Tijd voor
bezonnenheid
1 8
J 473
VAN HET OOGSTFRONT
YERZEKERINGSINSTELLINGF.N
VAN DE ZLM
4
DE VERKEERSONGEVALLEN IN 1974
T J IT publikaties blijkt, dat het aantal verkeersongeval-
len in Nederland in het derde kwartaal van 1974
met 4,1 is gedaald tot 16.450.
In hetzelfde kwartaal van 1973 waren 705 ongevallen
met 1100 verkeersslachtoffers (doden en gewonden) meer
te betreuren.
Niettemin vielen er het derde kwartaal 1974 toch nog
20.100 verkeersslachtoffers. Het aantal verkeersdoden
bedroeg in de periode januari t/m augustus 1974, totaal
1755 tegenover 2066 in dezelfde periode 1973. Een da
ling van 15,1 Over de eerste 9 maanden van 1974
daalde het aantal verkeersslachtoffers (doden en gewon
den) slechts met 1,2% tot 44.950.
Tot'zover enkele cijfers, waaruit de oppervlakkige kon-
klusie getrokken zou kunnen worden, dat wij het met z'n
allen er aardig hebben.afgebracht. Ondanks het feit, dat
het verkeer nog intensiever geworden is, er zijn althans
in 1974 weer een aantal motorvoertuigen aan het Neder
landse wagenpark toegevoegd, toch een geringer aantal
verkeersongevallen.
Ongetwijfeld speelt de snelheidsb" werking, welke eind
1973 werd ingevoerd, hierin een rol. Ook het geringer
aantal gereden kilometers per auto, vooral in de eerste
helft van 1974, is van invloed geweest op het aantal on
gevallen. Niettemin is een aantal van 44.950 doden en
gewonden in de eerste 3 kwartalen van 1974 nog steeds
een enorm aantal.
Intussen is men in E.E.G.-verband bezig om per 1 janu
ari 1975 de maximum snelheden te uniformeren. Daarbij
is de E.E.G. ministers een keuze voorgelegd van 110, 120
of 130 km. Het zal dus wel 120 km worden, althans dat
zit er mooi tussenin. De Nederlandse minister wil blijk
baar op het minimum (110) gaan zitten. De vraag is of
hij zijn voorkeur in E.E.G.-verband hard kan maken aan
de hand van verkeersongevallencijfers. Van belang is in
ieder geval, dat de E.E.G. op één snelheid gaat zitten
en wat ons betreft mag onze Minister zijn zin krijgen.
SCHADEONTWIKKELING EIGEN O.V.M.
QNZÊ eigen schadestatistiek gaat uiteraard verder
dan 1 oktober. Wij hebben u in het ZLM-blad van
8 november 1974 een overzicht gegeven tot 1 november.
In onderstaand overzicht is de maand november hier
aan toegevoegd.
Maanden
1973
1974
Verschil
Januari
288
328
40
Februari
409
336
73
Maart
364
372
8
April
438
381
57
Mei
554
518
36
Juni
521
413
108
Juli
567
624
57
Augustus
573
591
18
September
493
615
122
Oktober
664
660
4
November
524
572
48
Totalen
5395
5410
15
Het opvallende van dit overzicht is, dat het er nog
steeds gunstig uitziet. Wel is het positief van 33 schade
gevallen per 1 november omgeslagen in een negatief van
15 per 1 december. Al drie maanden lang beleven wij het
slechtste weer sinds mensenheugenis. We moeten naar
onze voorouders terug om een soortgelijk jaar te vinden.
En toen was het uiteraard veel minder beroerd om dat ze
geen mechanisatie kenden. En ondanks dit abnormale
slechte weer is het aantal schademeldingen in vergelij
king met 1973 weinig gestegen.
De enige uitschieter is eigenlijk de maand september
en waarschijnlijk zal december volgen, omdat vorig jaar
in december de autoloze zondagen hun gunstige invloed
op het schadeverloop deden gelden.
We zitten in de laatste ronde van 1974. Onze oproep
tot alle verzekerden en ook niet verzekerden mag en
moet zijn: houdt u het rustig in de resterende dagen van
1974. Mocht het glad worden vanwege ijzel of sneeuw,
blijf dan thuis. Viert de kerstdagen en oudu op nieuw ge
zellig thuis dan kunt u tenminste ook naar hartelust het
glas heffen!
Begin 1975 komen wij bij u terug. Intussen van onze
kant, ok namens de medewerksters en medewerkers pret
tige kerstdagen en een goede start in 1975. Beloof elkaar
maar veel goeds maar probeer het waar te maken.
VOORZICHTIG BIJ GLADHEID
DE L.
