Geen tranen om minder uien Chandor Scholengemeenschap "Guido de Brés" uit Rotterdam met de Z.L.M. op stap Kursussen in graan- en bietenteelt nu in prijs verlaagd Vervolgonderwijs na de Middelbare Agrarische School: Katalogus voorlichtingspublikaties Dit jaar is de met uien beteelde oppervlakte 600 ha, ofwel 5% kleiner dan vorig jaar. De oogst zal naar schatting 37.000 kg per ha zijn, dat is 10.000 kg lager dan in 1982. Wat betekent dit voor de teler? Wij vroegen dat aan ing. L.E. Blikman, adjunktdirekteur van de Stichting Nederlandse Uien Federatie (SNUiF). De oppervlakte grond die in Neder land met uien wordt beteeld, schom melt tussen de 10.000 en 13.000 hek- tare. Dit jaar was het areaal uien 11.300 ha. Uit Europese gegevens blijkt dat in de Europese Gemeen schap in 1979 53.000 ha aan uien en sjalotten werd verbouwd, waarvan in Italië 20.000 ha, Nederland 14.000 ha en Frankrijk en Engeland samen 15.000 ha. Daarmede is aangegeven dat Nederland niet alleen het land is van kaas en tulpenbollen, maar ook van uien. Binnen Nederland verschilt het be lang van de uienteelt van streek tot streek. In Zeeland gaat het om een oppervlakte van 3.500 tot 4.000 ha. In de Noordoostpolder wordt een 3.000 ha uien verbouwd. Zuidelijk Oostelijk Flevoland, Zuid-Holland en Noord-Holland zijn elk goed voor 1.000 tot 1.500 ha uien, terwijl Noord-Brabant en Friesland het slechts tot 500 ha brengen. De uien- teelt in de overige provincies is nau welijks van enige betekenis. Wat betreft de gemiddelde opper vlakte zaaiuien per bedrijf geldt dat deze in de Noordoostpolder en in Oostelijk Flevoland tussen de 3 en 4 ha ligt. Noord-Brabant en Zeeland komen uit op 2 tot 3 ha en de beide Hollanden zitten in de kategorie 1 tot 2 ha per bedrijf. De üi in de EG In Italië het belangrijkste uienland wordt ongeveer 80% bestemd voor binnenlands gebruik. De overige 20% wordt voornamelijk geëxpor teerd naar Duitsland en Frankrijk. In Nederland is de teelt grotendeels gericht op de export. Ongeveer 80 a 85% van onze uien gaat de grens over. De konkurrentiepositie ten op zichte van andere landen is sterk vanwege de lage kostprijs, een goed lopend exportapparaat en een goede presentatie. De kwaliteit van de Nederlandse ui is wel voortdu rend in diskussie, zowel op nationaal als op Europees niveau. De Nederlandse ui vindt vooral zijn weg naar Duitsland, Frankrijk en Engeland, maar ook naar Afrikaanse landen en het Midden-Oosten. De uien worden voor 10 tot 15% ver kocht via de veilingen, waarvan de belangrijkste zijn: Kampen, Groote broek, Noord-Scharwoude, Zuid- Holland Zuid en St. Annaland. Buiten de veiling om kan de teler verkopen aan de handelaar, die op zijn beurt weer verkoopt aan een ex porteur, nadat hij gezorgd heeft voor "afstaarten", sorteren en verpakken. Een andere mogelijkheid is dat de teler rechtstreeks verkoopt aan een exporteur, die zelf zorgt voor de hiervoor genoemde werkzaamhe den. De teler kan ook verkopen op basis van een middenprijs (de zoge naamde poolafzet). In Èngeland worden behalve vanuit Nederland veel uien geïmporteerd uit Spanje, Polen, Chili en Egypte. In Frankrijk wordt 10% van de aien bestemd voor verwerking in de in dustrie. Het importeert 15 a 20 maal zoveel dan dat het exporteert. Duits land, met een relatief kleine uien- teelt, importeert jaarlijks een 350 mfljoen kg. Dat is bijna net zoveel als de totale produktie dit jaar van Ne derland. Van de totale import ver zorgt Nederland ongeveer de helft. Opbrengst Het Centraal Bureau voor de Statis tiek schat de totale Nederlandse uien- opbrengst dit jaar op 417.000 ton. Dat komt Blikman te hoog voor. Hij verwacht dat de totale opbrengst tussen de 350.000 ton en de 375.000 ton zal liggen. In ieder geval is het duidelijk dat de prijs door de lagere produktie gunstig is beïnvloed. "En dat die prijs sterk kan schommelen blijkt uit de september/oktober-no- teringen in de laatste jaren Deze was in 1976 61 cent; in 1977 1 V/2 cent; in 1978 17'/2 cent; in 1979 28»/2 cent; in 1980 36'/2 cent; in 1981 25 cent; in 1982 25'/2 cent en dit jaar schommelt deze tussen 32 tot 40 cent. Het scheelt 5000 per ha of 37.000 kg 40 cent opbrengst of 47.000 kg 20 cent. Blikman onderstreept dat bij een vrij produkt (dat is een produkt waar voor geen marktordening geldt) de prijs nooit van te voren te voorspel len valt. Verder wijst hij erop, dat veelal van gemiddelden wordt uitge gaan, maar dat er dit jaar ook perce len zijn die bijna geen oogst gaven. Blikman wijst ook op de zeer grote fluktuaties bij de opbrengst dit jaar. Er zijn percelen waar de oogst ge woon mislukt is, terwijl andere per celen het heel goed gedaan hebben. Bovendien