aan de basis van elke uienteelt.
M,
Vervoer van varkens en kalveren
Ramrod. Een produktvan Monsanto, gedistribueerd door
Shell Chemie, geleverd door uw lokale Shell-dealer.
Shell Chemie
O,
'ok in 1977 gaat men in Groningen weer verder met het
baktarweproject. De werkgroep baktarwe heeft als doel om zo
veel mogelijk Groninger tarwe naar de maalindustrie te sturen.
Dat betekent dat de Groninger tarwe een deel van de Franse
tarwe uit het Nederlandse meel moet verdringen. Hierbij zijn de
prijs en de kwaliteit van beslissende betekenis.
De Nederlandse tarwe ligt sinds 1976 wat gunstiger in prijs voor
de maalindustrie doordat het prijssysteem in de E.G. verander
de. Door het gewijzfgde interventiesysteem werd de Franse tar
we vorig jaar franco Rotterdam duurder ten opzichte van de
Nederlandse tarwe. De werkgroep verwachtte, dat daardoor de
maalindustrie meer belangstelling zou krijgen voor de Neder
landse broodtarwe. In 1976 is dit inderdaad gebeurd. Verwacht
wordt dat dit ook in 1977 het geval zal zijn.
In 1976 was de kwaliteit van vrijwel alle Nederlandse tarwe
voldoende voor de maalindustrie. Het eiwitgehalte was uitzon
derlijk hoog. In 'n normaal jaar wordt verwacht dat de maal
industrie de partijen met een eiwitgehalte boven het gemiddel
de zal uitzoeken. De werkgroep ziet het als haar taak ervoor te
zorgen dat de maalindustrie bij zijn zoeken voortdurend bij de
Groninger tarwe terecht zal komen. De Groninger telers zullen
daarvoor het eiwitgehalte van hun tarwe moeten verhogen. Om
dit te bevorderen zal de werkgroep de volgende aktiviteiten
ontplooien.
R assenkeuze
Door de aktiviteiten van de werkgroep is de aandacht van de
i boer meer gericht op de bakwaarde van de tarwe. In 1976 wer
den alleen de rassen die in de rassenlijst een voldoende hadden
voor bakwaarde toegelaten voor deelname aan het baktarwe-
projekt! De boer kon daarmee bij de rassenkeuze voor 1977
rekening houden.
Op grond van de in de rassenlijst 1977 vermelde waardering
voor verwerkbaarheid van het deeg en de broodkwaliteit wor
den dit jaar de volgende wintertarwerassen voor deelname aan
het projekt toegelaten: Bongo, Caribo, Manella, Adamant, Cy-
rano, Cama en Okapi. Tevens worden alle zomertarwerassen
toegelaten.
Waarschijnlijk is de gemiddelde kwaliteit van onze tarwe niet
altijd zo goed als vorir jaar. Daarom is het verstandig verder te
gaan met het baktarwe project.
Teeltvoorschrift
Ook voor 1977 zal weer een teeltvoorschrift worden opgesteld,
waarin algemene informatie en teelttechnische adviezen voor de
teelt van baktarwe worden gegeven.
Deze teeltvoorschriften zullen in een vlugschrift worden opge
nomen, dat door handelaren, commissionairs en coöperaties
onder de telers zal worden verspreid.
Gescheiden ontvangst
Om de baktarwe goed tot waarde te kunnen maken zal deze
tarwe apart moeten worden ontvangen en opgeslagen. Om de
ontvangst desondanks goed te laten verlopen zal de werkgroep
groene kaarten ter beschikking stellen. Deze kaarten moeten bij
de stortput worden afgegeven om aan te tonen dat baktarwe
wordt aangevoerd.
Eiwitbepaling
De werkgróep is van mening, dat de betrokkenheid van de telers
belangrijk zal toenemen als van alle telerspartijen het eiwitge
halte wordt bepaald. Nagegaan zal worden of hiervoor techni
sche en financiële mogelijkheden aanwezig zijn.
T elersbijeenkomsten
De werkgroep vindt het van groot belang dat de telers goed op
de hoogte zijn met de juiste toepassing van de overbemesting.
Voorlichtingsbijeenkomsten te velde kunnen daarbij een goede
stimulans zijn. Hierbij zal aandacht worden besteed aan de
verschillende groeistadia van de tarwe, een demonstratie met
kunstmeststrooiers die geschikt zijn voor overbemesting, het
bepalen van de extra stikstofgift voor de overbemesting en der
gelijke.
De werkgroep zal deze wijze van voorlichting stimuleren.
Onderzoek
De wetenschappelijke achtergrond van het baktarweprojekt is
goed bekend. De werkgroep is van mening dat de teelt van
baktarwe in dit stadium niet dieper behoeft te worden onder
zocht. Wel is wetenschappelijke begeleiding van het geheel no
dig. Daarom is het van belang, dat de I.V.R.O.-rassenproef op
de Groninger proefboerderijen wordt uitgebreid met het per ras
bepalen van het effekt kan worden aangetoond door bepaling
van het eiwitgehalte of zo nodig door het uitvoeren van een
bakproef. Op dezelfde wijze zouden van de diverse tarwestu-
dieklubs enkele praktijkpercelen met een onbehandeld veldje
kunnen worden onderzocht.
