Zorg voor voldoende vitamine A en D
in rundveerantsoen
D
en in de toekomst
Georganiseerde dierziektenbestrijding nu
1169
Veehouderijmiddag te
Middelburg
VRIJDAG 31 DECEMBER 1965
,OOR te weinig zonneschijn en veel regen in het afgelopen zomerseizoen zal het caroteengehalte en
't vitamine D-gehalte van hooi en kuil lager zijn dan normaal (caroteen voorstof van vitamine
A).
Óp een aantal bedrijven is bovendien de voorraad hooi en kuil aanzienlijk kleiner dan in andere jaren
Daarom verdient de voorziening met vitamine A en D dit stalseizoen speciaal onze aandacht.
In dit artikel willen we enkele punten, die in dit opzicht van belang zijn, wat nader onder de loupe
nemen.
VITAMINE D.
De voornaamste vitamine D-bron in het winter-
ran tsoen voor rundvee is hooi; d.w.z. hooi, dat ge
ruime tijd aan de zonnestralen heeft blootgestaan.
Met 6 7 kg van zulk hooi dekt men de dagelijkse be
hoefte aan vitamine D van ons melkvee.
Vitamine D is het anti-rachitisvitamine. Bij rachitis
is de vorming der beenderen gestoord. Vitamine D
bevordert de opname van bepaalde mineralen uit de
voedselbrij. Dit is speciaal voor de hoogdrachtige
dieren van groot belang. De mineralen voorziening
schiet bij deze dieren eerder tekort dan bij melkge
vende koeien, die veel krachtvoeder krijgen. Onze
ruwvoeders in het winterseizoen hebben dikwijls een
tekort aan mineralen.
V EN TIL ATIEHOOI, GEPERST IIOOI.
Door de nieuwe hooi winningsmethoden wordt de
veldperiode van het hooi korter. Dit komt in het alge
meen de kwaliteit en het caroteengehalte ten goede.
Door de kortere veldperiode krijgt de zon echter min
der gelegenheid vitamine D in het hooi te vormen. We
moeten hierbij rekening houden met lagere vitamine
D-gehaltes. Een moderne bedrijfsvoering vraagt dus
extra vitamine D in het krachtvoeder.
VITAMINE A.
1. Veel regen en weinig zon in het hooi.
Door het slechte weer in het afgelopen zomersei
zoen heeft het hooi vaak lang op het land gelegen en
veel geleden. Door een te hoog vochtgehalte bij het
inschuren is in sommige partijen nogal wat schimmel
en broei opgetreden. In het laatst van het seizoen is
een deel van het gras, dat bestemd was voor hooiwin
ning (veel) te lang geworden. Om al deze redenen zal
het caroteengehalte vaak laag zijn.
2. Slechte kuilen.
De kwaliteit van de kuilen, die in het begin van het
seizoen (tot begin juni) zijn gemaakt, is in het alge
meen goed. Daarna zijn er ook vele kuilen gemaakt
waarvan te verwachten is, dat de kwaliteit aanzien
lijk slechter zal zijn. We behoeven hierbij maar te
denken aan de grote hoeveelheden regenwater, die
noodgedwongen in vele kuilen moesten worden ver
werkt. Soms zijn partijen ,,gras", die voor de hooiwin-
ning als mislukt werden beschouwd, tenslotte ten
einde raad maar aan de kuilhoop gebracht.
3. Witte, diarree bij kalveren komt steeds meer voor.
Gedurende de laatste maanden van het voorgaande
stalseizoen trad op vele bedrijven bij pasgeboren kal
veren een hardnekkige en ernstige vorm van witte
diarree (colibacillose) op. Het is bekend dat de weer
stand van kalveren, speciaal tegen deze ziekte, in be
langrijke mate mede wordt bepaald door de vitamine
A-voorziening.
Vitamine A speelt een belangrijke rol bij de op
bouw, instandhouding en het herstel van de darm
slijmvliezen. Vitamine A geeft meer weerstand tegen
vele soorten darminfecties en wordt daarom ook wel
gezondheidsvitamine genoemd.
Het pasgeboren kalf is voor de vitamine A aangewe
zen op zijn reserve bij de geboorte en op de biestmelk.
Hoe groot de toevoer langs deze wegen is, wordt
vooral bepaald door de hoeveelheid vitamine A (of
caroteen) in het rantsoen van het drachtige dier.
GRAS-LUZERNEMEEL.
Vele veehouders hebben gunstige ervaringen met
het voeren van 1 kg gras/luzernebrok aan de hoog
drachtige dieren. Gras/luzernemeel ontleent zijn
waarde o.a. aan het hoge caroteengehalte. Vooral
wanneer in het rantsoen slecht hooi en geen of weinig
kuil of kuil van slechte kwaliteit voorkomt, verdient
het voeren van gras/luzernebrok (kunstmatig ge
droogd!) sterk aanbeveling.
