De tijd dringt Gewestelijke Raad vergaderde 1163 AANBEVELING COMPENSATIEBIJSLAG HUURVERHOGING 1966 DUITSE SUBSIDIE BIJ AANKOOP NEDERLANDSE LANDBOUWGROND „NIET IN DE KOU" VRIJDAG 31 DECEMBER 1965 (Vervolg van le pagina) Zoals reeds in ons vorig nummer gemeld heeft het College van Rijksbemiddelaars een algemene vergunning uitgevaardigd waarin wordt toegestaan in gevallen waarin c.a.o.'s eerst na 1 januari a.s. af lopen, aan werknemers een compensatie toe te kennen voor de op 1 januari 1966 komende huur verhoging. De Hoofdafdeling Sociale Zaken van het Land bouwschap acht het gewenst dat aan deze beschik king ook in de Land- en Tuinbouw uitvoering wordt gegeven. Derhalve beveelt zij de werkgevers aan met ingang van de week eindigend op 1 januari 1966, bedoelde compensatiebijslag, welke op grond van voormelde beschikking 1'/ van het rechtens geldend loon met een minimum van 2,per week bedraagt, aan hun vaste en losse arbeiders uit te betalen, met dien verstande dat: a. de bijslag alleen geldt voor arbeiders van 23 jaar en ouder alsmede voor kostwinners bene den 23 jaar; b. voor arbeiders met een gedeeltelijke werkweek de bijslag naar evenredigheid wordt bepaald; c. onder rechtens geldend loon wordt verstaan het op grond van de c.a.o. voor betrokkene vastge steld tijdloon, vermeerderd met vaste toeslagen, doch met uitzondering van de vergoedingen tot bestrijding van noodzakelijke kosten, die de ar beider in verband met zijn dienstbetrekking heeft te maken. Tenslotte adviseert de Hoofdafdeling om, voor zover een c.a.o. al niet reeds bepalingen inzake een ;ianpassing van de aftrek voor het gebruik van dienstwoningen ingeval van huurverhoging bevat, deze aftrek in onderling overleg tussen werkgever en werknemers overeenkomstig de maatstaven voor de huurverhoging van normale huurhuizen te ver hogen. Voor wat deze normale huurverhogingen betreft, moge worden verwezen naar de desbetreffende publicatie van het Ministerie van Volkshuisvesting en Bouwnijverheid, welke verkrijgbaar is bij de postkantoren. De commissie werkgeversbelangen der Z L.M., die kortgeleden vergaderde, kon dit advies van de Hoofdafdeling onderschrijven. De regering van het land Nordrhein-Westfalen heeft in 'n recent geval van aankoop van landbouw grond in Nederland aan de belanghebbende uit eigen middelen een rentesubsidie verleend. Deze krediet voorziening is mogelijk gemaakt tegen 3 pet rente een afiossingstermijn van 30 jaar. Het is niet meel de Westduitse Bondsregering, die dergelijke subsi dies verstrekt. De Ministers Luns en Biesheuvel delen deze feiten mede in antwoord op desbetref fende schriftelijke vragen van 't lid van de Tweede Kamer, de heer ir. Droesen. Aangenomen mag worden, dat dezelfde procedure ook in enkele andere gevallen is gevolgd, maar zekerheid dienaangaande kon niet worden verkregen. Aan de Nederlandse Ambassadeur te Bonn zal worden verzocht er bij de Westduitse Bondsregering op aan te dringen, dat deze al haar invloed op Nordrhein-Westfalen zal aanwenden om ook de subsidieverstrekking van die zijde te doen beëindigen. In West-Duitsland heeft men dus blijkbaar al weer een andere weg gevonden om toch tot rente subsidies te kunnen overgaan! „PEEN sterveling in de landbouw kan met recht U beweren, dat de overheid boer en tuinder aan zijn lot overlaat en maar in de kou laat staan!" En wie van buitenaf kritiek heeft op het „dure" land bouwbeleid dient te beseffen, dat de landbouw en tuinbouw in hun zo fascinerende veelzijdigheid één der belangrijkste pijlers van onze nationale welvaart vormen. De Nederlandse landbouw heeft goeddeels op eigen kracht zich in de loop van vele jaren om gebouwd tot een veredelingsindustrie en dienten gevolge tot voedselleverancier van grote industriële centra, waar voor de landbouw geen plaats meer is. Tezamen met de toeleveringsbedrijven van grond en hulpstoffen en machinerieën èn met de indus triële bedrijven, die het agrarische produkt ver werken. Met