Als de opvolger aantreedt „SPECIALE AANDACHT VOOR ONTEIGENINGEN" Een samenvatting 9 Drs. W. J J. BROEX B. VELTMAN Steeds meer boeren en tuinders zien aankomen, dat hun bedrijf ten offer gaat vallen voor stadsuitbrei ding, wegenaanleg e.d. In veel gevallen willen zij dan weer een nieuw bedrijf beginnen, zeker als er een of meer meewerkende zoons zijn. De schadevergoe ding bij de onteigening of de vrijwillige aankoop op onteigeningsbasis is voor eigenaars gelukkig vaak vol doende om elders weer verder te gaan als boer of tuinder. De hoogte van de schadevergoeding bij onteigening wordt bepaald door een aantal faktoren. Als er een of meer kinderen op het bedrijf meewerken, dan kan de wijze van beloning op de hoogte van de schade vergoeding van grote invloed zijn. Vandaar dat wij aan het slot van onze artikelenserie hieraan bijzondere aandacht willen schenken. In het onderstaande heeft u aan een beschouwing van de voor- en nadelen van de verschillende beloningsvormen rekening houdend met een te verwachten onteigening. VERGOEDINGEN BIJ ONTEIGENINGEN De zuivere waarde van grond en gebouwen wordit altijd aan de eigenaar vergoed. Deze zogenaamde ver mogensschade wordt niet beïnvloed door de belonings- vorm van de kinderen. Daarnaast kent de onteigenings wet ook een zogenaamde inkomensschade, die meestal in de spreektaal met bedrijfsschade wordt aangeduid. De inkomensschadevergoeding wordt toegekend aan allen, die op de te onteigenen gronden of opstallen een direkt zakelijk of persoonlijk recht hebben. Dit zijn in de land- en tuinbouw vooral de eigenaar-gebruiker en de pachter (ook de onderpachter). Vele andere personen, die door die onteigening ook direkt schade lijden, hebben geen recht op schadevergoeding. Dit is een hard gelag en wel zeer sterk voor de arbeiders en de meewerkende kinderen, die misschien al jarenlang op het te onteigenen bedrijf werken. DE MEEWERKENDE ZOON MET EEN BELONING (Hij komt bij onteigening niet voor schadevergoeding in aanmerking. Vader is verantwoordelijk voor het be drijf en zijn zoon krijgt een bepaalde beloning. Dit kan zijn wat zakgeld met kost en inwoning, maar ook een c.a.o.-loon of een loon plus winstdeling. In alle gevallen wordt hierdoor het inkomen van vader lager en dat be tekent ook dat de berekening van de inkomensschade van dit lagere inkomen wordt uitgegaan. Zou de zoon niet beloond worden, dan stijgt het inkomen van vader en daarmee ook de inkomensschadievergoeding bij ont eigening. Dus het geven van een passende beloning aan de zoon kan bij onteigening leiden tot een lagere schade vergoeding. Wil men in zo'n geval de zoon toch niet in de kou laten staan, dan zal middels schenkingen of door afspraken voor latere verrekening de beloning voor de arbeid van de zoon kunnen verrekenen. Als voorbeeld het volgendie: een pachter betaalt zijn zoon -niet en heeft een inkomen van 25.000,hij kan bij volledige ont eigening een schadevergoeding van 8 9 x dit inkomen krijgen; deze schadevergoeding wordt wel verminderd met de rente uit het vrijkomend kapitaal en met een bedrag voor de vrijkomende arbeid. Betaalt deze man zijn zoon jaarlijks 10.000,dan is zijn inkomen maar 15.000,De berekening voor die schadevergoeding gaat dan ook uit van 15.000,en zijn zoon krijgt hele maal niets als schadevergoeding. MAATSCHAP OF FIRMA Bij een maatschap of firma is de zoon mede verant woordelijk voor de bedrijfsbeslissingen en deelt hij in de resultaten. Het kan zijn dat men een eenvoudige maat schap heeft, waarbij vader volledig eigenaar blijft van het bedrijf en de zoon alleen iets te zeggen heeft over het gebruik en meedeelt in de winst. In zo'n geval krijgt alleen die vader bij onteigening naast een vergoeding voor de waarde van de grond ook een vergoeding van zijn inkomensschade. De zoon zit ook met inkomens schade, maar hij heeft geen zakelijk recht of persoonlijk recht op de grond en krijgt geen vergoeding volgens de onteigeningswet. Dit is erg onbillijk voor de zoon. Ge lukkig is reeds diverse malen door de rechtbank in een onteigeningsprocedure wel een volledige schadevergoe ding voor vader èn zoon toegekend op basis van voort zetting van