Oost- en
Midden-Brabant
ook in de zorgen
Gunstig
boekjaar 1.974
Voor Suiker-Unie
was 1973
een recordjaar
Verbetering bestaand gebruik landbouwgronden
in landinrichtingswet niet onder tafel werken
13
JAARVERGADERING VAN DE
COÖPERATIEVE AAN- EN
VERAOOPVERENIGING
ZUID-OOST-NEDERLAND (Z.O.N.)
^OORAF is het misschien toch goed om
de algemene situatie in de landbouw
in Oost- en Midden Brabant te schetsen. Als
we dit schrijven zijn ons de weergoden nog
steeds slecht tot zeer slecht gezind en dat
heeft ook voor de veehouderij z'n conse
quenties. Ofschoon de veehouderij in dit
zandgebied minder afhankelijk lijkt van het
oogsten van produkten t.w. hooi, kuilgras en
mais heeft de weersgesteldheid dit najaar
menig veehouder voor een dilemma gesteld.
Kwam het voorjaarsgras slechts langzaam
aan de groei, van najaarsgroei is eveneens
weinig sprake geweest. De vele regens had
den tot gevolg, dat het vee aanmerkelijk
vroeger op stal moest dan in andere j ircn
gebruikelijk placht te zijn. Zonder twijfel
heeft dit tot gevolg, dat de voedervoorzie
ning die toch al niet optimaal was eerder
moest worden aangesproken. Ook met het
oogsten van de snijmais zijn er vooral op de
lagere minder goed ontwaterde percelen
moeilijkheden geweest. Met name in De
Kempen staat nog menige ha vast en dat
ALGEMENE VERGADERING
lijkt geen goed teken. We zien dan ook hier
en daar een perceel waar men de snijmais
afsnijdt en thuis door de hakselaar gooit
(met alle gevaren van dien).
De inventarisatie zal aantonen hoeveel
ha's mais er straks verloren zijn gegaan. Het
lijkt vooralsnog te vroeg1 om over grote ruw-
voedertekorten te spreken.
Onze voorlopige conclusie is dat men in
Oost- en Midden Brabant misschien minder
dan in het Zuid-Westen in elk geval flinke
schade is ondervonden van de slechte weers.
omstandigheden. Daarnaast is het o.i. ook
goed om te stellen, dat het in de veredeling
ook lang nog niet gaat zoals het zou moeten
zijn. De grote verliezen in de veredeling en
de fruitteelt van het afgelopen jaar in dit
gebied zijn vergelijkbaar met hetgeen de
akkerbouw in het zuidwesten nu overkomt
en dat behoeft op dit moment o.i. geen be
toog.
GEZELLIG SAMENZIJN
Na afloop van het officiële gedeelte wordt
in het bijzijn van de echtgenotes gezellig na
gepraat. Als een grote familie worden be
staande zowel als nieuwe contacten gelegd
tussen deze en gene. 'En dat moet gezegd
worden, onder het gebruik van voldoende
spijs en drank zag een ieder het weer hele
maal zitten.
Als extra attraktie van deze avond heeft
de enige sneltekenares hier ten lande t.w.
Nelly Roeters menig „kopstuk" op papier
gezet en vereeuwigd. Nellen Roeters uit
Bergen (N.-H.) treedt op, zo verklaarde ze,
voor verschillende bijeenkomsten en tentoon
stellingen en bezit de kunst om in enkele
minuten tijd het evenbeeld van iemand op
papier uit te tekenen. Onze eindconclusie:
het was een goede en interessante bijeen
komst.
A. M. VERiBRUGGE.
Volgens goed gebruik volgt hierna het
verslag van de Algemene Vergadering van
de Z.O.N. die werd gehouden op donderdag
28 november j.l. in de „Harmonie" te Eind
hoven.
In zijn openingsrede sprak de heer G. van
Veldhuizen van een bewogen boerenjaar met
weersomstandigheden waaraan velen geen
beste herinneringen hebben overgehouden.
Daarentegen geven de resultaten meer reden
tot vreugde. Vooruitlopend op de bespreking
van de jaarstukken kan gesproken worden
ever een flink positie saldo ad. 193.700,
7.700,in 1973). Dit laatste is vooral te
danken aan een grote omzetstijging van de
totale mengvoederomzet. Daarnaast heeft
men bij de verkoop van bepaalde basispro-
dukten goede zaken kunnen doen.
De voorzitter zegt verheugd te zijn, om
de vergadering in dit opzicht op te kunnen
vrolijken, en zegt dat de perspectieven van
de coöperatie gunstig lijken.