de handel, met het agrarische bank wezen vormt het agrarische bedrijf een machtig stuk nationale economische bedrijvigheid, aldus Minister Biesheuvel onlangs in een rede te Eind hoven. Een paar wanne sokken bijvoorbeeld in de vorm van rentesubsidies en uitbreiding van de mo gelijkheden van de ontwikkelingskant van liet O en S Fonds zouden voor de boeren- en tuinderstand toch wel zeer welkom zijn! VOORAL LOONKOSTEN STIJGEN TOT mijn spijt moet hier nu worden aangevoerd dat dit laatste beslist niet in dezelfde mate het geval is als in Nederland. De kostenstijging en met name de loonontwikkeling is in Nederland de laatste paar jaar zo explosief geweest dat geen enkel land het heeft kunnen bijhouden. Dit is trouwens maar gelukkig ook want anders zou er zelfs geen uitzicht zijn op een redelijk goede afloop van dit hele experi ment. Dit betekent echter dat de drang om prijzen te verhogen in de andere landen beslist niet zo groot zal zijn als in Nederland en daar hebben wij maar rekening mee te houden. Trouwens, het is de vraag of deze welvaartsexplosie die wij in Nederland mee maken niet een heel andere aanpak vraagt dan alleen maar het verhogen van de prijzen. Het is dan ook zeer begrijpelijk dat de Minister van Landbouw bij de be handeling van zijn begroting in de Tweede Kamer zeer de nadruk heeft gelegd op het structuurbeleid. Dit betekent onder meer ruilverkaveling op grote schaal, streekverbetering en agrarisch sociale en so ciaal economische voorlichting naast de technische en bedrijfseconomische alsook een verdere toepas sing van het ontwikkelings- en saneringsfonds. IS DIT VOLDOENDE Nu de cijfers van het te verwachten boereninkomen van 1966 voor ons liggen vraag ik mij nogmaals af of dit allemaal voldoende is. Ik heb er het verslag van de studiegroep melkveehouderij van september 1965 nog eens op nageslagen of ik daar soms een op lossing voor het probleem kon vinden en nu trof het. mij weer, dat deze commissie zo voortreffelijk al de verschillende facetten van de problematiek van de efficiency in de bedrijven aan een studie heeft onder worpen. Ook geeft zij veel knelpunten aan, maar ook hier ziet men na lezing van het rapport niet een dui delijk perspectief. Eén ding wordt met grote duidelijk heid geconstateerd. De commissie ziet voor de naaste toekomst alleen mogelijkheden van een florerend melkveehoudersbedrijf indien dit de omvang heeft van ten minste 20 a 30 melkkoeien of ten minste 20 ha, waarbij dan nog moet worden opgemerkt dat de commissie dit als een éénmans bedrijf ziet. RENTE SUBSIDIE NODIG En er zijn, aldus ir. Knottnerus, toch veel middelen waarmee men richting kan geven aan de ontwikke ling. Middelen die onze grote buren Duitsland en Frankrijk heden ten dage op ruime schaal toepassen Ik bedoel hier het middel van subsidie met daaraan verbonden bepaalde voorwaarden. Het is merkwaar dig dat de Minister van Landbouw bij de behandeling van zijn begroting wederom heeft gesteld dat van hem niet verwacht mag worden dat hij het voorbeeld van andere landen zal volgen die proberen d.m.v. sub sidies de E. E. G.-regelingen te ontduiken. Maar het mag dan volgens Minister Biesheuvel in strijd zijn met de geest van het verdrag, met de letter is het dat niet. Het is een probaat middel om bedrijven, waarvan men verwacht dat zij in stand kunnen blij ven, te helpen zonder dat andere die niet van plan zijn hun bedrijfsvoering te wijzigen worden geholpen PERSPECTIEVEN ONTWIKKELEN Ik vind het daarom te meer merkwaardig, omdat ik van dit kabinet nauwelijks kan aannemen dat er een financieel motief zou zijn. De verhoging van het Rijksbudget maakt eerder de indruk dat deze rege ring alle knelpunten in 2 jaar tijd wil oplossen. Wij kunnen niet anders doen dan af te wachten wat Minister Biesheuvel op dit terrein in het kabinet en in Brussel weet klaar te maken. Politiek zit de Mi nister met zijn aangenomen begroting bijzonder ge makkelijk, hij hoeft zich daarover geen