ZO
SPRAK r
DE
RECHTER^***
Hoever moet beplanting uit
de scheidslinie staan?
Fr V
D e N.V. Rotterdam-Rijn Pijpleiding Maatschappij te
Den Haag wil gaarne langs deze weg landgebruikers wijzen
op gevaren welke kunnen ontstaan indien zonder voor
kennis van de maatschappij werkzaamheden worden uit
gevoerd die de veiligheid van aanwezige leiding(en) in ge
vaar kunnen brengen. Het verloop van deze leidingen is
met gele palen in het land aangegeven. De leidingen be
ginnen in Europoort en Pernis en gaan dan via het Hol
lands Diep in oostelijke richting naar Venlo en verder naar
Duitsland. In het huidige jaargetijde ontstaan speciaal bij
woelen of diepploegen risico's. Indien vóór aanvang van dit
soort werkzaamheden geen overleg is gepleegd over de
juiste diepteligging van de leiding(en) ter plaatse kan
schade aan de leiding(en) worden toegebracht met als ge
volg zeer hoge reparatiekosten voor de veroorzaker van de
schade. Bij stuk stoten van de leiding(en) kan zelfs le-
Samenleving en Onderwijs
I n ons vorige artikel onder deze titel somden we een
aantal punten op waarover nadere bezinning gewenst is
als het gaat om de rol van het onderwijs in de
samenleving. We spraken over de hoge kosten van
onderwijs en de bezuinigingen daarop, over de verhouding
van onderwijs en opleiding tot de werkgelegenheid, over
de vraag hoe het onderwijs gestruktureerd moet zijn:
leren in je jeugd, werken in de aktieve periode en rusten
in de ouderdom, en of het ook anders kan, meer een
verwevenheid van studie en praktijk ook op latere leeftijd
nog.
Overleg van te voren
bij een diepe grondbewerking
In de rubriek van vorige week is een hinderlijke zetfout geslopen.
Daar waar stond dat de verpachter ook een kontrakt schrif-
elijk vastleggen) moet laten opmaken, werd vermeld geen kon-
rakt. Voor de goede orde laten we deze passage nu nog eens
olgen;
Verpachter moet, wanneer hij van de Grondkamer toes
temming heeft gekregen om een pachtovereenkomst voor
kortere duur aan te gaan, van die overeenkomst ook een
kontrakt schriftelijk vastleggen) laten opmaken.
Wanneer hij dat n.l. niet doet, maar de pachter toch in het
genot van het land laat, ontstaat er een pachtovereen
komst voor onbepaalde tijd, waaraan de toestemming van
de Grondkamer niet afdoet, aldus een recent arrest van
het Pachthof.....
I n het algemeen kan worden gesteld dat men, voorzover
het hoogopschietende bomen betreft, een afstand van 2
meter uit de scheidslinie in acht moet nemen en t a v.
heggen 50 cm. Wanneer er sprake is van bepaalde vaste
en erkende gebruiken die een andere afstand bepalen,
deel II
Tenslotte noemden we even de veranderingen in de
praktijk van het lesgeven.
Contourennota
Dit is alles volop in diskussie. Aan die diskussie werd een be
langrijke bijdrage geleverd door de zgn. Contourennota. Mi
nister van Kemenade van Onderwijs en Wetenschappen en zijn
beide staatssekretarissen brachten deze nota medio 1975 uit,
waarna er ruim een jaar lang in den lande over is gediskussieerd.
In maart van dit jaar zal de minister reageren op de honderden
binnengekomen reakties. De nota handelt zoals bekend over
een toekomstbeeld voor het gehele onderwijs, van kleuterschool
tot en met universiteit, waarbij ingegaan is op de grote lijnen van
een nieuwe onderwijsstruktuur, maar ook op de schoolorgani
satie, het regionale onderwijsbeleid en de kosten van dit alles.
Omdat over de kosten weinig te zeggen viel kregen deze ook in
de diskussie de minste aandacht. Vooral de onderwijsstruktuur
riep de nodige kritiek op. Bij de schoolorganisatie viel vooral als
interessant punt op het zgn. schoolwerkplan, een soort regel
matig bij te stellen plan voor de school en het schoolbestuur om
naar te werken.
Middenschool
Zeer in het kort en globaal gezegd kondigt de minfster een
geldt die afstand en niet de wettelijke. De eigenaar van de
beplanting moet dat bij een eventueel geschil bewijzen,
hetgeen niet gemakkelijk is. Hij zal met duidelijk spre
kende voorbeelden moeten aantonen dat er sprake is van
een vast en erkend gebruik. De rechter neemt niet vlug
aan dat er in een gegeven geval sprake is van een vast en
erkend gebruik.