Bij de behandeling van de notulen door
de heer D. Aarden worden geen op of aan
merkingen gemaakt, waarna de jaarstukken
1973/1974 door directeur D. Engelen bespro
ken worden. In tegenstelling met het vorig
jaar zijn er redenen tot optimisme. Genoemd
wordt de bonuskorting van 1 ct per kg voer
en een bijschrijving op de ledenrekening van
ca. 1 a 2 ct per kg produkt. Per slot van
rekening komt dit de afnemers ten goede en
dat zal in een tijd waarin de bedrijfsresulta
ten van de leden zwaar onder druk staan
een welkome bijdrage betekenen.
De dienstenverlening van het bedrijf be
staat uit: drogen en bewerken van graan;
malen en bewaren van graan; wegen o.a.
voor derden en op- en overslag van produk
ten en bulkvervoer voor derden.
De omzet van mengvoeders bedraagt over
boekjaar 1973/1974: 26.284.000 kg tegen
boekjaar 1972/1973 nog slechts 15.235.000
kg. Het leeuwendeel daarvan zijn pluimvee
voeders. Namens de Raad van Toezicht geeft
de heer A. P. van Leeuwen z'n fiat aan het
gevoerde beheer en aan de jaarstukken.
De fabrieken van de Suiker-Unie hebben in de campagne
1973 15,5 procent meer bieten verwerkt. In totaal ging het
om 3,57 miljoen ton (v.j. 3,08 miljoen ton), hetgeen een
record betekende. Dat schrijft het bestuur in het verslag
over het op 30 juni geëindigde boekjaaü 1973/'74. De Suiker
unie produceerde in de campagne 1973 in totaal 469.000 ton
siuker tegen 426.000 ton het jaar daarvoor. Men had onver
anderd ruim 2000 mensen in vaste dienst, maar hier tegen
over stond een daling van het aantal tijdelijke werknemers
tot ongeveer 900.
Blijkens het jaarverslag steeg de opbrengstwaarde van de
produkten van ƒ431,tot ƒ488,miljoen. Een stijging
in opbrengstwaarde ad 13 procent die achter bleef bij de
toename van de 15,5 procent van de hoeveelheid verwerkte
lagere prijzen moest worden afgezet dan in het voorafgaan
de jaar. Dit stak sterk af tegen de fors gestegen verwerkings
kosten die van 164,miljoen op 195,miljoen kwam
en tegen de sterk oplopende prijzen zowel op de wereld
markt als in het inter-EEG-verkeer. Eerst na afloop van het
verslagjaar kwam hierin een wijziging ten goede. Eerdere
prijsverhogingen dienden ter dekking van, op verzoek van de
overheid, tot stand gekomen duurdere importen uit andere
EEG-landen!
Dankzij betere opbrengsten van magere suiker en van
nevenprodukten kon Suiker-Unie na betaling van een bieten-
prijs welke die van vorig jaar overtrof, het boekjaar toch
nog afsluiten met een batig saldo van 7,1 miljoen. Daartoe
droegen ontvangen dividenden van bijna 2,5 miljoen bij.
In het jaarverslag is overgegaan tot een herziening van
de waardering van minderheidsdeelnemingen, waaronder het
economisch 'belang van 45 procent in C.S.M. Deze worden
nu, zoals voor de meerderheidsdeelnemingen reeds het ge
val was, gewaardeerd op zichtbare instrinsieke waarde. De
doorgevoerde herwaarderingen leidden tot een afboeking
van 29,6 miljoen van de algemene reserve.
Het aandeel van Suiker-Unie in de niet uitgekeerde win
sten van deelnemingen, de dotatie aan het fonds voor ver
vanging en vernieuwing en het saldo van de exploitatiereke
ning veroorzaken dat de teruggang van het eigen vermogen
beperkt blijft tot 7,5 miljoen. De verwachting wordt uitge
sproken dat in de komende jaren contante dividenden uit
deelnemingen in toenemende mate zullen bijdragen aan het
uitbetalingspotentieel van Suiker-Unie.
bieten. Deze lagere opbrengstwaarde komt omdat de pro-
duktie van door de EEG gegarandeerde suiker als gevolg
van de revaluatie van de gulden in het binnenland tegen
Het nieuwe in aanbouw zijnde Hoofdkantoor van de Suiker-
Unie te Breda.
