Rede minister
VRIJDAG 3 SEPTEMBER 1993
aanpassen en kunnen zij hun bedrij
ven continueren?
Tot nu toe, iedere generatie weer,
hebben akkerbouwers, veehouders
en tuinders getoond, dat ze zich on
der het motto "Willen is kunnen"
wel degelijk aan kunnen passen. Zo
danig zelfs dat het andere economi
sche sectoren tot voorbeeld strekt.
Vakmanschap en ondernemerschap
waren (en zijn) bepalend voor de
continuïteit van de bedrijfsvoering.
Boeren zijn nuchter. Ze geloven niet
in luchtkastelen en gouden bergen.
Boeren zijn van elastiek als het gaat
om hun incasseringsvermogen en
hun aanpassingsvermogen, en ze
zijn als beton als het gaat om hun
economische overlevingskracht. Ze
worden gedreven omdat ze zo graag
boer willen zijn en blijven.
Afvallers zijn er altijd geweest. In
slechte tijden meer en in goede tij
den minder. Dat is ook in boeren-
kringen een geaccepteerde
economische wetmatigheid.
Opnieuw een crsisi
Vandaag manifesteert zich weder
om een landbouwcrisis. De onder
kenning ervan en het nemen van
tegenmaatregelen blijven echter he
laas nog uit. In onze tijd van wel
vaart en welzijn heeft blijkbaar de
mening postgevat dat het in stand
houden van een economisch doel
gerichte land- en tuinbouw niet
meer nodig is. De voedsel- en
grondstoffenproduktie lijkt immers
veiliggesteld. Het kan echter verke
ren, zoals we allemaal wel weten.
De overlevingsmogelijkheden van
meerdere land- en tuinbouwsecto
ren worden nu op het spel gezet.
Het is namelijk zeer de vraag of die
sectoren de snelle afbraak van de
marktondersteuning en de toene
mende eisen en randvoorwaarden
op velerlei gebied zullen kunnen ver
dragen.
Naar het verleden kijkend is het
frappant te constateren dat zowel
de oorzaak als het ontwikkelingspa
troon van de huidige malaisever-
schijnselen praktisch identiek zijn
aan die van de drie voorgaande
landbouwcrisissen in het bestaan
van de ZLM. Het praktiseren van de
vrijhandelsgedachte in Europa en
Noord-Amerika vormde zowel in de
19de als in de 20ste eeuw telken
male het zaad en de kiem voor de
neergang van de landbouwsector.
Vrijhandel betekende met name
voor onze sector immers maximaal
produceren en concurreren tegen
minimale prijzen. Zo ook nu weer!
Ook werd iedere crisis in het verle
den ingezet door lage, niet lonende
graanprijzen. De problemen open
baarden zich volgens het klassieke
patroon het eerst in de grondgebon
den akkerbouwsector. In het ver-
volgstadium werden door
verdringingseffekten de tuinbouw-
en veehouderijsektor er in mee
gesleurd. Zo ook nu weer!
De geschiedenis herhaalt zich. Oor
zaak en gevolg zijn gelijk. Maar de
lering uit de lessen van het verleden
wordt niet getrokken, althans nog
niet. Het is daarom - het kan ook
vandaag niet onvermeld blijven - dat
we ons (wellicht meer dan ooit in
onze ZLM-geschiedenis) grote zor
gen maken over de continuïteitsmo
gelijkheden van de bedrijven van
onze leden. Met man en macht en
veel creativiteit stimuleren en coör
dineren we als ZLM en als be
drijfsleven oplossingen, ideeën en
aanpassingsmogelijkheden, zowel
gericht op een sector als geheel, als
gericht op het individuele boerenbe
drijf. De boerenondernemingslust
wordt echter in veel (te veel) geval
len sterk afgeremd door een ont
moedigend landbouwbeleid, dat
structureel te lage prijzen en in
eenstortende markten veroorzaakt;
met name in de sectoren akker
bouw, tuinbouw en varkens
houderij.
Veel boeren zijn moedeloos en zien
het niet meer zitten. Dat is een
slecht teken. Niet alleen in economi
sche zin, maar ook vanuit maat
schappelijk perspectief, beangstigt
dat ons. We zijn beducht dat het
draaikolk-effect van deze malaise
mede tot financiële calamiteiten zal
leiden in de agrarische toeleverings-,
afzet- en verwerkingskolom. We zijn
beducht voor een landbouwecono-
mische crisis die zich uit zal strek
ken over het totale
agribusiness-complex.
