Stopzetting subsidie eenmalige krat brengt aanvoer kwaliteitsklasse I in gevaar! Wat men niet kent, lust men niet! Bloesempracht op de Bevelanden SIERTEELTMARKT IN WEST-DUITSLAND STAGNEERT Vruchtwisselingsschema voor groenteteelt Diaserie sierteelt De bloeimaand is weer aangebroken. Ook op SCHOUWEN-DUIVE- LAND laten de appelbomen dit jaar een rijke bloei zien. Vooral Goudrei- nette en James Grieve hebben in het begin van de bloei een prachtige tere rose bloem die na enkele dagen steeds witter wordt. In de Westhoek van Schouwen staan op oude fruitaan- plantingen een groot aantal kara- vans. Om deze tijd van het jaar zijn dit schilderachtige plekjes. Maar ook de moderne percelen die goed verzorgd worden zijn een ver rijking voor het landschap. Het is jammer dat bij ons in de kustgebie den de windschermen een gedeelte van dit moois aan het oog onttrek ken. Jammer genoeg kunnen we die niet missen, omdat de windsnelhe den langs de kust te hoog zijn en ook in de bloeitijd het mikro-klimaat er door wordt verbeterd. De temperaturen vlak voor en tij dens de bloei zijn bepalend voor de omvang van de oogst. Vorig jaar hebben we duidelijk kunnen zien hoe een nachtvorst in noordwest- Europa de appeloogst halveerde. Het is dan ook goed te begrijpen dat iedere fruitteler de minimumtempe ratuur in het oog houdt. Eerst één zijde dunnen.... Bij de appels worden de bloemen van de Benoni al gedund. Vorig sei zoen zijn er enkele kwekers slecht mee uitgekomen doordat de strenge nachtvorst te veel bloemen verniel de. De neiging bestaat om nu wat later met dit enorme arbeidsinten sieve karwei te beginnen. De erva ring heeft echter geleerd dat het bij na onmogelijk is om vlak na de bloei de kleine vruchtjes zodanig te dun nen dat een beurtjaar kon worden voorkomen terwijl het dan nog be langrijk meer uren vraagt dan in het knopstadium. Een handige oplossing blijkt om in het vroege stadium één zijde van de boom bloemknopdunning toe te pas sen waarbij we dan meteen de kop van de boom proberen mee te nemen. In de nabloeiperiode kan dan de andere kant van de boom worden gedund. Naast risikospreiding geeft het ook wat arbeidsverdeling. Bij de Cox en Goudreinette kan het raadzaam zijn om bij gunstig bloei- weer nog wat extra vruchfhout door te knippen om zodoende de belich ting nog wat te verbeteren en een overmatig aantal vruchten te beper ken. Ook het bakterievuur vraagt tijdens en na de bloei onze volle aandacht. Vooral tijdens vochtig en. warm weer is de besmettingskans vrij groot, vooral in ons gebied waar de besmettingsdruk extra groot is. Kontrole in de boomgaard en de na burige beplantingen met meidoorns blijft hard nodig. De afzet van het bewaarfruit loopt erg goed. De aanvoer bestaat hoofd zakelijk uit Golden-Delicious. Het is opvallend dat er dit seizoen veel meer klasse I klaargemaakt kan worden dan we de afgelopen jaren deden. De vruchten zijn gladder en er is bij de pluk en sortering meer zorg aan besteed. Jammer genoeg is de subsidie voor de nieuwe eenmali ge krat stopgezet. Voor het nieuwe seizoen is dit bij zonder jammer en vele argumenten pleiten ervoor om deze subsidie te verlengen. Wanneer het prijsverschil van het nieuwe en van het gebruikte krat volledig op de klasse I komt te drukken dan wordt het in de toekomst nog minder interessant om klasse I klaar te maken. Het prijsverschil tussen klasse I en een goede klasse II is veelal te gering dat dit op kan we gen tegen de extra arbeid die dit vraagt en de moeilijk te verkopen uitgesorteerde klasse II. Als hierbij in de toekomst de fustkosten voor klas se I worden