De
boer het
verzekeringen
Smartegeld meestal te kleine
pleister op grote wond
f. den hollanderlaan 10
tel: 01100-24000
Natuurgebieden
Betalen
Nu de akkers vrijwel leeg zijn - er
zitten alleen nog wat suikerbieten
in de grond - is het weer de beurt
aan de jagers om te voldoen aan
hun wettelijke verplichtingen.
Zoals ik al eens eerder op deze
plaats heb betoogd is het voor
boeren en fruittelers een toene
mende zorg om de schade ver
oorzaakt door wild binnen de
perken te houden. Vanuit de
landbouw wordt daarom voort
durend aangedrongen op een
evenwichtig faunabeheer. Blij
kens een recente uitspraak op een
landelijke vergadering van de
zgn. wildschadekommissies - dat
zijn bij de wet geregelde kom
missies belast met het taxeren en
adviseren inzake wildschade - is
dat ook het standpunt van de mi-
nister van landbouw: "Ik acht het
mijn verantwoordelijkheid al het
mogelijke te doen om een even
wichtig faunabeheer te bevorde
ren". De minister onderstreepte
bij deze gelegenheid voorts het
belang van de jachtwet als on
derdeel van de wetgeving inzake
het natuurbeheer. De jachtwet is
niet slechts een instrument van
technishe aard maar heeft wel
degelijk betrekking op het totale
faunabeheer. Doelstelling daarbij
is zodanige maatregelen te treffen
dat een redelijke, gezonde en ge
varieerde stand van de wilde fau
na wordt gehandhaafd. Een en
ander heeft tot gevolg dat er in
ons dichtbevolkte landje - in ver
gelijking met andere europese
landen - nog een groot aantal
wildsoorten per gebiedseenheid
voorkomt. Ook de boeren mer
ken dit duidelijk in een toene
mende schade aan hun gewassen
en opstanden veroorzaakt door
wild.
De toenemende wildschade is
onder meer een gevolg van het
feit dat er steeds meer terreinen
worden bestemd voor natuurre
servaat of natuurgebied. In deze
gebieden geldt nogal eens een
(totaal) jachtverbod. Dit heeft tot
gevolg dat het wild vanuit deze
gebieden gaat opereren op en in
de omliggende akkers en boom
gaarden. Dit gebeurt vooral 's
nachts en dan mag er volgens de
wet niet worden gejaagd. Over
dag houdt het wild zich wijselijk
schuil in de natuurgebieden en is
dan dus onbereikbaar voor de ja
gers. In de praktijk gebeurt het
volgende: de boer meldt de scha
de aan zijn gewas bij de sekretaris
van zijn wildschadekommissie.
Dit is een ambtenaar van de
dienst faunabeheer van het mi
nisterie van landbouw. De wild
schadekommissie stelt een taxa
tierapport op en adviseert tevens
over de wijze waarop de boer de
schade kan verhalen d.w.z. of op
de jager, of op de grondgebruiker
(de boer zelf), of op de grondei
genaar of op het jachtfonds (de
gemeenschap) of op een kombi-
natie daarvan. In de mij bekende
gevallen adviseerde de wildscha
dekommissie steeds dat de eige
naar van het natuurgebied ver
antwoordelijk moest worden ge
steld voor de schade aan de ge
wassen. In alle gevallen verwees
het jachtfonds naar de jagers als
eerst verantwoordelijken maar
die verwezen op hun beurt door
naar de eigenaar van het natuur
gebied omdat daar niet gejaagd
mocht worden. De eigenaar van
het natuurgebied, in al deze ge
vallen de Staat, weigerde echter
ook te betalen omdat het schade
geval zich immers buiten het na
tuurgebied had voorgedaan en
dat derhalve de verantwoorde
lijkheid bij de jager lag. Het eind
van het liedje was dat er niemand
betaalde en dat de boer met de
schade bleef zitten: die is dus echt
het haasje. Nogal logisch dat er
dientengevolge spanningen ont
staan tussen landbouw en na
tuurbescherming. In de praktijk
doen deze gevallen zich echter
meer dan eens voor en ondanks
dat de betrokken wildschade
kommissie in zijn advies te ken
nen geeft dat de eigenaar van het
betreffende natuurgebied de
schade dient te vergoeden wordt
dat tot op heden geweigerd. Voor
de benadeelde boer staat dan nog
slechts de weg naar de kanton
rechter open: een dure en tijdro
vende weg waarbij de frustraties
zich ophopen. Inmiddels heeft de
minister van landbouw onlangs
laten weten dat er hier op z'n
minst sprake is van een situatie
die om een oplossing vraagt. De
minister heeft daarbij gesugge
reerd dat het advies van de wild
schadekommissie in dezen van
groot belang moet worden geacht
bij het vinden van een oplossing.
Bij het aandragen van oplossin
gen zal echter rekening moeten
worden gehouden met het feit dat
al het buitengebeuren ten nauw
ste met elkaar samenhangt. Ge
ven en nemen?
In de mij bekende praktijkgeval
len heeft de wildschadekommis
sie geadviseerd dat de eigenaar
van de betreffende natuurgebie
den (mede-)verantwoordelijk ge
steld dient te worden voor de
aangerichtte wildschade. In een
aantal van deze gevallen is deze
eigenaar de Staat zelf. De minis
ter kan dus gemakkelijk aantonen
dat het hem ernst is om deze sle
pende gevallen op te lossen door
zijn portemonnee te trekken en
gewoon te betalen.