Majesteit, dames en heren,
Met gemengde gevoelens heb ik
naar deze dag toegeleefd. Met ge
mengde gevoelens sta ik ook van
daag hier voor u. Uiteraard ben ik
blij en trots dat we op deze wijze
onze 150-jarige ZLM kunnen her
denken; dat we ons als Zeeuwse en
Brabantse boeren en boerinnen op
deze wijze kunnen presenteren. Als
akkerbouwer en als boerenbestuur-
der het verleden memorerend, ont
kom ik er echter niet aan, om
vandaag hier ook de realiteit van on
ze zorgen in het heden aan u te mel
den. Het zou mijns inziens niet juist
zijn die zorgen te verbergen en on
genoemd te laten.
De ZLM wil werken aan morgen.
Boeren en tuinders willen werken
aan morgen. De geschiedenis heeft
geleerd, dat een impasse in de agra
rische sector alleen is te voorkomen
en te verhelpen als de overheid de
juiste maatregelen erkent en neemt.
Het kernpunt van die maatregelen
is: herstel van de graanprijs en daar
mee van de "spilfunktie" van de
granen, om de vlucht naar andere
sectoren te stoppen. Middels ver
plichte en structurele Europese
areaalbeperking en mondiale quotu
mafspraken voor exportbeperkingen
op de wereldmarkt, moet dat moge
lijk zijn. Dat is de les die naar onze
mening uit de geschiedenis getrok
ken dient te worden.
Mag ik daarom in dat verband Ma
jesteit, dames en heren, de hoop
uitspreken dat we met z'n allen (en
dan bedoel ik bedrijfsleven èn poli
tiek) nog wel degelijk lering uit de
geschiedenis willen en zullen trek
ken. In die hoop kan ik dan tenslotte
eveneens mijn vertrouwen uitspre
ken, dat ook in de volgende eeuw
een gezonde landbouwsector har
monisch deel uit zal blijven maken
van de samenleving in onze ge
westen. Dat het zo zal zijn zoals de
toenmalig voorzitter van onze lande
lijke organisatie het "Koninklijk Ne
derlands Landbouw Comité", H.D.
Louwes het 45 jaar geleden beel
dend zei: "Onze maatschappij
bestaat niet uit groepen met funda
menteel verschillende belangen,
maar uit delen welke elkaar aanvul
len, gelijk de delen van een lichaam
elkaar aanvullen tot een harmonisch
geheel".
Ik dank u voor uw aandacht.
VERVOLG VAN VOORPAGINA
De landbouwminister constateerde
een steeds kritischer wordende
houding in de samenwerking over
het Europese landbouwbeleid. "Ik
zeg niet dat ik daar blij mee ben, ik
constateer alleen dat het de realiteit
is. In die realiteit staat de agrarische
sector. De voedselvoorziening is vei
lig gesteld. Men is gewend geraakt
aan verzekerde aanvoer, goede
kwaliteit en redelijke prijzen. En ge
leidelijk vermindert daardoor ook de
waardering voor de ontzaglijke pres
tatie die de landbouw heeft verricht
en nog verricht. Ten onrechta Maar
gelukkig ontstaat er een nieuwe
markt voor superkwaliteiten, daar
moeten we het van hebben".
Complimenten
De minister begon zijn inleiding met
een uitvoerig compliment aan de
ZLM, "een organisatie met een uit
stekend georganiseerde sociaal-
economische voorlichting, prima
belangenbehartiging en vele andere
dienstverlening. De ZLM is nooit
bang geweest om de bakens te ver
zetten, getuige het samengaan met
de Geldersche Mij. van Landbouw
en het Utrechtse Landbouw Ge
nootschap".
De Koningin schudt de dirrigent van de Zeeuwse Koorschool, Evert Heijblok, de hand.
Na afloop kregen de genodigden een exemplaar van jubileumboek Werken aan Morgen mee. Hier een
foto van de uitreiking door mevr. A. Lokers (rechts) en mevr. C. Co/paart (2e van rechts
Aan het eind van de herdenkingsbijeenkomst werden twee coupletten van het Wilhelmus gezongen. De
Zeeuwse Koorschool (op de voorgrond) zong de tweede stem.