verhoogt dan is het klasse I sorteren in de toekomst zeker onaantrekkelijk. Jammer dat het beste fruit op deze manier wordt afgestraft terwijl dit juist de prijs- trekkers zijn van een veiling. Als er geen maatregelen worden genomen krijgen we volgend jaar weinig aan voer, van kwaliteitsklasse I. Gemak kelijk voor de teler, gemakkelijk voor de keurmeesters en KCB maar moei lijker te verkopen door de handel omdat de kwaliteitsklasse II zo ruim is dat men nooit zeker weet hoe de kwaliteit zal zijn. Gelukkig is het laatste woord hierover nog niet ge sproken, maar het verdient wei onze volle aandacht. Op ZUID-BEVELAND kunnen we de eerste bloesempracht bewonde ren. De pruimen bloeien volop en duizenden witte bloempjes maken de bodem tot een ware bruidssluier. Ook de peren staan in volle bloei en wanneer het huidige weertype zo aanhoudt, gaan de bloempjes van de appels ook spoedig open. Het bloei- tijdstip van de verschillende vrucht bomen volgt dit jaar snel op elkaar, andere jaren zit het hier vaak meer dere dagen tussen, soms zelfs weken. Tot nu toe lijkt het zeer goed bloei- weer, nog geen nachtvorst van bete kenis, zodat normaal gesproken een rijke oogst het gevolg kan wezen. Maar de natuur is grillig, er kunnen nog verschillende faktoren optreden, waardoor de oogst flink gereduceerd wordt. Bij de peren zijn de Giberella be spuitingen bij deTriomphede Vienne uitgevoerd, een ras wat we zeker niet mogen vergeten, alleen natuurlijke zetting geeft bij dit ras te weinig vruchten. Beurré Hardy is een ras, dat misschien ook in aanmerking komt, een bespuiting met Giberel- linen geeft bij de Hardy's zonder meer kleinere vruchten. Bij dit ras is een flinke maat zeker gewenst de laatste jarem, een te grote produktie per boom is dus zeker niet wenselijk. De percelen jonge peren met een te sterke groei, beslist spuiten met CCC. Het tijdstip, wanneer en hoe is zeer belangrijk om het gewenste re sultaat te verkrijgen. Gebruik vol doende water, rond de 1000 1. per ha, bij droog weer en ook na de bespui ting is één dag droog weer aan te bevelen. Ook is een hoge luchtvoch tigheid 80% en een hoge tempe ratuur, boven de 15 gr. C is ideaal. De eerste bespuiting kunnen we einde bloei uitvoeren. Al deze han delingen zijn van groot belang voor het duidelijk remmen van de groei. Het eerste dunwerk is deze week be gonnen en wel het bloemdunnen bij de Benoni. Het wegtrekken van de bloemklusters is een handeling die vrij gemakkelijk werkt, gemakke lijker dan wachten tot de hoofdbloei. We zullen toch twee of drie keer moeten dunnen om appels van vol doende maat te krijgen en tevens-een goeie bloemknopaanleg voor het volgende jaar. Hoe eerder begonnen, hoe beter. Alleen bij jonge bomen, welke moeten dienen als bestuiving voor andere rassen is het verstandig te wachten tot na de bloei, omdat anders te weinig stuifmeel overblijft om goed te bestuiven. De stand van de rode bessen, fram bozen en bramen is goed te noemen, al is de bladstand van met name de frambozen niet ideaal, een lichte bladkleur en vrij klein blad. We moeten dit echter toe schrijven aan het koude weer, een weertype, dat vrijwel ieder voorjaar voorkomt, één troost, ook dit verandert, zoals elk jaar opnieuw. Het Proefstation voor de Akkerbouw en de Groenteteelt in de Vollegrond (PAGV) heeft onlangs een vrucht wisselingsschema voor de groente teelt ontwikkeld. In dit schema is weergegeven welke ziekten of andere moeilijkheden te verwachten zijn, wanneer twee be paalde gewassen na elkaar geteeld worden. Het is daarom aan te raden om bij het opstellen van een teelt schema ook