Officiële Berichten DOOR WATER EN VUUR vroeg hij om ten slotte als énige ouder ling tegen de voorgestelde conclusies te stemmen. Deze laten iets meer ruimte voor diensten-met-anderen, maar dan zó, dat aan de Dienst des Woords geen dienst der Sacramenten zal worden verbonden. Nu is het mijn bedoeling niet in dit artikel op de vraag en het door de synode daarop gegeven ant woord in te gaan. Wel wilde ik de gemaakte opmerking van de heer Scholtens dat de vraag oud is, wat toelichten. Een toelichting die van mijn kant enigszins toevallig is, doordat ik in verband met de komende Schooldag te Kampen in de Meimaand te houden, wat zat te bladeren in het bekende in 1954 bij het honderdjarig bestaan der Theologische Hoge School uitgegeven lijvige boek ,,Sola Gratia". Een gedenkboek wilde het niet heten, daar er meer gedenkwaardigs in de geschiedenis der school is voor gevallen dan het overigens toch al volle werk, vermeldt. Al spoedig op bladzijde achttien in een artikel van de hand van wijlen Prof. Dr. G. M. den Hartogh, werd mijn aandacht getrokken door het daar verhaalde betreffende enkele pogin gen van de heren Ds. A. Brummelkamp en de Amsterdamse deurwaarder Wormser. Deze pogingen betroffen gemeen schappelijke avondmaalsvieringen en kanselruil tussen afgescheidenen en niet afgescheiden Hervormde geloofs genoten. Ze werden gedaan in de jaren 1850-'52 ongeveer, ruim een eeuw geleden dus, zodat de heer S. niets te veel zei door van een oude vraag te spreken. 't Was toen in de jaren 1850-'52 zó, dat Ds. Brummelkamp vrijwel alleen stond met zijn kleine groep afgeschei den volgelingen met name een deel van de afgescheiden gemeenten in Gel derland en Overijssel, waarbij enige gemeenten in andere provinciën zich aansloten. Brummelkamp heeft jaren lang buiten het kerkverband van de grote meerderheid van de kerken der afscheiding gestaan. Het dragen van het z.g. ambtsge waad was wel mede de aanleiding tot de breuk. Brummelkamp trof nu in de genoemde deurwaarder een principiële medestander aan. Beiden waren door de kerkelijke vergaderingen der afge scheidenen min of meer uitgestoten al mede om beider independentistische neigingen. Dit laatste was dan oorzaak dat ze elkaar zo goed hebben konden en vin den in de gedachte van gemeenschap pelijke diensten mét avondmaalsbe- diening. Wormser toch organiseerde te Am sterdam zondagsbijeenkomsten van af gescheidenen en niet-afgescheidenen. Zij gevoelden zich met verschillende broeders en zusters uit onderscheiden kerkgenootschappen bijzonder geest verwant. Ze waren beiden van oor deel Hervormde geloofsgenoten, zon der dezen tot afscheiding op te wekken, tot de sacramenten te mogen toelaten. Zo werd dus niet alleen de vraag gesteld, doch het bevestigend antwoord in de praktijk gegeven. Men ging over tot gemeenschappelijke diensten mét avondmaalsviering. Maar dit is nog het énige niet. Men had nog ander ideaal. Men had het oog op de theologische opleiding, die Brummelkamp zeer ter harte ging. Hij had wel de beste thuisopleiding te Arnhem en wilde deze uitbreiden en dit vooral toen hij van de rijke wel doenster der afgescheidenen, Mevr. Zeelt te Baambrugge, de som van f 20.000,— ontving. Men zou eigen kansels namelijk van Brummelkamps kerken afstaan aan Herv. predikanten in ruil voor de toe gang tot de Herv. kansels. Kanselruil met keur dus. Een begin met dit over- en-weer optreden van Hervormde en afgescheiden predikanten kon gemaakt worden in een aangekocht gebouw, waarin een kerkzaal was