Koepoortkaai 25, Geut. De Bie Zoon bij abonnement. 30 GRIFTSTRAAT 46 AMSTERDAM (Zuid) 15 Telef. No. 4875 Leveranciers van Schrijfmachines en Rekenmachines en andere Kantoor- benoodigheden, nieuw en occasie Reparatie-Inrichting Belast zich ook met het nazien van Machines Hooge Veluwe, mieren en hun bestaan, het turfschip van Breda, modelvliegtuig bouw, spijsvertering, het zijn enkele titels uit de vele Het zeer groote aantal illustraties, dat het boek versiert, is van de hand van Hubert Bekman, Toon van Ham, Gerard Huysser, M. Koolwijk, Lou Manche, Frans Mertens, Ries Mulder, Adriaan van der Plas, Lambert Simon, Cuno van den Steene en Karei Thole. Wanneer het boek, tegelijk met de almanak ZONNEWIJZER, verschenen is, hopen wij nader op den inhoud terug te .komen NATUUR EN TECHNIEK. N.V. Uitgevers-Maatschappij IE. E. Kluwer, Deventer Inhoud van het September-nummer: Het September-nummer van „Na tuur en Techniek" opent met een artikel van S. L. den Honert, dat onder den merkwaardigen titel „de Gewoon ten van het Bloed" het werk bespreekt van dr. E. Hanbury Hankin, een van de eerste geleerden, die zich hebben gezet tot een wetenschappelijke bestudeering van het nationalisme, dat tot oorlogen leidt. C. van Steenderen Jr. zet in een artikel uiteen, dat het stijve luchtschip volgens het principe lichter-dan-de- lucht definitief schijnt te hebben afge daan. Zeer interessant zijn de foto's bij het artikel „Het museum van Abomey" door A. E. Taumer. Dit historische mu seum, in de hoofdstad van het vroegere koninkrijk Dahomey, bewaart de her innering aan de regeering van de mach tige en wreede negerkoningen Gézo en Gléglé, die de kunst van hun rijk den naam van Slavenkunst hebben doen verdienen, omdat zij er een bedrijf van maakten de leden van omwonende stammen te vangen en als slaven te ver koopen. L. Spanter geeft een korte be schouwing over de gevoelens van in secten en legt nog eens den nadruk op het verschil tusschen onze kennis van de zintuigorganen en onze onwetend heid ten aanzien van de zintuigelij ke functie. In het artikel „De beschaving tegen den Mensch" gaat dr. J. J. Delbosch na in hoeverre de ontwikke ling van de Westersche beschaving de medische wetenschap heeft geplaatst tegenover het probleem van de be strijding der beschavingsziekten, die hoofdzakelijk een gevolg zijn van ons door de techniek opgelegde slechte ge woonten. S. Schaffelhofer vertelt bij tal van afbeeldingen een en ander over „De gevangenen van het witte goud", waar onder hij blijkt te verstaan de arbeiders uit de Italiaansche zouttuinen. Dr. J. C. Kraan knoopt aan een merkwaardige Schotsche voorspelling een beschouwing vast over „De psychologie der voor spelling". Meta Geurkens neemt ons mee naar „Bloementuinen onder water", de tropische koraalriffen met hun prachtige kleuren en bonte bewonners. Over de ontwikkeling van onze tijd meters heeft ir. P. van Gennep een en ander te vertellen en tenslotte heeft C. Valkenhorst een bijdrage afgestaan over de bedreiging, welke de insecten voor de menschheid vormen. Met de gewone rubrieken „Uit alle gebieden" en „Nieuwe boeken", besluit dit nummer, dat als altijd met tal van fraaie af beeldingen is verlucht CHRISTUS-KONING-VIERING Bij het Tooneelfonds „Ons Leekenspel" te Bussum zal dezer dagen een publi catie het licht zien met werkstukken voor de viering van het Christus- Koningfeest. Het werk bevat bijdragen van praeses H. Drost, H. Fortmann pr., F. Smit pr., muziek van Han van Koert en Herman Strategier, gedichten van Jan Muller en Gabriël Smit, een spel van Paul Haimon, een gedramatiseerde vertelling van Herman Divendal en een declamatorium van Gabriël Smit MEISJE, VERDIEP JE „Dat zijn er drie" door Albertine Schelfhout-van der Meulen Ingen. f 0,25 Uitg. J. J. Romen Zonen, Roer