Maak korte metten met onkruid
kortvóóropkomstvan hetgewas.
'Gramoxone'en "Reglone'
geven u zekerheid.
2SS
Schaalvergroting en toch
het landschap handhaven
'Reglone'
De helpende hand van ICI.
Visie Landschapsbouw
r LANDBOUWSCHAP TUINBOUWJOURNAAL
Nieuwe voorzitters
De meeste afdeling binnen het Landbouwschap hebben nu een
voordracht voor een voorzitter opgesteld. Het bestuur heeft in
middels de voorzitters benoemd. De afdeling Bloementeelt
droeg mr. P.P.A. Teunissen voor en de afdeling Bloembollen
teelt de heer jhr. dr. O.F.A.H. van Nispen tot Pannerden. De
andere tuinbouwafdelingen hadden reeds eerder de voorzitter
aangewezen. Voor de hoofdafdeling Tuinbouw is de heer G.W.
Bos voor het voorzitterschap voorgedragen.
Accijnsrestitutie
Er blijken vragen in de praktijk te zijn over de accijnsrestitutie
op olie in de tuinbouw, voorzover deze gebruikt wordt ter be
vordering van het groeiproces. Sommigen denken, dat deze
restitutie is vervallen. Dit is niet het geval. De restitutie blijft
onverkort gehandhaafd: voor zware olie 14,— per ton en voor
lichte olie en petroleum 3,26 cent per liter. De aanvragen moe
ten per kwartaal bij de distriktsbureauhouders worden inge
diend.
Afbraakregeling glas
De aanvraagtermijnen voor de bijzondere afbreekregelingen in
de glastuinbouw zijn verlopen: Sedert het van kracht worden
van deze uitgebreide regeling op 14 april 1976 zijn ruim 1.000
aanvragen ingediend. Deze hadden betrekking op 325 ha glas
ofwel 4% van het glasareaal. De afbraakregeling in kombinatie
met de bedrijfsbeëindiging blijft van kracht.
Brusselse prijzen
Ieder weet, dat de Europese Commissie haar prijsvoorstellen
heeft gedaan, ook voor groenten en fruit. Voor groente heeft de
Commissie een verhoging van 5% en voor fruit van 3% voorge
steld. Dit zullen zowel de verhogingen voor de interventieprij
zen als voor de referentieprijzen zijn. Aangezien deze prijzen op
de werkelijk te realiseren marktprijzen niet zo'n grote invloed
hebben, is het kommentaar uit de tuinbouwhoek gematigd. Wel
blijft de tuinbouw er naar streven om een ontkoppeling van het
referentie- en interventieprijssysteem te bewerkstelligen.
Veilen met buitenlandse bloemen
Dit onderwerp, dat velen bezighoudt, is ook in de afdeling
Bloementeelt besproken. De bespreking werd gekoppeld aan
een bespreking van het derde landen-beleid voor snijbloemen in
het algemeen. De afdeling heeft besloten, dat het secretariaat
tesamen met de Vereniging van Bloemenveilingen in Nederland
op korte termijn begint met een analyse van de ontwikkelingen
in de afgelopen twee jaar. Op grond daarvan zullen voorstellen
moeten worden gedaan om tot een verbetering van het derde
landenbeleid te komen.
Bijdrage Landbouwschap aan het Proefstation in Aalsmeer
Uit de opcentenheffing van het Landbouwschap voor het on
derzoek op het Proefstation in Naaldwijk is over 1973 en 1974
ongewild een bedrag beschikbaar gekomen, dat is opgebracht
door de bloementelers. Reeds eerder is besloten dit bedrag te
bestemmen voor het onderzoek in de bloementeelt. Op voor
dracht van het Proefstation Aalsmeer heeft de afdeling Bloe
menteelt nu voorgesteld het bewuste bedrag te bestemmen voor
een tweetal onderzoekprojekten, t.w. verplaatsbare tabletten in
de potplantenteelt en uitbreiding van het weefselkweekonder-
zoek voor diverse bloemisterijgewassen.