het bedrijf elders. Als er echter onteigend wordt op liquidatiebasis, dus zonder voortzetting elders, dan krijgt de vader zijn inkomensschadevergoeding en die zoon moet maar zien hoe hij zich redt. In ons zelfde voorbeeld betekent dit: vader heeft een maatschap met zijn zoon en de winstverdeling is 60 40 bij een inkomen van ƒ25.000,Als zij beiden ergens anders een nieuw bedlrijf opzetten dan is een volledige schadevergoeding mogelijk. ligt het voor de hand dat vader niet opnieuw gaat beginnen, dan krijgt hij zijn schadevergoeding op basis van 60/100 x 25.000,en zoonlief staat met lege handen uit te kijken naar een ander bedrijf. Deze moei lijkheden treden niet op als de zoon in een maatschap mede-eigenaar of mede-pachter is. Hij wordt dan ook zakelijk of persoonlijk gerechtigd in het bedrijf en via de onteigeningswet kan hij dan ook schadevergoeding krijgen. VERPACHTING AAN ZOON Als die zoon pachtrechten heeft, dan is hij ook recht hebbende op schadevergoeding bij onteigening. Dit is natuurlijk vrij ingrijpend voor de vader, maar het biedt belangrijke voordelen, zeker wanneer vader eigenaar ge bruiker is. Immers vader krijgt dan de waarde van het onroerend goed en zou daarnaast geen of weinig in komensschade vergoeding krijgen, omdat de rente van zijn vrijkomend kapitaal afgetrokken wordt van zijn in komensschade. De zoon heeft geen of weinig kapitaal en krijgt als pachter de volledige schadevergoeding. Het geven van pachtrecht aan de zoon kan ook nog gebeuren als het bedrijf of de gronden reeds bij een goedgekeurd bestem mingsplan een niet-agrarische bestemmmg hebben gekre gen. Is de betrokken boer of tuinder rzelf pachter, dan heeft het doorgeven van het pachtrecht aan de zoon of het medepachter maken natuurlijk wel invloed op de schadevergoeding van de vader. Vader krijgt dan name lijk niets of hij moet delen met de zoon. TUSSEN WAL EN SCHIP De meewerkende zoon mag nooit tussen wal en schip vallen en dus ook niet bij een dreigende onteigening. Bij veel onteigeningen koopt de overheid meestal via minne lijk overleg aan en regelt ook via minnelijk overleg de schadevergoeding. Dan wordt veelal niet strikt de ont- geningswet gehanteerd en vindt geen korting plaats bij de berekening via de schadevergoeding. Wanneer er in minnelijk overleg geen overeenstemming wordt bereikt en er een onteigeningsprocedure volgt, dan worden de puntjes goed op de i gezet. En de rechtbank zal dan alleen over schadevergoeding willen praten met mensen, die zakelijk of persoonlijke rechten hebben volgens de onteigeningswet. De meewerkende zoon valt dan bij af wezigheid van een passende regeling tussen wal en schip. GEDEELTELIJKE ONTEIGENING Tot nu toe is het steeds gegaan over gehele of vrijwel gehele onteigening van het bedrijf. Vaak wordt echter maar een deel van het bedrijf opgeëist voor stadsuitbrei ding of wegenaanleg. In zo'n geval wordt doorgaans wel de volledige inkomensschade vergoed. De gedachte is dan dat het loon van de zoon blijft drukken op het gehele bedrijf en deze vaste bedrijfslast komt in het algemeen voor vergoeding in aanmerking. In ons voor beeld van het bedrijf met een inkomen van 25.000, betekent dit het volgende. Vader verdient 15.000,—- en de zoon 10.000,Als een vijfde van het bedrijf wordt onteigend, dan wordt uitgegaan van een inkomens schade voor vader van een vijfdie van 15.000, 3.000,per jaar. De beloning van de zoon blijft echter een vaste last voor het hele bedrijf en deze last drukt zwaarder op het kleiner geworden bedrijf. De schade die hieruit voortvloeit wordt dan ook vergoed. In de serie artikelen )xAls de opvolger aan treedt" en waarvan nevenstaande bijdrage de laatste is, is aangegeven hoe gedacht wordt over een goede voorbereiding van de bedrijfsover name en hoe tevens ook gehandeld wordt in de praktijk. Er zijn vele mogelijkheden en het kan zijn dat men door de bomen het bos niet meer Ziet. Daarom willen wij in het kort de kwestie eens samenvatten. A. Het is gebleken (vooral uit een onderzoek in Noord-Brabant) dat op veel bedrijven de meewerkende kinderen nog altijd niet of slecht beloond worden voor hun arbeid. Dit is geen goede situatie. In