mond. Weer een nieuw boekje in de serie „Meisje, verdiep je". Ditmaal over de drie deugden: „eenvoud, naastenliefde en offerzien" Een aanbeveling is overbodig. We achten de kostelijke pennevruchten van deze schrijfster voldoende bekend. Deze korte aankondiging zal volstaan om aanstonds te bestellen. EEN GEZINSBOEK. Men weet, dat de Interdiocesane Jeugdcommissie voor dit jaar speciaal de gezinsgedachte in de belangstelling der jeugdorganisaties aanbevolen heeft. Het Tooneelfonds „Ons Leekenspel" te Bussum heeft met zijn bekende activi teit in deze omstandigheid aanleiding gevonden, tot het samenstellen van een GEZINSBOEK over te gaan. De redactie van dit werk berustte bij Herman Divendal, Ernest v. d. Hallen en Anton Sweers. Het fraaie boekwerk is thans in op dracht van „Ons Leekenspel" bij N.V. Paul Brand's Uitgevers Bedrijf te Hilversum verschenen. Het bestaat uit drie verschillende deelen: het eerste deel bevat een reeks opstellen over de grondslagen van een gelukkig huisgezin, het tweede deel „Korte getijden en blijde geheimen" geeft een boeiende reeks aanwijzingen voor de viering der verschillende feestdagen in het gezin, het derde deel geeft materiaal voor ge zinsavonden, welke door de jeugdbe weging kunnen worden georganiseerd. Een met zorg gekozen reeks mede werkers heeft onder leiding van de redactie de drie deelen van het boek uitgewerkt. In het eerste deel vindt men artikelen van Pater M. Molenaar M.S.C., Mr. Lod. Spaan, Dr H. H. Knippenberg, Fred. Thomas, Mevrouw C. Boudens- van Heel, Herman Divendal, Lida Ter- lingen-Lücker, Wouter Paap, Dr Jop Pollmann en Bert Brugman; het tweede deel is geheel door Herman Divendal verzorgd; het derde deel bevat een zeer geslaagde reeks liederen, gedichten, ver tellingen, voordrachten en kleine spelen van Antoon Coolen, Godfried Bomans, Drs. Willem Snitker, Herman Divendal, Ernest v. d. Hallen, A. J. D. van Oosten, Paul Haimon, Albertine Steenhoff- Smulders, Jac. Schreurs M.S.C. en Stien de Bruyn. Paul Haimon en Gabriël Smit schreven voor dit boek nog enkele af zonderlijke gedichten. Anton Sweers gaf nog zeer waardevolle, practische wen ken voor het vieren van gezinsavonden Ook typografisch is het boek uit stekend verzorgd. Het is versierd met teekeningen en vignetten van Jan Everts, Arnold Pijpers, Ad. Selhorst, Cuno v. d. Steene en Harrie Sterk; de laatste ontwierp tevens den fraaien omslag. In verband met de wenken der Inter diocesane Jeugdcommissie kan dit royale werk van zeer bizondere waarde en beteekenis worden geacht. Men mag van harte hopen, dat niet alleen de jeugdorganisaties ervan gebruik zullen maken op de wijze, welke het ruim schoots verdient, maar dat dit gulden boek in elk gezin zijn weg zal weten te' vinden. Inderdaad een boek voor de Leiding, voor de jeugd, en voor het Gezin, zoo als de aankondiging luidt. DE VROUW EN HAAR HUIS Geïllustr. maandschrift onder re dactie van Dra. M. G. Schenk Abonnementsprijs f 5,- per halfjaar Uitg. van Holkema Warendorf NV. Nr 6 Oct. 1939. Inhoud: Vrouwen in Polen, door Jan H. de Groot; Mannen in plaats van vrouwen, door J. Man; Vrouwen en spoorwegen, door Dra M. G. Schenk; Wij luchtvaart- menschen, door Mimi Verbeek; Mobi lisatie-ervaringen en een pseudo- spionne, door K. de Ridder; In memo- riam, door J. Visser-Hooft; Handwerken; Op de golflinks, door J. Arnoldsz; Zagen en lakken; Oogen, door G. Siemer; Modes; Recepten; Verduistering; Nieuwe vondsten, door A. V. Hartogh; Patronen, boeken, tijdschriften. BEYER'S MODE FUR ALLE RUITEN ZIJN TROEF! Wij hebben het niet over bridge of over andere kaartspelen, maar bedoelen slechts, dat geruite stoffen deze winter tot de lievelingsstoffen van de mode zullen behooren. In het Octobernummer van Beyer's Mode für Alle vinden wij vele aardige modellen, geschikt