Wijziging pachtnormen
De voorstellen over wijziging van de pachtnormen zijn in de
verschillende afdelingen uitvoerig besproken. Om het instituut
van pacht zijn waarde te laten behouden, wordt een verhoging
van de maximale pachtwaarde aanvaardbaar geacht.
De afdelingen Groenteteelt en Fruitteelt achten een zekere fa
sering wenselijk, terwijl de afdeling Bloembollenteelt een nog
sterkere verhoging noodzakelijk acht voor de gronden, die van
oudsher voor deze teelt worden gebruikt (geestgronden). Ook de
specifieke Boskoopse gronden behoeven een sterkere verhoging
dan wordt voorgesteld.
Bacterievuur
Vanuit de afdeling Fruitteelt is met de Plantenziektekundige
Dienst het in 1976 gevoerde bacterievuurbeleid besproken.
Aandacht is geschonken aan de verspreiding van de ziekte over
het land, de opsporingsaktiviteiten, de verantwoordelijkheid
van de teler en de voorlichting. De afdeling zal zich nader
beraden op de conslusies van dit gesprek.
Bloembollenschuren
De afdeling Bloembollenteelt beraadt zich op de wenselijkheid
van een afbraak- en/of verplaatsingsregeling voor oude bollen
schuren. Een dergelijke regeling zou met name moeten gelden
voor die gevallen, waarin de situering en het gemeentelijk ver-
gunningsbeleid (Hinderwet),een aanpassing van deze bedrijfs-
Nu u druk bezig bent met het zaaien van voorjaarsgewassen,
zoals uien en bieten, zijn grasachtigen zoals duist en wilde haver,
maar ook breedbladige onkruiden bezig om uit te lopen.
Geef ze niet de kans met het
nieuwe gewas te konkurreren en
daardoor de opbrengst te verlagen.
Spuiten vlak voor de
opkomst van het gewas met
'Gramoxone' of 'Reglone' is een
bedrijfszekere methode.
Neem geen risico en begin
met een schone lei. Vooral in een
droog voorjaar kan de werking
van bodemherbiciden nog wel eens tegenvallen.
Wanneerspuiten?
'Gramoxone' en 'Reglone' hebben na kontakt met de
grond geen nawerking meer en kunnen dus veilig tot kort vóór de
opkomst van het gewas worden toegepast.
Bovendien is het ook bijzonder plezierig, dat 'Gramoxone'
en 'Reglone' onder praktisch alle weersomstandigheden kunnen
worden toegepast.
'Gramoxone' of 'Reglone'
'Reglone' werkt goed tegen breedbladige onkruiden; tegen
grassen en ganzevoetachtigen verdient
'Gramoxone'de voorkeur. 'Gr3iïlOXOnG'
Nadere inlichtingen bij:
ICI HOLLAND BV afd. landbouw
Wijnhaven 107 Rotterdam
Telefoon (010) 14 01 22
gebouwen aan de thans te stellen eisen in de weg staan.
Perspektieven Nederlandse glastuinbouw
De diskussie binnen het Landbouwschap over de door de afde
lingen Bloementeelt en Groenteteelt opgestelde nota "De per
spektieven voor de Nederlandse glastuinbouw" is afgerond. De
definitieve versie van de nota is inmiddels aan de overheid en
aan de verschillende organisaties aangeboden.
Omschakelingsregeling oliestokers
De door het Ontwikkelings- en Saneringsfonds vastgestelde
omschakelingsregeling voor oliestokers is voor goedkeuring
naar Brussel gezonden. De verwachting is, dat de Brusselse
uitslag over ongeveer twee maanden kan afkomen. In die tijd
kan al met de voorbereidende werkzaamheden worden begon
nen, zoals prijsopgaaf installateur, overleg met het gasbedrijf
e.d. De eigenlijke werkzaamheden mogen pas beginnen, nadat
de aanvraag is ingediend. Als begindatum voor aanvragen is
voorlopig aan 1 mei a.s. gedacht.
"De landschapsbouw is gericht op het tot stand bren
gen van een functioneel landschap. Dit is een land
schap waarin de geprojecteerde functies zich levens
krachtig kunnen handhaven en ontwikkelen, onder
steund door de verschillende landschapscomponenten.