deze tijd hebben ook meewerkende kinderen recht op een pas sende beloning en toekomstige opvolgers moeten juist in de periode van het mee werken het toekomstig eigen bedrijf mee helpen opbouwen en tevens alvast een ge deelte van het broodnodige eigen vermogen zelf verdienen. B. Sterke nadruk is gelegd op een goed bedrijf in de groei. Wil het bedrijf genoeg opleveren voor een passende beloning, dan moet het een flinke omvang hebben en groei vertonen. In onze praktijkvoorbeelden hebben we dan ook vier bedrijven uitgekozen, die duidelijk deze groei lieten zien. Vanzelfsprekend kwamen we daardoor terecht bij bedrijven, die boven het gemiddelde liggen. C. Het belonen door het geven van loon past vooral voor jongere meewerkende kinderen tot 21 jaar. In deze leeftijd zijn de kinde ren meestal nog niet zeker ervan of zij wil len opvolgen; de verantwoordelijkheid voor de lasten en lusten van het bedrijf kunnen zij of willen zij nog niet dragen. De loon- betakng heeft tot gevolgdat verhoudings gewijs zware premies voor sociale verzeke ringen betaald moeten worden. De voordelen van de wettelijke sociale verzekeringen zijn voor de meewerkende kinderen nog van zeer groot belang. Bij een verstandig beheer van het verdiende loon is het mogelijk om per jaar enkele duizenden guldens te sparen en hiermee het eigen vermogen op bescheiden schaal te vormen. D. De betrokkenheid bij het bedrijf groeit ieder jaar. De meewerkende kinderen hebben niet alleen belang bij een goed loon, maar ook bij goede bedrijfsresultaten. Hieruit vloeit voort het meedelen in de winst. Ook kan het mee werkend kind reeds verantwoordelijk zijn voor bepaalde onderdelen van het bedrijf of bepaalde werkzaamheden zelfstandig op knappen. Eigenlijk moet een meewerkend kind in deze periode volledig betrokken zijn bij het wel en wee van het bedrijf, zonder dat hij/zij definitief aan het bedrijf gebonden is. E. De definitieve binding volgt dan meestal op een gegeven moment vanzelf. Trouwplannen zijn hierbij erg belangrijk omdat het bouwen aan eigen gezin ook een zekerheid van het bestaan vraagt. Het ouderlijk bedrijf kan deze zekerheid geven, maar dan zijn ook be paalde regelingen gewenst. Dirékte en vol ledige overname is o.a. in verband met de leeftijd van de ouders niet altijd mogelijk of gewenst. Een maatschap met eigendomsin- breng van roerende en/of onroerende goede ren is dan een uitstekende oplossing. F. Uiteindelijk komt een periode, dat de hele periode van meewerken en langzamerhand zelfstandig worden achter de rug is. De jon gere agrariër staat voor een eigen bedrijf. Juist dan is het belangrijk, dat zijn voor bereiding goed is geweest d.w.z. hij moet een gezond bedrijf hebben en een behoorlijk eigen vermogen. Deze twee pijlers leveren hem dan een basis, waarop hij als zelfstan dige in de land- en tuinbouw zich naar wij hopen goed kan handhaven. G. In de agrarische gezinnen met meewerkende kinderen zijn een aantal gebeurtenissen, waarbij men zich èn aan maatregelen in het gezin èn aan maatregelen in het bedrijf spe ciale aandacht moet schenken, n.l. 1. Als een kind duidelijk belangstelling toont voor opvolging in het eigen bedrijf. 2. Als het kind daadwerkelijk na de school opleiding gaat werken op het bedrijf. 3. Als het meewerkend kind de leeftijd be reikt van 21 jaar. 4. Als het meewerkend kind definitief be sluit het bedrijf tezijnertijd over te nemen en hiervoor ook in aanmerking komt. 5. Als het meewerkend kind gaat trouwen. 6. Als het meewerkend kind het bedrijf daadwerkelijk overneemt. Het kan zijn dat deze gebeurtenissen elkaar mooi in de tijd opvolgen en het kan ook zijn dat twee of meer gebeurtenissen samenval len, maar dat maakt voor het nemen van de passende maatregelen geen verschil. Ten slotte nog één opmerking. In de agrarische gezinnen zal men zelf steeds moeten beslis sen hoe en welke maatregelen getroffen wor den. Als koning op het eigen erf zal men dan tevens wel zo verstandig zijn om eerst advie zen in te winnen bij deskundigen en bij het uitvoeren van de genomen maatregelen ook weer deskundigen inschakelen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1971 | | pagina 9