De maand maart op het Zuid Westelijk akkerbouwbedrijf 15 (Vervolg van pag, 9) a. Kweekgras Op percelen bestemd voor bieten kan tot twee weken voor het zaaien gespoten worden met 1520 kg TCA per ha. Een bespuiting kan ook direct na het zaaien plaats vinden, de kans op schade is dan echter groter en de kweekbestrijding minder. Kort voor het poten van de aardappelen kan 125150 kg Eptam per ha gestrooid en direct 1015 cm ingewerkt worden. Hoewel dit middel aanmerke lijk goedkoper geworden is (thans f 3,per kg in 25 kg verpakking) is het voor een volveldsbehan- deling nog wel duur. Voor een behandeling van plekken en kanten zal een behandeling meestal wel verantwoord zijn. Rekent u maar na: 1,5 kg per are, een kant van 200 meter lang, één meter breed behandeld komt dan op 2 X 1,5 kg 3,is nog geen 10,aan middel! b. Duist in wintertarwe. Hoewel het zwaartepunt vaa de duistbestrijding in het najaar behoort te liggen kan toch in di'e gevallen waar in de herfst geen bestrijding is uitgevoerd in het voorjaar een be spuiting worden toegepast. 23 kg Eptapur Speciaal per ha. Alleen toe passen op gronden met minstens 30 slib. 2 kg Gesaran 2088. Aan te wenden op groeiden met maximaal 40 slib. moet echter wel een wachttijd van minstens 3 weken in acht geciomen worden, voordat een groenbemes- tingsgewas gezaaid kan worden. Daar bekend is dat de slagingskansen van klaver en luzerne bij inzaai na half april sterk afnemen betekent dit dat deze onder- vruchten alleen een redelijke slagingskans hebben op die percelen waar begin maart een bodemherbicide is toegepast. Bij de teelt van grasgroenbemesters is er iets meer ruimte, daar deze meestal in d*e 2de helft van april gezaaid worden. Waar in de herfst met een bodem herbicide is gespoten mag dit in het voorjaar niet op nieuw plaatsvinden vanwege de schadekansen. BIETEN Conservenerwtén zijn in het algemeen gevoeliger dan landbouwerwten. Ivorin (kort voor opkomst) lijkt hier nog het merest op zijn plaats. Helemaal zonder risico is echter ook dit middel nog niet. Op zeer lichte en slempgevoelige grond zijn kleurstoffen waarschijn lijk het meest op zijn plaats. Men dient dan. wel bij de na-opkomstbehandeling minder middel te gebrui ken dan bij landbouwerwten. Dus spuiten op klein onkruid. UIEN Op percelen waar schade door insecten kan worden verwacht dient men maatregelen te nemen. Tegen bietenkevertje een zaeibehandeling met 15 gr. hepta- chloor 25. of 10 gr. carbaryl 50 c/c per kg zaad. Hepta- chloor is ook werkzaam tegen ritnaalden en emelten. Carbaryl bestrijdt ook springstaarten. Tegen bieten kevertje dient naast een zaadbehandeling op een strook van 20 meter langs de begrenzing vaa vorig jaar een grondbehand'eling te worden uitgevoerd met 7,5 kg diazinon per ha of een rijenbehandeling met 20 kg diazinonkorrels met een granulaatstrooier. Het spuiten vlak voor de laatste grondbewerking voor het zaaien uitvoeren. Wil men alleen emeltea en ritnaalden bestrijden dan is een zaadbehandeling met 5 gr. heptachloor 25 of 5 gr. lindaan 20 per kg zaad voldoende. Nooit pillenzaad behandelen. Voor een goede chemische onkruidbestrijding is een fijn goed vochthoudend zaaibed gewenst. Vaa de ver schillende middelen die ons ten dienste staan is in de meeste gevallen 35 kg Pyramin voldoende. Tegen duist kan dan worden aangevuld met Avadex of IPC (Zie bij Duist!). Ook op zware grond boven 35 afsl. kan toevoeging van 35 kg IPC op zijn plaats zijn om de werking van Pyramin tegen muur en varkensgras te versterken. Alleen op gronden m'et minstens 4 Vz r/c Ter bestrijding van de made van de uienvlfeg zijn diverse mogelijkheden en middelen aanwezig. De vol- veldsgrondbehandeling dient vlak voor het zaaien uit gevoerd te worden terwijl het middel dan direkt tot een diepte van 3 cm ingewerkt moet worden. Bij de rijenbehandeling met granulaten worden deze met een op de zaaimachine gemonteerde granulaat strooier in het zaaivoortje gebracht. Bij de zaadbehandeling moet het zaad iets bevoch tigd worden, 5075 ml water per kg zaad is voldoende. De behandeling moet kort voor het zaaien en zeer nauwkeurig uitgevoerd worden. Aan de bestaande rij middelen zijn dit voorjaar Primicid 5 7< en Dyfonate toegevoegd. De dosering is bij rijenbehandeling 25 kg per ha. Verder kan nog opgemerkt worden dat Phytosol (bij voldoendegranulaat- en zaadbehandeling), naast de made van de uienvlieg, -eok enigszins het stcngelaaltje bestrijdt. Dit betekent niet dat men op een perceel dat zwaar besmet is zonder bezwaar uien kan ver bouwen, maar dat op een perceel hetwelk hier en daar licht besmet is, dit middel zeker kaa worden aanbe volen. Wat de onkruidbestrijding betreft kan vanaf zaaien tot een week voor opkomst op alle grondsoorten Ram rod of Butisan gebruikt worden. Beide middelen kun nen (naast chloor-IPC of BIPC) ook na opkomst bij 6 cm gewaslengte gespoten worden. Ook op percelen di'e voor