Eveneens kunnen de proeven van het Instiguut voor bodem
vruchtbaarheid en het proefstation voor de Akkerbouw op hun
betekenis voor de bakwaarde worden getest.
Kontakt maalindustrie
De afnemers van de tarwe verzorgen ieder op hun eigen wijze
het kontakt met de maalindustrie. Daarnaast is de werkgroep
van mening, dat meer algemene informatie van de maalindus
trie voor de begeleiding van het projekt nodig is.
De werkgroep verwacht dat ook in 1977 de belangstelling en
medewerking van telers en afnemers voor dit projekt groot zal
zijn. Dit baktarweprojekt zal dan een grotere kans op voordeel
op,everen. H. de K.
Ramrod. Een begrip in de onkruidbestrijding. Al 10 jaar onmisbaar in elk teelt
schema. De basis van elke top-opbrengst.
Ramrod. In stuifvrije mengzak. Veiliger dan elke andere formule. Voor de uien,
voor de volgvrucht, voor U.
Ramrod. Gegarandeerd, geadviseerd en begeleid door Monsanto, Shell en zijn
handelaren. Een kombinatie die staat voor de beste adviezen en service.
Shell Nederland Chemie B V.
Postbus 187. Den Haag.
Commissie Veredelingslandbouw
ir. G.W.G. Derikx
L et ingang van 1 januari 1977 is de instructie met betrekking tot de
onheffingsregeling van de Beschikking ontsmetting motorrijtuigen en
aanhangwagens 1976 gewijzigd.
Door deze wijzigingen zijn de mogelijkheden verruimd om ontheffing te
krijgen van de verplichting om het vervoermiddel en de aanhangwagen in
een tijdvak van zeven achtereenvolgende dagen, onmiddellijk voorafgaan
de aan de dag van het vervoer, dan wel op die dag vóór het vervoer, op een
"officiële" ontsmettingsplaats te reinigen en te ontsmetten.
Vervoer door middel van een tractor
Het vervoer van varkens en kalveren door middel van een tractor is volgens
artikel 7 van de beschikking ontsmetting motorrijtuigen en aanhangwagens 1976
toegestaan onder de voorwaarde dat hiermede uitsluitend vee wordt vervoerd,
dat eigendom is van de eigenaar van de tractor en de aanhangwagen.
Een uitzondering hierop betreft het vervoer van kalveren (tot een gewicht van
225 kg) of varkens naar een slachtplaats. In het laatste geval dienen het vervoer
middel en de aanhangwagen onmiddellijk na aflevering van de "lading" op de
slachtplaats, of - indien hier de nodige voorzieningen ontbreken - op de dichts-
bijzijnde ontsmettingsplaats, van gemeentewege te worden gereinigd en ontsmet.
Vervoer door middel van een auto met aanhangwagen
Een vervoerder, die varkens of kalveren (tot een gewicht van 255 kg) vervoert
naar een slachtplaats, moet onmiddellijk na lossing zijn vervoermiddel reinigen
en ontsmetten.
Voor een vervoerder, die varkens of kalveren vervoert, echter niet naar een
slachtplaats, bestaan er twee mogelijkheden om zijn wagen te ontsmetten:
a. de reiniging en ontsmetting op een officiële ontsmettingsplaats, éénmaal per
week
b. dagelijks zelf reinigen na het gebruik op grond van de ontheffingsregeling.
Ten slotte heeft een vervoerder, die zijn vervoermiddel afwisselend gebruikt voor
vervoer naar een slachtplaats en voor transporten niet naar een slachtplaats, ten
aanzien van het reinigen drie mogelijkheden:
a. indien hij minstens éénmaal per zeven dagen op een slachtplaats komt, reini
ging en ontsmetting aldaar
b. indien de vervoerder minder dan éénmaal in de zeven dagen op een slacht
plaats komt, dient hij zijn vervoermiddel éénmaal per zeven dagen op een
officiële ontsmettingsplaats te reinigen en te ontsmetten
c. indien hij ontheffingshouder is, reinigt hij zijn vervoermiddel dagelijks na het
gebruik op zijn bedrijf; na lossing op de slachtplaats is ook in dit geval een
onmiddellijke reiniging en ontsmetting ter plaatse verplicht.
Ontheffingsnormen
De ontheffingsnormen komen kortheidshalve op het volgende neer:
- de reinigingsplaats dient zodanig geplaveid te zijn, dat de bodem van de
reinigingsplaats ondoordringbaar is voor water; bovendien moet er vol
doende ruimte zijn voor het vervoermiddel
- het verbruikte water dient via kolken naar een openbare riolering of
gierkelder af te vloeien
- er dient een speciaal voor de opslag van mest c.q. strooisel ingerichte
plaats te zijn
- de pomp - aangedreven door een tractor of electromotor - dient een
capaciteit te hebben van tenminste 50 atmosfeer
- het waterverbruik dient tenminste 10 liter per minuut te bedragen.
De ontheffing wordt verleend door de Inspecteur - districtshoofd van de
Veterinaire Dienst. Wanneer de installatie niet meer aan de gestelde
normen voldoet, kan de ontheffing na schriftelijke waarschuwing worden
ingetrokken.
De controle op het vervoer met vervoermiddelen door ontheffingshouders
wordt uitgevoerd door de A.I.D.
14