V. P. Z.
AKKERBOUW.
VEEHOUDERIJ.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
VRAGENRUBRIEK.
B. GERSTPROEFVELDEN.
Interprovinciaal Zomergerstproefveld, in den
Wilhelminapolder. (Z 218).
Verbouwde rassen: Abed Kenia, Maja, Saxonia,
Mansh. 2-rijige, Spratt Archer, Abed Archer, Heine's
Olympia, Opal B, Primus, Sv. Zege X Binder, Goud-
gerst en Bigo.
Grondsoort: Matig zware klei.
Voorvrucht: Suikerbieten.
iGezaaid: 18 Maart met de handzaaimachine.
Zaaizaad: Tegen 100 kg per ha, behalve Bigo, die
tegen 90 kg verzaaid werd. Alles droog ontsmet.
Aantal en grootte der veldjes: 3 parallellen elk van
1 are.
Bemesting: Tegen 400 kg sup, 200 kg za en 100 kg
ks per ha.
Plantenziekten: Zeer veel stuif brand in Kenia, Maja
en Goudgerst; wat minder in Saxonia, Mansh. 2-rijige,
Opal B, weinig in Sv. Zege X Binder en geen in Spratt
Goudgerst,, vervolgens Heine's Olympia, Spratt Archer
en Mansh. 2-rijige en -eindelijk Primus en Bigo.
iStroolengteHet korst was het bij Kenia, Maja en
Opal B, daarop volgden Abed Archer, Zege X Binder en
Heine's Olympia, Spratt Archer en Mansh. 2-rijige en
eindelijk Primus en Bigo.
Stijfheid van het stroo: Vrij goed zijn Kenia, Mansh.
2-rijige en Primus; Maja, Spratt Archer, Abed Archer,
Olympia, Zege X Binder en Bigo zijn wat slapper, ter
wijl Goudgerst vrij sterk en Saxonia en Opal B zeer
sterk legeren.
Tijd van rijpen: Het eerst rijp waren Saxonia, Maja,
Olympia, Opal B, Zege X Binder en Bigo; het laatst
Spratt Archer en Abed Archer.
Algemeene indruk: Goed proefveld.
Uitslag:
De hoogste gemiddelde zaadopbrengst gaf dus Abed Archer
Interprovinciaal Gerstproefveld bij d,en heer L. Simonse
te Biggekerke. (Z 219).
Verbouwde rassen: Abed Kenia, Maja, Saxonia,
Mansh. 2-rijige, Goudgerst en Bigogerst.
Grondscort: Lichte klei.
Voorvrucht: Aardappels.
Gezaaid: 28 Maart met de handzaaimachine.
Zaaizaad: Tegen 100 kg per ha, uitgezonderd Bigo,
waarvan wat minder zaaizaad genomen werd. Alles
droog ontsmet.
Aantal en grootte der veldjes: 3 parallellen elk van
0.97 are.
Bemesting: Tegen 750 kg sup en 350 kg kas per ha.
Plantenziekten: Behalve in de Bigo, kwam in alle
veldjes eenige stuifbrand voor. Maja bleek het sterkst
aangetast.
Stijfheid van stroo: Saxonia legerde het sterkst en
bevatte nogal doorwas. Ook alle andere rassen lagen
min of mer tegen den grond. De Bigo wist zich echter
in de knopen nog wat omhoog te richten.
Tijd van rijpen: Alle rassen konden op 3 Aug. gelijk
gemaaid worden.
Algemeene indruk: Goed proefveld. Twee veldjes
moesten wegens onregelmatigen stand vervallen.
Uitslag:
Rassen
Perceel No.
Opbrengst in
kg per are
Zaad
le
soort
Zaad
2e
soort
To
taal
Ge
mid
deld
Stroo
Ge
mid
deld
1
48.5
3.1
51.6
41.2
Abed Kenia
2
47.4
3.1
50.5
51.0
39.7
40.5
3
Vervalt
1
52.1
3.1
55.2
46.8
Maja
2
53.6
3.1
56.7
55.2
43.8
44.1
3
50.0
3.6
53.6
41.8
1
48.5
3.1
51.6
44.3
Saxonia
2
47.4
3.1
50.5
51 7
47.5
47.1
3
50.5
2.6
53.1
49.5
1
47.4
3.1
50.5
51.5
Mansh. 2-rijige
2
47.4
2.6
50.0
50.7
53.6
52.2
3
47.9
3.6
51.5
51.6
1
53.6
4.1
57.7
48.6
Goudgerst
2
51.5
3.6
55.1
57.3
45.4
48.6
3
54.6
4.6
59.2
51.8
1
54.1
5.1
59.2
44.9
Bigo
2
57.7
5.1
62.8
61.0
50.6
47.7
3
Vervalt
De hoogste gemiddelde zaadopbrengst gaf hier dus de
Bigogerst.