Door verjaring kan de eigenaar van de beplanting het
recht verkrijgen om een bepaalde boom of heg binnen
wettelijke of gebruikelijke afstand te hebben. Hij krijgt
daardoor niet het recht om, wanneer hij die bepaalde
boom of heg verwijdert, daar een nieuwe voor in de plaats
te stellen. Voor verjaring geldt in het algemeen een tijd
van 30 jaar. Van belang is ook nog het onderscheid
tussen hoogopschietende bomen en heggen. Want ais
beplanting als heg wordt aangemerkt moet slechts een
afstand van 0,5 meter uit de scheidslinie in acht worden
genomen. Een uitspraak van de Rechtbank in Breda uit
1 974 geeft een bepaalde richtlijn. Deze zegt n.l. dat een
meidoorn haag die hoger is dan 4 m. niet als een heg
moet worden beschouwd maar als dicht op elkaar staan
de hoogopschietende bomen. Dit heeft tot gevolg dat dan
de afstand van 2 meter uit de scheidslinie in acht moet
worden genomen.
Wanneer de bomen en heggen op een kortere afstand
worden geplant dan toegestaan (zie hierboven), heeft de
'nabuur'' het recht om bij de Rechtbank te vorderen dat
de bomen worden gerooid. Hij heeft wettelijk geen recht
op schadevergoeding. Ook heeft de nabuur het recht om
te vorderen, dat de takken die over de grens hangen en de
wortels die in zijn grond schieten worden afgesneden
resp. afgehakt. Als de aangemaande eigenaar van de
beplanting dat dan niet zelf doet of laat doen, heeft de
"nabuur" het recht om zelf de takken en wortels voorzo
ver die boven zijn erf hangen of zich daaronder bevinden,
weg te hakken. De nabuur kan de eigenaar het beste per
aangetekend schrijven aanmanen om eventueel later be
wijsmateriaal te hebben. In die brief moet hij dan ook een
bepaalde termijn stellen waarbinnen de eigenaar van de
Bij een diepe grondbewerking weet men van te voren dat de
bestaande drainage wordt kapot getrokken. Dat kost geld
maar wanneer men daarbij toevallig ook een gas of oliebuis
kapottrekt dan wordt het nog zeer gevaarlijk ook. Daarom
overleg vooraf, dat coorkomt moeilijkheden.
verschuiving aan in de onderwijsstruktuur: niet na de lagere
school al kiezen voor de 8 mogelijkheden van voortgezet on
derwijs, maar allemaal samen naar de middenschool, die dan 3
of 4 jaar moet duren. Pas daarna (op 15- a 16-jarige leeftijd) kan
dan gekozen worden voor de bovenschool die opleidt voor het
hoger onderwijs, en mede het middelbaar beroepsonderwijs en
de hoogste leerjaren van havo en voorbereidend wetenschap
pelijk (v.w.o.) omvat.
Kortgeleden liet de minister weten, dat hem ook een 3-jarige
middenschool mogelijk lijkt, en dat het model van de boven
school toch wel grondig moet worden herzien.
Niet vooruitlopen
Het K.N.L.C. gaf een kommentaar op dè Contourennota, nadat
in samenwerking met de Algemene Bond ter bevordering van
Beroepsonderwijs begin 1976 een aantal vragen was rondge
zonden over de Contourennota aan de aangesloten provinciale
landbouworganisaties en hun scholen.
In deze achterban vond men o.a. dat het onderwijs niet op de
ontwikkeling in de samenleving moet vooruitlopen. Geleidelijk
moeten de onderwijsstrukturen worden gewijzigd zodanig dat
een meer harmonisch geheel ontstaat. Daarbij moet opgepast
worden voor overhaasting: de overheid loopt dan gevaar de
vrijheid van de scholen te zeer in te perken. Men heeft deze
opvatting ook kunnen konstateren bij de behandeling onlangs in
de Tweede Kamer van de grondwetswijziging inzake het on
derwijs, waar ook de vrees voor dictatuur van de overheid werd
uitgesproken.
Wel wenst men in onze kring mee te werken aan verbetering bij
het scheppen van gelijke kansen, en het zelfstandig maken van
de leerling. Deze gelijke kansen zijn er overigens in principe wel,
maar ze worden door de leerling en zijn ouders niet altijd vol
doende benut. Dit houdt mede in, dat een aantal problemen ten
aanzien van het onderwijs niet zo zeer in de school liggen maar
in gezin en samenleving, zoals die zich om de school heen
manifesteren. De vraag is of de school hier al dan niet een taak
heeft.
Leerplicht
Wat duidelijk wordt afgewezen is een leerplicht tot 18 jaar. De
leerling moet niet gedwongen, maar juist gemotiveerd worden
beplanting de takken nog kan afsnijden. Doet hij dat niet
binnen die termijn dan is hij in gebreke. De nabuur mag
het dan zelf doen.
Wanneer het land van de land- of tuinbouwer grenst
aan waterlopen dienen er weer andere normen in acht te
worden genomen m.b.t. het planten van bomen, inge
volge het Reglement van Politie op de waterkering en de
waterbeheersing. Onder waterlopen dient in dit verband
te worden verstaan: leidingen, watergangen, sloten en
dergelijke, welke dienen tot de geregelde door- en afvoer
van het polderwater. Wanneer deze waterlopenniet in
onderhoud zijn bij de aangrenzende gebruikers, eigena
ren of andere rechtshebbenden, mogen er in Zeeland
binnen een afstand van 7 m uit de insteek geen bomen,
heesters of ander houtgewas worden geplant. Datzelfde
geldt voor bouwwerken of afrasteringen hoger dan 90 cm
te plaatsen (art. 15). De bepaling is in dit reglement
opgenomen in verband met de machinale onderhouds
werkzaamheden van het Waterschap aan de waterlopen.