J^AAR mijn mening is er nog grote behoefte aan een ver
beterde inrichting van het landelijk gebied ten be
hoeve van een rationeel agrarisch gebruik. Aldus de voor
zitter van het Landbouwschap ir. C. S. Knottnerus in zijn
openingswoord bij de openbare bestuursvergadering ver
leden week woensdag. De snelle ontwikkelingen, die alleen
maar op te vangen zijn door mechanisatie en gewijzigde ar-
beidsmethod.en in de akkerbouw en de veehouderij, stellen
andere eisen aan de verkaveling, perceelsomvang, ontslui
ting en waterhuishouding. Alleen op een goed ingericht be
drijf is het mogelijk de sterk stijgende kosten het hoofd te
bieden en de prijzen voor de consument laag te houden.
Men moet zich realiseren dat de ruilverkaveling of pu
bliekrechtelijke herinrichting van een gebied een belangrijke
ingreep is in het eigendomsrecht, en dat terwille van een
betere landinrichting voor alle grondgebruikers in een ge
bied. Als tot herinrichting besloten is, kan men zich als in
dividuele grondeigenaar of grondgebruiker niet meer ont
trekken aan de uitvoering. Een plan tot ruilverkaveling is
alleen gerechtvaardigd als het aanvaardbaar is voor de meer
derheid van de belanghebbenden. Bovendien dienen de rech
ten van iedere belanghebbende duidelijk omschreven te zijn.
In zijn algemeenheid voldoet de Ruilverkavelingswet 1954
aan deze voorwaarden.
De algemeen gewijzigde inzichten inzake de inrichting
van het landelijk gebied hebben geleid tot de aankondiging
van een nieuwe wet op de landinrichting. De veranderde op
vatting is terug te vinden in de onlangs verschenen Oriën
teringsnota Ruimtelijke Ordening, een stuk dat door het par
lement als beleidsnota nog niet geaccepteerd is, maar wiel
duidelijk in de praktijk van vandaag gehanteerd wordt Als
doeleinden voor de inrichting van het landelijk gebied wor
den naast een doelmatig landbouwkundig gebruik genoemd
de bescherming van het landschap, het veilig stellen en tot
ontwikkeling brengen van natuurgebieden, het bewaren van
oude cultuurlandschappen en het handhaven van ecologi
sche evenwichten, wat men daaronder dan ook mag verstaan.
Men gebruikt het begrip ecologisch evenwicht naar mijn
mening alleen maar om bestaande toestanden te handhaven.
^E belangstelling voor ecologisohe evenwichten kan vol
gens mij leiden tot een rem bij de doelmatige herin
richting ten behoeve van het landbouwkundig gebruik. Ik
hoef maar te wijzen op de conflicten rond de ruilverkave
lingen Koudum en de Vijfheerenlanden over het zogenaam
de advies van de Natuurwetenschappelijke Commissie. Het
langdurig en moeizaam overleg hierover is nog niet afge
sloten.
Men dient niet te vergeten dat een collectieve ingreep in
de structuur van het gebied en het bedrijf de ondernemei
dwingt tot meebetalen en dus tot investeren. Hij is als part
ner bij die ingreep ten nauwrste betrokken en kan dus niet
onmondig gelaten worden.
Ik wil nog eens duidelijk vaststellen, aldus ir. Knottnerus.
dat het herinrichten van gebieden, die voor 80 of 90 uil
landbouwgronden bestaan, niet buiten de boer om kan gaan.
Een dergelijke herinrichting heeft niet in de eerste plaats
tot doel de realisering van wat een provincie of gemeente
goed dunkt. Het gaat allereerst om een verbetering van het
bestaande gebruik. Dat aspect zal bij de nieuwe Landinrich
tingswet niet onder de tafel gewerkt mogen worden.
F EN paar maanden geleden is u een studie aangeboden
over een wijziging van het ruilverkavelingstoeleid. Ik
wil niet vooruitlopen op de standpuntbepaling hierover. Wel
ben ik van mening dat in een nieuwe landinrichtingswet
een ruime plaats moet zijn ingebouwd voor initiatief, in
breng en medeverantwoordelijkheid van de eigenaar en ge
bruiker van gronden in het te verkavelen gebied. De tech
nische en economische ontwikkelingen gaan door; ook voor
de ondernemers in de land- en tuinbouw. Zij moeten hun
bedrijfsvoering kunnen aanpassen aan deze ontwikkelingen.
Daarbij zal herinrichting een belangrijke en in veel gevallen
zelfs een noodzakelijke voorwaarde zijn.
Het gevaar, dat door eindeloze discussies en procedures
de mogelijkheden tot verbetering op de lange baan worden
geschoven of zelfs geheel worden geblokkeerd, werkt niet
alleen frustrerend, maar ook irriterend. Het lost volgens mij
bovendien niets op, noch voor de landbouw noch voor het
landschap. Aldus ir. Knottnerus.