RASSEN
Personeel
No.
Opbrengst in kg per are
Zaad
Gem.
Stroo
Gem.
Abed Kenia
1
2
3
46.5
41,4
46.2
44.7
41.2
33.6
30.3
35.-
Maja
1
2
3
41.8
48.2
49.1
46.4
45.9
43.2
42.8
44.-
Saxonia
1
2
3
45.5
44.1
43.-
44.2
41.2
49.8
56.5
49.2
Mansh. 2 rijige
1
2
3
36.2
43.2
39.8
39.7
51.5
51.2
41.3
48.-
Spratt Archer
1
2
3
42.9
45.4
44.6
44.3
53.6
56.6
53.9
54.7
Abed Archer
1
2
3
50.8
49.5
53.1
51.1
50.2
50.1
64.3
54.9
H. Olympia
1
2
3
42.3
43.4
43.4
43.-
36.2
34.2
37.2
35.9
Opal B
1
2
3
43.8
44.7
44.1
44.2
38.9
33.9
41.6
38.1
Primus
1
2
3
40.7
42.-
45.-
42.6
34.8
37.6
40.2
37.5
Sv. Zege X Binder
1
2
3
46.9
46.9
verv.
46.9
37.2
35.7
36.4
Goudgerst
1
2
3
41.7
42.3
45.3
43.1
36.8
38.3
47.6
40.9
Bigo
1
2
3
45.4
50.-
47.6
47.7
44.4
42.9
39.4
42.2
ZEELANDS HOENDERMEEL MERK V.P.Z.
Door mij werd met den heer Q. Trimpe te Goes, lid
der Voedercommissie V. P. Z., op 18 September j.l.
monster gestoken van het Zeelands 'Hoendermeel merk
V. P. Z. in de veevoederfabriek te -Goes.
Het onderzoek aan het Rijkslandbouwproefstation te
W-ageningen gaf het volgende resultaat:
Samenstelling: Gehalte aan eiwitachtige stoffen
25.3 vetachtige stoffen 4.6
Botanische zuiverheid: Het monster bestaat uit
maismeel, soyameel, diermeel, tarwegries, erwtenm-eel,
havermeel, gerstemeel en lucernemeel.
De Secretaris V.P.Z.J. M. SLEGT.
MOND- EN KLAUWZEER.
In de week van 19 Sept. tot en met 26 Sept. j.l. werd
in Zeeland en Westelijk Noord-Brabant geen mond- en
klauwzeer geconstateerd.
SUIKERBIETEN KOPPEN EN BLADEREN
AAN MELKVEE.
waarde
8.9
9.7
Het tijdstip waarop het rundvee naast de weide in
meerdere of mindere mate suikerbietenkoppen en
bladeren krijgt is weer aangebroken. Op de grootere
bedrijven wordt 20 tot 30 van de koppen en bladeren
versch vervoederd, op de kleinere veel meer.
Het is een uitmuntend voedsel wat kan blijken uit de
volgende gegevens omtrent de samenstelling.
Droge Verteerbaar Zetmeel-
stof eiwit
Versche kop en blad 20 1.16
Idem, na verlies van de
helft van 't blad 21 1.14
Bij een bietenoogst van 40000 kg kan men op een
opbrengst aan koppen en bladeren van 25000 kg
rekenen, daarvan gaat gemiddeld minstens 15 ver
loren, zoodat voor de voeding 21000 kg overblijft.
Koeien die volop bietenkoppen en bladeren krijgen
nemen daarvan ongeveer 60 tot hoogstens 90 kg per
dag op.
Wanneer naast dit voer practisch geen gras gevreten
wordt zijn de nadeelen van deze eenzijdige rantsoenen
de volgende.
Smaak en reuk van de melk worden walgelijk. Voor
de consumptie wordt deze practisch ongeschikt.
Koeien die in 't najaar kalfden en in 't algemeen
koeien die boven 10 1 melk per dag geven, gaan in
melkgift abnormaal achteruit.
Waar eenigszins mogelijk raden we daarom aan de
melkgevende koeien vroeg op te stallen en de koppen
en bladeren, met bijvoer, op stal te voeren. De onaan
gename smaak der melk is dan practisch niet waar
neembaar. Er gaat minder voedsel verloren, de koeien
blijven op de melk en het weiland wordt niet stuk ge-
loopen.
Uit de volgende gegevens blijkt dat het met koppen
en bladeren als uitsluitend voer slechts gelukt uw
melkgift van 10 1 op peil te houden.
Een koe van 600 kg heeft noodig
Koppen -en bladeren bevatten
80 kg
70 kg
60 kg
50 kg
die 70 kg opvreet
Gr vert. Gr zetmeel-
eiwit waarde
928
812
696
580
7120
6230
5430
4450
kan daarop 10 1 melk
Gr. Verteerbaar eiwit
Gr. Zetmeelwaarde
Bij
25 kg
melk
1550
8750
Bij
20 kg
melk
1300
7600
Bij
15 kg
melk
1050
6450
Bij
10 kg
melk
800
5300
Een koe
blijven geven.
