is van organische 1171 Voorraad organische stof in de grond De Organische stofbalans Betekenis organische stof voor de grond VRIJDAG 31 DECEMBER 1965 Verschil in struktuur, doorlatendheid. 1 ongunstige beworteling; 2 gunstige beworteling. geslaagde stoppelklaver! effekt is vaak directer en spreekt de praktijk meer aan dan het eerste. Toch is ook dat van enorme betekenis voor de struktuur. Bij de grond bewerking merken we vaak een duidelijk effect van mechanische aard, doordat bijv. het ploegen minder trekkracht vraagt, het geleverde werk van betere kwaliteit is en bij het zaaiklaar maken van de grond met minder bewerkingen een beter zaai- bed wordt verkregen. De beworteling van groen- bemestingsgewassen is ook van grote betekenis. Zware grond wordt er „losser" door en lichte grond (zand, zavel) wordt er meer door gebonden. Een voldoende hoog gehalte aan organische stof gaat verslemping van hiervoor gevoelige grond tegen en voorkomt stuiven van stuifgevoelige grond. Struktuur en doorlatendheid zijn even eens twee zeer nauw met elkaar verweven be grippen die elkaar wederzijds beïnvloeden. Trou wens de waterhuishouding is in zijn geheel zeer nauw met de struktuur verbonden. De vochtvoor- ziening van de groeiende gewassen zal bij een slechte of minder goede struktuur vaak onvol doende zijn, hetgeen in de opbrengsten al vrij spoedig merkbaar is. Enkele andere funkties van de organische stof zijn bijv. het vermogen om voedingsstoffen vast te houden en later weer af te geven aan het ge was. Voor het bodemleven (de microben, wormen, enz.) is organische stof een voedingsbron. Deze en nog -mkele andere funkties zullen nu niet verder besproken worden. IVOOR gebruik te maken van de resultaten van het grondonderzoek kunnen we een indruk krijgen van de voorraad organische stof. Op het haven? Uit onderzoek is gebleken, dat onder ge middelde omstandigheden jaarlijks een twintigste deel van de in de grond aanwezige voorraad moet worden gegeven om deze op peil te houden. Hieruit blijkt dus, dat bij een grote voorraad jaarlijks ook meer toegediend moet worden, wil men geen achteruitgang krijgen. Wordt over een reeks van jaren belangrijk meer gegeven dan een twintigste deel van de voorraad dan zal dit leiden tot een hoger humusgehalte, terwijl het omgekeer de zich voor zal doen als jaarlijks belangrijk min der dan een twintigste deel wordt aangewend. Voor de in ons voorbeeld aangegeven voorraden in de grond zal een twintigste deel overeenkomen met 2600 kg, 3250 kg en 3900 kg oij een respectie velijke voorraad van 52.000 kg, 65.000.kg en 78.000 kg aan organisch materiaal per ha. AM te weten te komen of de jaarlijkse aanvoel van organische tof gemiddeld vcMoet aan on ze eisen, kunnen we gebruik maken van een z.g. organische stofbalans. Met behulp van hiervoor in gebruik zijnde normen en de oppervlakten van de verschillende gewassen in het bouwplan is het mogelijk een vrij goed beeld te krijgen van de aanvoer van organische stof. Gedeeltelijk zijn dit wortel- en stoppelresten afkomstig van de hoofd gewassen en voor een ander deel door groenbe- mestingsgewassen en andere produkten (stal mest, bietenblad) geleverde organische stof. Als voorbeeld volgt hieronder een organische stofbalans voor een akkerbouwbedrijf vin 4 ha, met een vrij willekeurig bouwplan. (Zie verder pag. 1173.) De jaarlijkse behoefte aan kalk is groter dan de behoefte aan kali en fosfaat. De kalk moet dus ©ok in het bemestingsplan worden opgenomen. Door regelmatig 10 tot 20 ton schuimaarde per ha te geven, houdt men de kalktoestand op peil. Dit kan het beste als een zgn. stoppelbekalking wordt uitgevoerd. Een andere interessante toepassing van kalk is de zaaibedbekalking bij de verbouw van bieten met 5001000 kg poederkalk per ha. Hierbij wordt de kalkmeststof in het zaaibed gebracht door deze oppervlakkig in te werken of over het reeds zaai klaar gemaakte land gestrooid. Op klei- en zavelgronden kan een gunstig ef fekt worden verwacht door vermindering van ver slemping. Ook andere gewassen als erwten, vlas, gerst en tarwe zullen zowel op klei als op zand gunstig reageren op een dergelijke bemesting. Een goede kalktoestand van de grond zal bijdragen tot het verkrijgen en behouden van een goede struk tuur voor een gezond groeiend gewas. MAAST kalk is organische stof van grote beteke- nis voor de struktuur en de vruchtbaarheid van de grond. Immers, het zijn niet alleen de kalkarme gronden die belang hebben bij een goed gehalte aan organische stof. Ook op de kalkrijke grond is er wel degelijk een duidelijke invloed merkbaar. De funkties die de organische stof in de grond vervult zijn talrijk en van groot belang. In dit ar tikel zal vooral op de funktie als „struktuurrege- laar" worden ingegaan. Met organische stof wordt hier bedoeld het totaal van de „eigenlijke of be stendige humus" en alle plantenresten die min of meer vergaan zijn, de zgn. „voedingshumus". De rol die de organische stof vervult bij de struktuurregeling is een ingewikkeld proces, dat gedeeltelijk van scheikundige en voor een ander deel van mechanische aard is. Vooral dit laatste M. J. VAN AERTS J. M. VAN DER WEELE R. L. V. D. AXEL/C-OES December 1965 analyseverslag wordt de hoeveelheid „organische stof" (humus) aangegeven in gewichtspr ocenten van de grond uit de bemonsterde laag. Voor bouw land is deze laag (de bouw voor) meestal 1520 cm dik. Gemiddeld genomen kunnen we zeggen, dat een gehalte aan organische stof van minder dan 2 niet aan de minimumeisen voldoet. Een gehalte van 2% is vrij goed, terwijl 3 als een voor bouwland goed niveau kan gelden. Met nadruk willen we nog eens herhalen dat dit percentages zijn, die gemiddeld wel bruikbaar zijn en gelden onder normale omstandigheden. Als we het gewicht van de bouwvoor weten is het mogelijk om de voorraad organische stof om te rekenen vail procenten in kilogrammen per ha, zoals hieronder is aangegeven. Het gewicht van de bouwvoor is hierbij gesteld op 2.600.000 kg/ha (volumegewicht 1,3). org. stofgehalte in °'o hoeveelh. org. stof in kg/ha 2 52.000 2% 65.000 3 78.000 Nu we dit hebben vastgesteld komt een volgende en voor de praktijk belangrijke vraag naar voren. Hoeveel gaat van de in de grond aanwezige voor raad jaarlijks verloren of nog praktischer, hoe veel moet jaarlijks aan organisch materiaal in de grond worden gebracht om hetzelfde peil te hand- jerceel vraagt extra aandacht

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1965 | | pagina 11