Mr. Jan Oggel.
uitsprak, dat vergoeding voor on
stoffelijke schade als redelijk valt te
beschouwen. Dit nadat zowel de
Rechtbank als het Gerechtshof had
den gesteld dat pijn en levensvreug
de niet op geld waardeerbaar zijn en
daarom geen schadevergoeding kon
worden toegekend.
Hoe vast te stellen?
Nu de principiële vraag dus was
beantwoord, bleef het probleem één
en ander op geld te waarderen. Is een
gebroken been nu 100,— of
10.000,— waard? De formule om
dit juist te berekenen is nog niet ge
vonden en zal ook wel nooit ontdekt
worden. U moet bedenken, dat per
soonlijke omstandigheden een grote
rol spelen. Het klassieke voorbeeld
hiervan is het verschil tussen de
geamputeerde vinger van de pianist
en de dominee. Ook spelen leeftijd,
geslacht en leefomstandigheden een
belangrijke rol. Gelukkig is er wel
een soort leidraad. De advokaat mr.
v.d. Veen verzamelt al jaren uitspra
ken van allerlei rechters m.b.t. het
toekennen van smartegeld. Eens in
de 3 jaar worden deze gebundeld in
'n speciale uitgave van "Verkeers
recht". Onlangs is hiervan de 8e druk
verschenen. In zijn toelichting merkt
hij o.a. op dat voor het eerst vonnis
sen zijn opgenomen waarin voor
meer dan 100.000,smartegeld werd
toegewezen. Inderdaad troffen we
enkele uitspraken aan waarbij deze
grens werd overschreden. In al deze
gevallen was er sprake van volledige
blijvende invaliditeit en bleef er
weinig levensvreugde voor het
slachtoffer over. Hoezeer dit hulp
middel ook door ons wordt gewaar
deerd, blijft het bezwaar dat het kan
voorkomen, dat de ene rechter soms
voor hetzelfde soort letsel tot heel
andere bedragen komt dan de ande
re, zonder dat hiervoor aanwijsbare
oorzaken zijn. Om dit te voorkomen
wordt nu in de verzekeringswereld,
in overleg met belanghebbende
groeperingen, gepraat om te komen
tot een soort vaste regeling. Dus bijv.
een x-bedrag per dag ziekenhuisop
name en arbeidsongeschikt zijn. Op
het eerste gezicht een redelijke rege
ling.
Generaliserend
Het bezwaar is echter dat dit veel te
generaliserend werkt. De persoon
lijke omstandigheden zijn immers zo
belangrijk. We zijn er dan ook nog
lang niet uit. Wel is duidelijk dat we
niet de kant op moeten van Amerika
waar de waanzin op dit gebied werke
lijk hoogtij viert. Daar praat men
over miljoenen dollars. Bij dit alles
moeten we niet vergeten, dat de uit
keringen toch uit de premie zullen
moeten komen. Voor het slachtoffer
geldt meestal dat smartegeld altijd
een te kleine pleister is op een grote
wond.
H. Meeuwsen
De jager als eerstverantwoordelijke.
Zoals u weet is het doel van schaderegeling, iemand zoveel mogelijk in
dezelfde positie te brengen als voor het ongeval. Dikwijls is dat niet zo
moeilijk. Als u of iemand anders een deuk in uw auto rijdt, wordt de
auto gerepareerd, de verzekering betaalt de reparatie en u rijdt weer in
dezelfde mooie of minder mooie auto als voor het ongeval. Kortom, u
bent volledig schadeloos gesteld. Helaas komt het ook nogal eens voor,
dat de schade niet beperkt blijft tot het voertuig of ander materiaal,
maar dat ook mensen letsel oplopen, variërend van zeer licht tot bij
zonder zwaar. Ook dit is schade en de betrokken W.A.-verzekeraar is
gehouden deze te vergoeden.
H. Meeuwsen
Letselschade
Op welke manier wordt deze z.g. let
selschade nu geregeld? Ook hier le
veren sommige onderdelen geen
problemen op. Als het slachtoffer in
loondienst is, zal vrijwel altijd de be
drijfsvereniging het loon doorbeta
len en het ziekenfonds of de ziekte
kostenverzekeraar zal de eventuele
kosten van het ziekenhuis en de
dokter voor zijn rekening nemen.
Weliswaar wenden beide instanties
zich weer tot de W.A.-verzekeraar
van de schuldige partij, maar daar
merkt het Slachtoffer niets van. Bij
een zelfstandige ligt het iets inge
wikkelder, maar ook daar is wel uit te
komen. Maar danIn veel gevallen
is het slachtoffer nog meer gedu
peerd. Hij heeft veel pijn geleden of
doet dat nog, heeft misschien lang in
het ziekenhuis gelegen, is soms zelfs
voor de rest van zijn leven geheel of
gedeeltelijk invalide. Moet de schul
dige, dus meestal zijn verzekeraar,
nu ook betalen voor de "geleden pij
nen en de gederfde levensvreugde"?
Hoewel Hugo de Groot reeds
schreef: "De smart en de ontsiering
In veel gevallen kan smartegeld het leed bij lange na niet vergoeden
van 't lichaam, hoewel eigentlick niet
en zijn vergoedelick, worde op geld
geschat zoo wanneer sulcks verzocht
wordt", is er in ons Burgelijk Wet
boek niets van te vinden. Het heeft
tot 1943 geduurd eer de Hoge Raad
5