Het zaaien van
wintertarwe in december
en later
BIJ winterzaai zijn de omstandigheden voor het gebruik
van de normale zaaimachine vaak minder gunstig.
Met een goed afgestelde centrifugaalstrooier en bij voldoen
de nauwkeurig werken is een aanvaardbaar resultaat te be
reiken, mits het land niet te grof en ongelijk ligt. Inwerken
met een triltandcultivator moet als het enigszins kan
worden gedaan. Niet inwerken betekent een (te) groot risico
van schade door vogels. Percelen die al enige tijd geploegd
liggen, zullen veel minder snel berijdbaar zijn dan pas ge
ploegd land. Als het 's nachts licht vriest kan over de vorst
gewerkt worden.
De teelt van
sojabonen
KORTE WENKEN
Sterke ingezonden
vakbeweging hard nodig!
5
C.A.R. - Goes
Ing. J. M. VAN DER WEELE
jaren. Bedroeg dit verschil toen gemiddeld ongeveer 700 kg
per ha, de laatste vijf jaar was dit gemiddeld 900 kg.
Tot zover deze vergelijking met 1961 omdat 1975 zal be
palen in hoeverre de omstandigheden zullen overeenkomen
of afwijken.
QE uitzonderlijke natte herfst van 1974 zal ook in 1975
zijn sporen nog duidelijk laten zien. Bij alle problemen
rond de aardappel-, uien- en bietenoogst komt nog dat het
bouwplan voor 1975 geen normaal beeld zal vertonen. De
laatste jaren werd in Zeeland gemiddeld 24.000 ha winter
tarwe verbouwd. Op dit moment is er, voorzover wij kunnen
nagaan, niet meer dan een paar honderd hectare gezaaid.
De normale zaaitijd ligt inmiddels ver achter ons en de vraag
rijst dan ook of zaaien in december, eventueel in januari nog
mogelijk is.
Uit de afgelopen jaren zijn meerdere ervaringen bekend
van in december gezaaide wintertarwe. De daarmee bereikte
resultaten waren overwegend bevredigend tot goed. Toch
zijn in de huidige situatie de omstandigheden niet volledig
vergelijkbaar met die in het recente verleden. Vaak was de
grond veel droger en wat nog zwaarder telt er was
veel minder structuurbederf opgetreden bij het oogsten van
de vaak als voorvrucht dienende aardappelen en bieten. Ove
rigens gaven ook toen de na half november gezaaide per
celen een wat lagere opbrengst dan d'"ï in oktober gezaaid
waren. Voor een vergelijlrng met een soortgelijke situatie
moeten we terug naar 1960. Een jaar met een uitzonderlijk
natte herfst waarin cie wintertarwe sterk vertraagd, tot laat
in januari-februari werd ingezaaid.
QOOR ir. B. A. ten Hag van het Proefstation voor de
Akkerbouw te Lelystad'is nagegaan hoe de arealen en
de opbrengsten van de granen er in 1961 uit zagen, in ver
gelijking met het gemiddelde in de twee voorafgaande en
de twee daaropvolgende jaren. In de tabel wordt dit voor
het zuidwestelijk kleigebied weergegeven.
De cijfers geven een afname aan van het areaal winter
tarwe in 1961 met 70 en een toename van zomertarwe en
zomergerst met respectievelijk 127 en 34 Bij de winter
tarwe bleef de opbrengst in 1961 11 beneden het gemid
delde in die periode en was met een opbrengst van 4500 kg
per ha gelijk aan die van zomertarwe in dat zelfde jaar. Van
dit gewas lag de opbrengst in 1961 4 boven het gemiddel
de, terwijl de opbrengst van de zomergerst 8 beneden het
gemiddelde van die periode bleef. Wel kan nog gesteld wor
den dat het verschil in opbrengst tussen winter- en zomer
tarwe in die jaren (1959, 1960, 1962 en 1963) kleiner was
dan het gemiddelde van de laatste vijf achter ons liggende
Onder deze omstandigheden is wintertarwe tot mislukken
gedoemd.
