Met goed kuilvoer weinig sporen van boterzuurbacteriën in melk Studiemiddagen melkkontrole zeer geslaagd Minder slachtrunderen in de Gemeenschap in 1982 Kuilvoer de besmettingsbron Geweldige deelname Oorzaken van veel sporen in kuilvoer Gedaalde melk- en vleesproduktie in de Sovjet-Unie Wat kunnen we deze zomer reeds doen? Slechte prijzen voor slachtpluimvee Minder runderslachtingen in Engeland Australische gerst naar Saoedi-Arabië Doet u mee en wat doet u ermee? De zuivelindustrie constateert de laatste jaren een toenemend aantal sporen van boterzuurbacteriën in de melk. Bij het pasteuriseren van de melk worden deze sporen niet ge dood. De verwerking van melk met sporen tot kaas kan leiden tot het bekende gebrek "laat los" of "knij per". De kwaliteit en de smakelijk heid van de kaas gaat hierdoor sterk achteruit. De besmetting van de melk met sporen is thans zodanig dat de meeste zuivelfabrieken een kor ting toepassen op de uit te betalen melkprijs, indien in de melk te veel sporen van boterzuurbacteriën voor komen. De sporen in de melk zijn via de mest afkomstig uit kuilvoer en met name uit graskuil. Helaas bevat veel gras- kuil momenteel nog te veel sporen van boterzuurbacteriën. Uit onder zoek is echter gebleken dat bij goed kuilvoer, er geen problemen behoe ven te zijn. Een goede winning en bewaring van het kuilvoer is daarom van groot belang voor de veehouder en de zuivelindustrie. Het is bekend dat in kuilvoer grote Deze oproep tot deelname overtrof onze stoutste verwachtingen. Van de plm. 1.800 bedrijven uit ons konsu- lentschap die lid zijn van de melk- kontrole gaven er zich bijna 1.200 op om mee te doen! Wij hadden gerekend op 400 a 500! De geweldige deelname stelde ons onverwacht voor grote problemen o.a. in verband met voorlichtingsmateriaal vergaderruimten aantal bijeenkomsten doorgang van het normale werk. Dankzij veel inzet en improvisatie zijn alle bijeenkomsten volgens plan afgewerkt. Van de ongeveer 1.200 opgegeven deelnemers en deel neemsters hebben ruim 1.100 de besprekingen bijgewoond. Deze deelnemers zijn in 45 groepen 2x bij elkaar geweest om over de gegevens va'n de melkkontrole te praten. Uit de gehouden enquête onder de deelnemers blijkt dat deze methode van voorlichting goed is overgeko men. Ook de medewerkers van de melkkontrole en van de voorlich tingsdienst is deze werkwijze goed bevallen. De vele vragen van de deelnemers om een vervolg op deze bijeenkomsten b.v, over veevoeding, zullen wij zo mogelijk in ons voorlichtingspro gramma 1982/83 inpassen. ing. C. Peters-Rit C.R.A. - Tilburg aantallen sporen van boterzuurbac teriën kunnen voorkomen. Dit is vooral het geval bij matig of slecht geslaagde kuilen (hoge NH3-fractie). Echter ook in voordroogkuilen die op het oog geslaagd zijn, komen soms veel sporen voor. Onderzoek van dit kuilvoer blijft dus gewenst. Bij een ammoniakfraktie van 9 of meer is de kuil in dit opzicht ver dacht. Op het in te kuilen gras zijn altijd wel een aantal sporen van boterzuurbac teriën aanwezig (o.a. door verontrei niging met grond en mest). Bij een minder goede conservering en/of bewaring kunnen deze sporen ont kiemen en kunnen de bacteriën zich sterk vermeerderen. Deze boter zuurbacteriën kunnen na enige tijd weer overgaan in sporen (rusttoe stand). De sporen uit het kuilvoer passeren ongehinderd het maag darmkanaal van de koe, komen in de mest terecht en kunnen dan tijdens het melken de melk besmetten. De kans op een ernstige besmetting wordt groter naarmate meer kuilvoer wordt gevoerd en met name naar mate de kuil meer sporen bevat. Door een goede hygiëne bij het mei Regelmatig overleg met melkkontroleur. ken kan de besmetting van de melk weliswaar sterk worden verminderd, maar bij het voeren van kuilgras met veel sporen kan een te hoge besmet ting van de melk lang niet altijd worden voorkomen. Het onderzoek van de laatste jaren heeft duidelijk gemaakt wat de be langrijkste oorzaken zijn van veel sporen in kuilvoer. Deze zijn: - Laag droge-stofgehalte. Kuilgras met minder dan 50% ds bevat meestal veel sporen. - Ongelijkmatigheid van de kuil. Natte plukken gras of natte lagen in een kuil (door bijvoorbeeld bijkuilen) zijn in dit opzicht erg ongunstig. Kuilen van gehakseld gras (goede menging) zijn mees tal beter dan