Drs. 1. DIJKGRAAF.
L.C.C. - Goes.
DEZINNING past bij de decembermaand maar behoort
natuurlijk niet tot die 31 dagen van het jaar beperkt
te blijven. Het bezint eer ge begint geldt voor alle uren
van een etmaal in welke week van welke maand van welk
jaar dan ook. Ons is allemaal van huis uit bijgebracht,
dat we onbezonnen dingen mogen doen. We deden ze
natuurlijk toch met als resultaat dat we door schade en
schande iets wijzer zijn geworden. Laten we dat althans
aannemen. Anders zouden we moeten spreken van een
trieste conclusie.
Voor het zich bezinnen op is een zekere innerlijke rust
nodig. Het naar de zin van iets vragen veronderstelt, dat
we iets dieper graven dan we gewoon zijn. Dat we wat
meer los zijn van onze emoties om de zaken koel en daar
mee zo objektief mogelijk op een rijtje te zetten. We
zijn dan bezig op een klinische wijze de zin van iets
dat ons bezighoudt te ontleden om vast te stellen hoe
we ons zullen gaan gedragen. Het zich bezinnen op is
namelijk op zich een steriele bezigheid. Daarna moet
er wat gaan gebeuren. Bezonnenheid is het centrum voor
nieuwe akties of een nieuwe aanpak van onze kant.
UITPROBEREN
QUDEREN beklagen zich, dat er tegenwoordig zo
veel onbezonnen dingen gebeuren. Meestal krijgt
de jeugd daar de schuld van. Nu zijn er alle eeuwen door
generatiekloven geweest. We zijn allemaal als nog niet
oud en wijF genoeg uitgekreten. Overigens wel terecht,
maar daarmee is er nog niets nieuws onder de zon. Toch
is er meer en in feite ander nieuws aan de orde in onze
dagen. Door de snelle en vele veranderingen is name
lijk de drang om te experimenteren sterk toegenomen.
We willen veel meer dingen zoals dat heet „uitproberen".
We beginnen iets en zijn voor het resultaat een tikkeltje
willig blind. Experimenten kunnen mislukken omdat we
ons op onbekende wegen gaan begeven. Daar hebben
we ongetwijfeld allemaal z onze ervaringen mëe. Zowel
in de kleinere als de grotere dingen.
Natuurlijk moeten we proberen van tevoren de risico's
te overzien en vooral het maximale risico dat we willen
lopen af te grendelen. Soms kan dat door een geldbedrag
vast te stellen, maar het hangt sterk af van het soort
experiment waar we mee te maken hebben. Nu houden
wij wel van experimenteren. We zijn er eigenlijk een
beetje gek op. Dat tasten in het onbekende, dat avon
tuurlijke spreekt ons aan. Het geeft een zekere span
ning en het vergt een stukje creativiteit. Vernieuwings
drang is de meeste mensen niet vreemd. Die creativiteit,
dat scheppend vermogen heeft overigens weinig met in
telligentie te maken. Werkelijk intelligente mensen lopen
er heus niet zoveel rond, wel veel creatieve mensen. Denk
bijvoorbeeld aan de vele duizenden grotere en kleinere
ondernemers, die er steeds weer in slagen in de markt
te blijven door hun produkten en diensten aan te passen
en er nieuwe aan toe te voegen. Intelligente en creativi
teit behoeven helemaal niet in eikaars verlengde te lig
gen. Ook schoolopleiding niet. Deze kan eerder een be
lemmering zijn vanwege een té systematisch en te wei
nig waardevrij denken. Creativiteit moet iets spranke-
lends en ongehinderds hebben en vooral iets spontaans.
PRAKTIJK
KJU kunt U zich natuurlijk afvragen wat dit nu alle
maal met bezonnenheid te maken heeft. Wel dat
is toch niet zo moeilijk. De menselijke geest maakt de
wonderlijkste capriolen. Die capriolen monden uit in een
idee en daar moet het van komen. Van komen in deze
zin, dat zo'n idee in praktijk gebracht gaat worden. De
bezinning daarop komt nu vóór, tijdens of na het in prak
tijk brengen. Maar beginnen moeten we ons. Laten we
eens een helaas erg naar aktueel voorbeeld nemen. De
oogstmachines voor de akkerbouw konden niet of ter
nauwernood op het land komen. De praktische boer en
de heren technici zullen zich nog meer dan voorheen
gaan bezinnen welke voorzieningen getroffen kunnen
worden om bij zeer nat weer wel te kunnen oogsten en te
transporteren. Dat vraagt om bezinning, om creatief den
ken en om een praktisch toepasbaar idee. Daarmee ko
men we tegelijkertijd bij een ander aspect van de bezin
ning'terecht. Een slechte situatie is dikwijls aanleiding
om ons af te vragen wat er nu eigenlijk aan de hand is.
