VEEHOUDERIJ Zorg voor een geleidelijke overgang van stal naar weide Stambonen Blauwmaanzaad Knolselderij Erwten Benutting van vers gras door melkvee in relatie tot de krachtvoergift Het graslandgebruik Graslandgebruikskalender een goed hulpmiddel! Het maaien, schudden en oogsten van gras Pas wanneer de grondtemperatuur voldoende hoog is kan gezaaid wor den. Ontsmetten tegen kiemschim- mels en bonevlieg is zeker gewenst. Te ondiep zaaien en onregelmatige diepteligging geeft meer kans op droogliggen en onregelmatige op komst. Iets dieper zaaien verkleint ook de kans op schade door een bo demherbicide. Precisiezaai maakt een regelmatige zaaidiepte mogelijk en verdient dan ook de voorkeur. De bodemherbici den Aresin, Patoran, Kombyrone of linuron geven veelal goede resulta ten doch er is altijd enige kans op schade. Op voor bodemherbiciden gevoelige grond is Ivorin Super zeker veiliger. Na opkomst kunnen boven dien nog met diverse middelen de resterende onkruiden worden be streden. Hiervoor zijn Ivoset, DN BP en Basagran beschikbaar. Houd U bij het gebruik van deze middelen nauwkeurig aan de voor schriften wat gewasontwikkeling, hoeveelheid middel en weersom standigheden betreft. Gebruik van veel water en spuiten tegen de avond verdient aanbeveling. Tijdens en vlak na opkomst kan trips in dit gewas veel schade aanrichten. Zodra schade wordt waargenomen een bespuiting met 1,5 liter para- thion 25% uitvoeren. Is direkt na het zaaien geen Asulox toegepast dan kan bij 5 cm gewas lengte nog 6 a 7,5 liter Asulox ge spoten worden. Wordt Asulox voor de tweede maal toegepast dan hoog stens 6 liter gebruiken. Wanneer karwij of roodzwenkgras als ondervrucht is ingezaaid geen Asulox na opkomst toepassen. Al leen bij meer dan 100 planten per m2 is het gewenst mechanisch of met de hand terug te dunnen tot 60 a 80 planten per m2. De laatste jaren wordt meer dan in het verleden schade waargenomen door aantasting van de wortelvlieg. Om dit te voorkomen kan voor het planten een behandeling met Phyto- sol, Birlane of Nexagan uitgevoerd worden. In het begin van de groei periode kunnen bladluizen ernstige zuigschade veroorzaken. Ze zitten verscholen tussen de nog samenge vouwen hartblaadjes en zijn moeilijk te vinden. Het is zaak om er goed op te letten en tijdig een bestrijding uit te voeren met dimethoaat of parat- hion. Ook al is voor opkomst met een bo demherbicide gespoten, toch blijkt het meestal nog nodig na opkomst een onkruidbestrijding uit te voeren. Onkruid in erwten kan een sterke opbrengstdepressie tot gevolg heb ben. Vanaf de opkomst geeft Ivosit op een droog gewas en vochtige grond op niet afgeharde onkruiden uitstekende resultaten. Bij eèn gewas lengte van 5-10 cm op een meer af gehard gewas zijn er goede onkruid- bestrijdingsmogelijkheden met een mengsel van Ivosit en Basagran. Vlak na opkomst dient het erwten gewas goed gekontroleerd te worden op aantasting door de bladrandke ver. De bladrandkever zelf vreet aan de jonge blaadjes maar wat veel er ger is: de larven beschadigen de stikstofknolletjes. Men moet dus eiafzet voorkomen en zodra aan de bladeren vreterij wordt gekonsta- teerd een bespuiting met 1,5 liter parathion 25% uitvoeren. Benut de granen en met name wintertarwe voor een goede aan pak van de wortelonkruiden. Ook een hardnekkig optredend zaadonkruid als kleefkruid vraagt speciale aandacht.-Maar dat geldt voor élle gewassen!! Op de meeste bedrijven loopt het vee reeds in de wei. Het vraagt een grote aanpassing wanneer de koeien moeten overgaan van het "droge" wintervoer op het vochtige malse voorjaarsgras. Ook is het jonge voorjaarsgras vergeleken met het wintervoer arm aan ruwe celstof en rijk aan ruw eiwit. Een plotselinge overgang van wintervoer op vers gras kan leiden tot pensstoornissen en/of een lager vetgehalte in de melk. Probeer de overgang van stal naar weide dan ook zo geleidelijk mogelijk te laten verlopen. Het beste is de koeien de eerste 2 weken overdag te weiden en 's nachts op te stallen. De eerste week ca. 5 kg drogestof uit winterruwvoer bijvoeren. De krachtvoergift gelijk houden aan de laatste stalweek. De tweede week de ruwvoergift verminderen tot geen ruwvoer. De krachtvoergift tot de helft verminderen. Op bedrijven met een ligboxenstal is zo'n Qvergang goed uitvoerbaar. Met een grupstal