Een beschouwing over de
kosten rond het melken
Grootste mengvoederfabriek in
Engeland sluit
Zet alle kosten es
op een rij!
Kosten en baten
Jaarlijkse kosten van de
melkstal
De kosten van het koelen
Warmwatervoorziening
Overige kosten rond het
melken
Besparingen
C.A.R. Zevenbergen
en Goes,
Spec. Melkwinning
en -hygiëne
ing. C. de Koning
In de voorbije decennia heeft het handmelken haast geheel plaats
moeten maken voor het machinaal melken. Op de melkveebedrijven
zijn kostbare en ingewikkelde melkmachine-installaties verschenen.
Voor de opslag van de melk op de boerderij heeft men nu de beschikking
over moderne melkkoeltanks. Deze installaties brengen aanzienlijke
kosten met zich mee.
In het kader van "Niet meer, maar beter", is het wellicht nuttig deze
kosten eens op een rij te zetten.
Op verreweg de meeste bedrijven
met een Iigboxenstal worden de
koeien gemolken in een visgraat-
melkstal. Deze melkstal heeft relatief
lage bouwkosten, een eenvoudige
uitvoering, korte looplijnen en een
vrij hoge uurkapaciteit. Op grupstal-
bedrijven kan met een melkleidin-
ginstallatie en hulpapparatuur een
aanzienlijke arbeidsverlichting en
een vrij hoge uurkapaciteit behaald
worden.
De meeste melkveebedrijven be
schikken slechts over één of enkele
personen voor het verrichten van alle
voorkomende werkzaamheden.
Vanwege de werkorganisatie, de
geestelijke en lichamelijke belasting
zal het melken op zich per keer niet
langer mogen duren dan VA 2 uur.
Deze faktoren zullen, naast de jaar
lijkse kosten, een belangrijke invloed
hebben op de uiteindelijke melkstal-
keuze.
De vaste jaarlijkse kosten bestaan uit
afschrijving, rente en onderhoud.
In dit artikel worden deze jaarlijkse
kosten op een rij gezet voor een be
drijf met 60 koeien en een gemid
delde produktie van 5.500 kg melk
per koe.
De jaarlijkse kosten rond het melken
zijn onder te verdelen in:
jaarlijkse kosten melkstal
kosten van het koelen van de
melk
kosten van de warmwatervoor
ziening
overige kosten.
In de tabel zijn de investeringsbe
dragen en jaarlijkse kosten (afschrij
ving 10%, rente 6%, onderhoud inkl.
onderhoudsabonnement 5%) ver
meld voor de verschillende melk-
stallen. In deze bedragen zijn géén
gebouwenkosten inbegrepen. Het
gaat dus om de komplete melklei-
dinginstallatie inklusief meetglazen,
verder keerbuis- en hekwerkkon-
strukties, voerbakken en voederdo-
seerapparatuur (handbediend).
Naarmate de melkstal groter is, ne
men de kosten toe. De genoemde
bedragen zijn gemiddelde bedragen,
die in de praktijk kunnen variëren,
afhankelijk van het aankoopbeleid
van de veehouder.
Tabel.
Investeringsbedragen jaarkosten van melkstallen voor 60 koeien
lichamelijke belasting en de specifie
ke bedrijfsomstandigheden (bestaan
de situatie, toekomst, financiën) zijn
bij het maken van een melkstalkeuze
vaak van doorslaggevende invloed.
Niet iedereen streeft er immers naar
in elk opzicht die weg te volgen, die
financieel het meest voordelig is.
Naast de investering in de melkstal
moet er vanzelfsprekend ook nog
geïnvesteerd worden in een melk
koeltank. Indien de melk gedurende
drie dagen op de boerderij opgesla
gen moet kunnen worden, is een op-
slagkapaciteit van 70 1 per koe nodig.
Op een bedrijf met 60 koeien dient
de inhoud van de melkkoeltank dan
ongeveer 4.200 1 te zijn.
De kosten van het koelen kunnen
onderverdeeld worden in de vaste
jaarkosten van de tank en de varia
bele kosten voor het koelen. Het in
vesteringsbedrag van de melkkoel
tank wordt gesteld op 28.000,—
De kosten van het koelen van de
melk kunnen berekend worden aan
de hand van de totale jaarproduktie.