Arealen en opbrengsten van granen in 1961 in vergelijking
met het gemiddelde over de jaren 1959, 1960, 1962 en 1963.
(Gegevens van definitieve oogstramingen uit landbouwoogst-
berichten).
Z.W.-kleigebied
'59/'63
1961
toename/
afname
Arealen (ha)
wintertarwe
24520
7450
70%
zomertarwe
8410
19130
127
wintergerst
170
170
zomergerst
33240
44510
34
haver
3270
3220
2
totaal granen
70210
74820
7
Opbrengsten (kg/ha)
wintertarwe
5080
4500
11
zomertarwe
4330
4500
4
wintergerst
4500
3800
16%
zomergerst
4450
4100
8
haver
3900
4000
3
TOT WANNEER WINTERTARWE ZAAIEN?
^^E kunnen ons voorstellen dat wanneer de omstandig
heden in december of januari het maar enigszins
mogelijk maken, er wintertarwe gernaid zal worden. Bij de
overwegingen die tot een dergelijk besluit leiden, zijn een
aantal punten van belang om even bij stil te staan.
Perceelskeuze. Eerste keus zal niet altijd mogelijk zijn,
maar percelen met een zeer slechte structuur (veel sporen,
modder, e.d.) zijn ongeschikt voor wintertarwe.
Rassenkeuze. Tot januari is er weinig verschil tussen de
bekende rassen zodat de opbrengstderving door laat zaaien
om deze reden geen grote betekenis zal hebben. Is het een
maal januari geworden dan komen er grotere verschillen
tussen de rassen naar voren. In de rassenlijst komen de min
der wintervaste rassen Norda en Cyrano voor januari-zaai
met een hoger waarderingscijfer uit de bus. De belangrijkste
rassen Clement, Lely en Caribo hebben dan de laagste cijfers.
Het reeds in voorraad hebben van (ontsmet) zaaizaad kan
van invloed zijn op de beslissing om een bepaald ras nog in
januari te zaaien. Is de keuze van het ras nog niet gerr?.?'-t
dan kan met het bovengenoemde meer rekening worden ge-
'-.eudeo. In cl.' tweede helft van januari kan ook zomertarwe
w do be^ci.v g worden betrokken. De ïassen Toro e
Melchior zijn volgens de rassenlijst geschikt voor januari-
zaai op kleigrond.
HOE ZAAIEN?
Zaaien met het vliegtuig is technisch goed uitvoerbaar en
wordt hier en daar overwogen. De berijdbaarheid voor het
zaaien speelt dan geen rol, maar het niet kunnen inwerken
achten wijl een nadeel in verband met eerder genoemde kans
op vogelschade.
ZAAIZAADHOEVEELHEID
gIJ laat zaaien onder minder gunstige omstandigheden
is wat meer zaaizaad nodig dan normaal. In de prak
tijk wordt over het algemeen eerder te dicht dan te dun ge
zaaid. Een zekere reserve zit er bij de gebruikelijke hoeveel
heid zaaizaad dus wel in. Onder de huidige omstandigheden
en zeker bij zeer laat zaaien kan een toeslag op zijn plaats
zijn. We denken dan aan een toeslag van hooguit 30 40 kg
per ha. Ontsmet zaaizaad uitzaaien is onder alle omstandig
heden gewenst.
Samenvattend kan gesteld worden, dat het zaaien van
winte'rtarwe in december mogelijk is als de perceelsomstan-
digheder redelijk zijn. In januari worden de rasverschillen
groter, terwijl tweede helft januari ook zomertarwe in aan
merking gaat komen. Tenslotte moet niet ten koste van alles
getracht worden toch wintertarwe in of op de grond te krij
gen.
LANDBOUWDOCUMENTATIE van begin september
1974 schrijft over een toenemende belangstelling voor
de teelt van sojabonen in Europa. Dit als gevolg van de hoge
prijzen die voor buitenlandse sojabonen en daaruit bereide
produkten moeten worden betaald. Er wordt zelfs gesproken
over te nemen proeven met dit gewas in ons land.