kuilen die met een opraapwagen zijn gemaakt. - Lucht. Bij luchttoetreding ont staat broei, schimmel en verrot ting. Vooral in condenslagen en op plaatsen met afval treedt meestal een explosieve vermeer dering van sporen op. Volgens het Statistiekbureau van de Gemeenschap zal de bruto-produktie van slachtrunderen in 1982 ongeveer 2,4% achterblijven bij voorgaand jaar. Onder de bruto-produktie is te ver staan het aantal slachtingen, uitvoer en invoer van levende dieren. Geraamd wordt een produktie van 27,9 miljoen ton dat is 2,6% minder dan vorig jaar, waarbij de produktie van rundvlees 3% en die van kalfs vlees 1,6% lager geraamd is dan vorig jaar. Geraamd wordt een aanbod van in totaal 28,4 miljoen dieren. Het bete kent een voor het tweede achtereen volgende jaar een teruggang van de rundveestapel. In 1980 bedroeg de teruggang ten opzichte van 1979 0,7%, in 1981 was de daling 1,3%. Per ultimo 1981 werden in de Ge meenschap rond 76,5 miljoen stuks runderen geteld (77,3). In het eerste kwartaal is, volgens Sovjet-informaties de produktie van vlees en melk respektievelijk 1% en 4% bij vorig jaar achtergebleven. In de eerste twee maanden bedroeg de achterstand ten opzichte van vorig jaar nog 5% zowel voor vlees als voor melk. In het eerste kwartaal bedroeg de vleesproduktie 3,94 miljoen ton en de melkproduktie 11,96 miljoen ton. Dat betekent dat beide aanmer kelijk zijn achtergebleven bij het streefcijfer zoals dat in het lopende Vijfjarenplan is opgenomen. Dit Plan voorzag in een toename van 15% voor de vleesproduktie en van 6% voor de melkproduktie ten op zichte van de produktie in 1976/1980, in de jaren 1980/1985. In 1981 was overigens de melkpro duktie kleiner dan gemiddeld in 1976/1980, terwijl de vleesproduktie iets hoger was. De weinig gunstige produktiecijfers staan in onmiddel lijk verband met de katastrofale ont wikkeling van de graanoogsten in de Sovjet-Unie. De vergrote vleesproduktie betekent een groter aantal slachtingen uit nood, gezien de krappe voederposi tie. Om problemen met sporen in de volgende stalperiode tot een mini mum te beperken dient men de ko mende tijd bij het inkuilen van gras vooral aan de volgende punten te denken: - Zo mogelijk alleen maaien bij goede weersvooruitzichten en niet te veel tegelijk maaien. - Het gras direct na het maaien goed schudden en dit bij droog weer elke dag herhalen. Zorg voor een gelijkmatig droog pro duct. - Het gras bij voorkeur niet bene den 50% ds inkuilen. - Als het gras niet voldoende droog of ongelijkmatig droog is, dan streven naar een goede menging. Dit kan het beste door het gras te hakselen. Ook met een opraap- doseerwagen is de menging iets te verbeteren. - Van vochtig gras (beneden ca. 35% ds) is moeilijk een goed ge slaagde kuil te maken. Het ge bruik van een toevoegmiddel (melasse, zout) is dan nodig. Men moet zorgen voor voldoende toe voegmiddel en een gelijkmatige verdeling. Toch blijven dergelijke kuilen vaak verdacht. - Een goede verdeling is te verkrij gen door bijvoorbeeld het zout met een kunstmeststrooier over het geschudde gras te strooien. Melasse kan men het beste op de wiers aanbrengen en het gras dan met opraapdoseerwagen of hak- selaar opnemen. - Bij het inkuilen is een korte veld- periode altijd belangrijk. Ook bij ongunstig weer dient het gras niet In alle lidstaten behoudens in Ne derland 0,7%) en Italië 0,2%) daalde de omvang van de rundvees tapel. Ongeveer 80% van de rundveestapel bevindt zich in Frankrijk, Duitsland, Engeland en Italië. In Frankrijk en Duitsland samen is dat 49%. Minder melkkoeien Voor het derde achtereenvolgende jaar daalde het aantal melkkoeien in de Gemeenschap en wel met 0,8% in 1981/80 en 3,3% in 1980/79 en 0,2% in 1979/78. Op de vrije markt hebben de prijzen voor uitgeselekteerde kippen en voor slachtkuikens een ongekende daling te zien gegeven. Ondanks de sterk verlaagde prijzen was er weinig be langstelling bij de slachterijen. Deze verkeren in een verliesgevende situa tie als gevolg van een stagnerende export. Daar komt bij de zeer scherpe konkurrentie op de internationale markten waardoor het de Nederland se slachterijen uitermate moeilijk valt tegen kostendekkende prijzen te exporteren. Wat kippen betreft is de aanvoer zo groot, dat de slachterijen nauwelijks