Redactioneel Gedeelte
KORTE BERICHTEN.
Jaarverslag der Z.L.M. over het jaar 1936.
in.
ECONOMIE.
niet voldoende is voor de behoefte aan Neder-
Wsche tarwe voor het dekken van het verplichte
mengpercentageTemeer is dit het geval, daar de
zg kropmolenaars een beduidend kwantum mland-
schu tarwe boven het mengpercentage noodig
6 n
Volgens het Driemaandelijksch Verslag der Land
bouwcrisismaatregelen no. XIII, dat door den
betrokken Minister aan de Staten-Generaal wordt
uitgebracht, werd van oogst 1935 aan V.i.t.a.-tarwe
afgeleverd 297.918.414 kg en aan de T.C.-tarwe
137.492.415 kg. Er is geen enkele reden om aan te
nemen, dat van oogst 1937 een kleinere hoeveelheid
tarwe als V.i.t.a.-tarwe noodig is dan van oogst
1935, tenzij de Minister er toe overgaat het meng-
percentage te verlagen.
Wij zouden dit laatste ten zeerste betreuren, daar
juist tarwe een product is, waarvan we in ons land
nog een zeer groot tekort hebben, zoodat het voor
het behoud van de bodemproductie noodzakelijk is
een zoo groot mogelijke hoeveelheid Nederlandsche
tarwe in het eigen land te gebruiken. Dat door een
menggebod het brood slecht van kwaliteit zou wor
den enz., gelooft niemand meer. Voor het totstand
komen van de Tarwe-Oentrale en riog jaren daarna,
hebben dergelijke fabeltjes moeten dienen om een
bepaald doel te bereiken. Wanneer het mengper-
centage verlaagd zou worden, dan wordt dit o.i. uit
sluitend gedaan om den consument aan goedkooper
brood te helpen of om andere groepen van de bevol
king ter wille te zijn.
Voor den betrokken Minister moge de verminde
ring van de met tarwe beteelde oppervlakte een
reden zijn om den richtprijs van de tarwe te ver-
hoogen. Wanneer het den Minister ernst is met zijn
plannen om den landbouw de helpende hand te
bieden, dan kunnen we niet anders dan verwachten
of de Minister is met ons van meening, dat wij in
Nederland met den richtprijs der tarwe op den
verkeerden weg zijn.
Gedorschen graan moet men in dunne lagen
bewaren op luchtige, droge en koude plaatsen,
terwijl men het bovendien geregeld1 moet om
scheppen.
In den winter moet voor alle grondsoorten, zoo
wel voor gras- als bouwland, de waterstand zoo laag
mogelijk worden gehouden, vooral voor bouwland
kan de waterstand gedurende de wintermaanden
practisch nooit te laag zijn.
!D® verbouw van vlas na erwten en ook van
erwten na vlas, is met het oog op het optreden
van thrips onweersbeestjes sterk af te raden.
De thrips veroorzaakt in vlas ue kwade koppen,
terwijl de erwten er in hun jeugd sterk door worden
beschadigd.
Onkruiden bevorderen het ontstaan en voortduren
van plantenziekten, want vele parasitaire schim
mels en schadelijke dieren leven op verschillende
onkruiden en verhuizen daarvan weer op de cul
tuurgewassen. Men denke b.v. aan aaltjes en roest-
zwammen.
Er moet voldoende lucht in den grond kunnen
doordringen, opdat er geen gebrek aan zuurstof in
den grond komt, want deze is noodig voor de
ademhaling der wortels en het leven der bacteriën
in den grond.
Wanneer in uien kroefziekte voorkomt ver
oorzaakt door het stengelaaltje verbouwe men
langen tijd geen uien meer, zeker niet de eerste
vijf jaar.
Doode kippen moet men met het oog op besmet
ting niet laten liggen, zooals men vaak ziet, doch
onmiddellijk opruimen. Het beste is de doode dieren
met petroleum te begieten en ze dan diep te begra
ven of te verbranden.
Een krachtige bladontwikkeling is voor een plant
van het hoogste belang, de bladeren zorgen voor de
opname van een deel van het voedsel, voor de ver
werking daarvan tot plantaardige stof, voor de ver
damping van het vocht en voor een niet gering deel
voor de ademhaling.
Het goed smeren van de wrijvende deelen van
landbouwwerktuigen brengt de trekkracht omlaag
en doet de werktuigen veel langer meegaan.
fHet indirecte nut van bijen, n.l. de medewerking
bij het (bestuiven der vruchtboomen, is veel grooter
dan het directe nut in den vorm'van honing en
was. Fruitteelt en bijenhouderij hooren bij elkaar.
Bij het ontsmetten van zaaizaad houde men zich
strikt aan de voorgeschreven hoeveelheid ontsmet-
tiingsstof en de hoeveelheden aan te wenden vloei
stof. De meeste teleurstellingen moeten worden
toegeschreven aan het niet juist toepassen der
voorschriften.
