De meest geschikte mengmeststoffen voor
kleigronden in Zeeuwsch-Vlaanderen
901
Bij normale bemeststingstoestand van de grond
ZATERDAG 9 DECEMBER 1961
HET gebruik van mengmeststoffen vindt de laatste jaren meer en meer toepas
sing in de praktijk. Deze ontwikkeling is niet tegen te houden, ondanks het
feit, dat verschillende bezwaren van mengmeststoffen naar voren komen. In veel
gevallen wordt hiervoor de prijs als voornaamste factor genoemd, terwijl anderen
als bezwaar noemen: de minder gewenste verhoudingen van N. P. K., de aard en
vorm van N. P. K. en het dikwijls afwezig zijn van nevenvoedingsstoffen als Mg en
spore-elementen.
Het knellende arbeidsvraagstuk op de bedrijven is voor velen aanleiding om
ondanks bepaalde bezwaren over te gaan tot het gebruik van mengmeststoffen,
ondanks het feit, dat de. oude vertrouwde enkelvoudige meststoffen nog volop zijn
te krijgen en gebruikt kunnen worden.
De keuze van de meststoffen is zeer belangrijk. Deze is afhankelijk van de grond
soort en het te verbouwen gewas. Zo zal op kalkrijke gronden de voorkeur worden
gegeven aan een snelwerkende in water oplosbare vorm van fosfaat, zoals super
fosfaat en een snelwerkende nitraat stikstof (zoals in kalksalpeter)Bij gebruik van
ammoniakhoudende meststoffen op deze kalkrijke gronden kan N-verlies optreden.
Wordt deze meststof ingewerkt of krijgt men vlak na het uitstrooien regen, dan
zijn de N-verliezen geringer. Sterk fosfaatbehoeftige gewassen (b.v. aardappelen)
zijn zeer dankbaar voor een in water oplosbare vorm van fosfaat. Wat kali betreft
zal bij aardappelen de voorkeur worden gegeven aan chloorvrije (bijv. patentkali)
aangezien deze een beter looftype geeft dan b.v. de chloorhoudende kalizouten. Dit
is vooral van belang bij pootaardappelen in verband met selectie.
Gewas
per ha
Mengmeststof
Totaal N
Totaal P2O5
Totaal K;
10
Aardappelen
1200 kg
12 10 18
1440
1200
2160
20
Bieten
1000 kg
15 11 8
3000
2200
1600
20
Gerst
350 kg
14 14 14
1000
1000
1000
20
Tarwe
450 kg
kalksalpeter
1400
10
Erwten
400 kg
0 15 30
600
1200
8
Vlas
350 kg
14 14 14
400
400
400
Stambonen
(350 kg
kalksalpeter
6
400 kg
0 15 30
330
360
720
6
Graszaad
800 kg
15 11 8
720
530
380
100
8290
6290
7460
Vlas, stambonen en erwten reageren niet direct
op chloorhoudende meststoffen, als deze tijdig voor
het uitzaaien van het gewas worden toegediend.
Op lichte kleigrond moet aan het gewas na bieten
40 kg kali per hectare extra worden gegeven. Wor
den na bieten aardappelen verbouwd, dan kan men
zelfs 60- 80 kg kali extra geven.
Wordt gerst verbouwd na hakvruchten, die goed
met fosfaat zijn bemest, dan kan dit gewas voor
fosfaat bij granen aansluiten.
Bij aanwending van stalmest en/of gier moet bij
de bemesting rekening worden gehouden met de
hoeveelheden fosfaat en kali, die hierin aanwezig
zijn.
Zo bevat: 10.000 kg stalmest gemiddeld 35 kg
P2O5 en 45 kg K20; 10.000 liter gier gemiddeld
90 kg KsO.
Bemesting bij de toestand ,,goed''
op kleigrond in kg per ha
fosfaat kali
(P2O5) (K2OX
Consumptie-aardappelen,
uien, wortelen 90 140
Pootaardappelen 90120 180240
Bieten, vlas, karwij 70 80
Vlinderbloemigen, witlof 70 120
Gerst70 20
Granen (behalve gerst),
zaderijen 40 20
WANNEER uit het grondonderzoek blijkt, dat
de toestand van de grond afwijkt van een
„normale" toestand, b.v. de fosfaattoestand is laag
dan dient deze door extra fosfaatbemesting eerst
op peil te worden gebracht. Zo zal ook bij een hoge
kalitoestand van de grond bezuinigd kunnen wor
den op de bemesting met. kali. In sommige geval
len of bij bepaalde gewassen kan de kalibemesting
dan worden weggelaten.
Bij een afwijkende bemestingstoestand van de
grond zullen mengmeststoffen moeilijker zijn toe
te passen of zullen bij gebruik hiervan afwijken
de samenstellingen moeten worden gekozen.
Uit de lijst van mengmeststoffen blijkt, dat er
betrekkelijk veel mengmeststoffen in de handel
zijn. Jaarlijks komen er nieuwe samenstellingen
bij en worden er enkele afgevoerd. Voor praktisch
elk gewas Is het mogelijk een meststof te kiezen,
die de optimale bemesting dicht benadert. Het is
echter de vraag of de plaatselijke handel de juiste
meststof kan leveren. Bovendien is liet niet gewenst
om veel mengmeststoffen op één bedrijf te gebrui
ken. De praktijk en handel zullen gebaat zijn by
enkele soorten, die gemiddeld de beste zyn met het
oog op de te verbouwen gewassen.
