De maand mei op het Zuidwestelijk landbouwbedrijf AKKERBOUW Wintertarwe Zomergraan Suikerbieten Onkruidbestrijding in suikerbieten na opkomst Nu bemonsteren op bietecysteaaltje Aardappelen Zaaiuien KONSULENTSCHAP VOOR DE AKKERBOUW EN DE RUND VEEHOUDERIJ TE GOES De bedrijfsvoorlichters, L.N. Bax, ing. G. Slob Hoewel het dit voorjaar over het algemeen vrij droog is geweest, is het toch april geworden voordat het zaaien en poten goed op gang kon komen. De bovengrond was goed bewerkbaar, maar wat dieper bleef de grond lang nat. De wintertarwe groeit dit voorjaar maar langzaam en staat over het algemeen vrij dun. Al met al geen vroeg voorjaar maar wanneer rond half april alle gewassen onder goede omstandigheden gezaaid of gepoot zijn behoort een goede opbrengst tot de mogelijkheden. In de jonge kalkrijke polders en in andere polders waar de laatste jaren nogal schuimaarde is gestrooid treedt dikwijls mangaangebrek op in de wintertarwe. Het gewas is dan licht van kleur, slap en voddig. Een bespuiting met mangaansulfaat in een 1,5% oplossing kan dan veel op- brengstschade voorkomen. Op tijd tegen de avond spuiten is noodzake lijk omdat later in het seizoen mak kelijk verbranding op kan treden. Een herhaling is vaak noodzakelijk. Vanwege de late zaai en het koude Al in stadium 5 van de Feekesschaal (van een beperkt aantal stengels is één knoop voelbaar) dient deze toe passing plaats te vinden. Past men later CCC toe dan treedt een sterkere halmverkorting op waardoor de kans op schimmelaantasting groter wordt. Begin mei is het tijdstip om het gewas te kontroleren op oogvlekkenziekte. Wanneer op 15 a 20% van de stengels oogvlekken worden waargenomen, verdient het aanbeveling een be spuiting uit te voeren op basis van benomyl, carbendazim of thiofa- naat-methyl. Vrij veel water gebrui ken zodat de voet van de planten goed geraakt wordt. Het bietecysteaaltje veroorzaakt veel schade. Zorg dat u tijdig op de hoogte bent van de mate waarin het aaltje in uw percelen voorkomt. Laat nu grond monsters nemen. voorjaar is de tarwe over het alge meen nog klein. Dit kan niet door het geven van extra stikstof ingehaald worden. Als het wat warmer wordt, zal het gewas toch gaan doorschieten en extra stikstof betekent dan dat de stengels erg slap opgroeien. De wintertarwe dient in mei bemest te worden afhankelijk van de stand op dat moment. Als regel wordt de tweede N-gift in stadium 7 van de Feekesschaal (2 knopen boven de grond voelbaar, derde week van mei) gegeven. Men geeft dan 30-60 kg N. Op een schraal gewas kan wat vroeger en wat meer stikstof gegeven worden. Op een gul gewas moet deze tweede gift wat later en wat lager zijn. Blijft het gewas begin mei al duidelijk te schraal, dan kan een ex tra tussengift van zo'n 40 a 50 kg N goede resultaten geven. Als het ge was na de tweede gift goed gezond blijft, dan kan een derde gift van 40 kg N bij het in aar komen nog een opbrengstvermeerdering geven. Te vens wordt met een late gift het ei witgehalte verhoogd. Voordat zicht baar is of later in het seizoen legering zal optreden, moet beslist worden of met CCC gespoten zal worden of niet. Argumenten voor de toepassing van het halmverstevigingsmiddel (CCC) in tarwe kunnen zijn: een zwaar ontwikkeld gewas of de verwachting daarvan (rijke grond of teveel stikstof ge strooid); een tarweras met minder goede strostevigheid; aantasting door oogvlek- ken(voet)ziekte; betere slagingskansen onder vruchten: graszaad, groen bemes ting; verhoging oogstzekerheid van de