Per 1.000 1 melk is ongeveer 15 kWh
elektrische energie nodig om de melk
van ongeveer 35 gr.C op 4 gr.C. te
brengen. Bij een jaarproduktie van
330,000 kg melk en een kWh-prijs
van 0,25 zijn de elektriciteitskosten
1.240 per jaar.
De jaarlijkse vaste kosten (17%) van
de melkkoeltank bedragen 4.760.
Samen is dit 6.000 per jaar. Voor
het bedrijf met 60 koeien bedragen
de kosten voor de koeling dus 100
per koe per jaar.
Het installeren van een voorkoeler,
waardoor de melk met een aanzien
lijk lagere temperatuur in de melk
koeltank komt, zullen de variabele
koelkosten met zo'n 40% kunnen da
len. Een besparing in dit geval van
ongeveer 500 per jaar. Daartege
nover staan echter de jaarlijkse kos
ten (rente, afschrijving en onder
houd) van de voorkoeler met toebe
horen. Per situatie zal berekend
moeten worden, wat het uiteindelijke
financiële rendement zal zijn.
Voor het leveren van melk van een
goede kwaliteit is een goede reini
ging van de melkwinnings- en be-
waarapparatuur van groot belang.
Q) automatische afname
(2) automatische voederdoseerapparatuur
Iers in eigendom. De bedragen zullen
bij aankoop van aardgas-, propaan-
gas- of oliegestookte boilers anders
komen te liggen. Het merendeel van
de veehouders beschikt echter over
elektrische boilers. Als deze boilers
gehuurd worden, zal dit doorgaans
een verlaging van de kosten beteke
nen.
De investering in de warmwater
voorziening voor een bedrijf met 60
koeien bedraagt 3.300 (3 elektri
sche boilers).
Voor reinigingsmiddelen wordt ge
rekend 350, filters 300, dip- of
spraymiddelen 250, water 100
en energie voor het melken etc.
800. De cotale overige kosten ko
men daarmee op een bedrag van
1.800 per jaar. Dit brengt een kos
tenpost met zich mee van 30 per
koe per jaar.
Reeds eerder in dit artikel werd ge
zegd, dat de kosten rond het melken
zijn te verdelen in een viertal onder
delen. De jaarlijkse kosten rond het
melken per koe per jaar bedragen
voor een bedrijf met 60 koeien:
kosten achtands visgraatmelk-
stal 91
neinstallatie en melkkoeltank een
vrij groot stempel drukken op de to
tale kosten per koe per jaar.
Ook besparingen op de post onder
houd (onderdeel van de vaste kosten)
b.v. door weglating van het onder
houdsabonnement is beslist niet aan
te raden. Slecht onderhoud en een
slechte afstelling van de melkmachi
neinstallatie kunnen aanzienlijke op
brengstdervingen tot gevolg hebben
o.a. door een toename van uiergebre
ken en daardoor een kortere levens
duur van de koeien.
In dit verband moet ook de kwali
teitsbewaking genoemd worden.
Bij het kiezen van een melkstaltype en de inrichting ervan speelt het te investeren bedrag een niet geringe rol.
Melkstaltype
investerings
bedrag
jaar
kosten
21*
kosten
per koe
per jaar
Grupstal-melkleiding
- 3 apparaten (P^A^)
14.000
2.940
49
- 5 apparaten1(P^A^)
a
19.000
3.990
67
Doorloopmelkstal inkl
meetglazen
- tandemmelkstal
2x2
<pi\>
19.000
3-990
67
- visgraatmelkstal
2x4
(p,a8)
26.000
5-460
91
- visgraatmelkstal
2x4
(p,a8)
35-000
7.350
123
- visgraatmelkstal1"^
2x6
'p-la1p
55.000
11.555
193
Vergelijkt men de gegevens uit de ta
bel, dan blijken er grote verschillen te
zijn in jaarkosten.
De al eerder genoemde faktoren
zoals werkorganisatie, geestelijke en
Hiervoor is behalve een goed reini
gingsmiddel ook veel warm water
nodig. In de verdere berekening
wordt uitgegaan van een warmwa
tervoorziening met elektrische boi-
In deze situatie kan al het benodigde
water gedurende het nachttarief op
gewarmd worden naar 70 a 80 gr.C.