De Veehouderijcommissie der Z.L.M. organi
seert op vrijdag 21 januari 1966 te 14 uur in
restaurant „Wöhler", Lange Delft te Middel
burg een „Veehouderijmiddag".
De heer H. Raben, algemeen secretaris van
de Centrale Organisatie van Veeafzet- en Vlees-
verwerkingscoöperaties (Coveco), zal spreken
over: „De ontwikkeling t.a.v. de afzet van vee,
vlees, vleeswaren en conserven in binnen- en
buitenland."
Namens de Veehouderijcommissie
der Z.L.M.,
Js. VOS, voorzitter
W. C. SINKE, secretaris
-J
Men moet er echter op bedacht zijn, dat er
bij het produkt gras/luzerr ebrok veel kaf onder
het koren schuilt. Menige partij heeft een te
laag caroteen en/of eiwitgehalte. Een eis van
minstens 17 ruw eiwit en ongeveer 100 mg
caroteen per kg droge stof mag men zeker stal
len. Zonder deze garanties loopt men gevaar
gemalen luzernehooi te kopen. Aankoop van
laatstgenoemd produkt is alleen verantwoord,
wanneer de prijs in overeenstemming is met de
voederwaarde op basis van ZW en v.r.e.
MINERALENROEK/BROK.
Om de hiervoor genoemde redenen is het van be
lang de vitamine A en D3-voorziening van het rund
vee zoveel mogelijk veilig te stellen door middel van
het krachtvoer. Het vitamine AD3-gehalte van alle
rundveevoeders die onder C.L.O.-contröle staan,
is daarom deze winter verhoogd. Speciaal in de mine-
ralenkoek werd het vitamine AD3-gehalte sterk ver
hoogd.
Droogstaande koeien zullen naast 1 kg mineralen-
koek in de regel weinig of geen ander krachtvoer ont
vangen. Vandaar dat juist in de mineralenkoek een
hoog vitamine AD3-gehalte van zo'n grote betekenis
is. Het gewone krachtvoeder (bjjv. A- of B-brok)
geeft in vele gevallen onvoldoende extra vitamine A
en D.
De gunstige resultaten, die wij algemeen horen van
het voeren van mineralenkoek/brok aan hoogdrach
tige dieren, is zeer waarschijnlijk ook voor een be
langrijk deel aan de vitaminen toe te schrijven.
Ir. R. v. d. BERG
C.L.O.-CONTRóLE
DEN aantal belangrijke activiteiten van onze Gezondheidsdienst heb ik de
revue laten passeren en daarbij aangegeven hoe deze momenteel worden
uitgevoerd en hoe, naar mijn inzicht, deze in de toekomst zullen zijn. De acti
viteiten zullen een steeds meer specialistisch karakter gaan krijgen waarvan
relatief gesproken een vrij beperkt aantal veehouders zal kunnen profiteren.
Gelukkig kampt niet ieder bedrijf met moeilijke problemen!
Gezien deze aard en toepassingsmogelijkheid "an de activiteiten van de
Diensten in de toekomst acht ik een reële financiële begeleiding daarvan uit
de rijksmiddelen op zijn plaats. Voor een aantal veehouders zou het geschet
ste toekomstbeeld kunnen betekenen dat voor hen onze Dienst niet meer zo
blijft leven als toen de t.b.c.- en abortusbestrijding nog in volle gang was.
De veehouders op de hoogte houden in woord c geschrift omtrent de acti
viteiten en de mogelijkheden van onze Dienst, zie ik dan ook als een vereiste,
aldus dr. J. Tesink, direkteur van de Stichting „Gezondheidsdienst voor Dieren
in Zeeland" aan het slot van zijn jaarrede op de algemene vergadering van
deze dienst op 16 december j.l.
BELANGRIJKE TAAK
r)T voor kort werd de georganiseerde dierziek
tenbestrijding uitsluitend in verband gebracht
met de door de Gezondheidsdiensten voor Dieren
georganiseerde bestrijding van tuberculose en abor
tus Bang, en de voorbehoedende enting tegen
mond- en klauwzeer. Daarna werd in Nederland,
en ook in Zeeland d* op vrijwillige basis georgani
seerde bestrijding voor ziekten onder varkens ter
hand genomen en de bestrijding van ziekten onder
schapen. In de afgelopen anderhalf jaar kon in onze
provincie ook een eveneens op vrijwillige basis
georganiseerde bestrijding van uierziekten en
van ziekten onder pluimvee van start gaan. Daar
naast leidde, aldus dr. Tesink, onze dienst:
een op vrijwillige basis georganiseerde wormbe-
strijding bij paarden. Daarbij tevens
op een aantal bedrijven, in nauwe samenwerking
met „Wageningen" en de rijkslandbouw- en vee
teeltvoorlichtingsdienst, klachten van veehou
ders nagaat over verminderde groei, produktie
en vruchtbaarheid van hun dieren, en een te
geringe graslandopbrengst;
belast is met het veterinair-technisch toezicht op
de K. I. in Zeeland;
nauw betrokken is bij het probleem van de
luchtverontreiniging in de zogenaamde kanaal
zone;
voorts een diagnotisch laboratorium bezit bene
vens een sectiezaal.