Wanneer fruit eenmaal geplukt is, mag het niet
langer aan de zon worden blootgesteld. Men moet
het dan zoo spoedig mogelijk naar een koele plaats
brengen, wat de houdbaarheid verhoogt.
Teneinde het dichtslibben van drainbuizen zoo
veel mogelijk tegen te gaan, kan men de buizen het
beste omhullen met een 23 cm dik laagje fijn ge
malen en vochtig gemaakt turf strooisel. Deze
methode is verre te verkiezen boven een omhulling
met teeltaarde.
De toevoer van organische stoffen in den grond
in den vorm van stalmest, groenbemesting e.d., be
vordert processen, welke bijdragen tot de algemeene
gezondheid van den grond en de stabilisatie van
den geheelen wasdom.
Werktuigen met luchtbanden uitgerust, schokken
veel minder en zijn zoodoende minder spoedig aan
reparatie onderhevig.
De peer is pas plukrijp, wanneer bij het om
draaien der vrucht de steel zonder te breken los
laat.
Gladiolusknollen moeten deze maand gerooid
worden, liefst in de eerste helft, teneinde zooveel
mogelijk de aantasting der knollen door ziekten
(o.a. droogrot, hardrot, schurft) te voorkomen.
'Bewaring van tarwe in het stroo tot Januari
heeft een gunstigen invloed op de kwaliteit van de
tarwe.
Een vraag in de vragenrubriek van het Zeeuwsch
Landbouwblad kan U in vele gevallen van nut zijn.
Alle vragen op landbouwgebied worden gratis be
antwoord.
Geldelijke resultaten en andere bijzonderheden.
Gemiddeld waren de prijzen beter dan in 1935, maar
niettemin nog steeds onvoldoende voor een rendabel
bedrijf. Na de devaluatie waren de prijzen beter
dan daarvoor.
De vraag naar schapen en wol was bevredigend.
De kwaliteit der geleverde wol was weer beduidend
beter dan het vorige jaar. De stijging van de hoe
veelheid in 1935 werd niet gehandhaafd.
De meeste lammeren werden als gewoonlijk
afgezet als 9- tot 10-maandsche dieren. Een enkele
schapenhouder bevindt zich best bij afzet van 10-
weeksche vette lammeren. De voordeelen hiervan
zijn:
n nn««w»wiig van de najaarslammerenmarkt;
b. meer voedsel voor de kudden in zomer en herfst,
de groei is daardoor beter.
/De voedselvoorziening was dit jaar gunstig,
vooral in den herfst.
Varkensfokkery en -houderij.
Gezondheidstoestand. Wederom kwam op vele
plaatsen vlekziekte bij varkens voor, hoewel niet dn
ernstige mate. Nog steeds niet laten alle varkens
houders hun varkens op tijd inenten.
Varkenspest is zeer veel voorgekomen, behalve in
Zeeuwsch-Vlaanderen, het meest op Walcheren,
Tholen en Schouwen. De ziekte was .zeer kwaad
aardig en heeft dan ook veel slachtoffers gemaakt.
Geldelijke resultaten en andere bijzonderheden.
De varkensfokkerij en -mesterij zijn van groot
belang:
a. voor vele kleine en gemengde bedrijven als
bestaansbronzandbedrijven in Zeeuwsch-Vlaan
deren en gemengde bedrijven.
b. voor de gezinsvoorziening met vet en vleesch.
Door middel van' de varkens wordt veel ondermelk,
aardappelenafval, afval uit den stal, voederbieten,
suikerbietenafval en gras tot waarde gebracht.
De voerprijzen waren dit jaar belangrijk hooger
den in 1935.
De prijzen van de biggen waren .bevredigend, de
prijzen van de vette varkens echter niet, mede door
de hooge voerprijzen.
Het Deensche varken is thans overal overheer-
schend, de groote massa der deikibeeren is zuiver
Deensch. Algemeen is men over dit ras zeer
tevreden.
De slachtkwaliteit, ook op hooger gewicht, wordt
algemeen geroemd.
Aan 48 ibeerhouders werd een subsidie verleend
voor den aankoop van een volbloed beer. Alle heer-
houders, die goedgekeurde stamboekbeeren
gebruiken, krijgen hiervoor per dekking subsidie.
Geitenfokkerij en -houderij.
Gezondheidstoestand. Deze was gunstig.
Afzet en prjjzen. Nog steeds was er veel vraag
naar goede stamboekgeiten en volbloedafstamme
lingen, voorzoover beschikbaar konden deze voor
zeer goede prijzen worden verkocht.
Volbloed lammeren werden op een leeftijd van
eenige weken verkocht voor 4,50 tot 10.
Voor een niet-stamboekgeit werd 5 tot 20
betaald.
De meikopbrengsten waren goed, door selectie en
verbetering der voeding gaat de melkgift gestadig
vooruit.
In Middelburg werd een zeer goed geslaagde
kringtentoonstelling gehouden. Verder werden er
62 plaatselijke keuringen gehouden. Het aantal
geiten neemt nog steeds iets toe.