ingericht. Zo zou de eenheid der Hervormde of Ge reformeerde gezindheid zich steeds meer openbaren en tenslotte uitkomen in één instituut. Men ziet dat hier een ideaal werd nagestreefd, maar het werd geen prak tijk; want deze bleef er ruim een eeuw lang afwijzend tegenover staan. En de Christelijk Gereformeerden én de latere inééngesmolten Geref. Kerken van afscheiding en doleantie stonden er afwijzend tegenover. Ouderling S. voegde aan zijn opmerking toe dat de vraag oud en het antwoord nü nieuw was. Ik laat dit hier rusten, behalve dan een slotopmerking die me van 't hart moet, dat de acte van afscheiding wel spreekt van gehoopte wederkeer, doch niet dan nadat de Herv. Kerk zal zijn wedergekeerd tot Schrift en belijdenis. Vandaag aan de dag maakt men hiervan een opdatMen zou willen samengaan, opdat daardoor de Herv. Kerk zou weerkeren tot de be- lijdenishandhaving. Dit lijkt me een onjuiste wijze van doen, maar d.i. een ander hoofdstuk. Ik vrees voor een ontmoetina die tot een verloving voert, die stellig geen ooed huwelijk waarborgt. Br.h. B.1 WENTSEL. GEEN EENHEID IN CHRISTUS Ds. J. Diepersloot te Rotterdam heeft in de Rotterdamse Kerkbode stelling genomen tegen de in die stad gehouden vijfkerkentocht, waarover wij in ons nummer van 19 januari ook het een en ander schreven: Is het juist als „oecumenisch" aan te dienen wat buiten de wérkelijke oecumene omgaat Dat zou veronderstellen dat de oecumenische beweging niet meer dan een particuliere lief hebberij is; niet uit de noodzaak van geloofs gehoorzaamheid aan Christus' gebod omtrent de eenheid geboren; een beweging waarnaast ook allerlei andere „oecumenische" acties zich kun nen ontplooien. De benaming van zulke acties als „oecumenisch" is eigenwillig en onjuist; in wezen sectarisch. Die onjuistheid wordt duidelijk als wij de werkwijze van b.v. de Vijfkerkentocht in ogen schouw nemen. De werkelijke Oecumene heeft zich, vooral in de latere jaren, willen hoeden voor het najagen van een goedkope illusionaire eenheid. In Faith and Order" heeft de oecu menische beweging van het begin aan de plaats gehad waar de geloofsinhouden van de deel nemende kerken onderzocht en aan de Schrift getoetst worden. Niet om uit te sluiten wat zich niet aan een of andere geloofsformulering onder wierp, maar om zekerheid te verkrijgen dat men een eenheid in Christus vormde. Daartoe diende en dient nog steeds het theologisch gesprek tussen alle deelnemende kerken. Het eenheids- streven van de oecumenische beweging heeft er zich hoe langer hoe meer voor gewacht over diepe, reële geloofsverschillen heen te stappen en voorbarig over een eenheid te jubelen die nog niet gevonden was. Zelfs de toenadering van de Ned. Herv. en de Lutherse Kerken in ons land is niet in een opwelling van oecu menische goedmoedigheid tot stand gekomen, maar na serieus gesprek over de verschillen die tussen luthersen en gereformeerden bestaan heb ben. Wat voor inhoud heeft echter de vijfkerken tocht, die voor onze stad op het program staat? Wat wordt er door opgehelderd; welk verschil tot klaarheid gebracht? Heeft men er zich van vergewist dat de vijf deelnemende kerken, of liever de leden daarvan, in Christus één zijn? Tussen de Hervormde, Oud-Katholieke en Re monstrantse Kerken is in alle geval jarenlang in oecumenisch verband gesprek geweest. Met de Geref. Kerken was dat niet zo. Aan de eenheid van geloof met hen zullen wij niet willen twij felen. Toch blijft het, oecumenisch gezien, een onwettige zaak nu maar te doen alsof