en slechte verkave ling is 's nachts opstallen moeilijker uitvoerbaar. Men kan dan bijvoorbeeld alleen de eerste dagen van de overgangsperiode 's nachts opstallen. Men geeft de dieren dan nog het halve ruwvoerrantsoen en handhaaft de krachtvoergift. De koeien kunnen dan dag en nacht in de weide blijven. De krachtvoergift wordt geleidelijk tot de helft verminderd. Uit verschillende proeven en berekeningen blijkt steeds weer dat het in veel situaties aantrekkelijk is dat het melkvee in de weideperiode zoveel mogelijk vers weidegras kan opnemen. Eigen gras blijkt altijd nog het goedkoopste voer in de weideperiode. De voedingswaarde van vers gras en de benutting ervan door het melkvee is erg hoog en wordt in de praktijk vaak onderschat. Alleen uit gras kunnen koeien al een flinke hoeveelheid melk geven. Dit kunt U in de volgende tabel aflezen: Gemiddelde hoeveelheden melk uit gras (kg) dag en nacht weiden 's nachts opstallen zomerstalvoedering periode koeien vaarzen koeien vaarzen koeien vaarzen mei 23 19 20 16 19 15 juni 21 17 18 14 17 13 juli 21 17 18 14 17 13 aug. 20 16 17 13 16 12 sept. 18 14 15 11 15 11 okt. 15 11 13 9 12 8 De melkhoeveelheden gelden bij voldoende gras van gemiddelde kwaliteit. In de tabel is rekening ge houden met een dalende grasopna me in de loop van het seizoen en met het beweidingssysteem. Bij gras van uitstekende kwaliteit kunnen de hoeveelheden melk nog hoger zijn. Natuurlijk moet de krachtvoergift aangepast worden aan de hoge voe dingswaarde van het beschikbare weidegras: voor ongeveer elke 1,5 kg melk boven de hoeveelheid melk uit de tabel kunt U 1 kg krachtvoer ge ven. Hierbij is al rekening gehouden met de verdringing. Bij dag en nacht weiden in mei heeft een koe met een melkgift van 30 kg melk per dag niet meer dan 5 kg krachtvoer nodig. Vaarzen geven alleen uit weidegras ca. 4 kg melk minder dan koeien. H et is echter in verband met de struk- tuurwaarde niet aan te bevelen in de graslandgebruik is de regel dat het maaien in dienst moet staan van de beweiding. Tijdens de weideperiode moet het vee zoveel mogelijk vers gras op kunnen nemen. Voor een goede opname en voor het behoud van een goede grasmat is het gewenst het vee in te scharen bij een gemid delde graslengte van ca. 12-15 cm van de grond af gemeten. Inscharen in langer gras geeft aanzienlijk ho gere beweidingsverliezen en meer kans dat de hergroei moeilijker op gang komt! 5 a 6 cm (stoppellengte). Naast een vertraagde hergroei geeft korter maaien ook meer kans op zodebe schadiging en grond in het voer. Verder krijgen onkruiden en onge wenste grassoorten o.a. kweek en straatgras meer kans zich te ontwik kelen. Het regelen van de maaihoogte met de topstang is alleen binnen zeer nauwe grenzen mogelijk. De top stang is in de eerste plaats voor de vlakstelling bedoeld. De maaihoogte kan bij sommige machines traploos - *>$4* t y Knolselderijplanten moeten zo goed mogelijk fris blijven. Laat ze niet uitdro gen. Is het gras het weidestadium voorbij dan dient dit voor de ruwvoerwin- ning gemaaid te worden. Een be langrijk punt is nu het tijdstip van maaien; dit moet namelijk zo geko zen worden dat er ook op korte ter mijn juist voldoende gras voor de beweiding beschikbaar blijft. Vooral bij de eerste snede is een juiste plan ning van beweiding en voederwin ning van groot belang voor een re gelmatig aanbod van vers weidegras. Bij deze planning staat voorop: goed weidegras beschikbaar van een vuist hoog! 1700 kg ds/ha). De op brengst van de eerste maaisnede kan variëren van 2000 tot 4500 kg dro gestof per ha. Als de beweiding dat toelaat is ongeveer 3500 kg droge stof, wat overeenkomt met circa 6 ton voordroogkuil van 50% drogestof, een goed maaistadium voor de tweede en de latere sneden. Dit sta dium wordt bereikt tegen het in de aar schieten van het gras. De kwali teit is dan goed, terwijl de hergroei vertraging voor de volgende snede beperkt is tot enkele dagen. Ook de zode heeft dan nog niet geleden. weide meer dan 7 a 8 kg krachtvoer bij te voeren. Vooral in voorjaar en zomer wordt op veel bedrijven nog te veel kracht voer bijgevoerd. Tijdens het melken is het verleidelijk om de koeien volop krachtvoer op te laten nemen om de rust te kunnen bewaren. Vooral de laagproduktieve koeien krijgen ech ter op deze manier veel te veel