Dan gaan we ons afvragen wat onze positie is en welke
verbeteringen nodig zijn. We worden na deze bezinning
aktief als individu, aktiecomité of organisatie. Met name
deze zomer is dat in land- en tuinbouw wel heel duide
lijk gebleken.
Tijd voor bezonnenheid plaatsten we boven deze bij
drage. Voor de coöperaties gaat dit evenzeer op. Zowel
naar de kant van de leden als naar de kant van de co-
operatie. Als onderneming treden er voortdurend verschui
vingen op. Dit brengt mee, dat positie en richting steeds
de aandacht vragen. Uit de problemen van alle dag wor
den dan de lijnen naar de komende tijd getrokken. Wij
wensen U toe, dat U tijd neemt om zich te bezinnen op
wat te doen staat. Dat is belangrijk voor een zinvol be
staan zowel in geestelijk als materieel opzicht.
Vandaag vrijdag is het de laatste dag dat de militaire
ocgsthulp nog bij het binnenhalen van de nog op het veld
staande gewassen ingeschakeld zal zijn. Van de nog beschik
bare ca. 5100 militairen zijn er 300, die op Schouwen zijn
ingezet, donderdagavond naar huis gegaan. De rest volgt
vanmiddag want die zetten om 12 uur een punt achter deze
groots opgezette oogsthulp. Het Coördinatiecentrum te Goes
beëindigd dan deze aktie, waarbij getracht is hulp te bieden
en te redden wat er te redden viel. De weersomstandigheden
TE OOGSTEN GEWASSEN IN HA IN HET ZUIDWESTELIJKE AKKERBOUWGEBIED
ZEELAND ZUID-HOLLAND NOORD-BRABANT TOTAAL
Stand per Stand per Stand per Stand per
11 nov.
2 dec.
9 dec.
11 nov.
2 dec.
9 dec.
11 nov.
2 dec.
9 dec.
11 nov.
2 dec.
9 dec.
Aardappelen
8.275
7.500
7.170
5.400
4.900
4.600
3.600
3.200
2.050
17.275
15.600
14.420
Uien
2.550
1.350
1.150
700
500
500"
230
170
165
3.480
2.020
1.815
Bruine bonen
1.400
435
320
50
25
25
1.450
460
345
Suikerbieten
10.700
5.240
3.500
4.500
2.000
1.450
2.200
950
700
17.400
8.190
5.650
Gladiolen
355
130
105
500
100
90
150
110
105
1.005
340
300
Knolselderij
160
60
30
330
200
70
250
200
125
740
460
225
Witlof
90
55
35
400
75
35
80
65
60
570
195
130
Korrelmais
350
270
j 430
50
10
j 35
35
10
435
290
Snijmais
600
265 1
280
25
880
290 1
Winterwortelen
45
20
15
220
160
120
265
180
135
Kroten
15
15
35
25
25
35
40
40
zijn bepaald niet zodanig geweest dat een maximaal resul
taat bereikt kon worden. De niet aflatende regen- en nu
zelfs ook al hagelbuien maakten het onmogelijk om, zelfs
met de inzet van duizenden hulpkrachten te bereiken het
geen allen die hun schouders onder de aktie hebben gezet
ervan gehoopt en verwacht hadden. Het is niet anders! De
komende weken wacht het Coördinatiecentrum echter nog
een macht werk. De rekeningen van logies, transport enz.,
enz. stromen binnen en al deze en vele andere administra
tieve zaken moeten nu afgewikkeld worden. Dan pas kan de
balans opgemaakt worden en de kosten en de baten van de
hulpaktie tegen elkaar worden afgewogen.
Om een beeld te geven van hetgeen in Zeeland gepresteerd
is de volgende cijfers: Van het totale Zeeuwse akkerbouw-
areaal van 98411 ha, dus granen, hakvruchten, vlas, erwten,
blauwmaanzaad enz., waren 15.582 ha aardappelen^ 21.396
ha suikerbieten, 5580 ha bruine bonen, 3856 ha uien, 1488
ha snijmais, 724 ha korrelmais en 596 ha gladiolen. Volgens
de stand per 9 december zaten er toen nog 7170 ha aard
appelen in de grond (bijna 50 en waren 1150 ha uien nog
niet geborgen (ca. 30
Het oogstoverzicht van de provinciale direkties in het
Zuid-Westen geeft per 9 december de volgende cijfers.