grooter dan onze eenmalige
instemming met de verwondering van den heer Scheps.
En het spijt mij meer dan ik zeggen kan, dat ik tot
op den hüidigen dag niet weet en wellicht ook nooit
weten zal, welke „geloofwaardige man" deze be-
ï-ichtgeving bij uitdrukkelijke mededeeling van den
heef Scheps, voor zijn rekening moet nemen. Hoe
gaarne zou ik het willen weten, opdat ik met dezen
„geloofwaardigen man" eens in de Poort mocht spre
ken. Maar dit is voor mijniet weggelegd, want dit
behoort tot de geheimen van de hedendaagsche be
richtgeving. Het is er blijkbaar mee als met die hu
welijksadvertenties, waarmonder meix vindt staan: ge
heimhouding verzekerd.
Voorts heeft Ds. Smitt zich in de week van 1421
Oct. „vrijgemaakt" bij ixionde van een „herderlijk
schrijven", dat hij nota bene tijdens zijn schorsing
heeft opgesteld en geheel met miskenning van zijn
kerkeraad en van de tegen hem uitgesproken schor
sing in dé gemeente heeft verspreid. Ik meen dat
schorsing afgezien of zijl terecht of ten onrechte
geschied is, hetgeen de classis hier juist wilde onder
zoeken altijd beteekent, dat een ambtsdrager zich
heeft te onthouden van iedere herderlijke daad.
Dit 'feit alleen reeds demonstreert overduidelijk
hoezeer Ds. Smitt de over, hem gestelde macht een-
voudig negeerde. Kerkrechterlijk beschouwd was deze
daad alle gezag ondermijnend. Een losgeslagen domi-
nocratie, 'Waarbij de „Synodokraten" radicaal ge
slagen worden.
Maar naast dit feit, dat de geschorste Ds. Smitt in
het ^geheel geen recht had om een „herderlijk schrij
ven" op te stellen en te verspreiden, maar üch te
houden had in getrouwheid aan de eenmaal afgelegde
belofte, dat hij, indien hij zich in leer of leven kwam
te misgaan wat JDs. Smitt niet uit te maken had,
maar wettige kerkelijke vergaderingen! zich aan de
■kerkelijke vermaning en tucht zou onderwerpen, is
ook de inhoud van dit „herderlijk'schrijven" op menig
punt geheel onjuist. In hetzelfde nummer van „Kerk
nieuws", waarin de heer Scheps dramatisch uitroept:
„Het wordt zoo toch fwel een hopeloos géval. Wij
moeten opnieuw aandringen bij al onze berichtgevers
op waarheid, omzichtigheid, betrouwbaarheid!"in
dat zelfde nummer van 27 Oct. neemt de heer Scheps
in zijn „Kerknieuws" ook een stuk op uit het „herder
lijk schrijven" van Ds. Smitt. Het zou een brochxAe
vergen, wilde ik al 'de onjuistheden in het „herderlijk
schrijven" van Ds. Smitt weerleggen. Ik kan daaraan
niet beginnen en noodig is het ook niet. Slechts een
enkele opmerking over dat gedeelte, dat de heer
Scheps in zijn „Kerknieuws" overnam en dat natuur
lijk voor rekening van Ds. Smitt blijft liggen. Schrij-