Nederland onderhandelde handig in Brussel Chandor nu in prijs verlaagd Jan Werts analyseert konflikt gasprijs tuinbouw 1974-1983 Jan Werts De Nederlandse regering en het Landbouwschap hebben in het konflikt over de gasprijzen kien met de Europese Gemeenschap onderhandeld. Op het eerste gezicht hebben ruim tienduizend Nederlandse tuinders en bloemenkwekers onder druk van hun buitenlandse konkurrenten gi gantisch zware tariefsverhogingen moeten accepteren. Maar dank zij de wijze waarop de Nederlandse overheid, in nauwe samenwerking met het agrarische bedrijfsleven, de lastenverzwaring temperde en bege leidde versterkte men de Nederlandse konkurrentiepositie in EG-ver- band. Er stonden enorme belangen op het spel. Nederland is de grootste exporteur van tuinbouwgewassen en bloemen van de wereld. Die positie is gedurende de energiekrisis van de zeventiger jaren en daarna dus niet verzwakt, zoals soms wordt gedacht, maar integendeel versterkt. Tot die konklusies komt onze EG- korrespondent te Brussel Jan Werts in zijn (Engelstalige) studie onder de titel "The Dutch-EEG gas conflict in horticulture: 1974-1983. In dit on derzoekrapport wordt voor het eerst een poging gewaagd tot beschrijving en analyse van het bijna tien jaar aanslepende konflikt zoals dat speel de tussen Nederland en aan de andere kant de EG-partnerlandenx en de Eu ropese Commissie te Brussel en waarbij de tarieven voor het aardgas voor de verwarming van de kassen van de tuinders in het geding waren. Dit in het kader van de studie Internatio naal en Europees Recht aan de "Vrije Universiteit" van Brussel, die Werts inmiddels cum laude (met lof) heeft afgesloten. Verrassing In het voorwoord schetst de auteur, die het konflikt ook als EG-journa- list heeft gevolgd, dat hij nooit goed had begrepen waarom Nederland in 1982 onverwacht bezweek voor de druk van de omringende landen en de Europese Commissie. Lange jaren achtereen immers hadden de elkaar opvolgende ministers van landbouw en visserij Van der Stee, Braks en De Koning steeds volgehouden dat ze absoluut niet bang waren voor een eventuele uitspraak van het Europe se Hof van Justitie in Luxemburg. Op 15 december 1981 kondigde de Europese Commissie (dagelijks be stuur EG) een officiële beschikking af krachtens artikel 93.2 van het Ver drag van Rome waarbij de Neder landse regering werd opgedragen om het preferentiele (goedkope) tarief voor aardgas bestefnd voor de ver warming van tuinderskassen per 1 oktober 1982 af te schaffen. Gevolg was dat het gastarief voor de tuinders versneld per 1 april 1983 op olie prijs-niveau kwam, te weten 39,5 cent per m3. Dat is acht keer zo duur dan vlak voor de oliekrisis van 1973 toen de Nederlandse tuinder 5 cent betaalde. De Nederlandse regering had echter het recht gehad om de beschikking uit Brussel te negeren en het aan te laten komen op een uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschap te Luxemburg. Maar tot verrassing van binnen- en bui tenland ging eerst de Nederlandse regering bij monde van de minister van landbouw en visserij Jan de Ko ning en vervolgens het tuinbouwbe drijfsleven door de knieën. Dit op basis van een door Denemarken aangedragen compromisvoorstel. Daarbij accepteerden de Nederlan ders dat hun preferentiële tarief pefl april 1983 zou verdwijnen. De studie is gebaseerd op gepubli ceerde en ook op interne documen tatie en verder op gesprekken met enkele hoofdrolspelers uit het kon flikt. Werts z'n taak werd nogal be moeilijkt door de voor hem erg ver rassende ervaring dat noch Mi nisterie van Landbouw, noch Land bouwschap wilden meewerken. De beide Haagsche instellingen lieten weten het destijds nog nasmeulende konflikt met hun Europese partners te heet te vinden voor een weten- 21 oktober 1983 schappelijke analyse die mogelijk gepubliceerd zou worden. Nederlands voordeel Nederland beschikt over het meest uitgestrekte glasareaal ter wereld. Het beslaat bijna 90 miljoen vierkan te meter, waarop in 1980 bijna vier miljard kubieke meter gas uit de va derlandse bodem werd verstookt. Per werker in de tuinbouw is dat 5000 m3, waar de Nederlandse industrie (ex- klusief elektriciteit) op 750 m3 komt. De aanvoer van het gas voor de ver warming van de kassen wordt verze kerd door de Gasunie. Sinds 1 oktober 1972 gold voor de tuinbouw onder glas in Nederland een specifieke regeling (preferentieel tarief). Dit resulteerde in lagere ta rieven in vergelijking met de kosten voor het verwarmen van kassen die de met Nederland op de open EG- markt konkurrerende buitenlandse tuinders moesten maken. Ministei Braks taxeerde het voordeel voor de Nederlandse tuinders in 1980 op 20( miljoen gulden per jaar. Zijn West duitse kollega Rohr