wij zo heerlijk één zijn, terwijl de werkelijk bestaande verschillen nog nauwelijk gepeild zijn. Die ver schillen zijn in elk geval wel van zóveel be tekenis dat bijv. de Remonstranten zich nog het vorige jaar ernstig beraden hebben of zij, na aanneming van de nieuwe basisformule, aan het werk van de Wereldraad verder konden deelnemen. Het meest klemt dit, uit de aard van de zaak, ten aanzien van het einddoel van de tocht: de R.K. Kerk aan de Westzeedijk. Dat er in de r.k. kerk beweging is, na eeuwen van starheid, en dat tussen r.k. en reformatorische theologen serieuze gesprekken gevoerd worden, is ver blijdend. Zolang ook in de R.K. Kerk, al is het onder een deksel, de naam van Christus bekend is, hebben wij niet het recht haar als deel van het Lichaam van Christus af tc schrijven. Maar hoe zwaar de dingen hier liggen blijkt uit de nuchtere gereserveerdheid waar mee de deelnemers aan zulke gesprekken tegen over de gedachte van een toekomstige her eniging staan. Geen van hen ziet de weg daar heen, omdat hier nu werkelijk de vraag doemt of wij in Christus één zijn. Als het verlossings werk gehalveerd wordt; verdeeld over Christus en Maria, d.w.z. over Christus en de mens, dan beseft men van beide kanten dat hier verschillen liggen die wezenlijk het gelóóf raken. De kloof tussen Rome en ons is na de Hervorming niet kleiner, maar sinds het dogma van Maria's ten hemelopneming dieper en wijder geworden dan ooit. In het licht van dit alles is de vijfkerkentocht een slag in de lucht; een onwaarachtige ver toning. Men huppelt over wezenlijke geloofs verschillen heen alsof die allemaal niets te be tekenen hebben. Dit is geen Oecumene, maar show; oneerlijke, onwaardige show. Juist waar de R.K. Kerk er bij betrokken is moet dit met duidelijkheid gezegd worden. Het is niet waar dat de eenheid des geloofs met Rome al ge vonden is. De r.k. Prof. v. d. Poll en vele andere r.k. betogen het herhaaldelijk. Moeten wij van onze kant dan doen alsof het allemaal zo erg niet is en alsof wij eigenlijk vlak bij Rome staan? Waarom ontwijken de katholiserende predikanten elk gesprek over de leer van Rome, en doen zij alsof met liturgische toenadering de wezenlijke verschillen overbrugd zijn? Of is het meer dan toeval dat de vijf kerkentocht eindigt bijRome? Het bovenstaande is niet geschreven om de Oecumene te hinderen, maar om haar te be schermen tegen misvormingen, die onder de naam van „oecumenisch" optreden. Met vreugde heb ik op de oecumenische zondag 10 december in de lutherse kerk gepreekt, evenals ds. Schar- ten het in mijn kerk deed. Wanneer echter het woord „oecumenisch" moet dienen om ons rijp te maken voor een kerk die op de Christus belijdenis met stromen bloed geantwoord heeft, dan moet zowel die belijdenis als de oecumene ons te heilig zijn om aan zulke acties deel te nemen. HEINKENSZAND. Het adres van de scriba der Geref. Kerk alhier is dhr. M. C. de Leeuw, Van Cit- tersstraat 3 te Heinkenszand, tel. (0 1106) 4 83. OOSTERLAND. Het nieuw adres van de Geref. Kerk te Oosterland is p.a. dhr. H. Stuy, Konin- ginneplein 8. KOUDEKERKE (W.) Door het Architectenbureau Steen Tuin- hof te Vlissingen werd op verzoek van de Kerkeraad een voorlopig schetsplan tot restau ratie van de kerk gemaakt, dat door de heer Tuinhof in een gemeentevergadering werd toegelicht. Thans is door de gemeente een be drag van ruim f30.000,— bijeengebracht, ter wijl de kerkelijke bijdragen met 40 werden verhoogd. Een definitief plan zal binnenkort aan de gemeente worden voorgelegd. In juli a.s. hoopt de Ger. Kerk van Koude- kerke haar 75-jarig bestaan te herdenken. KORTE NOTULEN van de vergadering van de Classis Middelburg, gehouden op dinsdag 13 februari in de Hofpleinkerk. Ds. J. Boonstra opent de vergadering met het lezen van een gedeelte uit Ezech. 