krachtvoer! Op een melkveebedrijf komt het meeste en goedkoopste voer van het grasland. Een optimale benutting van het aanwezige grasland is daar om van groot belang. Een juist ge bruik van het grasland is niet alleen bepalend voor de opbrengst ervan maar is ook van groot belang voor het behoud van de grasmat. Eén van de basisprincipes van het Uit goed weidegras kan veel melk geproduceerd worden. Om te komen tot een goede weide- grasvoorziening is een goede plan ning noodzakelijk. Dit geldt echter niet alleen voor de eerste snede en de overgang van de eerste naar de tweede snede maar ook voor de rest van het seizoen. Door notities te ma ken van het graslandgebeuren kan nagegaan worden of er voor de toe komst nog verbeteringen mogelijk zijn of hoe gemaakte fouten kunnen worden voorkomen. Een grasland gebruikskalender kan een heel goed hulpmiddel zijn bij het registreren en plannen van de weidegrasvoorzie- ning en de ruwvoederwinning. Voor elk perceel wordt aangegeven wat er gebeurd is, zoals bemesting, bewei ding en maaien. Tevens kan de planning aangegeven worden wan neer en wat het volgende gebruik zal zijn van het perceel. Aangezien op deze kalender niet al leen op korte termijn gepland maar ook de uitvoering geregistreerd wordt, is kontrole op het gevoerde beleid mogelijk en kan achteraf na gegaan worden wat nog aan het graslandgebruik te verbeteren is. De graslandgebruikskalendervraag Uw bedrijfsvoorlichter er maar naar! Voor het maaien van gras wordt al gemeen de cirkelmaaier gebruikt. Het is gewenst dat de spoorbreedte van de trekker en de werkbreedte van de cirkelmaaier bij elkaar pas sen. De trekker mag bij het maaien en bij de eerste keer schudden niet over het gemaaide gras rijden. Maai voor wintervoer niet korter dan worden geregeld, terwijl bij andere typen maaiers dit gebeurt door de afstand tussen de schotel en de trommel te wijzigen door het aan-, brengen van vulringen. De mesjes van de cirkelmaaier moeten regel matig gescherpt (maximaal 1 a 2 keer) en tijdig door nieuwe vervan gen worden. Botte mesjes geven een rafelige en wat langere stoppel en vragen meer vermogen. Voor lage veldverliezen, een kwali tatief goed produkt en een vlotte hergroei is het noodzakelijk dat geen zware sneden worden gemaaid. In dit verband is inkuilen dan ook veel aantrekkelijker dan hooien. Bij voederwinning zijn we afhanke lijk van het weer. Wanneer de om standigheden gunstig zijn, moeten we daarvan profiteren. Om de veld- periode zo kort mogelijk te houden moet direkt na het maaien intensief worden geschud. Een dag wachten met schudden betekent dat het dro gestofgehalte 5 a 10% lager uitvalt bij een zelfde veldperiode. Intensief schudden gebeurt door langzaam te rijden en de machine snel te laten draaien. Naarmate het materiaal droger is kan de volgende keren sneller worden gereden en/of mag de machine minder toeren ma ken. Als de omstandigheden dat toe laten moet het schudden elke dag herhaald worden om een snelle velddroging te verkrijgen. Zijn de omstandigheden minder gunstig dan moet toch getracht worden het ma teriaal binnen een week weg te halen, eventueel met toevoeging van land- bouwzout (tenminste wanneer het gras winddroog is en het land be rijdbaar). Tenslotte nog enkele belangrijke aandachtspunten bij de ruwvoeder winning: Zorg dat goed gras in een redelijk jong stadium gemaaid wordt. Dit stadium ligt voor het in de aar schieten van het gras. Gemaaid gras voor wintervoer moet zo snel mogelijk van het land, dit ter beperking van kwa liteitsverlies en voor een snelle hergroei. Voor een goede konservering dient het gras minstens tot 40% drogestof te worden voorge- droogd. Voordragen tot meer dan 50% drogestof heeft meer nadelen dan voordelen. Het inkuilen dient snel te gebeu ren. Het is het beste om het gras in één dag bij elkaar te brengen, goed vast te rijden en de kuil de zelfde dag nog luchtdicht af te dekken. Besteed voldoende aandacht aan het afdekken van kuilvoer. Eén van de veiligste manieren van af dekken is nog steeds met een plastik zeil (minimaal 0,15 mm dik) met daarop een gronddek van 10 a 20 cm. Gebruik plastik met een Komo-keurmerk. Ook dit groeiseizoen is een optimaal gebruik van het grasland Uw aandacht dubbel en dwars waard. 13

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1982 | | pagina 13