tarwe. Zomertarwe en haver reageren beide gunstig op een tweede stikstofgift. Het tijdstip voor de tweede gift ligt ook hier in stadium 7. Afhankelijk van de stand bedraagt de hoeveel heid 30 a 50 kg N per ha. Op beide gewassen is ook een toe passing van CCC om legering te voorkomen goed mogelijk. In zomertarwe is 1 liter per ha in stadium 5 reeds voldoende. Bij haver is meer nodig en wel 3 liter per ha bij een gewaslengte van 35 a 40 cm. Ook mangaangebrek komt in zo mergranen nogal eens voor (zie win tertarwe). Hoe de opkomst zal zijn is thans moeilijk te voorzien. Is de opkomst goed en de standdichtheid hoog dan wordt enig korrigeerwerk vaak goed betaald. Veel kleine bieten veroor zaken extra rooiverlies en vaak veel grond- en koptarra. Is de opkomst slecht, toch niet gauw besluiten om over te zaaien. Bij een niet al te onregelmatig plantenbe- stand van 40.000 a 45.000 planten is herinzaai niet nodig. Komt bij opkomst of daarna biete kevertje voor dan 2 liter parathion 25% per ha spuiten. Laat in de avond toepassen als de kevertjes zich boven de grond bevinden. Vanaf plm. half mei dient men attent te zijn op het voorkomen van de groene perzik bladluis. Let op eventuele waar schuwingen doch kontroleer zelf ook Uw percelen. De meest geschikte middelen tegen luizen zijn Pirimor, Meta-Systox R. Mesodrin RL en Di- mecron. Toepassen bij een hoge luchtvochtigheid en minstens 500 li ter water per ha gebruiken. IN WELK STADIUM VRAAGT WINTERTARWE UW AANDACHT Vlak voor opkomst altijd Gramoxo- ne of Reglone toepassen. Bij een ge waslengte van minstens 6 cm op vochtige onkruidvrije grond kunnen de middelen Ramrod en chloorpro- fam worden toegepast. Chloorpro- fam kan over grote afstanden (be langrijk meer dan de op het etiket genoemde 200 meter) schade ve roorzaken aan vlas, blauwmaanzaad en bloeiend graan of graszaad. Op reeds bovenstaande kleine onkrui den kan Lironion onder vochtige omstandigheden goede resultaten geven. Onder droge omstandigheden en op een afgehard gewas kan 5 liter Schering 11E olie aan de Lironion worden toegevoegd. Bij zeer droog weer en een sterk afgehard gewas (na minimaal 4 dagen geen neerslag) kan Actril of Certrol 20 als noodmaatre gel gebruikt worden. De aardappelrug dient in zo weinig mogelijk bewerkingen opgebouwd te wor den. Als er tijdens de opkomst al opslag van moeilijk te bestrijden onkruiden als varkensgras en kleefkruid voor komt, verdient het aanbeveling om deze meteen aan te pakken. Als er 40.000 planten, of zeg maar de helft van het te verwachten aantal boven staat dan kan reeds 4 liter Betanal worden gespoten. Meestal zal een weekje later dan nog eens 4-6 liter Betanal gespoten moeten worden. Ook al komen genoemde probleem onkruiden niet voor, dan zal na opkomst toch tijdig met Betanal ge spoten moeten worden. In dit trajekt is het ontwikkelingsstadium van het onkruid belangrijker dan dat van de bieten. Als er onkruid staat, wacht dan niet tot de laatste biet de kiemblaadjes gestrekt heeft. Beter is met 5 liter Betanal op tijd te spuiten dan met 7,5 liter Betanal een paar dagen te laat. Kortom een tijdig uitgevoerde be strijding met Benatal blijft de basis van de onkruidbestrijding na op komst in de bieten. In veel gevallen zal men - op de zwaardere grond - hiermee kunnen volstaan. Vooral op de wat lichtere gronden kan later nogal wat onkruid in de bieten ontkiemen. De kombinatie Goltix Betanal heeft dan zowel wat direkte doding betreft als wat de nawerking betreft een brede wer king. Deze kombinatie