zorgen me^r te maken. Alleen de Eerste Kamer kan nog een beetje moeilijk doen. Over E. E. G. onderhandelingen bestaat heel weinig verantwoordingsmogelijkheid. Ik hoop echter dat de Minister, die verantwoorde lijk is voor de Nederlandse landbouw, zelf tot de conclusie zal komen dat hij iets meer moet en mag doen dan alleen te wijzen op tekortkomingen vc.n de huidige situatie. Wij zullen perspectief moeten ont wikkelen en wij zullen dat gauw moeten doen want de tijd gaat dringen. J|E plannen van de gemeente Bergen op Zoom tot het leggen van een rioolwaterpersleiding van Bergen op Zoom naar Waarde werden door de raad met de grootst mogelijke reserve ontvan gen. De land- en tuinbouw in het betreffende gebied zal, bij eventuele verwezenlijking van deze plannen, voor onoverkomelijke moeilijkheden worden geplaatst, aldus het kort verslag van de op woensdag 22 december gehouden vergadering van de Gewestelijke Raad voor Zeeland van het Land bouwschap. De Raad heeft zich afgevraagd waarom niet met zuiveringsinstallaties kan worden gewerkt, en be sloot alles in het werk te stellen om een voor de landbouw gunstige oplossing te kunnen bereiken. Daartoe is inmiddels de medewerking van G. S. van Zeeland en het dagelijks bestuur van het Land bouwschap ingeroepen. Niet alleen bij de landbouw maar ook bij vele andere groepen bestaan zeer ernstige bezwaren tegen deze plannen. Verontreiniging van de Westerschelde zal vergaande gevol gen met zich brengen, met name voor de recreatie. Teneinde de grote belangen welke in deze op het spel staan zo goed mogelijk en gezamenlijk te kunnen verdedigen, zal de Raad op korte termijn con tact opnemen met alle daarvoor in aanmerking komende instanties. BESTRIJDING WILDE HAVER. Naar aanleiding van de ontvangen adviezen van de landbouwor ganisaties en de Commissie Plantenziekten en Plagen, besloot de Raad de Hoofdafdeling Akkerbouw te verzoeken de verordening bestrijding wilde haver voor 1966 van toepassing te verklaren voor de gehele provincie. Slechts op deze wijze zal kunnen worden bereikt, dat dit hardnekkige onkruid op langere termijn doelmatig kan worden bestreden. Walcheren en het grensgebied van Zeeuws-Vlaan leren, die tot op heden niet onder de verordening vielen, zullen dus bij aanvaarding van dit voorstel met ingang van 1966 eveneens aan de verplichte bestrijding moeten deelnemen. VOLGORDESCHEMA VOOR RUILVERKAVELINGEN. De Raad kon zich verenigen met het dooi de Hoofdingenieur-Directeur van de Cultuurtechnische Dienst in Zeeland voorgelegde programma voor ruilverkavelingen voor de jaren 19661970, hetwelk er als volgt uitziet: 1. Koewacht 5500 ha; 2. Scheldezoom 1000 ha; 3. Poel - Heinkenszand 6500 ha; 4. Kieldrecht 3800 ha; 5. KapelleWemel- dinge 4000 ha. BESPREKING MET GEDEPUTEERDE STATEN. De vergadering nam met belangstelling kennis van het verslag van de door de Bestuurscommissie gehouden bespreking met het College van G.S., waar bij van gedachten kon worden gewisseld over de mogelijkheden tot inpoldering van het Land van Saeftinghe, het Streekplan Schouwen-Duiveland, de dijkrecreatie, enkele tracé's van provinciale we gen, luchtverontreiniging, taxaties van landbouwgronden en de inschakeling van de georganiseerde landbouw bij het opmaken van de gemeentelijke bestemmingsplannen. BESTEMMINGSPLAN MIDDELBURG. Met voldoening werd kennis genomen van de goede con tacten die er zijn met de gemeente Middelburg betreffende een nieuw bestemmingsplan. Besloten werd de belanghebbende eigenaren en pachters in de eerste helft van januari 1966 bijeen te roepen voor het geven van de nodige voorlichting. SCHADEREGELING VEEHOUDERIJ SAS VAN GENT. Het door de Schadecommissie Veehouderij Sas van Gent opgestelde nieuwe werkplan voor het vaststellen van de schade aan veestapels, ont staan door opgenomen schadelijke afvalstoffen van de N.V. Zuid-Chemie, werd door de Raad goed gekeurd.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1965 | | pagina 3