opkomst al eens met een van beide werden v<: .mm? J*. iVf*. Het spuiten tegen onkruiden en ziekten is een van de belangrijkste werk zaamheden op het akkerbouwbedrijf. UITSTOEtING SCHIETEN UITKOMEN VAN DE AAK KIJK •A - De schaal van Fiekes wordt vaak gebruikt voor het aangeven van de moge lijkheden van bespuiten bij granen. Deze middelen bestrijden tevens de breedbladige oakruiden. Vanwege de lange werking is het in zaaien van grassen en klavers niet mogelijk. c. Duist en wilde haver in bietenvlas en erwten Duist en wilde haver kunnen in deze gewassen be streden worden door 3,5 liter Avadex per ha t'e spuiten voor het zaaien. Men dient dan als volgt te werk te gaan: eerst een grondbewerking uit voeren, Avadex spuiten, direct inwerken en daar na zaaien. Op duistpercelen met meer dan 25 slib waar bieten verbouwd worden kan in plaats vaa Avadex ook 35 kg IPC aan de Pyramin wor den toegevoegd. WINTERTARWE (MET WEINIG OF GEEN DUIST) Wil men in dit gewas klaver of luzerne als onder- vrucht telen dan is voor een onkruidbestrijding DNOC het meest aangewezen middel. Na een week kan dan ingezaaid worden. Waar de kamille al te groot geworden is voor DNOC kan gespoten worden met het nieuwe middel Faaeron. Dit middel is veiliger voor het gewas dan MCPA/TBA, bestrijdt zeer goed ook grotere kamille en zelfs var kensgras. Bovèndien stelt het minder hoge eisen aan de luchtvochtigheid. Muur wordt minder goed bestre den. Daarom wordt in wintertarwe aangeraden te spuiten met 1 xk kg Faneron 3 ltr. MCPP. Gezien de aanwezigheid van de MCPP kan dan geen klaver ge zaaid worden. De prijs van Faneroa bedraagt 18, per kg. Komen er naast kamille en muur ook grasjes voor dan is het gebruik van Certrol ES of Tribunil beter op zijn plaats. Na het gebruik van deze bodemherbiciden humus kan een aanwending van Venzar in de doseriag 1,52,5 kg per ha, afhankelijk van afslibbaar en humus, wenselijk zijn. ERWTEN Voor onkruidbestrijding in erwten zijn verschillende mogelijkheden aanwezig. In erwten zonder onder vrucht kan direct na het zaaien, vooral op grond met 2030 afsl., 0,60,75 kg Simazin worden toegepast. Het middel Simazin is tegenwoordig in de handel onder de naam Gesatop-50. Op wat zwaardere grond is waarschijnlijk Camparol bij het zaaien meer be- drijfszeker. Wordt karwij ondergezaaid dan Campa- gard gebruiken. Spuiten kort na het zaaien verdient aanbeveling. Komt men door omstandigheden hier niet aan toe dan staan ons tot kort voor opkomst verschillende mid delen ten dienste. De opzet is dan uiteraard om reeds aanwezig (maar vaak nog amper zichtbaar) onkruid te doden en tevens zich van een zekere nawerking te ver zekeren. Men kaa dan spuiten m'et 0,5 kg Gesatop-50 (Simazin) 8 kg DNOC-50, 1,5 kg Camparol, Ivorin of Afasit, de beide laatste tegen 4,57,5 kg. Met de middelen Tribunil en Certrolin die eveneens voor dit doel werden goedgekeurd, is nog betrekkelijk weinig ervaring opgedaan. 9 Wordt graszaad ingezaaid dan zijn de kleurstoffen de enig bruikbare middelen. De werkwijze hierbij is als volgt. Vlak voor opkomst onder vochtige omstan digheden Ivosit. De tweede behandeling vindt dan plaats met DNBP vanaf een gewaslengte van 5 cm, eventueel herhalen, echter niet later dan tot 14 dagen voor de oogst. Voor een volledige bestrijding van zaadonkruiden met kleurstoffen is tweemaal spuiten noodzakelijk. gespoten. Wegens de iets betere contactwerking op zeer klein onkruid verdient na opkomst Butisan de voorkeur. Lironion heeft een nog iets betere contact werking. Het middel Alicep kan alleen gebruikt wor den op gronden met minstens 25 afslibbaar en niet meer dan 3 rA humus. Dit middel kan slechts één keer gespoten worden. Een behandeling vlak voor opkomst met Reglon'e of Gramoxone zal in praktisch alle ge vallen noodzakelijk zijn. Anders is bij 6 cm gewas- lengt'e het onkruid toch weer te groot voor de na- opkomstmiddelen. ALGEMEEN 1. Ook in het vlas kunnen diverse bodemherbiciden gebruikt worden. De keuze van de middelen zal mede afhangen van de ondervrucht. 2. Afhankelijk van de wijze van poten en het al of niet voorkiemen vraagt ook het pootgoed in deze tijd zijn verzorging. Bewaar echter in geen geval pootgoed waar deze winter met een kiemremmings- middel behandelde consumptieaardappelen wer den opgeslagen. 3. In het graszaad kan in de gewassen, die lang open blijven een bespuiting met DNOC tegen b.v. ka mille nog nodig zijn. Vaak zal de kamille echter al aan de grote kant zijn voor DNOC, het nieuwe middel Faneron lijkt dan beter op zijn plaats. Zie onder wintertarwe. Voor die gevallen waar men er niet onderuit kan om met groeistoffen te spuiten moet dit zo vroeg mogelijk plaats vinden. Alleen een distelbestrijding met MCPA kon eventueel nog later in april plaats vinden. Spuit echter alleen in overleg met de contracterende firma.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1971 | | pagina 15