7
er dan minder structuurbederf op. Om het verlies van
bieten zo klein mogelijk te houden, volgen hier enkele
aanwijzingen:
Snel rijden met de rookmachines is uit den boze. Niet
alleen het kopwerk wordt hierdoor minder, doch ook
het afbreken van de bieten, hetwelk puntverlies be
tekent, neemt toe.
Gebruik scherpe kapmessen. Vooral nu er in vele
percelen zaadschieters voorkomen.
Stel de tastere goed af, want anders is de kans op af
breken van koppen en scheef duwen van die bieten
groot.
Stel de lichtscharen goed af en gebruik goede en goed
afgestelde rijenpoetsers om aanwezige bladresten te
verwijderen.
Bij het opslaan van suikerbieten, waarvoor een verhard
opslagplaats ideaal is, moet om suikerverlies te voorko
men, op het volgende gelet worden.
1. Zo weinig mogelijk beschadiging van de bieten.
2. Voorkom los blad tussen de bieten, want broei be
tekent suikerverlies.
3. Zorg voor vlakke hopen, waardoor de kans op indro
gen verkleind wordt.
eng scherp te dorsen, aangezien mais erg gevoelig is voor
dorsbeschadiging. Na het dorsen dient het produkt direct
gedroogd te worden.
WINTERTARWE
KOOLZAAD
Als die weersomstandigheden het toelaten is de tweede
helft van oktober een gunstige tijd om wintertarwe te
zaaien. Vroeger zaaien, vooral op bedrijven met veel
graan in het bouwplan moet i.v.m. een grotere kans op
het optreden van voetziekten ontraden worden. Zaaien
imet de pendel- of centrifugaalstrooier kan wel, doch ver
eist grote nauwkeurigheid t.a.v. de afstelling van de
strooier. Door een onregelmatige verdeling is vooral in
stroken met een te dichte stand de kans groot dat meel
dauw en andere ziekten tijdens het groeiseizoen optreden.
Met de centrifugaal- of pendlelstrooier zal men echter
ook onder minder goede omstandigheden kunnen wer
ken, waar dit bij de zaaimachine al niet meer mogelijk
is. Indien er te veel wind staat of de strooier niet goed
is afgesteld, is men beter gebaat met een zaaimachine
om de tarwe te zaaien. Ten aanzien van de rassenkeuze
wordt verwezen naar het desbetreffende artikel. Bij het
zaaien vraagt de onkruidbestrijding tevens de aandacht.
Vooral op de lichtere gronden die in het voorjaar vaak
laat berijdbaar zijn verdient een najaarsbespuiting zeker
de voorkeur. De keuze van de middelen zal men moeten
laten afhangen van het te verwachten onkruidsortiimient.
Enkele weken na de opkomst dient het gewas gespoten
te worden met parathion of fenitrothion tegen de kool-
zaadaardvlo. Ook wanneer een zaadbehandieling met
AAlindan-Inkrusta werd uitgevoerd is deze gewasbehan
deling noodzakelijk.
Waar bij het zaaien alleen simazin werd gespoten en
nu een bestrijding van tarweopslag en duist noodzakelijk
blijkt, kan in de tweede helft van oktober gespoten wor
den met 1015 kg TCA. Door deze na-opkomstbehande-
ling met TCA neemt de kans op uitwinteren echter toe.
Een goed ontwikkeld gewas met minstens 5 6 blaadjes
verdraagt onder de Zeeuwse omstandigheden, deze be
handeling wel.
Ook het omgekeerde is mogelijk: waar bij het zaaien
alleen TCA werd gespoten kan tegen kamille en muur
nog simazin worden gebruikt. Spuiten van simazin op te
kleine plantjes en bij warm weer kan ernstige schade
geven. De plantjes moeten minstens 5 blaadjes hebben.
Waar door bepaalde omstandigheden geen bestrijding
werd uitgevoerd en zowel muur als duist, straatgras en
eventueel ook nog graanopslag voorkomt, kan nog Du-
phar Kerb gebruikt worden. Toepassen alleen als de tem
peratuur, reeds enige dagen, beneden 12° Celsius is.
Voor eind oktober is dit meestal niet het geval Zie ook
Bericht no. 1832 van de Plantenziektenkundige Dienst.
Houdt tijdens de drukte van de aardappel- en bieten-
oogst ook uw koolzaadgewas in de gaten!
GRASZAAD
Omstreeks half oktober moeten de overjarige percelen
veldbeemdi gemaaid worden en het gras worden afge
voerd. Tegen straatgras kan in een goed ontwikkeld ge
was veldbeemd gespoten worden met Eptapur, AA-Kar-
mèx, Tribunil of AAmeryl. Percelen die slecht ontwik-
TIPS VOOR VOEDERWINNING IN HET KORT
1. Om de produktie van het grasland te verhogen
dienen kale plekken bijgezaaid te worden.
2. Door het opstellen van een voederplan kunt
U nagaan of er nog ruwvoer aangekocht moet
worden.