kwam echter la ter op 420 miljoen, ofwel 35.000 per tuinder per jaar. Dergelijke voorde len in aanmerking nemend kun je niet meer spreken van normale kon kurrentie-verhoudingen, zo was de algemene opinie meermalen in de Raad van Ministers te Brussel. Daarmee is de drie genoemde Ne derlandse bewindslieden van land bouw gedurende verscheidene jaren dan ook door hun kollega's vaak de oren gewassen. Verzoekschrift In haar (nóóit gepubliceerde) Ver zoekschrift aan het Hof van Justitie der Europese Gemeenschappen van 15 februari 1982 heeft de Neder landse regering uitvoerig weerlegd dat hier sprake zou zijn van verval sing van de konkurrentie. Dit ge schrift was gebaseerd op artikel 173 EG-verdrag. Dat geeft de Neder landse regering het recht aan het Hof te vragen om de beschikking van de Europese Commissie, waarbij het speciale tarief moest worden afge schaft, te vernietigen. In dit door het Nederlandse ministerie van buiten landse zaken, in nauw overleg met "landbouw", opgestelde verzoek schrift herinnert men eraan dat aardgas in het begin van de zeventi ger jaren voor de Nederlandse tuin ders als energiebron te duur was. De koncentratie van de glastuinbouw nabij de zeer dichtbevolkte "Rand stad Holland" en de uitstoot van rookgassen van stookolie veroor zaakte destijds een toenemende luchtverontreiniging. De zorg voor het milieu zowel bij de tuinders als bij de overheid bracht de regering in Den Haag ertoe de omschakeling op aardgas financieel te gaan onder steunen. Zodat het verbruik van aardgas in de Nederlandse tuinbouw vanaf 1970 snel steeg, naar 93% van de totale voor verwarming gebruikte energie in 1980. In haar Verzoekschrift zet de Neder landse regering uiteen dat zij te uit en te na gestreefd heeft naar een aan passing van de Nederlandse aard- gasprijzen aan die van stookolie. La ter werd in Den Haag als referentie het vergelijkbare tarief voor indus trie-gas genomen. De regering houdt staande dat dan ook niet gesproken kan worden van een permanent voordelig tarief voor de Nederlandse tuinbouw. Wel erkent zij dat ze bij haar streven naar pariteit van de Nederlandse gasprijs met die van olie steeds een zekere temporisering in acht heeft genomen. Dit teneinde de betrokken sektor in de gelegen heid te stellen 'zich op de hogere energielasten in te stellen. Onzorgvuldig De Europese Commissie zegt in haar beschikking van haar kant dat Ne derland 65% van de EG-produktie van augurken en komkommers in kassen levert. Verder 36% van de sla en 31% van de tomaten. Nederland exporteert 81% van de tomaten die het produceert, 76% van de kom kommers en augurken en 80% van de snijbloemen. Deze cijfers worden door de Europese Commissie voor zien van de beschuldiging. Britse studies Juist aan de relatieve Nederlandse voorsprong in de konkurrentiewed- loop met andere landen besteedt de auteur veel aandacht. Zo worden Britse studies geciteerd waaruit blijkt dat tegenover het lagere Nederland se energietarief een hogere onkos tenpost "lonen" staat. In 1980 belie pen volgens een Brits wetenschap pelijk onderzoek de energie-kosten voor het onder glas kweken van to maten in Nederland 21% van het to taal en in Engeland waar men de kassen met zware olie verwarmd, 25,1%. Maar de loonkosten waren aan de overzijde van de Noordzee 16,8% en in Nederland 27,5%. Verder stelden deze Engelse onder zoekers dat de Nederlandse glas tuinbouw in EG-kader ijzersterk staat. Dit met name als gevolg van een sterke regionale koncentratie van de produktie, hoog ontwikkelde marketing/afzet en hoge arbeids- produktiviteit. Instellingen als het Produktschap voor Groenten en Fruit en het Centraal Bureau voor de De glastuinbouw is een grote afnemer van aardgas. Nieuwe technieken hebben echter geleid tot aanzienlijke besparing op het verbruik, zij het ten koste van hoge investeringen. "dat de uitvoer van bloemen steeds sterker op de Duitse markt is gaan drukken; dat de uitvoer van deze pro- dukten naar het Verenigd Koninkrijk, Denemarken, België en Frankrijk se dert 1974 aanzienlijk is gestegen; dat in deze landen de tuinbouwbedrijven die produkten telen in stookkassen met verdwijning worden bedreigd". In haar verweer zegt de Nederlandse regering deze konstatering van de feiten illustratief te vinden voor de onzorgvuldigheid waarmee de be schikking van de Brusselse autoritei ten is gemotiveerd. De gegeven cij fers worden door Nederland aange vochten. Dit geldt ook voor de ver onderstelling dat de groei van onze export voortvloeit uit het specifieke aardgastarief. De konkurrentieposi tie van een land wordt door veel meer faktoren bepaald dan de kos tenpost energie bij de produktie. "Algemeen kan worden gesteld dat de Nederlandse tuinbouw een