33. waarna gezongen en gebeden wordt. De kerken van St. Laurens en Vlissingen zien de credentiebrieven na, waarna de ver gadering wordt geconstitueerd: Ds. Boonstra, praeses, Ds. Bohlmeier assessor. Ds. Streefkerk Scriba I, Ds. Ytsma Scriba II. Personalia: de kerk van Souburg wordt ge lukgewenst met het bedanken van Ds. Bohl meier voor het beroep naar Dokkum. De ker ken van Middelburg en Grijpskerke zullen haar predikanten moeten afstaan aan Rotterdam- Kralingen en Ermelo. Deze kerken wordt Gods zegen toegewenst in het beroepingswerk. Ds. v. d. Bom mag herstellende zijn van een beenfractuur. Ds. Homburg is na een wereld reis weer in ons midden. Vaststelling Agendum: Aanvulling wordt ge vraagd voor het agendum t.a.v. de hulpbe hoevende kerken en de rekrutendag. Instructies zijn aanwezig van de kerken van Arnemuiden, Domburg, St. Laurens, Grijps kerke en Westkapelle. De notulen worden ge lezen en ongewijzigd goedgekeurd. Naar aan leiding van de notulen komt nog even aan de orde de commissie voor bestudering interkerke lijke diensten. In de vacature Ds. Vlaardinger- broek wordt benoemd Ds. Van Wouwe. Als samenroeper wordt Ds. Van Heesen aange wezen. Mededelingen van gevoerde correspondentie: Ds. Vlaardingerbroek brengt hiervan verslag uit: 1. beantwoording van een bezwaarschrift van twee broeders uit Domburg; 2. beantwoording van een brief inzake een provinciale kindergeldenregeling Feuilleton door J. BRANDENBURG Een verhaal uit de bezettingstijd LXXII En werd er al niet gefluisterd, dat het achter de scher men in de N.S.B. kraakte, dat Rost van Tonningen over hoop lag met Mussert Neen, het ging hem niet naar de zin, lang niet En nu die idiote opdracht op de verjaardag van Prinses Juliana. Daar kreeg hij notabene het bevel zijn veldwachter langs alle huizen te sturen om te controleren, of hier of daar soms ook oranje voor het venster stond en zo dat het geval was, moest er proces-verbaal worden opgemaakt. Ze hadden al bericht gehad in Middelburg hoe ze dat 's morgens vroeg al zo precies weten, snap je niet dat er voor de vensters van de gemeente-secretaris en van dominé Versendaal oranje te zien was. En dan moet je net die veldwachter hebben. Die steekt natuurlijk weer de draak met zo iets en wordt hij, als burgemeester weer in het gehele dorp over de hekel ge haald. Geen mens staat er bij stil, dat hij zelf ook maar zijn idiote orders van hogerhand ontvangt. En nu heeft hij die veldwachter laten komen. Je zag aan de ogen van dat mirakel, dat hij vol binnenpret zat en deze gelegenheid gretig zou aangrijpen om zijn chef opnieuw gehaat te maken. Maar enfinhij heeft zijn plicht gedaan. En de veldwachter ging eveneens zijn plicht doen Hij vatte zijn taak hoogst serieus op, want er was veel gezondigd. Er stonden oranjebloemen voor de ramen, of een oran jebeker, of een stuk oranjepapier was ergens tegen de ruit gewaaid, maar oranje was er overal te zien. En dan kwam de veldwachter met een ernstig gezicht de mensen waarschuwen. Al dat oranje moest verwijderd worden, want dat was „demonstratie tegen de Duitse overheid", de woorden werden met pathos en rollende r's uitgesproken, terwijl hij gewichtig aan zijn knevel draaide. En wanneer de mensen