3. Door het gewas te laten onderzoeken op voe-
derwaarde kunt U een goede rantsoenbereke
ning toepassen voor een goede eiwit-zetmeel-
waardeverhouding.
4. Zorg dat bij het inkuilen geen grond wordt
ingekuild.
5. Bij het inkuilen van gras dient een conserve
ringsmiddel toegevoegd te worden.
6. Om broei te voorkomen dient silomais goed
vast gereden te worden.
7. Voorkom ongelukken bij het vastrijden van de
kuil met een trekker door een veiligheids
cabine of veiligheidsbeugel.
8. Dek de kuil goed af met plastic en grond en
controleer regelmatig op beschadiging.
9. Voorkom het rotten van voederbieten door
niet te vroeg te rooien.
10. Verse suikerbietenkoppen en -blad dient met
mate aan melkvee te worden gevoerd.
11. Tracht kopziekte bij het melkvee te voorko
men.
12. Zorg dat grasland in goede conditie blijft en
bestrijd overtollig onkruid.
13. Zorg dat de ontwatering van het grasland in
orde is.
14. Door lid te worden van een melkcontrolever-
eniging kan men koeien selecteren.
percelen kunnen geen volle produktie meer geven tenzij
opnieuw gras wordt ingezaaid of als er weinig kweek in
het grasland staat, wordt bij-gezaaid met 15 kg Engels
Bietenkoppen en -blad is alleen een waarde voeder als het schoon gewonnen wordt.
Het vast rijden van in te kuilen produkten met een trekker voorzien van kooiwielen
of dubbellucht is een veiliger manier! Doch met enkel lucht drukt de trekker de massa
beter aan.
Hiervoor wordt verwezen naar het artikel van de heer
P. Verhage.
„Tenslotte nog een dringende waarschuwing
voor degenen die uit eigen oogst zaaizaad gebrui
ken: Gezien de gezondheidstoestand van het zaai
zaad is het, zeker dit jaar, onverantwoord om de
tarwe onontsmet uit te zaaien!"
KORRELMAIS
De flinke achterstand in de ontwikkeling van de kor-
relmais zal tot gevolg hebben dat met de oogst aanzien
lijk later begonnen zal kunnen worden dan vorig jaar.
Men zal er naar moeten streven de mais rijp te laten
worden voordat men met dorsen begint. Dit betekent dat
het vochtgehalte gedaald moet zijn beneden 40 Het
is echter moeilijk op zicht het vochtgehalte te bepalen.
Vooraf uit een gemiddeld monster het vochtgehalte laten
bepalen verdient aanbeveling. Om grote verliezen bij het
drogen te voorkomen is het van groot belang niet onno-
keld zijn verdragen de bespuiting met Eptapur of AA-
Karmex niet. Voor een goed effect is groeizaam weer
(een temperatuur van minstens 10° C) noodzakelijk. On
der droge omstandigheden valt de werking vaak tegen.
De kans op een combinatie van een goed ontwikkelings
stadium én groeizaam weer is het grootst tegen half ok
tober. Ook andere jonge zaadionkruiden (waaronder duist)
worden met deze middelen -bestreden.
Voor meer gegevens (o.a. ook over de bestrijding van
graanopslag in graszaad) mogen wij verwijzen naar Be
richt no. 1837 van de Plantenziektenkundige Dienst.
Neem in elk geval voor U tot behandeling overgaat con
tact op met de contracterende firma.
GRASLAND EN RUNDVEEHOUDERIJ
Vanwege het slechte weer werden vele percelen gras
land dit jaar te laat gemaaid. Mede hierdoor en door het
te kort afstellen van de cyclomaaiers heeft de zode ern
stig geleden en zijn er vele kale plekken ontstaan.
Op deze kale plekken neemt de onkruidbezetting sterk
toe waardoor de grasgroei belemmerd wordt. Dergelijke
raaigras weidetype. Door het slechte weer is de hooi-
voorziening op een aantal bedrijven zo slecht dat het
noodzakelijk is nog ruwvoer aan te kopen. Om na te
kunnen gaan hoe groot het ruwvoer tekort is dient een
voedierplan opgesteld te worden voor de komende winter.
Een goed rantsoen per grootvee-eenheid bestaat uit on
geveer 1000 kg droog- en 5000 tot 6000 kg sappig voer.
De kwaliteit van het voer speelt hierbij een grote rol.
Dit jaar zijn de verschillen groot. Daarom is het nood
zakelijk het voer te laten onderzoeken op voederwaarde
om een goed rantsoen te kunnen samenstellen. Zonder
gewasonderzoek en zonder rantsoenberekening is het
onmogelijk een rantsoen samen te stellen met een goede
eiwit-zetmeelwaardeverhouding.
VOEDER WINNING
Als het weer het toelaat zal er in de maand oktober
veel voer ingekuild worden. Bij het inkuilen van suiker
bietenkoppen en -blad dient gezorgd te worden dat het
(Zie verder pag. 12)