Gewezen wordt daartoe op een juist uitgekomen hand
leiding voor de teelt van dit gewas, samengesteld door Ir.
A. van der Schaaf, landbouwconsulent voor de Nederlandse
landbouwnederzettingen in Brazilië.
In dit verband wijst de heer J. P. C. Boot te Haamstede
erop dat hij de teelt van sojabonen reeds in de oorlogsjaren
1941 en 1942 in het klein heeft leren kennen. Vanuit Wage-
ningen werden toen proeven op beperkte schaal geanimeerd.
Enkele bijzonderheden die hij zich nog kan herinneren vol
gen hier.
„Ik zaaide het ontvangen zaad ongeveer eind april op een
beschutte open plaats in de boomgaard „Boeije's Bosch"
(lichte zandgrond) bij Burgh. De planten ontwikkelen zich
ongeveer als bruine bonen, maar het blad is wat kleiner.
De bloemen zijn erg klein, wit tot .licht violet van kleur. De
peulen zijn niet groot, maar er zaten er in mijn proeven be
hoorlijk wat aan de stijve, bijna houtige stengels. In septem
ber, als het blad geel was geworden, plukt ik de planten uit,
op dezelfde manier als bruine bonen, en liet ze aan de „tol"
nog wat narijpen. Het dorsen ging vrij moeilijk doordat de
peulen niet gemakkelijk openspringen. Ik deed het vanwege
de kleine hoeveelheid (circa 2 roeden) met de hand. De zaden
zijn kleiner dan ónze witte bonen en bij het door mij ge
kweekte ras waren ze lichtgeel van kleur. Er moeten ook
rassen zijn met anders gekleurde zaden. De geoogste zaden
waren blijkbaar goed afgerijpt, want ze kiemden in het vol
gend jaar ook weer gemakkelijk. Het stro leek me geschikt
voor veevoer. Helaas weet ik niet meer hoeveel bonen ik
oogstte. Ze werden verwerkt in de warme maaltijd en vorm
den m.i. een goede vervanger voor vlees. De smaak was
goed.
£OJABON!EN bevatten tot 20 vet (olie), ongeveer 40
eiwit en ongeveer 25 koolhydraten. De plant groeit
in het wild in Zuidoost-Azië. Al vele eeuwen geleden echter
zijn de Chinezen met de cultuur ervan begonnen en is het
een der voornaamste voedselplanten van Oost-Azië gewor
den. Pas na de eerste wereldoorlog werd de teelt van deze
belangrijke olieproducent ook ter hand genomen in Ame
rika.
Soja stelt weinig eisen aan de grond. Wel moet deze niet
slempig zijn en een goede waterhuishouding bezitten.
Zij die eens een bescheiden proef willen nemen hebben
misschien iets aan het bovengenoemde werkje van Ir. Van
der Schaaf (dat overigens voor OBrazilië is geschreven), ter
wijl evenals destijds, de Landbouwhogeschool te Wagenin-
gen wel nadere informaties zal kunnen geven (en misschien
zelfs zaad ter beschikking heeft?).
Opgemerkt dient nog te worden dat het „leefklimaat" van
de sojaplant zijn noordgrens heeft op 52 graden NjB. en
eventuele teeltmogelijkheid dus beperkt blijft tot het zuiden
van ons land. De tijd zal leren of door selectie en misschien
kruising een zelfde resultaat kan worden bereikt als met
de korrelmais", aldus de heer J. P. C. Boot te Haamstede.
C.A.R. - Zevenbergen
AKKERBOUW
BIJ ZAVEL MET IN DE WINTER een grondwaterstand
van 40 cm beneden het maaiveld is de verslemping onge
veer de helft meer, dan bij een grondwaterstand van 1 m
beneden het maaiveld. Dit is door proeven vastgesteld.