om van „een ruitje" gemaakt te worden. Zooals de omslag al aangeeft, valt de nadruk in dit nieuwe nummer op de mantel. Geen wonder, want dit kleeding stuk behoort in het komende seizoen tot een van de onmisbaarste onder- deelen onzer garderobe. Zoowel gekleede als sportieve, getailleerde of wijde mo dellen zijn vertegenwoordigd. Wat de bontgarneering betreft: de sportieve modellen zijn in het geheel niet met bont gegarneerd, terwijl de gekleede mantels voorzien zijn van mouwen en passen van korthartig bont of van groote bontkragen Vanzelfsprekend zijn de japonnetjes niet vergeten. Men vindt modellen voor alle tijdstippen van de dag. Voor 's morgens eenvoudige modellen, gegar neerd met kleurige shawltjes of onbe rispelijke witte piqué-garnituurtjes; voor 's middags gekleede modellen met wijde rokken en wijde mouwen en voor 's avonds elegante, lange japonnen met plissé, inhaalsels en drapeeringen. Wat men met veschillende garnituurtjes bereiken kan en hoe men dezelfde jurk met behulp van kraagjes, strikken en jabots telkens een ander aspect kan geven, ook dat kan men in dit October nummer vinden. Bovendien zijn, zooals gewoonlijk, de patronen van alle modellen op de rader bladen gegeven. Beyer's Mode für Alle is te verkrijgen in de boekhandel of bij de Beyer depóts, waar men tevens de bekende Beyer- patronen kan koopen. STIJLOEFENINGEN BIJ DE NEDERL. HANDELSCORRESPONDENTIE door A. D. E. Lauret en A. N. lijkheid is een lafheid, een soort van zedelijke zelfmoord. Hij zag, dat hij geen recht had zich er aan over te ge ven en hij putte in de zekerheid van zijn onwankelbaar geloof den moed om het lijden in zijn ballingschap even gelaten te dragen als die veel wreedere smarten, de smarten namelijk van de verdenking, die hem folterde met ondragelijke pij niging. Maar een zonnestraal kwam plotse ling voor hem opstralen. Baron von Bruineberg heeft een belofte gehouden en om het lange stilzwijgen dat hij te genover den jongen man bewaard had, goed te maken, heeft hij hem net ge schreven, maar getelegrafeerd, om hem de verzekering over te brengen van zijn onveranderde, oude vriendschap en hem de groeten te zenden van Piëta. Piëta bidt eiken avond vurig voor je. Dit eenvoudig zinnetje zeide Walter genoeg. Hij begrijpt, welk een trouwe herin- nenring, welk een teeder medelijden, welk een onwankelbare liefde misschien daarin ligt opgesloten. Die zeven woorden stralen als zoovele schitterende sterren aan zijn somberen levenshemel. Zij verkwikken hem en ge ven hem nieuwe krachten. Maar is het misschien niet de verkwikking, die men een terdoodveroordeelde aanbiedt, een oogenblik voordat de beul zijn doodvon nis voltrekken zal Moedeloos laat hij Klaaysen 2e druk f 0,45 Uitg. W. Versluys' Uitg. Mij. (N.V.) Amsterdam Dit boekje, voornamelijk bestemd om hen, die, na het verlaten van de lagere school, een middenstandscursus willen volgen, den overgang naar de moeilijke stof der handelscorrespondentie gelei delijker te maken, tracht den leerling het noodige stijlgevoel bij te brengen en hem met den in den handel meest ge bruikelijke vreemde woorden en termen vertrouwd te maken. Dat hierin een jaar na het verschij nen van den eersten druk reeds een tweeden kan worden opgelegd, bewijst voldoende zijn practisch nut Leiders van middenstandscursussen zullen goed doen er hun aandacht aan te schenken. MYSTERIE door Victor Renoir Uitgevers-Mij. „Pax" den Haag. 1939 Ingen. f 2.25, geb. f 2,90 Dit boek bevat de levensgeschiedenis of liever een episode uit de levensge schiedenis van Dr Julien Morange, de man die eenmaal toegaf aan 'n duistere drang van zijn zonderlinge ziel en zijn groote gaven misbruikte om een zooge naamd „volmaakte misdaad" te bedrij ven. Eenmaal op dat pad gekomen, kan hij het niet meer verlaten. Zijn