OVERHEIDSHULP
DE zeer sterke ontwikkeling van de veehouderij in
de E. E. G. partnerlanden, zal de Nederlandse
veehouderij noodzaken zich versneld te gaan sane
ren en te ontwikkelen om haar positie te kunnen
handhaven en zo mogelijk nog te verbeteren.
In Nederland betalen de veehouders de kosten
van de georganiseerde dierziektenbestrijding prak
tisch geheel zelf, zulks in tegenstelling tot de
overige E. E. G.-landen waar door de Overheid
aan de dierziektenbestrijding een zeer krachtige
financiële steun wordt gegeven.
Het is zonder meer duidelijk dat zulks de con-»
currentiepositie van de Nederlandse veehouder
niet bevordert!
Ik geloof daarom dat het zeer reëel is te stellen
dat ook in Nederland, gezien de grote betekenis
van de Nederlandse veehouderij voor de Neder
landse economie, de waarde van de Nederland
se uitvoer van vee, vlees en eieren bedroeg in
1964 1,1 miljard uit de overheidsmiddelen
belangrijke bedragen moeten worden afgezonderd
ter medefinanciering van de nogal kostenvragen-
de taak van de Gezondheidsdiensten, aldus dr.
Tesink.
VELE ACTIVITEITEN
|\R. Tesink liet vervolgens een groot aantal door
de Dienst georganiseerde bestrijdingen en ac
tiviteiten de revue passeren. Gezien de beschik
bare plaatsruimte, vermelden wij hiervan:
Tuberculosebestrijding. De tweejaarlijkse tu-
berculinatie waarmede in 1958/1959 voor Zeeland
begonnen werd, gaf een fraai resultaat. Het Land
bouwschap is verzocht zodanige stappen te nemen
om te komen tot een tuberculinatie om de 4 jaar.
De minister heeft tot op heden in verband met
zekere veterinaire E.E.G.-richtlijnen nog geen toe
stemming hiertoe verleend. De hoop bestaat dat
met ingang van 1966/1967 e.e.a. kan worden gerea
liseerd.
Abortus Bangbestrijding. Het huidige stadium
waarin, in onze provincie, en in Nederland de
abortusbestrijding verkeert (99,5 van de Neder
landse veestapel is abortusvrij), doet de vraag op
werpen. of het niet vrij van kostenzijnde aan
vullende bloedonderzoek, althans in Zeeland, ach
terwege gelaten kan worden. De Gezondheids
dienst zal deze kwestie voorleggen aan het secre
tariaat van de Gezondheidscommissie voor Dieren
van het Landbouwschap.
In het kader van de veterinaire E. E. G.-maatre-
gelen is besloten voor runderen welke op of na 30
juni 1965 werden geënt, alsmede voor de overige
runderen uit de koppel, bij verkoop slechts rode
verklaringen te verstrekken.
Aankoop van dergelijke runderen maakt het
rundveebeslag van de kopers eveneens rood zolang
dit aangekochte rund daarin aanwezig is. Runde
ren uit op deze wijze rood geworden beslagen krij
gen bij verkoop eveneens slechts een rode verkla
ring. En nu komt het: vanuit rode bedrijven kan
niet worden geëxporteerd naar één van de E. E.G.-
landenü
Een rode verklaring is niet helemaal rood van
kleur; het is de bekende witte verklaring waarop
de abortustekst in rood is uitgevoerd.
Enting tegen mond- en klauwzeer. Deze enting
geeft het rundvee een goede bescherming, de re
sultaten van de enting bij varkens zijn bevredi
gend wat het ontstaan van een onvatbaarheid be
treft; de duur van de onvatbaarheid bedraagt
slechts circa drie maanden, mits de dieren twee
maal worden geënt met een tussenpoos van tien
a twintig dagen. Proeven zijn aan de gang met
een éénmalige enting met een sterk geconcen
treerde entstof, die ook een onvatbaarheidsduur
van drie maanden oplevert.
De recente uitbraak in het zuid-oosten van Ne
derland heeft reeds tienduizenden varkens het
leven gekost. De op grote schaal toegepaste enting
heeft zijn goede resultaten duidelijk bewezen. Ge
zien de beperkte immuniteitsduur bij varkens ver
dient het géén aanbeveling in de niet-bedreigde
gebieden reeds nu tot enting op brede schaal over
te gaan. Voor hoogwaardig fokmateriaal verdient
de enting te worden overwogen, vooral wanneer
de uitbraak nog verder om zich heen zou grijpen.
Dr. Tesink ging vervolgens nog uitvoerig in
op de mastitis- de varkens-, de pluimvee-, en al*
laatste de schapenziektenbestrijding. Alle onder
werpen, die de volle aandacht van de Dienst vra
gen en zullen blijven vragen.