in staat zijn deze tijdig te slachten. De kontraktprijzen voor slachtkui kens bleef onveranderd hoewel deze. gezien de (te) lage prijzen voor het geslacht produkt zeker naar beneden zou moeten. De enige sektor die het nog redelijk goed doet is die van de broedeieren. waarvan de vrije prijzen boven de z.g. integratieprijs blijven. terwijl de vrije prijzen van eendagskuikens rond de inte gratieprijs liggen. In de week tot 23 april werden op de vrije markt de volgende prijzen be taald per kg levend gewicht, inkl. btw: lichte kippen 0.50-0.55: half- tot middelzware kippen 0,60-0.75; moederdieren 155-1,65; wagon- kippen 0,80-0,90; gele kuikens 1.88-1.93; witte kuikens 1.89-1.94; tamme konijnen 3.00-3.50. langer dan 4 a 5 dagen op het veld te liggen. De beslissing om bij een lager ds-gehalte in te kuilen dient men daarom tijdig te nemen. - Een afwijkende partij gras moet men apart inkuilen. Men heeft dan de mogelijkheid om zo'n partij aan jongvee of droogstaan de koeien op te voeren. - De kuil op een droge plaats aan leggen, zodat er geen water in de kuil kan komen. - Het gras snel inkuilen (één dag) en direct luchtdicht afdekken. De kuil mag niet opwarmen. Dit geldt ook voor het bijvullen van kuilen of silo's. - Zorg voor een goede afdekking, zoals één laag plastic en volledig bedekt met grond of 2-plastic-fo- lies over elkaar. - Tijdens de bewaring de afdek king regelmatig controleren (plastic strak trekken, beschadi gingen repareren). Een goede winning en bewaring van kuilvoer is van grote betekenis voor de melkveehouderij. De verliezen aan ruwvoer zijn dan beperkt en men bespaart op krachtvoer. Met goed kuilvoer behoeft men geen proble men te hebben met sporen in de melk. Extra aandacht voor het win nen van goed kuilvoer is daarom be slist de moeite waard. U dient er u zelf, maar ook de zuivelindustrie en daarmee de gehele melkveehouderij mee. Lelystad, 29 maart 1982 Ing. H.van Dijk Ir. S.Schukking In januari werden volgens medede lingen van het Britse ministerie van Landbouw 16 tot 20% minder runde ren geslacht dan in 1981 het geval was. Voor de eerste helft van 1982 ver wacht men dat het aantal runder slachtingen niet meer dan 1,32 mil joen zal bedragen wat vergeleken met vorig jaar 6% minder is. Voor het gehele jaar 1982 zou de da ling zich beperken tot 2% ten op zichte van 1981 en 9% ten opzichte van 1980. De verwachting is uitgesproken dat dit niveau zich ongeveer zal hand haven tot 1983. De daling wordt mede toegeschreven aan de verminderde export van mest- en weidevee uit Ierland vorig jaar. Zo werden uit Ierland slechts 50.000 stuks rundvee ingevoerd in 1981 vergeleken met 93.174 in 1980. Gelet op de tellingsuitkomsten van december in Ierland, is het niet te verwachten dat de levende export van dat land naar Groot-Brittannië groter zal uitvallen dan in 1981. Voor 1982 wordt de produktie van rund en kalfsvlees geraamd op 990.000 ton of 2% minder dan in 1981, ook voor 1983 zal de produktie beneden de 1 miljoen ton blijven, aldus wordt uit Britse vakkringen vernomen. De krappe positie zal naar verwach ting de prijzen goed op peil houden, althans tot de zomer. De Australische export van gerst gaat zich meer richten op het Midden- Oosten dan op Japan. Ging vorig seizoen nog 650.000 ton Australische gerst naar Japan, dit seizoen zal dat niet meer zijn dan 100.000 tot moge lijk 200.000 ton. De totale gerstexport van Australië die geraamd wordt op 1,7 tot 1,9 miljoen ton is reeds gekontrakteerd. Saoedi-Arabië zal dit seizoen naar raming 500.000 tot 1 miljoen ton gerst uit Australië invoeren. In het najadr van 1981 is het voorlichtingsprogramma van het Konsu- lentschap voor Rundveehouderij en Akkerbouw te Tilburg, over de gegevens van de melkkontrole gestart. Doel van deze voorlichtingsbijeenkomsten was het beter bekend maken van de gegevens die via de melkkontrole ter1 beschikking komen. Daarnaast hoe deze gegevens het beste in de praktijk gebruikt kunnen worden b.v. voor selektie, stierenkeuze, voeding enz. Na overleg en inspraak met K.I. en kontroleverenigingen is .aan alle leden van de kontroleverenigingen gevraagd om twee studiemiddagen over dit onderwerp bij te wonen, tijd half twee - half vier. 19

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1982 | | pagina 19