10
20%
20
20
10
8%
6%
6%
aardappelen, uien
bieten, karwij
gerst
tarwe, haver
erwten
vlas
stambonen
zaderijen
(maanzaad,
graszaad e.d.)
600— 840 240 120
100%
Totaal 6760 9280 6420 6480
extra bemesting na bieten 800
Gemiddeld per ha bij normale toestand 6893
kg N, 64 kg P2O5, 73 kg K-O.
INDIEN men wil overstappen op mengmest-
stoffen, kan men afhankelijk van de toestand
van de grond en de aard van gewas (bouwplan)
kleine afwijkingen toestaan. Men dient vooral
rekening te houden met de eisen, die aan het gewas
worden gesteld.
Zo zal aan het gewas aardappelen de fosfaat-
vorm bij voorkeur 75100 in water oplosbaar
moeten zijn, vooral op kalkrijke gronden. De kali-
vorm is chloorarm, terwijl er zeker voldoende K
gegeven dient te worden.
Onderstaand voorbeeld geeft een bepaalde be
mestingskeuze weer:
Gemiddeld per ha wordt gegeven 83 kg N63 kg
P2O5 en 75 kg K-O.
Men zal voor praktisch elk bouwplan een be
paalde keuze kunnen maken. Men zal dan aan het
ene gewas iets meer en ander gewas iets toe moe
ten geven. Men zal vooral op de behoefte van ge
wassen. afgestemd op grondonderzoek, een zekere
hoeveelheid P en K moeten geven.
Bij toepassing van mengmeststoffen zonder N
zal aan bepaalde gewassen, zoals aan stambonen,
vlas en zaderijen, extra N moeten worden ge
geven. In vele gevallen zal een nitraatstikstof de
meest geschikte zijn.
Als basisbemesting zal 14 14 14 of 12 12
12 voor verschillende gevallen een geschikte
meststof zijn. Men zal dan een aanvulling geven
met N, b.v. kalksalpeter of kalkammonsalpeter.
Onderstaande verhoudingen zullen in vele ge
vallen een mogelijkheid weergeven afgestemd op
de behoefte van de gewassen bij een normale be
mestingstoestand van de grond.
N P K
O 15
O 20
30
20
20
-L
20
0
16
8
8
14
14
14
16
8
8
15
11
8
14
14
-f.
14
14
14
14
12
10
15
16
8
16
Vlinderbloemigen (erwten,
bonen, klavers, luzerne) even
tueel vlas en zaderijen (gras
zaad, maanzaad).
Granen (tarwe, gerst e.d.) en
zaderijen (graszaad, maanzaad)
eventueel grasland.
Bieten, karwij.
Het gemiddelde bouwplan in Zeeuwsch-Vlaanderen
over de jaren 19501960 was als volgt:
Bemesting
N P_0, K.O
1200—1600 900 1400
2400—3200 1400 1600
8001200 1400 400
1200—1600 800 400
700 1200
320— 480 560 640
240— 360 420 720
Aardappelen, uien.
MEN dient zich steeds te realiseren, dat de be-
mesting is afgesteld op „voldoende" toe
stand van de grond. Indien men dus afwijkende
toestanden heeft, zal men met enkelvoudige mest
stoffen de voedingstoestand op een normaal, goed
niveau dienen te brengen, alvorens tot het gebruik
van mengmeststoffen over te gaan.
Indien men dus overstapt op mengmeststoffenr
zal de praktijk en de handel gebaat zijn bij enkele,
soorten, die gemiddeld de beste zijn met het oog op
de te verbouwen gewassen.
De hoeveelheid' meststoffen die men strooit, moet
voldoende zijn om de voedingstoestand van de
grond op peil te houden en afgestemd zijn op de
behoefte van het gewas.
Men zal in het oog moeten houden of men de
juiste bemesting toepast. Controle op de gemiddel
de mestgift is gewenst. Dit kan geschieden door
regelmatig grondonderzoek en door een bemes
tingsplan voor het bedrijf op te stellen.
De Rykslandbouwvoorlichtingsdienst zal IT
waardevolle adviezen hierbij kunnen geven.
Overleg eens met Uw rayon-assistent omtrent
de mogelijkheden op het bedrijf. De voor- en
nadelen van mengmeststoffen. ten opzichte van
enkelvoudige meststoffen liggen voor elk bedrijf
verschillend en zullen zeker tegen elkaar moe
ten worden afgewogen. Pas dan kan de boer be
sluiten om over te gaan tot het gebruik van
mengmeststoffen of dat hij zich houdt aan de
oude vertrouwde enkelvoudige meststoffen.
J. VAN AERTS.
(Advertentie),
de laagst geprijsde machine door de
grote capaciteit,
•fc solide constructie,
-fr lange levensduur.
Met de LELY Kunstmeststrooier
ft bespaart U op elke hectare tijd,
verdient U elke dag geld
en teelt U elk jaar topopbrengsten.
Vraag nog vanaaag
demonstratie an oor
deel zelf vrijblijvend
hoeveel U met de
LELY bespaart
FO. M.Lvan ACKER Zn. I A.D. RIEMENS. I Fa. G. L. SLABBEKOORN Zn
Waterlandkerkje j Hoek
Tél. 01170-2163 I Tel. 01154-298
Kloetinge
Tel. 01100-6606