Voor uitzonderingen kan men zich tot het eigen Water
schap richten.
Wanneer het land grenst aan een openbare weg moet
men ingevolge het Wegenreglement Zeeland met nog
andere bepalingen rekening houden. De beplanting die
langs de wegen buiten de bebouwde kom staat (dus b.v.
ook een boomgaard) mag niet hoger zijn dan 1 m tenzij
de bij grotere hoogte dan 1 m het vrije uitzicht niet
belemmerd. Bij secundaire wegen (dit zijn provinciale
wegen en rijkswegen) moet men kunnen kijken (uitzicht
hebben) over een afstand van 500 m langs de as van de
weg gemeten. Bij tertiaire wegen is die afstand gesteld op
300 m. Tertiaire wegen zijn met name wegen die van
dorp naar dorp lopen. Bij die overige wegen is die afstand
gesteld op 100 m. Vooral in bochten spelen bovens
taande afstanden een grote rol maar dat spreekt vanzelf
Het is te hopen dat door deze uiteenzetting eventuele
problemen kunnen worden voorkomen. Want ook hier
geldt het spreekwoord: "voorkomen is beter dan gene
zen!" Mr.S.M.Vermue.
vensgevaar ontstaan, immers door de leiding(en) worden
onder hoge druk olie en olieprodukten getransporteerd.
Kortom het is in ieders belang dat voorgenomen werk
zaamheden boven en nabij de leiding(en) - ook werkzaam
heden als het verdiepen van sloten, afgraving van grond,
aanleg van drainage en dergelijke - tijdig worden gemeld.
Bij dit laatste wordt opgemerkt dat het localiseren van de
leiding(en) en het bespreken van de te volgen werkwijze
geen kosten voor de grondgebruikers met zich mede
brengt.
Melding van voorgenomen werkzaamheden zo mogelijk
ten minste 3 dagen tevoren, kan telefonisch of schriftelijk
plaatsvinden aan de volgende adressen:
a) ten Westen van Lieshout (nabij Eindhoven): 010 -
161591
(adres: Pompstation RRP, Butaanweg 215, Pernis post
Hoogvliet)
b) ten Oosten van Lieshout (nabij Eindhoven): 077 -11753
(adres: Pompstation RRP, Manegeweg 9, Venlo)
Nogmaals "Overleg van te voren en werk veilig".
om onderwijs te volgen. Dit kan o.a. door het niet tot onder
wijsfabrieken maken van grote scholen. Daarom is men be
vreesd voor massale grote scholen waarin vooral het jonge kind
en het kind dat minder goed mee kan geestelijk dreigt te ver
drinken.
En dit geldt eveneens voor de leerkracht. Vereenzaming is
daarbij een gevaar. De middenschool wordt daarbij gezien als
een organisatorisch geheel, dat al gauw neigt naar een grote
school, waarvoor men weinig voelt.
Bovenschool
Over de bovenschool was men ook niet te spreken. Nu de mi
nister met een ander voorstel komt zullen we er hier nu niet op
ingaan. Zoals gezegd wordt het schoolwerkplan in principe po
sitief benaderd.
In het algemeen is men ook voor een verleggen van verant
woordelijkheden naar de scholen toe: er wordt nogal wat be
tutteld binnen de hele onderwijshiërarchie. Er is wel wat meer
vrijheid gewenst bij de inrichting van het onderwijs. Men is
overigens bang, dat de koorden van de beurs in deze wel be
perkend zullen werken.
Schoolgrote
Ook werd opgemerkt, dat, waar de personeelskosten zo'n groot
deel van de schoolbegroting uitmaken, de grootte van de school
van minder belang is voor het laag houden van de kosten dan
men wel eens denkt. Voortgezet onderwijs moet voldoen aan
bepaalde normen (groepsgrootte) voor wat betreft de getalsver
houding leerlingenleraren. Deze zijn voor grote en kleine scho
len gelijk. Kleine scholen kosten weinig meer dan grote scholen,
omdat de personeelskosten het overgrote deel van de kosten
uitmaken.
Onderwijs en samenleving
De school kan een belangrijke sociale funktie in de samenwer
king vervullen, vooral ook in het kader van de verdere scholing
van volwassenen.
We wezen al op het verschijnsel van de Moeder-mavo.
Waar de school in de toekomst waarschijnlijk een bredere
funktie zal krijgen is het van belang om bestaande onderwijs
voorzieningen verder te verbeteren en vooral te zorgen dat zij
ook in kleinere plaatsen (ten plattelande) behouden blijven.
J.R.Westerhuis.
4