dan met een knipoogje vertelden Nu goed, dan zetten we het op tafel, hé dan ging de veldwachter midden op de weg staan, maakte van zijn hand een kokertje, hield dat voor het rechteroog en tuurde en tuurde, of hij er van de publieke weg af iets van zien kon. Dan ging hij weer naar de deur en zei Ja, zo kan het, van de openbare weg af is er niets meer van te zien en verder reikt mijn opdracht nietEn zijn gezicht in de gewone gemoedelijke plooi trekkend, voegde hij er dan saluerende aan toe En verder een prettige feestdag, mensen Dat was allemaal op de verjaardag van Prinses Juliana gebeurd. En nu dreigt er weer iets anders. „De Zeeuwse Stroom" was uitgekomen en daar had een opzienbarend hoofdartikel in gestaan, van die dichter, wiens politieke jasje alle kleuren van de regenboog ver toonde. Die man had in navolging zelf was hij er niet oorspronkelijk genoeg voor van het beruchte weekblad „Storm" het orgaan van de Nederlandse S.S. een artikel geschreven over de „Preektijger Versendaal". De mond van die „preektijger" moest nu eindelijk maar eens gesnoerd worden en er moest van hoger hand maar eens een eind gemaakt worden aan dat ophitsen van de jeugd en dat sabelgerinkel tegen de nieuwe orde, enz. enz. En daar kreeg nu de burgemeester tegelijk een brief van de „banleider" waarin hem werd opgedragen preek- verslagen van de preken van die Versendaal op te nemen en op te sturen. Moest hij, die nooit in de kerk geweest was, net doen alsof hij onder de kwezels gerekend wilde worden Was dat nu werk voor de burgemeester Hij dacht er eerst over dit karwei aan de veldwachter op te dragen, maar hij zou dan bij de duvel te biecht komen, want die veldwachter was zelf lid van de kerk van Versendaal, daar zou dus nooit een goed verslag, waar ze in Middelburg iets aan zouden hebben, vandaan komen. Toen schoot Sanders hem in de gedachten. Die zou dat karweitje wel kunnen en in staat wezen een „goed" verslag op te maken. Sanders werd op het gemeentehuis ontboden en achter gesloten deuren werd de zaak klaar gemaakt. En Sanders kwam de volgende zondagen weer trouw in de kerk, althans in de morgendienst, zeer tot blijdschap van Versendaal, die er een bewijs in zag, dat zijn ver trouwen in deze man toch niet misplaatst geweest was. Het zou terecht komen met die Sanders En dominé Beekman kwam met een verschrikt gezicht aan de pastorie van zijn collega. Hij had nauwelijks tijd om op adem te komen. Neergevallen in een gemakkelijke stoel haalde hij „De Zeeuwse Stroom" uit de zak en vroeg Zeg collega, heb jij dat gelezen Je bedoelt dat artikel over mijn preken Ja, dat heb ik gelezen. Maar zeg je dat niets Ja, dat zegt me, dat ik waarschijnlijk op de zwarte lijst sta. Maar moet je dat niet tot voorzichtigheid nopen, kerel, ik kom je waarschuwen, denk om je vrouw en kin deren Versendaal knikte en staarde voor zich uit. Wat moest hij deze man antwoorden. Het gesprek was al lang tussen hen uit. Ze wisten wat ze aan elkander hadden, waarom kwam de man er weer op terug Hij zag er tegen op om zijn collega opnieuw de les te lezen. Je bent veel te onvoorzichtig, zei Beekman. Dat geloof ik niet, ik doe wat ik meen te moeten doen en wat wij als predikanten allemaal behoren te doen. Ik doe mijn plicht en ik hoop kracht te krijgen, die te blijven doen. Je loopt tegen een muur. De kerk loopt altijd tegen een muur, maar God zorgt, dat ze door of over de muur heen komt, als wij maar trouw zijn. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1962 | | pagina 2