Bij de voedering van versche bietenkoppen en -blade
ren op stal raden wij het volgende aan.
Bij het rooien der bieten moet men de arbeiders op
dragen de koppen en bladeren buiten de gangen te
werpen, waardoor de bietenwagens moeten rijden. Men
voorkome zooveel mogelijk bevuiling en rotting van het
blad op het bietenland. Daarom moet men het vooral
niet op te dikke hoopen of rijen leggen. Eene verwelking
van het voer, ongeveer een week, is gunstig. Men
hale niet meer dan voor hoogstens 2 dagen koppen en
bladeren gelijk naar den stal. Men spreide ze buiten in
dunne lagen op een grasveld uit, of legge ze in een laag
van hoogstens 1 dm dik op een latwerk op paaltjes, die
30 cm hoog zijn. Bij broei van het voer. wordt veel
vermorst en de smaak der melk wordt slecht.
Bij het voeren moet men het volgende in acht nemen:
1. De voederbakken minstens eenmaal per dag
grondig reinigen.
2. Het voer verstrekken in vele kleine porties. Bij
slordig voeren (de bakken vol gooien) zagen we ver
liezen tot 50
3. Men wissele af met hooi en stroo en geve twee
maal per dag krachtvoer naar de behoefte der dieren.
4. Men voere per dier en per dag 1 ons geslibd krijt
(dit is koolzure kalk en kost 2 4 cent per kg) en y2
ons keukenzout bij. Dit voldoet in de praktijk zeer
goed. De mest blijft mooier en er ontstaat een belang
rijk betere verhouding tusschen de verschillende mine
ralen in 't rantsoen.
Hierachter geven we verschillende rantsoenen die
practisch goed voldoen en die in staat zijn de productie
op peil te houden. Bij de hoogste giften bietenkoppen
is er nog eenig gevaar voor de smaak der melk. Dit
gevaar verminderd indien men koppen en bladeren, in
tweemaal per dag, uitsluitend kort na het melken
voert. Dus nooit voor 't melken.
Koe drachtig,
Koe
droog of 5 kg melk
10 kg melk
Versche kop
en blad
Weidehooi
Graanstroo
Klaverhooi
Mengsel 25%
eiwit
Graanmeel
Eiwitrijkmeel
20
6
3
0.1
20
6
0.7
1.4
30
4.5
3
30
6
0.6
0.2
40
2
2
40
5
22
6
3
1
0.7
22
7
1.5
0.7
34
5
3
0.5
34
7
1.3
0.5
45
3.5
2
45
6
0.6
Koe 15 kg melk
Koe 20 kg melk
Versche kop
en blad
24
24
37
37
50
50
26
26
41
41
55
55
Weidehooi
6
5
4
6
5
4
Graanstroo
Mengsel
25 eiwit
4
1.8
7
2.2
4
1.7
7
2.0
2
6
1.8
3
2.5
6
2.4
3
2.4
6
2.7
2
2.1
5
2.5
Graanmeel
1.0
2.6
1.2
1.9
3.5
0.7
1.9
0.6
Eiwitrijk meel
0.8
Koe 25 kg melk
Koe 30 kg melk
Versche kop
en blad
28
28
44
44
60
60
30
30
47
47
65
65
Weidehooi
6
5
4
6
5
4
Graanstroo
Mengsel
25 eiwit
3
3.3
6
3.5
2
2.9
5
3.3
1
2.8
4
5.0
3
3.9
6
4.3
1
3.8
5
4.1
3.4
4
4.0
Graanmeel
2.4
4.5
1.9
3.0
0.6
1.6
3.6
5.1
2.7
3.4
1.3
1.3
Eiwitrijk meel
Een meelmengsel met 25 eiwit krijgt men door
30 graan, 20 erwten-, boonen-, cocos- of palmpit-
meel en 50 eiwitrijk meel (soya-, grondnoten- of
lijnmeel) te mengen.
Het graanmeel kan uit een mengsel van 1 of meer
granen (mais, rogge, tarwe-, gerst, haver) bestaan.
Eiwitrijk meel uit een of meer der volgende grond-
notenmeel, soyameel, lijnmeel, katoenzaadmeel.
Men ziet dat men in de rantsoenen met veel kop en
blad plus hooi met het minste krachtvoer uitkomt.
ZWAGERMAN.
Vraag 47. BETALING PER POSTGIRO.
Ik betaal al mijn rekeningen steeds per postgiro, het
regu beschouw ik als bewijs van betaling. Bij voldoe
ning van een rekening van een hooger bedrag dan 10
volgt op deze manier geen kwiteering op zegel. Wordt
op deze wijze de Zegelwet ontdoken? J. te K.