buiten sporig intellect, zijn briljante begaafd heden zouden hem in staat gesteld heb ben de hoogste trede van de maatschap pelijke ladder te bereiken. Op elk gebied zou hij zich een carrière zonder weerga hebben kunnen bouwen. Maar hij ver kiest zijn krachten in een verkeerde richting aan te wénden. Zijn eerste mis drijf, dat hij bedreef, niet uit hebzucht of een uitgesproken neiging tot het kwaad, doch louter om te onderzoeken of de justitioneele scherpzinnigheid was opgewassen tegen de zijne, heeft hem de „zoetheid" van de verboden vrucht doen smaken. Dan droomt hij zijn don kere droom: een koning, een keizer, een opperste imperator van de misdaad te worden. Hij begint de wereld in ver bazing en de justitie tot wanhoop te brengen door een reeks vergrijpen, die met een verbijsterend vernuft zijn op gezet. Nimmer slaagt de politie erin, hem te ontmaskeren. Zoo wordt Dr. Morange een mythe, een legende, een heldenfiguur. Gevreesd, maar tegelijk bewonderd. Deze roman nu geeft het relaas van een dier aparte Morange-misdrijven. Een boek, dat met talent geschreven is en waarin U nog dikwijls zult terug bladeren, ook al wéét U, „wie de dader is". zijn vermoeid hoofd in de kussens zin ken, want niettegenstaande zijn krach tig gestel, voelt hij, dat het leven hem verlaat en met den Goddelijken Lijder in den hof van Olijven, herhaalt hij met volkomen onderwerping, het „Vader, uw wil geschiede". Sterven zonder zijn moeder terug te zien... dat is hard voor dezen teeder be minden jongen man. Maar te sterven, terwijl zijn naam in de oogen van zijn weldoener bezoedeld is, dat schijnt hem haast nog smartelij ker toe. Kees moet natuurlijk van alles op de hoogte gesteld zijn, denkt hij met onwil lekeurige bitterheid. Hoe zal hij zich ge houden hebben Zou zijn geweten dan totaal dood zijn, dat hij zóó ongevoelig bleef voor de stem van recht en eer. Mijn God Mijn God Zult Gij mijn offer aanvaarden als losprijs voor zijn ziel smeekt hij. In de oogenblikken dat de koorts hem wat met rust liet, schreef hij eenige treffende woorden aan Baron von Bruineberg en verzocht hem zijn dank te brengen aan juffrouw De Verbrugge, voor den troost, dien zij hem had ge schonken; ook schreef hij aan zijn moeder een langen brief, waarin hij al zijn kinderlijke liefde uitstortte in het moederhart, in het teedere, liefhebben de moederhart, waarvoor hij geen en- Ook een redeneering. Iemand bracht een bezoek aan een man in Kampen. Het regende, dat het goot en tot verbazing van den bezoeker, lekte het met straaltjes door het dak. Maar waarom stop je die gaten niet een beetje? vroeg hij verbaasd aan den eigenaar Ja, zei die. dat zit zoo. Als het regent, is het te nat om het dak te maken niet waar, en als het niet regent is het dak zoo goed als elk ander. Dat verandert. De nieuwe dominé bezocht voor het eerst den oudsten inwoner van het dorp Ja, dominé, zei deze, ik wordt volgen de week negen en negentig en ik heb geen vijand in de heele wereld! Dat is mooi, zei de dominé goed keurend. Ja, zei de oudste inwoner triomfan telijk, ik heb ze allemaal overleefd! Critieke toestand De koorddanser was op het midden van het touw aangekomen. Op zijn schouders stond een andere acrobaat, die een stok droeg, aan welks uiteinden weer twee anderen hingen. De man op het koord hief zijn hoofd een weinig op en zei tot zijn collega boven hem: Wat zei jij laatst ook weer, dat je doen moest als je voelde aankomen, dat je niezen ging? Pijnlijke conclusie Een boertje en een bankdirecteur waren door omstandigheden genood zaakt een uur op een bank op een plat telandsstationnetje samen te wachten. Ze spraken zoo een beetje met elkaar en het boertje, nogal handig in het be- oordeelen van menschen, zei: U is een bankklerk zeker, niet? Bankdirecteur bescheiden: „Dat was