De jaarkosten worden gesteld op
20% 660). Water verwarmen van
10 gr.C. naar 80 gr.C. kost ongeveer
10 kWh per 100 1 water. Het gebruik
van warm water bedraagt bij 60
koeien gemiddeld 240 1 per dag. Het
opwarmen van de hoeveelheid water
kost per jaar 2.4 x 365 x 10 kWh x
kWh-prijs. Bij een kWh-prijs van
0,20 (nachttarief) kost dit 1.750
per jaar. De vaste jaarlijkse kosten
bedragen 660. De totale jaarlijkse
kosten van de warmwatervoorzie
ning bedragen dan 2.410. Dit is
40 per koe per jaar.
Het gebruik van warmteterugwin-
ningsapparatuur waarbij water ver
warmd wordt met melkwarmte kun
nen de kosten van het opwarmen van
het water met ongeveer 50% worden
teruggebracht. Per jaar is dit een
aanzienlijke besparing. Ook hier
staan echter de jaarlijkse vaste kos
ten van de warmteterugwinningsin-
stallatie tegenover. Per bedrijf zal
men de diverse mogelijkheden van
warmteterugwinning en voorkoelen
moeten vergelijken om tot een be
paalde keuze te komen. Uw be-
drijfsvoorlichters van de zuivelorga-
nisaties en/of het konsulentschap
kunnen U hierin adviseren.
De overige kosten rond het melken
zijn te splitsen in een aantal onder
delen nl.: reinigingsmiddelen, dip- of
spraymiddelen, filters, uierdoeken,
water, energie voor melken en ver
lichting. De vermelde bedragen zijn
de geschatte kosten per jaar voor 60
koeien.
koelen van de melk 100
de warmwatervoorziening 40
de overige kosten f
Totaal
30
261
Samen zorgen deze onderdelen voor
een jaarlijkse kostenpost van onge
veer 260 per koe per jaar. Pér kg
melk bedraagt dit 4.7 ct. Dit is voor
waar géén kleinigheid.
Direkte besparingen bij de melkwin
ning zijn moeilijk realiseerbaar, daar
de vaste kosten van de melkmachi-
Eventuele kortingen bij afwijkende
kwaliteit melk verminderen de op
brengst. Dit hoeft echter nauwelijks
voor te komen, immers een goede
kwaliteit van de melk is iets wat men
voor een groot gedeelte in eigen han
den heeft.
Via warmteterugwinningsapparatuur
en voorkoelers zijn wel besparingen
op de energiekosten mogelijk. Het is
voor veel veehouders wellicht nuttig
om bovenstaande zaken eens op een
rij te zetten. Men krijgt dan ook meer
inzicht in de financiële kant van de
melkwinning op de boerderij.
In juli zal de grootste fabriek voor verwerking van oliehoudende zaden
tot olie en veevoedergrondstoffen waarschijnlijk gesloten worden. Het
betreft de fabriek Erith in Kent, die geëxploiteerd wordt door Erith Oil
Wroks, een dochter van Unilever, die gespecialiseerd is in de verwer
king van sojabonen tot sojaolie en sojaschroot.
De oorzaak is dat men niet op kan tegen de konkurrentie van de import
uit de Verenigde Staten en Brazilië.
Sinds 1975 werd er geen winst meer
gemaakt en de verliezen zijn in zes
jaar opgelopen tot 3,5 miljoen
(rond/ 17 miljoen).
Ook andere fabrieken kampen met
overeenkomstige moeilijkheden.
Deze hangen samen met de hoge
rentevoet, hoge prijzen voor energie,
de inflatie, teruglopende vraag en de
ekonomische recessie.
In het midden van de 70er jaren was
er een netto-resultaat van 10% op het
geïnvesteerde kapitaal, dat opliep tot
20% in 1978. Thans is het rendement
sterk gedaald, zelfs tot beneden nul,
met name wat de sektor soja betreft.
De Britse industrie produceert jaar
lijks rond 1 miljoen ton plantaardige
oliën. Er zijn 20 ondernemingen
overwegend in handen van Unilever
en Conti Oils, die beide meer dan
50% van de produktie voor hun re
kening nemen en 7000 werknemers
een bestaan verschaffen.
De gehele ontwikkeling leidt tot toe
nemende vrees voor overeenkomstige
situaties bij de andere oliefabrieken.
Sluiting van deze fabrieken zal Enge
land nog meer afhankelijk maken van
import en daardoor de konkurrentie-
positie met name ook van de verede-
lingslandbouw op den duur kunnen
verzwakken.
vdw
20