Het is dan ook van zeer groot belang dat in de herfst en
de winter het slootwaterpeil zo laag mogelijk wordt ge
houden en dat de drainbuizen minstens 1 m diep liggen.
Tracht zo nodig door herdrainage te zorgen voor een lage
grondwaterstand.
IN VEEL GEVALLEN worden de kleine letters van een
teeltkontrakt pas goed gelezen wanneer er bij de afreke
ning moeilijkheden zijn. Vaak is het dan te laat. Pas extra
op voor personen, die elk jaar weer nieuwe telers zoeken.
De meest veilige weg is het kontrakteren met een goed
bekend staande firma. Teken nooit zo maar direkt een
kontrakt, maar vraag bedenktijd, zodat U desnoods een
deskundige kunt raadplegen.
DIREKT NA HET SCHOONSPUITEN van trekkers en
machines moeten alle lagers zodanig worden doorge-
smeerd, dat al het vuile vet en eventueel aanwezige wa
ter naar buiten wordt geperst. Om roestvorming te voor
komen moeten alle blanke machineonderdelen worden in
gevet. Ga niet eerder van een verdiende wint er vakantie
genieten, dan nadat he hele machinepark goed is gekon-
serveerd.
ZODRA HET BUITENWERK klaar is, moeten de trek
kers, wagemploegen enz. goed worden gereinigd. Dit
kan met een slang aan de waterleiding. Een spuitmachine
of een aftakaspomp geven met behulp van een spuitge-
weer meestal betere resultaten. Voer de spuitdruk op tot
15 a 20 atmosfeer en U zult zien, alle vuil vliegt er af.
VOOR DE ONTSMETTING van zaaizaad van zowel
winter- als zomergraan voor de consumptieteelt worden
geen kwikbevattende middelen meer geadviseerd. Een
middel met een brede toepassing is carboxin/koperoxy-
chinolaat (Quinolate V-4-x) waarvan 2 gr. per kg zaad
nodig is. Andere middelen met een meer beperkte toepas
singsmogelijkheid zijn o.a. koperoxychinolaat/quinto-
zeen, mancozeb, maneb/quintozeen en quintozeen/fuberi-
dazal.
VEEHOUDERIJ
VOOR EEN GEZOND KLIMAAT in de rundveestal is
een goede regeling van aan- en afvoer van lucht noodza
kelijk. Zorg er daarom voor dat de luchtaanvoerkleppen
in de ligboxenstal goed werken en U kunt gratis beschik
ken over voldoende frisse lucht.
PASGEBOREN KALVEREN moeten goed en gemakke
lijk kunnen worden verzorgd. Hiervoor zijn eenlingboxen
ideaal. Laat deze dieren hier 2 weken in verblijven.
Hierna goed ontsmetten, waarna de box weer door een
ander kalf kan worden gebruikt.
„Tijdens de voor de vakbeweging niet zo prettige acties
van vrachtwagenchauffeurs betitelde een vakbondsbe
stuurder de groep van kleine ondernemers in het ver
voersbedrijf als „parasieten, die beter konden op- of
wegrotten". Hij deed deze uitspraak tijdens een uitzen
ding van een actualiteitenrubriek voor de T.V.
Als wij dan toch gaan polariseren vind ik de uitdruk
king „kliek van Wim Kok", vrij zacht uitgedrukt.
Overigens heer Welleman, volledig accoord over het
nut van een sterke vakbeweging en heus niet alleen in
minder goede tijden".
U, mijnheer de redacteur dankend voor de plaatsing.
Wemeldinge N. Achterweg 46 L. H. LINDENBERGH.
IN DEZE TIJD WORDEN veel kalveren geboren. Deze
zijn een goede verzorging waard. Vang ze hygiënisch op,
wrijf ze droog en plaats ze op een goed strobed in een
eenlingbox. Als U ze verder direkt wat biest geeft is aan
alle voorwaarden voldaan om de overgang naar een zelf
standig leven zo goed mogelijk te doen verlopen.