ik eens. ja. Waarop het broertje, hem meewarrig aankijkend, zei: „De drank zeker, wat? Eerste klas afwerking en zeer lage prijzen, RECLAME ONTWERPEN kei geheim had. De ziekte sluipt voort, het is jammer lijk den eertijds zoo krachtigen jongen man van dag tot dag te zien afnemen. De glans van zijne oogen is weg, zijn tint is als van een lijk, het vel staat strak over zijn gebeente, hij is niet ken baar meer. Walter wilde sterven, zooals hij ge leefd had. Hij had den priester bij zich laten roepen. En hij was bereid te blij ven leven of te sterven, zooals het aan God behagen zou; als een kind onder wierp hij zich aan de Goddelijke be schikking. Zijn zwakke handen hebben den degen, dien hij niet meer hanteeren kan, verwisseld voor den rozenkrans. Hij houdt van dat gebed, hij wordt nooit moede het te herhalen en het stijgt opophoudelijk ten hemel, in verbinding met de tranen zijner moeder en de vurige smeekbeden uit het zuivere hart van Piëta. XXI. In het huis van de famile De Ver- brugge heerscht groote opschudding. Den vorigen week was de bankier eensklaps telegrafisch naar St. Peters burg ontboden en hij was teruggekeerd met een doodzieken zoon. Nu was er doodsche stilte in het huis, een stilte, die gewoonlijk de sponde van een ster vende omgeeft. (Wordt vervolgd). kant je 't liefst uit zoudt willen? vroeg oom Thom. U moet in 't vervolg te voren waar schuwen, voordat u me zulke vragen stelt antwoordde Piëta terwijl zij lachend opsprong. Waarom? Het tijdschrift, wat je van morgen zat te lezen, bevat -zulke in teressante mededeelingen over de ge- heimzinnge schatten die in de hoofd stad van het Hemelséhe Rijk gevonden zijn, dat ik vermoed, dat je wel graag alle hoeken dier stad zoudt willen door kruisen, ging de baron voort Ik zou er niets op tegen hebben Maar ik verzeker u, dat het niet die geheimzinnige mededeelingen zijn, die mij naar Peking zouden trekken, ant woordde het jonge meisje, glimlachend om haar kleur te verbergen. Mevrouw De Verbrugge huiverde en zich wendend tot den baron en haar dochter, zeide zij: Hoe kan je zulke afgrijselijke ideeën krijgen, Piëta, om naar dat afschuwe lijke land te willen gaan waar de grond edekt is met lijken en menschelijke ledematen. Bah! Hoe vreeselijk! Ik begrijp je niet, Thom, hoe kun je zulke gedachten in je hoofd krijgen! Het is het onderwerp van den dag, antwoordde de baron met een lachje. En terwijl aldus in het huis van mijnheer De Verbrugge de namen van Kees en Walter in ieders gedachten waren, ging de zoon van den bankier voort zijn gezondheid te verwoesten in een ongebonden leven en luitenant Lenooy lag in zijn ballingschap aange tast door de typhus. Zoolang de strijd duurde, kon Walter zich nog staande houden. De gedachte aan zijn plicht maakte den jongen man ongevoelig voor de ontberingen en vermoeinissen, maar nu de vrede terug keerde, namen de krachten van den officier snel af onder de dubbele in werking van de verderfelijke atmosfeer en van het ongezonde voedsel. Al zijn energie werd opgeteerd door de een tonigheid van die lange, werklooze dagen, van die slapelooze nachten op den harden grond, waaruit een ver pestende walm opsteeg. En in die lichamelijke verzwakking kwamen vreeselijke bekoringen bij hem op. Waar diende hem het leven voor Waartoe zich te kransen met lauwe ren, nu hij zich voor altijd had geschei den van haar, aan wie hij ze wilde aan bieden. Voor haar was hij niets meer dan een paria, een verachte dief. Het zweet parelde op zijn slapen, een diepe ontmoediging maakte zich van hem meester. Maar hij hief de oogen ten hejnel en, gesteund door Goddelijke kracht, streed hij krachtig tegen de bekoringen. De wanhoop leek hem toe, wat zij in werke

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche Koerier | 1939 | | pagina 7