voor sprong bezit op de tuinbouwsektor uit andere lidstaten doordat zij sterk marktgericht opereert en in de afzet- fase doelmatig is ingericht", aldus het Nederlandse verweer. Advertentie I.M. werkt onder praktisch alle weersomstandigheden. Tuinbouwveilingen bestaan in het buitenland niet. Volgens de Britten ligt het dan ook niet aan de gasprijs dat ze niet goed kunnen konkurreren met de Hollanders maar eerder aan de fundamentele zwakheid van hun eigen afzet- en marketingsysteem. Nederland bestrijdt in het Verzoek schrift ook dat het preferentiële gas tarief een in Europees verband ver boden steunmaatregel is. Er is name lijk geen sprake van dat het hier gaat om een door de Nederlandse staat uit haar middelen bekostigde hulp aan de tuinbouwsektor. Ook wordt bestre den dat de tarieven voor het gas een kwestie zijn waarover de Minister van Economische Zaken het laatste woord zou hebben. Nederland zet uiteen dat die minister slechts een vetorecht heeft, echter niet de be voegdheid om bepaalde tarieven voor te schrijven. Werts zet op basis van mededelingen van Gasunie en de wet aardgasprij- zen vraagtekens bij de laatste stel ling. Officieel motief "Waarom gaat Nederland door de knieën in een ook economisch gezien zo belangrijk konflikt dat het juri disch voor het Hof had kunnen win nen?". De geheimzinnigheid rond het hele konflikt, met name van Ne derlandse kant, maakt het moeilijk de resultaten van het onderzoek te evalueren en bovenstaande vraag te beantwoorden, zo waarschuwt de auteur, alvorens zijn konklusies te trekken. Het officiële motief van de toenma lige minister van landbouw Jan de Koning om grotendeels op de eisen van "Brussel" in te gaan was, dat Nederland zich het als mammoet exporteur van agrarische produkten gewoon niet kan permitteren om een konflikt met belangrijke afnemers langs juridische weg uit te vechten. Werts onderstreept deze officiële re den. Hij geeft er in een afzonderlijk hoofdstuk achtergronden van. Hij is het in deze wel met de opstelling van de regering eens. Maar er zijn ook nog wel andere argumenten geweest, die je nooit, of hoogstens binnenska mers hoorde. Andere motieven a. Van groot belang is geweest dat de financiële last die op de tuin ders werd gelegd als gevolg van de prijsverhogingen van het gas, later weer ten dele is gekompen- seerd. Dit via het door de Neder landse regering beschikbaar stel len van in totaal 300 miljoen gul den voor energiebesparing in de tuinbouw. b. Dank zij de protesten van de an dere EG-lidstaten is de tuinbouw in Nederland massaal en versneld over moeten gaan op energiebe sparing. In 1979 werd de glastuin bouw nog aangemerkt als een energieverslinder. Maar in 1983 kon minister Braks al verklaren dat het gasverbruik met 30% is gedaald. In de loop van de tach tiger jaren voorziet hij, als resul taat van een door regering en tuinbouw tesamen opgezet pro gramma om energie te besparen, nogmaals een daling van het gas verbruik met 50%. Op langere termijn versterkt Nederland zo de konkurrentie-positie in EEG- kader. De Nederlandse tuinders hebben dit "te danken" aan de protesten uit het buitenland tegen het preferentiële tarief. c. Dank zij handig overleg glipten de Nederlanders in Brussel rond de eis dat de gasprijs gekoppeld moet worden aan de tarieven in de industrie. In plaats daarvan kozen ze voor koppeling aan de olieprijs. Dat kwam de Neder landse tuinbouw op jaarbasis op dat moment 180 miljoen voor deliger uit. d. Van groot belang is ook geweest dat de Nederlandse regering haar energiepolitiek niet in Luxem burg voor het Hof uit de doeken wilde gaan doen. Geen enkele regering van een EG-land zou dat trouwens willen doen. Want er bestaat geen geïntegreerd ener giebeleid in de Gemeenschap en elk land heeft zo" z'n eigen bena dering. Als algemene konklusie tenslotte oordeelt Werts dat regeringen ken nelijk niet alleen maar positie kiezen op basis van hun juridische positie. Nederland beweerde jarenlang dat het eens aangeklaagd door de Euro pese Commissie rustig het uiteinde lijk oordeel van het Hof in Luxem burg zou afwachten. Maar toen het daarop aankwam bleek toch de com motie die de buitenlandse tuinders maakten en de daaruit voortvloeiende langzaamaan penibele positie van ons land als mammoet-exporteur belang rijker. Ze gaven de doorslag om een compromis te aanvaarden. Dat was bovendien, dank zij bekwaam onder handelen van de Nederlanders in Brussel, voor hun tuinders meer ac ceptabel dan men naar buiten toe mocht erkennen. De skriptie is te verkrijgen door storting van bfr. 600 op rekening 734-3190445-27 t.n.v. J. Werts, bij Raiffeisenkas Everberg, België.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1983 | | pagina 5