dit schema te gebruiken. Ook gewassen welke veel in kombi- natie met groenten verbouwd worden, zoals aardappel, aardbei, graan en gras. Indien de voorvrucht in staat is om bepaalde soorten aaltjes in stand te houden of in aantal te vermeerderen, is dat in het schema met "A" aange geven. Als er geen aaltjes in de grond aanwezig zijn, vervalt uiteraard op dat punt het gevaar van de betref fende voorvrucht. Zelfs als ze er wel voorkomt is het vooraf niet te voor spellen of en zoja in welke mate het volggewas zal worden aangetast. Dit hangt namelijk mede af van een aantal uitwendige omstandigheden en van de aaltjessoorten die zich in de bodem bevinden. Ook is de kans op schade door de aaltjes soms af hankelijk van de teeltperiode. Zo kan het bietencysteaaltje zich wel vermenigvuldigen in de herfstteelt van spinazie maar niet in spinazie die in het voorjaar wordt geteeld. Verder dient er rekening mee te worden ge houden dat op zandgrond het gevaar van schade door aaltjes groter is dan op zavel- en kleigrond. Bij de aaltjes hebben we vooral te maken met het cyste- en stengelaaltje. Op ons THOOLS kleine bedrijfsty- pe, valt het soms op, dat de bereid willigheid de laatste jaren afneemt, om over te schakelen op nieuwe teel ten. Wanneer men leest, dat zich naast onze deur in West-Brabant nog steeds een behoorlijk Horende cham pignonteelt uitbreidt, dan kan mis schien van vooriichtingszijde hierop wel geattendeerd worden. In ieder geval is het geen grondgebonden pro- duktietak. Schaarste aan dure tuin grond lokt niet tot bedrijfsvergroting voor meer bestaanszekerheid. Zoals reeds eerder gememoreerd, is binnen afzienbare tijd de gladiolen- teelt door gebrek aan gezonde grond gedoemd te verdwijnen. Gezien het feit dat deze teelt geen goedkoop ge was is geweest, hebben de telers toch eigenlijk nooit tegen een flinke in vestering opgezien. Nu echter de be nodigde grondstoffen voor deze champignonteelt binnenkort, zelfs in ons Thoolse distrikt klaargemaakt worden, verdient het zeker de aan dacht of hiermee de bestaansmoge lijkheden in ons distrikt gediend kunnen worden. Zo is de volle- grondstuinbouw er van bevoegde zijde op gewezen, dat er mogelijkhe den kunnen ontstaan, met het telen van nieuwe kleine groentegewassen in de open grond. In andere delen van ons land ziet men hierna per- spektief, maar het komt hier nog steeds niet van de grond. De realiteit gebiedt echter, om hier direkt aan toe te voegen, dat tot en met de zeventi ger jaren, veel ondernemerslust in onze sektor verloren is gegaan, door het beschikbaar zijn van goede ba nen. Het van de grond opbouwen van een eigen onderneming vereist nu eenmaal, dat men ook de soms niet uitblijvende tegenslagen, moreel de baas kan blijven. Nog te dikwijls ziet men, dat men reeds na de eerste teleurstelling afhaakt, want Ieren lo pen gebeurt nog altijd met vallen maar ook met opstaan. Iets wat in ons gebied wel goed aangeslagen is, is de witlofteelt en -trek, die zich ook heeft aangepast aan de nieuwere produktiewijzen. De trek kan men geheel aanpassen aan de tijd die men hiervoor beschikbaar heeft. Door de bestaande studieklub in ons gebied, is hiervoor veel begeleidend werk verricht. Waar een zeker aantal doelbewuste jonge ondernemers, een goed geleide studieklub in stand houden, blijft er voor nu en later, perspektief in het eigen bedrijf. Het zaaien en planten is met het sterk drogende weertype van april goed geslaagd. Bij wat hogere temperatu ren en een regenbuitje staat dan binnenkort weer alles boven de grond. Op de hoogte van afzetprijzen heeft men weinig invloed op