Voor een landschap is vaak een goed functionerende
landbouw van grote betekenis. In dit verband blijft de
grondgebruiker voor een belangrijk deel zorgdragen
voor de kwaliteit van het landelijke gebied. Dit maakt
het noodzakelijk een studie te verrichten naar schaal
vergroting van de landbouwbedrijfstruktuur onder
handhaving van de landschapsstructuur, dan wel de
gewenste landschapsstruktuur".
Dit is één van de konklusies uit de visie landschaps
bouw die minister mr. A.van der Stee aan het parle
ment heeft aangeboden. In de Visie worden uitgangs
punten geformuleerd, die moeten leiden tot een
doelgerichte behandeling -van veranderingen in het
landschap op zodanige wijze dat specifieke gebieds-
kenmerken van verschillende aard, zoals bijv. kul-
tuurhistorische waarden, behouden blijven of ver
sterkt worden. De Visie zal t.z.t. mede bijdragen tot de
struktuurschema's ten behoeve van de ontwikkelin
gen in de ruimtelijke ordening.
In vroeger tijden was menselijk ingrijpen in het land
schap beperkt, in die zin dat het zich veelal in een
zodanig tempo voltrok dat de natuur weer in de gele
genheid was zich aan te passen. De laatste decennia
zijn tempo en schaal van de veranderingen zo sterk
toegenomen, dat het landschap zich niet meer kan
aanpassen en dus ook niet meer aan zichzelf kan
worden overgelaten. Het landschap vraagt thans om
bewuste ontwikkeling en beheer. Kennis en inzicht
omtrent de gevolgen van bepaalde veranderingen ge
ven de mogelijkheid sturend in te grijpen. Zo kunnen
binnen het kader van veranderingen kwaliteiten wor
den behouden en versterkt, zo mogelijk zelfs worden
ontwikkeld. Ook nieuwe aktiviteiten met hun eigen
verschijningsvorm en nieuwe funkties in het landelijk
gebied kunnen hun eigen bijdrage leveren aan iden
titeit en herkenbaarheid van het landschap. Bij het
waarneembaar maken van de functies en relaties, die
het karakter van het landschap bepalen of die in de
toekomst een rol zullen spelen, zijn een aantal uit
gangspunten te onderscheiden. Enkele hiervan zijn:
-de samenhang en wederzijdse beïnvloeding die bes
taan tussen bodem, reliëf, waterhuishouding, klimaat
met de daarbij behorende flora en fauna en het bo-
demgebruik;
-de identiteit van het landschap, d.w.z. de min of meer
permanente kenmerkende eigenschappen, die een
bepaald gebied onderscheiden van andere;
-de mogelijkheid tot intergratie van verschillende
functies die een landschap biedt en die mede de
waarde van het landschapbepalen.
Ontwikkeling landbouw
Het beleid zal echter niét alleen gericht moeten zijn op
het handhaven van bepaalde oude kultuurland-
schappen en/of het rekonstrueren van historische
landschappen. Het zal tevens gericht moeten zijn op
het ontwikkelen van nieuwe landschappen met een
eigen identiteit. Dit kan er o.m. toe leiden, dat ook in
grootschalige landbouwgebieden een landschap kan
ontstaan, dat als "karakteristiek" wordt ervaren. Bij
zondere aandacht moet worden gegeven aan de zorg
vuldige begeleiding van intensieve vormen van agra
rische produktie. Bij de landschappelijke inpassing
van bedrijven mét intensieve veehouderij dient ernaar
te worden gestreefd een al te sterke koncentratie te
voorkomen. Dit in tegenstelling tot de glastuinbouw.
Daarbij dient te worden uitgegaan van de landschap
pelijke gegevenheden. Daarnaast is duidelijk, dat de
architectuur en de situering van landbouwbedrijfsge
bouwen évenals de beplanting eromheen meer aan
dacht zullen moeten hebben dan tot heden vaak het
geval was.
Overigens zal bij de inrichting van landelijke gebie
den een landschapsplan onontbeerlijk zijn. Hetland-
schapsplan noet dan ook in de in voorbereiding zijnde
Landinrichtingswet de plaats behouden, die het in de
Ruilverkavelingswet reeds heeft verkregen.