kan toegepast worden wanneer het gewas twee echte blaadjes heeft. Komt er laat nog varkensgras of kleefkruid voor dan kan Tramat of Nortron gebruikt worden, ook in kombinatie met Be tanal. Het gewas moet dan wel 4 echte blaadjes hebben. Gezien de vrij hoge kosten van genoemde mid delen 300 a 400 per ha) is rij- enbespuiting zeker de overweging waard. Door de toelating van Beta nal Goltix en Betanal Nortron of Tramat zijn de mogelijkheden bij de na-opkomstbestrijding ongetwij feld belangrijk verruimd. We willen er toch op wijzen dat de basis blijft: een tijdige bespuiting met Betanal puur. TEELTSCHEMA Regeren is vooruitzien. Laat nu reeds de percelen die voor 1983 in aan merking komen voor bieteteelt on derzoeken op het bietecysteaaltje. Men kan dan eventueel in de loop van het jaar zijn perceelskeuze nog aanpassen of bijvoorbeeld ontsmet met rhizoctonia besmet, dan is het beter de rug niet te snel op te bou wen. Is de grondtemperatuur vol doende hoog en de grond goed droog dan is het beter de ruggen spoedig na het poten te maken. Zorg er voor dat een eventuele tweede N-bemesting niet in de rug terecht komt in ver band met zoutschade. Zeker op lichte grond verdient strooien na de rugopbouw en zelfs na opkomst in de tweede helft van juni de voorkeur. Mogelijk ligt hier een kans om het gewas wat langer groen te houden. Ook in verband met een iets grotere kans op doorwas mag een tweede gift niet hoger zijn dan 100 kg N/ha. Bij toepassing van een che misch onkruidbestrijdingsmiddel verkrijgt men de beste resultaten bij spuiten enkele dagen voor opkomst op bezakte vochtige grond met een langwerkend middel dat tevens enige kontaktwerking bezit. Is duist aan wezig dan is Sencor het beste middel. Komt vlak voor opkomst reeds kleefkruid voor dan een extra be handeling met kleurstoffen uitvoe ren. Met de bestrijding van de aardappel ziekte moet worden begonnen zodra de planten in de rij elkaar raken, of zoveel eerder als het weer dit nood zakelijk maakt. Graslandgebruikskalender.... een goed hulpmiddel. ten. Vooral waar men om de 3 of 4 jaar bieten teelt is het nodig vast te stellen hoe het hiermee staat. Erva ringen uit voorgaande jaren, zo op het oog, kunnen nuttig zijn maar ge ven vaak ook een verkeerde indruk. Afwezigheid van slapers is nog geen bewijs van afwezigheid van cysten. Aanwezigheid van slapende bieten is niet altijd aan cysten te wijten. Zon der grondonderzoek heeft de per ceelskeuze veel weg van blindvaren. De aardappelrug dient in zo weinig mogelijk bewerkingen opgebouwd te worden. Een goede rug bevat 12 a 14 cm grond boven op de poter, op de bovenkant iets afgeplat. Is de grond koud en nat en het pootgoed zwak of WINTERT AHWt In perioden met regen en weinig zon maar ook met mist en dauw kan in- fektie ontstaan. Let op de waarschu wingen welke via de radio gegeven worden. De kans op (vroeg) optre den is niet veel groter of kleiner dan in andere jaren. Normaal hoeft in mei niet gespoten te worden en laat U beslist niet aanpraten dat er al vanaf de opkomst gespoten moet worden (zoals hier en daar gesteld wordt). Belangrijke smetstofbronnen vor men nog altijd de afvalhopen met aardappelopslag. Het is van groot belang deze tijdig uit te schakelen en elke vorming van groene stengels en blad te voorkomen. Voor Prefix en Casoron is het nu waarschijnlijk te laat. Eventueel afdekken met zwart plastik. OE ONTWIKKELING VAN WINTERTARWE VOLGENS OE SCHAAL VAN FEEKES 12

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1982 | | pagina 12