de vrije markt, maar met een goede verzorging, komt een kwaliteitsprodukt, meestal toch het best uit de bus. Het is tenslotte te hopen dat men nieuwe gewassen en produktiewijzen, ook in onze Thoolse vollegrondstuinbouw leert opnemen en uitbuiten. Ook het goed toeberei de nieuwe, wordt op den duur met smaak gegeten. Uit onderzoek blijkt: Er is een aantal aanleidingen geweest om een onderzoek naar de sierteeltmarkt aan te vatten. Allereerst was dit de directe behoefte aan een aantal kengetallen van de westduitse markt in verband met de effecten van de ongunstige inkomensontwikkeling bij de consumenten en de gewenste prijsverhogingen als gevolg van de sterk stijgende energiekosten voor de producenten. Ten tweede om aan te geven dat panels als gegevensbron voor het marktonderzoek een belangrijke rol kunnen spelen. Het onderzoek is uitgevoerd op pa- nelgegevens (over de jaren 1975 t/m 1980). Deze gegevens zijn verzameld door het Gfk/G I in opdracht van het Produktschap voor Siergewas sen. De publikatie geeft de resultaten van een tijdreeksanalyse van de vraag naar Sierteeltprodukten (snij bloemen, potplanten en balkonplan- ten) van de huishoudens. Hierbij zijn naast de invloed van de prijs, inko men/koopgewoonteverandering, ook substitutie/complementariteiten en invloeden van het weer, vakan ties, en feestdagen onderzocht. Er bestaat een dalende vraag voor snijbloemen van gemiddeld 4% per jaar. Met uitzondering van de win terperiode is de snij bloemenmarkt dan ook inelastisch. Bij de potplanten onderkennen we een nog positieve, hoewel sterk fluc tuerende, vraagontwikkeling. Op deze sierteeltdeelmarkt is de prijse lasticiteit van de vraag in alle seizoe nen, behalve in de zomerperiode, groter dan I. De potplanten onder vinden in de winterperiode concur rentie van de snijbloemen. De balkonplantenmarkt kent een re gelmatige stijging van het verbruik van ruim 5% per jaar. De prijselasti citeit van de vraag is nog zeer hoog. Balkonplanten staan in vrij sterke concurrentie met de snijbloemen. Als gevolg van bovenstaande ont wikkelingen stagneert de totale markt van sierteeltprodukten in West-Duitsland. LANDBOUW-ECONOMISCH IN STITUUT (Deze publicatie kan worden besteld door overmaking van 10,25 pos- trek. no. 41. 22. 35 t.n.v. LEI Den Haag. Vermeld dient te worden: "Zend mededeling no. 249). "Het Kleine Loo" heeft een nieuwe diaserie uitgebracht over de teelt van bloemen, planten, bloembollen en heesters in ons land. Deze serie, bestemd voor het basis- en voortgezet onder wijs, is de vijfde aflevering van een zevendelige reeks diaseries over alle aspekten van de Neder landse land- en tuinbouw voor het onderwijs. De vijftig dia's in de sierteeltserie geven een kleur rijk beeld van onder meer het waarom van sierteelt, de produk- ten en de belangrijkste teeltge- bieden, de snijbloemen-, pot planten- en bloembollenteelt, de teelt van bomen en heesters, de techniek in kassen, de weg via de veiling naar de konsument en de gebruiksmogelijkheden van sier teeltprodukten. De bijbehorende docentenhandleiding telt 40 pa gina's met achtergrondinforma tie, didaktische aanwijzingen, lessuggesties en instruktieve te keningen (werkbladen). Als extra (en gratis) bijlagen zitten er acht kleurenwandplaten bij. Deze se rie met handleiding is te koop door overmaking van 33,75 op gironr. 53.66.16 van de Stichting Public Relations Land- en Tuin bouw te Den Haag met vermel ding van: Diaserie sierteelt. Het lenen hiervan is mogelijk via alle bibliotheken in ons land. 15

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1982 | | pagina 15