moet behalve naar de to tale geldelijke opbrengst, ook nog gekeken worden naar de kosten die er vanaf getrokken moeten worden, alvorens de winst kan worden uitge teld. En hoe zal de konsument, zowel de Nederlandse als de buitenlandse. reageren op de hogere prijs? Toch denkt Blikman dat de uie'ntelers fi nancieel gezien (gemiddeld) een goed jaar zullen hebben. "SNUiF" Bij de afronding van het gesprek komt uiteraard het werk van de Stichting Nederlandse Uien Federa tie (SNUiF) aan de orde. Deze in 1938 opgerichte stichting heeft tot taak de rentabiliteit van de uien- en sjalottenteelt in Nederland te verbe teren. Zij wordt voor de helft gefi nancierd door de Overheid en voor de helft door het bedrijfsleven. De SNUiF verricht onderzoek op het gebied van problemen die zich bij de teelt van uien en sjalotten voordoen door o.a. 50 veldproeven per jaar. Ook geeft zij voorlichting over de teelt, de bewaring en de bewerking van uien en sjalotten in allerlei vor men. Blikman vindt, dat het percentage uientelers dat de SNUiF steunt (20%) veel te gering is. Voor 40 per jaar ga je toch niet op eigen houtje proberen de (uien)problemen op te lossen? "Alleen al voor de verbetering van de kwaliteit, waarbij het gaat om huid vastheid, kleur, hardheid en gaafheid, is het noodzakelijk de handen ineen te slaan". Piet Westra In 1980 is in Zeeland begonnen met het organiseren van kursussen op het gebied van de akkerbouw als vervolgonderwijs na de Middelbare Agrarische School. Het leerplan van deze kursussen omvat telkens de teelt van één gewas. Dat dit onderwijs in een behoefte voorziet blijkt uit de belangstelling. Er zijn namelijk inmiddels al zes kursussen gehou den. Elke kursus omvat 12 lessen a 3 lesuren. Dit is met in begrip van 2 praktische lessen. Het kursusgeld is 60.00. Voor toelating is een diploma van een M.A.S. nodig. Belangstellenden met plus kursussen kunnen ook tot een zeker aantal worden toegelaten. Voor het komende lesjaar zijn op nieuw kursussen geprogrammeerd. Dit betreft: Graanteelt te Goes in de Rijks Mid delbare Agrarische School. De aan vang is begin december. De weke lijkse lessen zijn op maandagmiddag. Maximaal kunnen 25 deelnemers worden toegelaten. Schriftelijke aanmelding bij: Ir.. W.M. Markusse, Direkteur der R.M.A.S., Ravelijn de Groene Jager 8, 4461 DJ Goes, tel. 01100 - 27203 Bietenteelt te Axel of Schoondijke. De kursusplaats wordt bepaald naar de woonplaats van de kursisten. De aanvang is begin december. Het maximum aantal deelnemers is 30. Schriftelijke aanmelding bij: Ir. J. Salomons, direkteur der R.M.A.S., Dr. Huizingastraat 28, 4507 AB Schoondijke, tel. 01173 - 1313. Advertentie I.M. biedt de meeste mogelijkheden bij noodgedwongen herinzaai. Er moet rekening mee worden ge houden dat het vormen van een pa- rallelkursus niet mogelijk is. Inschrijving vindt plaats naar volg orde van aanmelding. "Werken en denken en leren is leven". Ing. J.H. Lantinga kursuskoördinator M.A.S. Het Ministerie van Landbouw en Visserij heeft een katalogus sa mengesteld van alle op dit mo ment beschikbare boeken, bro chures en vlugschriften voor voorlichtingsdoeleinden in de land- en tuinbouw. De publika- ties zijn gerangschikt naar pro- duktietak en naar vakgebied, zo dat men er snel de weg in kan vinden. Wie een (gratis) exem plaar van de katalogus wil heb ben kan schrijven naar: Ministe rie van Landbouw en Visserij - Direktie BSA - Afdeling Publi- katiezaken - Postbus 20401 - 2500 EK Den Haag. 21 oktober 1983 De heer Sinke samen met enige leerlingen tijdens het bezoek aan een kreeftenpark. Op ll, 12, 13 en 14 oktober j.l. ont ving de Z.L.M., (nu al voor het 5e achtereenvolgende jaar) een klas van de Scholengemeenschap "Guido de Brés" uit Rotterdam voor een stu- dieexkursie op het gebied van de land- en tuinbouw en de veehoude rij. Onder begeleiding van dhr. Sinke op 11 en 13 oktober, mej. Huisman op 12 oktober en dhr. de Landgraaf op 14 oktober bezochten de leerlingen o.m. de veiling te Kapelle, het ak kerbouwbedrijf van dhr. L.J. Luijk te Kloetinge, de veehouderijbedrijven van de heer J.L. de Roo te 's-Heer Arendskerke en de heer P. Poleij te Kruiningen en als eindpunt van de dag het champignonbedrijf van dhr. D. de Koeijer te Yerseke en het kreeftenpark van de Fa. Meulmees- ter-Veraart te Yerseke. Van het door de leraren uitgekozen beste verslag over deze dag zal t.z.t. een deel in het Z.L.M.-blad worden opgenomen. Aan het eind van "de rit" kondigden de leerkrachten reeds aan, dat men in 1984 weer graag de bemiddeling van de Z.L.M. voor een hernieuwd bezoek zal inroepen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1983 | | pagina 8