Pluimveehouderij.
De toestand in de pluimveehouderij in Zeeland
was in 1936 verre van gunstig.
De maatregelen, voorgeschreven bij deteelt-
regeling voor de pluimveehouderij met het tweeledige
doel: inkrimping van den hoenderstapel en het ver
krijgen van betere dieren, deden hun invloed in
Zeeland vooral gelden in dien zin, dat het aantal
hennen in beduidende mate verminderde.
Velen toch ruimden hun dieren gehee 1 of gedeelte
lijk op uit overweging, dat er thans toch weinig of
in het geheel niets aan de kippenhouderij valt te
verdienen. De verminderde aanvoeren van eieren
op de eierveilingen leverden daarvan het bewijs.
De prijzen der eieren waren dit jaar wel iets beter
dan in 1936, gemiddeld over 't geheele jaar 40 cent
per 100 eieren. De prijzen van het slachtpluimvee
waren echter slecht vanaf het oogenblik, dat de
afzet naar Duitschland bemoeilijkt is, zijn voor
slachtkippen geen behoorlijke prijzen meer gemaakt.
Hoewel, zooals reeds is gezegd, de prijzen der
eieren iets (gunstiger waren, waren deze niet in
qvereenstemming met de voederkosten der dieren,
de graanrechten maakten het hardvoer duurder,
waarvoor geen volledige compensatie werd gevonden
in de hooge eierprijzen.
Tuinbouw.
De volgende gegevens werden evenals voorgaande
jaren ontleend aan het verslag van de Provinciale
Commissie uit de Veilingen in Zeeland.
A. Groententeelt.
De uitkomsten in den groententeelt waren niet
beter dan in 1935. In het algemeen was de kwali
teit goed en van sommige producten was ook de
prijs uitstekend. Daartegenover stond echter de
slechte prijzen van de belangrijke producten als sla,
aardbeien, meloenen en spruitkool.
De weersgesteldheid was voor de meeste produc
ten goed. De aardbeien hebben in onze provincie
dit jaar veel van de droogte geleden, terwijl regen
en wind veel schade aan de boonen hebben gedaan.
De omvang van de teelt regelt zich naar de steun
regeling, welke voor het product is getroffen. Van
uitbreiding is door de beperkende maatregelen geen
sprake.
Ook de uitvoer naar het buitenland onderging
eerder inkrimping dan uitbreiding, voorzoover van
uit deze streek naar het buitenland verkocht wordt.
8e NEDERLANDSOHE LANDBOUWWEEK.
De achtste Nederlandsche Landbouwweek zal
worden gehouden van 28 September tot en met 1
October 1937 te Wageningen.
iHet programma luidt als volgt:
Dinsdag 28 September 1937
Namiddag 1.30 uur, opening van de Landbouw
week; Phytopatbologendag, 1.45 uur, opening; 23
uur, Ir W. B. L. Verhoeven te Wageningen: Het
nemen van maatregelen ter voorkoming van ziekten
en beschadigingen in den landbouw; 3.354.35 uur,
Ir O. J. Cleveringa te Zutphen: De beteekenis van
de structuur (werkzaamheid) van den bouwgrond
in veiband met het optreden van plantenziekten en
beschadigingen; 5.055.20 uur, Ir N. van Ppeteren
te Wageningen: De Coloradokever in Nederland.
Woensdag 29 Sept. 1937 (Maisdag)
Voormiddag: 9 uur, opening; 9.059.50 uur, Ir
P. G. Meyers te Groningen: De korrelmaisbouw in
Nederland (algemeene beschouwing, verbruik, cul
tuur-methoden hier en in andere landen)10.20
11.05 uur, Ir J. J. Manschot te Groningen: Het
drogen en bewaren van den maisoogst; 11.2011.40
uur, C. Smits te Arnhem Ervaringen met den mais-
verbouw. Namiddag: 22.45 uur Ir C. Koopman -te
ZierikzeePerspectieven der korrelmaisveredeling;
33.30 uur, T. A. C. Schoevers te Wageningen:
Ziekten en beschadigingen van mais.
Tijdens den maisdag demonstratie met toebereide
suikermais.
Nadere bijzonderheden worden bekend gemaakt.
Donderdag 30 (September 1937 ('Kweekersdag
Voormiddag: 9 uur, opening; 9.0510.05 uur,
Prof. Ir. C. Broekema te Wageningen: Organisatie
van het Landbouwkundig Onderzoek; 10.30>11.30
uur, Prof. Dr. O. de Vries te Groningen: Organisatie
•van de samenwerking van autonome wetenschappe
lijke instituten. Namiddag: 23 uur, A. P. van den
Briel te De Meern: Organisatie en rationalisatie
van het Landbouwpubliciteitswezen; 3.304.30 uur,
Dr W. Feekes te Groningen: Invloed van het
klimaat op den groei en de kwaliteit van tarwe.